• No results found

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

datum 8 december 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie

hbo-bachelor Personeel en Arbeid

Hogeschool Zuyd ons kenmerk NVAO/20053375/CT bijlagen 4

Parkstraat 28 | Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 | 2508 CD The Hague | The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 | F +31 (0)70 312 2301

info@nvao.net | www.nvao.net Inlichtingen

Kees van de Meent 070 312 23 53 k.vandemeent@nvao.net

College van bestuur Hogeschool Zuyd Postbus 550 6400 AN HEERLEN

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Personeel & Arbeid van de Hogeschool Zuyd

1. Inleiding

Bij brief van 21 maart 2005, kenmerk U051.0446/1.8.4.8 Wil Lau, heeft de heer J.M.H.M.

Willems, lid van het college van bestuur van de Hogeschool Zuyd te Heerlen, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie, hierna: NVAO, een aanvraag om accreditatie ingediend, als bedoeld in artikel 5a.9 van de Wet op het hoger onderwijs en

wetenschappelijk onderzoek, hierna: WHW (Stb. 2002, 302), voor de hbo-bachelor opleiding P&A. Het betreft een opleiding in een voltijdse en deeltijdse variant die in Sittard wordt aangeboden.

Ter ondersteuning van de aanvraag heeft de Hogeschool Zuyd een rapport overgelegd van een door haar ingeschakelde Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI): Netherlands Quality Agency (NQA), hierna NQA. Het rapport van NQA, hierna VBI-rapport, is door de NVAO ontvangen op 23 maart 2005. De visitatie van de opleiding door de VBI heeft plaatsgevonden op 6 en 7 oktober 2004.

Het VBI-rapport is opgebouwd aan de hand van het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs (hbo-bachelor) van de NVAO, Stcrt. 2003, 120, hierna: het Accreditatiekader.

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Op grond van het van toepassing zijnde Accreditatiekader wordt de opleiding beoordeeld aan de hand van zes onderwerpen, te weten: doelstellingen opleiding, programma, inzet van personeel, voorzieningen, interne kwaliteitszorg en resultaten.

Ad: Doelstellingen opleiding

Het panel van deskundigen van de VBI, hierna: het panel heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties van de opleiding ontleend zijn aan het landelijke opleidingsprofiel Format P&A 2000plus, een uitgave van het Landelijk Opleidingsoverleg Personeel en Arbeid (LOPA). Dit landelijke format is herijkt en opnieuw vastgesteld als Format P&A 2004plus.

Op basis van het landelijk profiel heeft de opleiding een eigen competentieprofiel

ontwikkeld. Een speciaal accent in het eigen profiel heeft het organiseren en managen van veranderingsprocessen.

(2)

pagina 2 van 10 Naar het oordeel van de NVAO is in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar gemotiveerd op welke gronden het onderwerp Doelstellingen opleiding voldoende is bevonden.

De NVAO beoordeelt het onderwerp Doelstellingen opleiding als voldoende.

Ad: Programma

De voltijdopleiding heeft in de periode van 1999-2003 het curriculum vernieuwd. Het landelijk profiel en het principe van leren-leren liggen aan het programma ten grondslag. De opleiding is erin geslaagd een studentgericht programma te ontwikkelen met een sterke oriëntatie op de beroepspraktijk. Een volgende stap is de afstemming van het curriculum op de geformuleerde competenties. Het programma vormt een coherent geheel.

De deeltijdopleiding wordt vernieuwd. Als gevolg daarvan is de samenhang tussen eindtermen en programma niet gedocumenteerd. Het panel komt voor het facet Relatie doelstellingen en inhoud programma van de deeltijd daarom tot een onvoldoende.

Het facet Beoordeling en toetsing wordt door het panel bij voltijd zowel als bij deeltijd als onvoldoende gekwalificeerd vanwege het gegeven dat de borging van de toetsen niet is vastgelegd en daarmee te docentgebonden wordt ingevuld. Het niveau van de opleiding is wel in orde.

De overige facetten beoordeeld het panel als voldoende dan wel goed.

De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport wordt gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. De NVAO twijfelt echter aan de houdbaarheid van de motivering waarop het onderwerp Programma voldoende is bevonden. De enkele

overweging van het panel om een kwalificatie onvoldoende weg te strepen tegen twee kwalificaties goed volgt de NVAO vooralsnog niet.

