• No results found

Thuis een afweging maken voor herstel: Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Thuis een afweging maken voor herstel: Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen"

Copied!
45
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Thuis een afweging maken voor herstel: Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en verwachtingen van patiënten en van de Keuzehulp Herstel na botbreuk

Emilie Tielemans SNR: 2051385

Masterscriptie

Business Communication and Digital Media School of Humanities and Digital Science

Tilburg University, Tilburg

Begeleider: Dr. N. Bol Tweede lezer: Dr. C. Liebrecht

17 Januari 2022

(2)

Samenvatting

Keuzehulpen leiden gesprekken tussen patiënt en arts in goede banen en ondersteunen bij gedeelde besluitvorming. Het is voor patiënten zeer belangrijk dat er juiste verwachtingen worden geschetst voor hun herstel. Daarom is het van belang dat de keuzehulp correct en volledig is. Relevante informatie kan patiënten motiveren om deel te nemen aan gedeelde besluitvorming. Het doel van de huidige studie is inzicht te verschaffen in keuzehulpen en te onderzoeken of keuzehulpen bijdragen aan verwachtingsmanagement over het herstel van patiënten met een botbreuk. Er is een kwalitatieve studie uitgevoerd aan de hand van diepte-interviews over de keuzehulp “Herstel na botbreuk” en de verwachtingen onder een steekproef van patiënten die in het Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis zijn gediagnosticeerd met een (ernstige) botbreuk. Deelnemers waren tussen de 18 en 74 jaar (N = 7). De

interviewstudie laat zien dat besluiten over de behandeling van de breuk worden genomen door de zorgverlener, en dat bij besluiten over revalidatie de patiënt graag meebeslist.

Daarnaast verwachten patiënten een goed herstelproces en draagt de keuzehulp bij aan het managen van hun verwachtingen, wat teleurstellingen voorkomt. De resultaten worden besproken in de context van recente literatuur over gezamenlijke besluitvorming, keuzehulpen en verwachtingsmanagement.

Trefwoorden: Keuzehulpen, verwachtingsmanagement, gezamenlijke besluitvorming, traumapatiënten

(3)

Inleiding

Botbreuken komen vaak voor en zijn meestal het gevolg van ongelukken. In Nederland komen naar schatting jaarlijks 175.000 fracturen voor (van Olden, 2014). Een groot deel hiervan overkomt jongeren door verkeers- bedrijfs- of sportongevallen. Het overige deel omvat ouderen, die meer kans hebben om iets te breken bij kleine ongelukjes. Ongeveer 50 procent van de fracturen vereist een operatie (Tuinhout & van der Plaat, 2018). Ongevallen vormen wereldwijd een groot probleem voor de volksgezondheid, omdat ze geassocieerd zijn met een groot aantal verloren levensjaren en hebben hoge gezondheidszorgkosten tot gevolg (Van Oers, 2002). Patiënten bij ongevallen of gewelddadige incidenten komen terecht bij de traumazorg (Jaspers, 1993). Het trauma kan variëren van een lichte verwonding tot

verschillende ernstige verwondingen (Kruithof, 2020). Jaarlijks worden in Nederland meer dan 80.000 traumapatiënten opgenomen in het ziekenhuis. Daarvan overlijdt ongeveer 2%, dus het overgrote deel van de patiënten overleeft het trauma (Zorg, 2017).

Een deel van de patiënten die het overleven kampt met (blijvende) lichamelijke of psychische problemen als gevolg van een trauma (Haagsma et al., 2016). Een jaar na het ongeval kan volgens Ringburg et al. (2011) de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van een overlevende van een ongeval nog zeer beperkt zijn. Een goed verloop van een herstelproces is van belang om patiënten na een ongeval zo optimaal mogelijk te laten functioneren tijdens hun dagelijkse activiteiten, werk en dagbesteding. De situatie van elke traumapatiënt is uniek, bijvoorbeeld wat betreft de medische toestand van de patiënt en de wensen en behoeften ten aanzien van het revalidatieproces, wat het opstellen van een gepersonaliseerd behandelplan rechtvaardigt (Brownstein & Bronner, 1999).

