• No results found

oud-student Leefstijlcoach

Bij elke persoon met overgewicht of obesitas spelen verschillende factoren een rol, telkens in een andere verhouding of mate. Dat maakt de behandeling van overgewicht ook zo moeilijk. Bij slechts een klein aantal gevallen is wel één aanwijsbare oorzaak te vinden voor overgewicht of obesitas.

7.2.3 Meten van overgewicht

De BMI is een algemene maat voor het bepalen van overgewicht, met de volgende formule: BMI = gewicht/lengte2 (gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte) Van overgewicht is sprake bij een BMI boven de 25. Mensen met obesitas hebben ernstig overgewicht, dat wil zeggen een BMI (Body Mass Index) boven de 30. De volgende

indeling33 wordt aangehouden:

• overgewicht: BMI 25-30

• obesitas: BMI 30 -40

• morbide obesitas: BMI boven de 40

Zie het volgende schema voor de verschillen tussen mannen en vrouwen.

Vrouwen Mannen Resultaat

<18,6 <20 Ondergewicht

18,7 – 23,8 20,1 – 25 Gezond gewicht

23,9 – 28,5 25,1 – 30,0 Overgewicht

28,6 – 40 30,1 – 40 Obesitas

>40 >40 Morbide obesitas

NB: Voor mensen met heel veel spiermassa gaat de BMI niet op. Deze mensen zijn vooral zwaar door hun spieren en niet door veel vetmassa.

Ook de buikomvang wordt meegenomen om de ernst van het overgewicht te bepalen.34 Dit zegt namelijk ook iets over de lichaamssamenstelling. En dan met name de vetopslag rondom de organen, het zogenaamde viscerale vet. Meer visceraal vet wordt in verband gebracht met een verhoogde kans op allerlei gezondheidsklachten, waaronder diabetes type 2, insulineresistentie en hart- en vaatziektes.35 Vandaar dat visceraal vet ook wel het

‘ongezonde vet’ wordt genoemd.

De normen voor de buikomvang zijn als volgt:

Normaal Verhoogd risico

Mannen < 94 cm Mannen > 102 cm

Vrouwen < 80 cm Vrouwen > 88 cm

33 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.obesitaskliniek.nl/over-obesitas

34 Geraadpleegd op 19-2-2019 van http://www.centrumvoorobesitasnederland.nl/obesitas/wanneer-is-er- sprake-van-obesitas

35 Vissers, Dirk, et al. “The effect of exercise on visceral adipose tissue in overweight adults: a systematic review and meta-analysis.” PloS one 8.2 (2013): e56415.

7.2.4 Gevolgen van overgewicht

De gevolgen van overgewicht en obesitas zijn groot, zowel persoonlijk als maatschappelijk.

Mindere kwaliteit van leven

Veel zwaarlijvige cliënten ervaren een achteruitgang in de kwaliteit van leven. Het wordt steeds moeilijker vanzelfsprekende dagelijkse activiteiten uit te voeren als wandelen, traplopen, fietsen, bukken, strekken, duwen en trekken. Doordat cliënten met overgewicht of obesitas beperkt zijn in hun lichaamsbeweging, zitten ze ook vaak mentaal vast. Deze groep heeft doorgaans een laag zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en is dikwijls ook depressief.

Verminderde levensverwachting

Obesitas gaat gepaard met een verminderde levensverwachting van enkele jaren.

Dit hangt sterk samen met ernstige gezondheidsrisico’s die overgewicht met zich meebrengt; een verhoogde kans op diabetes type 2, hersenbloedingen, hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten en kanker (ongeveer 4% van het aantal nieuwe kankergevallen wordt jaarlijks veroorzaakt door overgewicht en obesitas en ook het aantal sterfgevallen als gevolg van kanker is voor 4% te wijten aan overgewicht en obesitas13) . Een verhoogde hoeveelheid buikvet hangt sterker samen met vroegtijdige sterfte dan een verhoogd BMI36.