Dit betekent dat de NVAO het oordeel van het panel met betrekking tot het onderwerp Programma vooralsnog niet kan overnemen.

Ad: Inzet van personeel

Het panel beoordeelt de drie facetten en daarmee het onderwerp als voldoende. Het personeelsbeleid volgt de ontwikkelingen op hogeschoolniveau. Een verjonging van het personeel is ingezet. De docent/student ratio is ongeveer 1/20. De kwaliteit van het personeel wordt via deskundigheidsbevordering op peil gehouden. Het ziekteverzuim bedraagt slechts 4,6%. Internationale ontwikkelingen worden gevolgd.

Naar het oordeel van de NVAO is in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar gemotiveerd op welke gronden het onderwerp Inzet van personeel voldoende is bevonden.

De NVAO beoordeelt het onderwerp Inzet van personeel als voldoende.

Ad: Voorzieningen

De opleiding heeft naar het oordeel van het panel een duidelijk beeld van de noodzakelijke voorzieningen voor de uitvoering van het onderwijs. Tevens is er inzicht in de wensen van docenten en studenten. Indien nodig worden concrete verbetermaatregelen getroffen. Het gebouw is in 1998 grondig verbouwd om de voorzieningen beter te laten aansluiten op de wensen. In een studielandschap is voorzien. De studiebegeleiding aan studenten is volgens het panel adequaat: er wordt gewerkt met Persoonlijke Ontwikkelingsplannen, supervisie is vast onderdeel in het derde jaar, de intensiteit van de begeleiding wordt vooral aan het initiatief van studenten overgelaten. De informatievoorziening is volgens het panel in orde.

Naar het oordeel van de NVAO is in het VBI-rapport deugdelijk en kenbaar gemotiveerd op welke gronden het onderwerp Voorzieningen voldoende is bevonden.

De NVAO beoordeelt het onderwerp Voorzieningen als voldoende.

(3)

pagina 3 van 10 Ad: Interne kwaliteitszorg

De interne kwaliteitszorg acht het panel voldoende. De opleiding evalueert periodiek in hoeverre de streefdoelen worden gerealiseerd. Bij de interne kwaliteitszorg worden relevante partijen als studenten, medewerkers, alumni en werkveld nadrukkelijk betrokken.

Het panel heeft aan het facet Maatregelen tot verbetering een onvoldoende toegekend. De opleiding heeft in het jaarplan verbeteracties vastgelegd, maar het aantal acties is beperkt en de acties komen niet zichtbaar voort uit het evaluatieonderzoek. De opleiding werkt wel aan verbetering van het onderwijs, maar dit gebeurt op informele wijze. Verbeteringen worden niet gedocumenteerd aangezien hieraan vanwege de geringe omvang van het team geen behoefte is. De informele wijze van werken aan kwaliteitsverbetering is voor het panel echter geen belemmering om het onderwerp Interne kwaliteitszorg als voldoende te kwalificeren. Vooral ook omdat de Stand van Zaken notitie (2004) wel consequenties heeft opgeleverd in de vorm van kwaliteitsverbeteringen.

De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport wordt gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. De NVAO twijfelt echter aan het vermogen van de opleiding om tot verbeteringen te komen. Daarvoor plaatst het panel te veel kritische kanttekeningen bij het facet Maatregelen tot verbetering.

Dit betekent dat de NVAO het oordeel van het panel met betrekking tot het onderwerp Interne kwaliteitszorg vooralsnog niet kan overnemen.

Ad: Resultaten

De opleiding P&A van de Hogeschool Zuyd krijgt van het panel voor het onderwerp Resultaten een voldoende. Dit ondanks het gegeven dat het facet Onderwijsrendement een onvoldoende scoort omdat de opleiding geen reële streefcijfers hanteert en te weinig doet om de resultaten te verbeteren. Weliswaar is de opleiding een extra begeleidingstraject gestart, maar tot verbeterresultaten heeft dit niet geleid

Het Gerealiseerd niveau wordt door het werkveld voldoende geacht, evenals door de studenten die de opleiding hebben verlaten.