Daarnaast is een belangrijk onderdeel in de spreekkamer de verwachtingen die patiënten hebben van hun behandelplan (Tolk et al., 2018). Ook van het resultaat van de

(4)

behandeling hebben patiënten verwachtingen, voornamelijk wat betreft een verlichting van pijn en een verbetering van het lichamelijk functioneren en psychosociaal welzijn (Dunbar et al., 2013). Patiënten hebben over het algemeen te hoge verwachtingen van een herstelproces en zijn te optimistisch (Mannion et al., 2009). Hierdoor komen hun verwachtingen met betrekking tot revalidatie regelmatig niet overeen met die van de zorgverlener (Ghomrawi et al., 2013). Patiënten wiens verwachtingen niet uitkomen, zijn vaker ontevreden met hun resultaten na het herstel (Bourne et al., 2013). Verwachtingsmanagement is van belang, omdat hierdoor teleurstellingen worden voorkomen. Verwachtingsmanagement is een manier om het gat te dichten tussen wat patiënten verwachten en wat zorgverleners kunnen waarmaken. De grootte van dit gat bepaald uiteindelijk de tevredenheid van de patiënt. Meer realistische verwachtingen zijn nodig om patiënten tevreden te houden omdat hierdoor teleurstellingen kunnen worden voorkomen en er wordt gerichter naar resultaten gewerkt.

Om te kunnen kiezen tussen behandelingsopties dienen patiënten voorzien te worden van informatie die begrijpelijk en transparant is. Dit zorgt ervoor dat hun beslissing gebaseerd is op feiten en niet op misverstanden (Say & Thomson, 2003). Een tool die daarbij kan helpen zijn keuzehulpen. Een keuzehulp is een online hulpmiddel met als doel het gesprek tussen patiënt en zorgverlener in goede banen te leiden en patiënten te helpen in hun beslissingen omtrent wat voor hen belangrijk is in hun herstelproces. Keuzehulpen bevatten verschillende doelen en leerstrategieën, bijvoorbeeld omschrijvingen van de situatie voor- en na de

diagnose (Lenz, 2006) en helpen individuele opties afwegen (Stacey, 2017). Zo kan relevante informatie verstrekken patiënten motiveren om na te denken over hun houding en deel te nemen aan de besluitvorming (Lenz et al., 20012). De laatste jaren is gezamenlijke besluitvorming steeds belangrijker geworden om patiëntgerichte zorg te bewerkstelligen, hierbij komen de zorgverlener en patiënt samen tot besluiten die het best bij de situatie van de

(5)

patiënt past. Het wordt beschouwd als het meest wenselijke model om een behandelbeslissing te nemen (Staszewska et al., 2017). Dit houdt in dat de patiënt medezeggenschap heeft en betrokken is bij het delen van informatie en gevoelens, en het advies van de artsen en verpleegkundigen kan overwegen (Rafii et al., 2010). Als patiënten daarnaast gemotiveerd worden om na te denken over hun eigen waarden, dan kan dit het startpunt zijn van het informatieproces dat patiënten stimuleert deel te nemen aan de gedeelde besluitvorming.

Eerder onderzoek naar patiënten die een knie operatie hebben ondergaan, heeft aangetoond dat voorlichting voorafgaand aan een operatie helpt realistischer verwachtingen te scheppen voor herstel op de lange termijn (Mancuso et al., 2008; Ghomrawi et al., 2013).

Verwachtingen van patiënten kunnen invloed hebben op het herstel na een operatie. Hoewel weinig onderzoek is gedaan naar het concept van verwachtingen, suggereren studies dat patiënten specifieke verwachtingen over de operatie en het herstel ontwikkelen en negatieve gevoelens van boosheid, teleurstelling, frustratie en onzekerheid ervaren wanneer hun verwachtingen niet overeenkomen met het door hen verwachte herstel (Chunta, 2009).

Onderzocht dient te worden of de keuzehulpen helpt het verwachtingsmanagement van patiënten te verbeteren. Het onderzoeken van deze gebieden zal de overgang van de patiënt naar huis vergemakkelijken, extra complicaties na de operatie voorkomen en onnodige heropnames na ontslag voorkomen. Niet alleen patiënten hebben baat bij dit onderzoek, maar zorgorganisaties zoals ziekenhuizen kunnen ook achterhalen of keuzehulpen de juiste

hulpmiddelen zijn om teleurstelling te voorkomen, en zorgverleners kunnen de kloof tussen verwachtingen en uiteindelijke realisatie verkleinen of dichten.

Het doel van dit onderzoek is inzicht krijgen in wat patiënten van de keuzehulp

(herstel van botbreuken) vinden. Daarnaast wordt door middel van kwalitatief onderzoek naar traumapatiënten in het Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis (ETZ) onderzocht of de keuzehulp

(6)

bijdraagt aan het verwachtingsmanagement aangaande het herstel van een botbreuk. Op die manier wordt het begrip van verwachtingen in de gezondheidszorg verruimd. Dit leidt tot de volgende onderzoeksvraag:

Welke rol speelt de keuzehulp bij het verwachtingsmanagement van patiënten met betrekking tot het herstel van een botbreuk?