Comorbiditeit37

Obesitas gaat vaak gepaard met één of meer (chronische) aandoeningen. Voorbeelden van veelvoorkomende ziekten bij mensen met overgewicht zijn diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten en verschillende soorten kanker. Hoe groter het overgewicht en/of de buikomvang, hoe hoger de kanst op bijkomende ziekten. Niet alleen de mate van overgewicht, maar ook de duur van het overgewicht draagt vermoedelijk bij aan het ontwikkelen van bijvoorbeeld diabetes mellitus type 2 en vroegtijdige sterfte.

Voor diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten is de hoeveelheid buikvet de belangrijkste risicofactor. Andere aandoeningen die in verband staan met overgewicht en obesitas zijn aandoeningen van de ademhalingswegen, zoals astma, en aandoeningen van het bewegingsstelsel zoals chronische rugpijn en artrose. Artrose verergert daarbij de symptomen en het optreden van lichamelijke beperkingen.

Verhoogde kans op onvruchtbaarheid38

Zowel bij vrouwen als bij mannan kunnen overgewicht en obesitas leiden tot

onvruchtbaarheid. Daarnaast vergroot overgewicht bij zwangere vrouwen het risico op een miskraam.

Maatschappelijk probleem

Obesitas vormt ook een steeds groter maatschappelijk probleem: 3,7% van de totale ziektelast in Nederland wordt veroorzaakt door overgewicht, waaraan roken

36 Sahakyan et al., 2015: “Normal-Weight Central Obesity: Implications for Total and Cardiovascular Mortality”, geraad-pleegd op 10-1-2022 van https://www.acpjournals.org/doi/abs/10.7326/M14-2525

37 Geraadpleegt op 6-1-2022 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/

gevolgen#node-samenhang-met-ziekten

38 Geraadpleegd op 6-1-2022 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/overgewicht/cijfers-context/

gevolgen#node-samenhang-met-ziekten

de belangrijkste bijdrage levert met 9,4%.39 Dit drukt zwaar op de zorgkosten. De ziektekosten zijn 12% duurder voor mensen met overgewicht en 36% duurder voor mensen met obesitas. Dit blijkt uit een meta-analyse van Britse onderzoekers.40

7.3 De overgang

Een groot deel van de klachten van vrouwen in de overgang wordt veroorzaakt door dalende en schommelende hormomenen. Daarnaast is de overgang vaak een periode waarin vrouwen vaak veel taken en zorgen hebben. Naast kinderen (veel vrouwen hebben nog jonge kinderen of pubers als ze in de overgang zijn), maar ook werk, de zorg voor ouders, huishouden etc. Gezond koken, genoeg bewegen en goed voor zichzelf zorgen lukt veel vrouwen dan niet altijd.

Dit bij elkaar leidt - direct en indirect - bij bijna alle vrouwen tot een paar kilo extra, vooral rond hun middel, het beruchte ‘zwembandje’. Bij sommige vrouwen stopt het niet met die paar kilo en zij kunnen te maken krijgen met obesitas. Gemiddeld komen vrouwen in de overgangsperiode twee tot vijf kilo aan.

7.3.1 Oorzaken gewichtstoename vrouwen tijdens de overgang

Het toenemen van het lichaamsgewicht bij vrouwen tijdens en na de overgang kan meerdere oorzaken hebben.

1. Vetopslag op buik en heupen

De meeste vrouwen zijn niet blij met dit vetlaagje op de buik, maar het heeft een

belangrijke functie. Naarmate de eitjes verder opraken produceren de eierstokken minder oestrogeen. Oestrogeen is heel belangrijk voor het lichaam; het zorgt er onder meer voor dat hart en vaten gezond blijven, dus het helpt hartaanvallen en hersenbloedingen voorkomen. Ook voorkomt oestrogeen dat de botten broos worden en gemakkelijk kunnen breken (osteoporose).