De NVAO stelt vast dat in het VBI-rapport wordt gemotiveerd op welke gronden NQA dit onderwerp positief heeft bevonden. De NVAO twijfelt echter aan de deugdelijkheid van de onderbouwing in het VBI-rapport vanwege de kritische kanttekeningen die NQA plaatst bij de voldoende voor dit onderwerp in casu Onderwijsrendement.

Dit betekent dat de NVAO het oordeel van het panel met betrekking tot het onderwerp Resultaten vooralsnog niet kan overnemen.

3. Verificatie

Op 5 juli 2005 heeft de NVAO op basis van de hierboven beschreven bevindingen en twijfels besloten om met betrekking tot de aanvraag om accreditatie van de hbo-bachelor opleiding P&A van de Hogeschool Zuyd het positieve VBI-rapport vooralsnog niet over te nemen. De NVAO heeft drie onafhankelijke deskundigen benaderd om het oordeel in het VBI-rapport met betrekking tot het onderwerp Programma, Kwaliteitszorg en Resultaten te verifiëren De opdracht aan de verificatiecommissie luidde:

- het voorliggende visitatierapport te bezien, teneinde zich de context van de te verifiëren facetten eigen te maken.

(4)

pagina 4 van 10 - met betrekking tot de opleiding aanvullende informatie in te winnen bij de instelling, de opleiding, de VBI en/of het VBI-panel, met bijzondere aandacht voor:

Programma:

- relatie doelstellingen en inhoud programma - beoordeling en toetsing

Interne kwaliteitszorg:

- maatregelen tot verbetering Resultaten:

- onderwijsrendement.

- zich aldus een oordel te vormen over de juistheid van het verrichte onderzoek respectievelijk de juistheid van de conclusies van het VBI-panel, de gehanteerde normstelling inbegrepen.

- over haar bevindingen te rapporteren aan het bestuur van de NVAO.

Op 29 september 2005 hebben de deskundigen een bezoek aan de Hogeschool Zuyd gebracht. Op 16 oktober 2005 hebben de deskundigen hun oordeel over de onderwerpen Programma, Kwaliteitszorg en Resultaten aan de NVAO kenbaar gemaakt.

Programma: relatie tussen doelstelling en inhoud programma (facet 2.2) en beoordeling en toetsing (facet 2.8)

Uit het rapport van de NQA blijkt dat ten tijde van de visitatie in oktober 2004 nog geen uitlijndocument of competentiematrix voor de deeltijdopleiding beschikbaar was, waardoor voor de deeltijdvariant van de opleiding onvoldoende duidelijk was wat de relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma was.

Een competentiematrix is inmiddels voor de deeltijdopleiding aanwezig. In de matrix wordt de relatie tussen competenties en programma naar de mening van de commissie inzichtelijk gemaakt. De competenties zijn beschreven op grond van het actuele beroepsprofiel en vastgesteld na overleg met het werkveld.

De verificatiecommissie stelt vast dat de opleiding op het gebied van beoordeling en toetsing, vooral door de inzet van het docententeam, sinds de vorige visitatie belangrijke ontwikkelingen heeft doorgemaakt en veel vooruitgang heeft geboekt in het ontwikkelen van een integraal toetsbeleid via intensief overleg, de ontwikkeling van assessments en

standaard beoordelingsformulieren. De commissie beoordeelt het facet Beoordeling en toetsing met een voldoende.

Kwaliteitszorg: maatregelen tot verbetering (facet 5.2)

De verificatiecommissie heeft uitgebreid kennis genomen van het beleid en de uitvoering van de kwaliteitszorg. In gesprekken met de belanghebbende geledingen van de

hogeschool en door het bestuderen van het vooraf opgevraagde en ter inzage neergelegde materiaal, is het de commissie duidelijk geworden dat kwaliteitszorg een hoge prioriteit heeft binnen de hogeschool en de opleiding P&A.

De documentatie is verbeterd, kwaliteitszorg is wekelijks onderwerp van gesprek binnen de opleiding, verbeteringen komen tot stand en de openheid rond het onderwerp is opgevoerd.

Hoewel de commissie positief is over de ontwikkelingen is haar nog niet geheel duidelijk geworden hoe de implementatie van verbeterplannen concreet in zijn werk gaat. Er lijkt een discrepantie te zijn tussen de veranderingsgezindheid van het docententeam en de aanpak van het management. Het is de commissie onvoldoende duidelijk wie nu precies

verantwoordelijk is voor de opvolging van evaluatieresultaten.

De commissie beoordeelt het facet Maatregelen tot verbetering, zij het met enige restrictie, als voldoende.

(5)

pagina 5 van 10 Resultaten: onderwijsrendement (facet 6.1)

Hoewel de opleiding haar streefcijfers niet heeft aangepast, is de commissie van mening dat de opleiding aan aantal adequate maatregelen heeft getroffen om de streefcijfers te

behalen. De commissie raadt de opleiding aan de streefcijfers bij te stellen naar de landelijke rendementscijfers die voor P&A-opleidingen reëel zijn.

Advies

Op basis van bovenstaande bevindingen stellen de onafhankelijke deskundigen vast dat de beoordeelde onvoldoende facetten inmiddels met een voldoende gekwalificeerd kunnen worden.

4. Overwegingen

Naar het oordeel van de NVAO heeft de verificatiecommissie deugdelijk en kenbaar gemotiveerd op welke gronden de aan haar ter beoordeling voorgelegde facetten en daarmee de onderwerpen Programma, Kwaliteitszorg en Resultaten voldoende zijn bevonden.

Daarmee is naar het oordeel van de NVAO genoegzaam komen vast te staan dat de opleiding P&A van de Hogeschool Zuyd zodanige verbeteringen doorvoert op de facetten die in het VBI-rapport als onvoldoende werden gekwalificeerd en daarmee de basiskwaliteit van de opleiding tot een voldoende niveau heeft gebracht. Het positieve oordeel neergelegd in het VBI-rapport kan dan ook worden gevolgd.

(6)

pagina 6 van 10 5. Besluit

Ingevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, van de WHW heeft de NVAO het college van bestuur van de Hogeschool Zuyd te Heerlen in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit van 1 november 2005 naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De NVAO besluit dat accreditatie wordt verleend aan de hbo-bachelor opleiding P&A (voltijdse en deeltijdse variant; locatie Sittard).

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 5a.9, vierde lid, van de WHW treedt dit besluit in werking met ingang van de dag waarop het vorige accreditatiebesluit vervalt (accreditatie van rechtswege tot en met 31 december 2005), derhalve op 1 januari 2006, en ingevolge het bepaalde in het zesde lid van genoemd artikel vervalt dit besluit zes jaar na de dag van inwerkingtreding.

Den Haag, 8 december 2005

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie

Guy Aelterman (bestuurslid)

Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken.

Bijlage 1: Overzicht van de beoordeling door het panel (VBI) Bijlage 2: De samenstelling van het panel (VBI)

Bijlage 3: Overzicht van de beoordeling van de door de NVAO ter verificatie ingeschakelde commissie

Bijlage 4: De samenstelling van de door de NVAO ter verificatie ingeschakelde commissie

(7)

pagina 7 van 10 Bijlage 1: overzicht van beoordeling van het panel (VBI)

Onderwerp Facet Voltijd Deeltijd

1.1 niveau bachelor V V

1.2 domeinspecifieke eisen G G

1.3 oriëntatie HBO bachelor V V

1 Doelstellingen

Totaaloordeel: positief positief

2.1 eisen hbo V V

2.2 relatie doelstellingen - programma V O

2.3 samenhang programma V V

2.4 studielast V V

2.5 instroom G G

2.6 duur G G

2.7 afstemming vormgeving inhoud V V 2.8 beoordeling en toetsing O O 2 Programma

Totaaloordeel positief positief

3.1 eisen hbo V V

3.2 kwantiteit personeel V V

3.3 kwaliteit personeel V V

3 Inzet personeel

Totaaloordeel positief positief

4.1 materiële voorzieningen V V

4.2 studiebegeleiding V V

4 Voorzieningen

Totaaloordeel positief positief

5.1 evaluatieresultaten V V

5.2 maatregelen tot verbetering O O 5.3 betrekken medewerkers, etc. V V 5 Interne kwaliteitszorg

Totaaloordeel positief positief

6.1 onderwijsrendement O O

6.2 gerealiseerd niveau V V

6 Resultaten

Totaaloordeel positief positief

(8)

pagina 8 van 10 Bijlage 2: Samenstelling van het panel (VBI)

• Mevrouw J. Monker, voorzitter, werkvelddeskundige met internationale ervaring als directeur personeelszaken Uitgeverij Elsevier; onderwijsdeskundigheid in hbo en bedrijfsopleidingen als directeur Elsevier Opleidingen, auditdeskundigheid als voorzitter en lid van visitatiecommissies.