Gedurende de overgang verplaatst het lichaam de productie van oestrogeen van de eierstokken naar de bijnieren en vooral naar het vetweefsel in de buik. In het vetweefsel in de buik wordt dan met behulp van het enzym aromatase testosteron omgezet in oestrogeen. De verminderde oestrogeenproductie in de eierstokken wordt op deze manier weer wat verhoogd. Het vervelende zwembandje is dus in feite een slim overlevingsmechanisme van het lichaam.

2. Het lichaam verandert

Wat ook een rol speelt bij het aankomen in gewicht is het feit dat bij het ouder worden de verhouding tussen vetweefsel en spierweefsel verandert. Hoe ouder je wordt, hoe minder spierweefsel je krijgt. Dit wordt vervangen door vetweefsel en vetweefsel verbruikt minder energie dan spierweefsel. Het lichaam bevat bij het ouder worden dus niet alleen meer vet, maar dat extra vet verbruikt ook minder calorieën, waardoor het lichaam meer vet opslaat. Hierdoor komen vrouwen in de overgang meestal aan als ze hetzelfde blijven eten.

39 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/ziektelast-dalys-0/

bijdrage-risicofactoren#node-ziektelast-naar-risicofactor

40 Geraadpleegd op 19-2-2019 van https://www.nieuwsvoordietisten.nl/overgewicht-drijft-kosten-gezondheids- zorg-fors-op

3. Oestrogeendominantie

Tijdens de overgang dalen beide vrouwelijke geslachtshormonen, maar het hormoon progesteron daalt veel sterker dan het hormoon oestrogeen. Hierdoor ontstaat de zogenoemde oestrogeendominantie (te veel oestrogeen t.o.v. progesteron). Omdat aan beide geslachtshormonen een tekort ontstaat, maar er toch meer oestrogeen dan progesteron overblijft, wordt gesproken van een relatieve oestrogeendominantie.

Oestrogeendominantie veroorzaakt het vasthouden van vocht en ook dat kan een reden zijn waardoor vrouwen in de overgang aankomen.

Progesteron in een natuurlijke antidepressiva; het beschermt je tegen angst en

prikkebaarheid. Door een tekort aan dit hormoon, ontstaat vaak een onrustig gevoel. Dit kan er op zijn beurt toe leiden dat vrouwen in de overgang meer gaan eten om de onrust niet te voelen (zie verderop onder ‘emotie-eten’.).

[...]

7.3.2 Begeleiden van cliënten in de overgang

Kun je als leefstijlcoach overgangsklachten oplossen? Dat hangt ervan af hoe ernstig de klachten zijn. Wat in ieder geval bewezen is, is dat een gezonde leefstijl een positieve uitwerking heeft op overgangsklachten en zeker ook op een te veel aan overgangskilo’s, dus daarmee kun je met een cliënt die overgangsklachten heeft zeker aan de slag. Echter niet alle klachten zijn met een gezonde leefstijl op te lossen, omdat de basis van de klachten zit in een verandering van hormonen.

Naast het coachen op een gezonde leefstijl kun je vrouwelijke cliënten doorsturen naar iemand die specialistische hulp kan bieden zoals:

• Een overgangsconsulent (overgangsconsulenten.com)

• Consulenten van Care for women

• De gynaecoloog en/of een overgangspoli

• Een vrouwenpoli

• Een orthomoleculair therapeut

De klachten die mannen in deze levensfase hebben, horen bij het ouder worden, maar soms kan er meer aan de hand zijn en moet de man hulp zoeken. Een goede vuistregel daarbij: verwijs bij een plotselinge vermindering van het libido en kwaliteit van de ochtenderectie, én bij algehele futloosheid naar de huisarts. Een bezoek aan de huisarts kan duidelijkheid verschaffen door middel van bloedonderzoek. Ook wordt gekeken naar het volume van de spierontwikkeling, lichaamsbeharing en testikels. Wanneer nodig verwijst een huisarts door naar een uroloog, seksuoloog, endocrinoloog of psycholoog.

Als leefstijlcoach begeleid je cliënten in de overgang op het gebied van voeding, beweging, slaap en ontspanning.

Studieadviseur

GERELATEERDE DOCUMENTEN