• Mevrouw C.M. Pollmann is werkzaam vanuit een eigen b.v.; zij doet projecten als (interim) manager; de terreinen personeelszaken, (vrouwen)vormingswerk, arbeidsbemiddeling en kwaliteitsbeleid zijn haar uit ervaring bekend; audit- en internationale deskundigheid zijn onderdelen binnen haar werkervaring.

• Mevrouw M. Snel, studentpanellid, heeft als student enige ervaring opgedaan binnen personeelswerk.

• De heer drs. G.J.H. Vermeulen, NQA auditor, psycholoog, heeft ervaring als auditor en is werkzaam geweest op het terrein van kwaliteitszorg bij de HBO-raad.

(9)

pagina 9 van 10 Bijlage 3: Overzicht van de beoordeling van de facetten van de door de NVAO ter verificatie ingeschakelde commissie (NVAO)

Onderwerp Facet Beoordeling

verificatiecommissie 2 Programma 2.2 relatie doelstellingen - programma Voldoende (deeltijd)

2.8 beoordeling en toetsing Voldoende

Beoordeling onderwerp Positief

5 Interne kwaliteitszorg 5.2 maatregelen tot verbetering Voldoende

Beoordeling onderwerp Postief

6 Resultaten 6.1 onderwijsrendement Voldoende

Beoordeling onderwerp Positief

(10)

pagina 10 van 10 Bijlage 4: Samenstelling verificatiecommissie

• Prof.Dr.J.D. van der Ploeg, voorzitter, emeritus hoogleraar orthopedagogiek, Universiteit Leiden, onderwijs- en auditdeskundige

• Mw. Drs. M. van Eijck, werkvelddeskundige. Mevrouw van Eijck nam eerder deel aan visitatiepanels van de NQA voor dezelfde opleiding P&A van andere hogescholen. Zij is freelancer

• Mw. Dr. J. Lefevere, werkvelddeskundige, coördinator personeelswerk, Arteveldehogeschool

Alle commissieleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ingevuld en ondertekend.

Toegevoegd:

• Mw. Drs. T. Kleene, freelance onderwijskundige, aan de commissie toegevoegd als secretaris.

• Drs. C. van de Meent MFM, toegevoegd als procescoördinator NVAO

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het college is, zoals aangegeven in zijn oordeel van 31 mei 2002, van mening dat TPG de verschillende soorten aanbiedingspunten overeenkomstig het werkelijk gebruik gedurende het

Iedereen doet wel zijn zegje, maar je bent toch niet echt samen, je bent niet echt met elkaar.. Mijn tip is, stel voor

Naast dat de fysieke lessen een grote sociale meerwaarde hebben, geven studenten ook aan dat deze lessen heel fijn zijn voor interactie en samen studeren; dat fysiek samenzijn

Uit de gesprekken die de commissie tijdens haar bezoeken aan de instelling heeft gevoerd, blijkt dat dit beleid ook wordt toegepast binnen de verschillende instituten.. In

Overwegende dat de Kamer van Beroep enkel bevoegd is voor de aangelegenheden die in het decreet betreffende de rechtspositie van het personeel vermeld zijn; dat het

3) Oorzakelijk verband tussen de schending van een resultaats- verbintenis met betrekking tot de medische behandeling en de lichamelijke schade. Bestaan van een oorzakelijk

Sprenger van Eijk, Handleiding tot de kennis van onze vaderlandsche spreekwoorden en spreekwoordelijke zegswijzen, bijzonder aan de scheepvaart en het scheepsleven, het dierenrijk

De ter zienswijze voorgelegde stukken geven ons met betrekking tot de ontwerpbegroting 2016 geen aanleiding tot het maken van