Theoretisch Kader Gezamenlijke Besluitvorming en Keuzehulpen

Waar eerst vooral clinici beslissingen namen namens patiënten, worden gedeelde beslissingen steeds belangrijker in het zorgbeleid (Elwyn et al., 2012). Elwyn et al. (2010) definiëren gezamenlijke besluitvorming (shared decision making) als: “een benadering waarbij clinici en patiënten de beste beschikbare gegevens delen wanneer zij voor de taak staan beslissingen te nemen, en waarbij patiënten worden ondersteund om keuzes te overwegen, om geïnformeerde beslissingen te bereiken” (p. 971). Gezamenlijke

besluitvorming zorgt voor meer betrouwbare beslissingen, betere kennis en meer actieve betrokkenheid van de patiënt door de samenkomst van (1) de kennis van de zorgverlener en (2) de doelen van de patiënt. Doelen van de patiënt kunnen zijn pijnvrij leven en alle

dagelijkse bezigheden weer kunnen doen. Patiënten die hun eigen beslissingen nemen, maken vaak weloverwogen en verstandige keuzes op medisch gebied. (Stacey et al., 2017).

Aangezien patiënten met een trauma na een ongeval in sommige gevallen meerdere behandelmogelijkheden hebben (plaatsen van gips, operatie en rust), dient een besluit te worden genomen. Het bespreken van behandelmogelijkheden is onderdeel van gezamenlijke besluitvorming, waarbij artsen aangeven welke behandelmogelijkheden de patiënt heeft.

Daarnaast is een onderdeel van gezamenlijke besluitvorming de voorkeuren van de patiënt.

De waarden van patiënten variëren sterk en het verschilt wat voor hen het belangrijkst is. De

(7)

essentie van dit onderdeel is kwaliteit van leven (wat vindt de patiënt belangrijk en wat is de leefsituatie van de patiënt) (Stiggelbout, 2015). Uiteindelijk zijn deze factoren ontworpen om met elkaar te verbinden op om de patiënttevredenheid te behouden. De geschiktheid van een behandelplan hangt niet alleen af van hun specifieke ziektekenmerken, maar ook van hun unieke voorkeuren en omstandigheden (Vries et al., 2019). Elwyn et al. (2012) stellen een theoretisch model in drie stappen voor om het gezamenlijke besluitvormingsproces te vergemakkelijken. In de context van dit onderzoek wordt het model omschreven als:

1. de huidige voorkeur bespreken;

2. behandelopties beschrijven;

3. patiënten helpen bij voorkeuren verkennen en beslissingen nemen.

Een keuzehulp bieden tijdens de gezamenlijke besluitvorming kan de patiënt helpen de consequenties van iedere behandeloptie onder ogen te zien. Voorbeelden uit keuzehulpen zijn verhalen van patiënten die de keuze al hebben gemaakt of discrete-choice-experimenten.

In het laatste geval worden de voorkeuren van patiënten gepeild zonder rechtstreeks naar hun voorkeursopties te vragen. Patiënten komen in hun relatie met artsen verschillende obstakels tegen die een open discussie over behandelmogelijkheden in de weg staan. De bestaande interactiepatronen (waarin de arts de beslissingen neemt) tussen artsen en patiënten komen niet overeen met de interacties die nodig zijn voor gezamenlijke besluitvorming.

Gezamenlijke besluitvorming is gunstig door informatie te ontsluiten en beschikbaar te maken op het juiste moment en op de juiste plaats. Keuzehulpen worden gebruikt om het proces van besluitvorming over behandelingen te bevorderen (Faber et al., 2013). Ze ondersteunen de betrokkenheid van patiënten in de gezamenlijke besluitvorming met zorgprofessionals (artsen en verpleegkundigen), door opties toe te lichten, voor- en nadelen van behandelingen te bespreken, en patiënten te helpen om te overwegen wat voor hen het

(8)

belangrijkst is in relatie tot de mogelijke uitkomsten (Stacey et al., 2017) Volgens onderzoek van Schroy et al. (2011) zijn gebruikers van een keuzehulp in staat om op een gewenst niveau deel te nemen aan het besluitvormingsproces. De patiënt krijgt specifieke informatie over behandelingsopties en wordt zo aangemoedigd een actievere rol te spelen in het gezamenlijke besluitvormingsproces. Als patiënten betrokken worden bij beslissingen over hun eigen gezondheid en welzijn, voelen ze zich gehoord en mondig (Barry & Edgman-Levitan, 2012).

Patiënten die verschillende behandelingsopties krijgen aangeboden, rapporteren minder gevoelens van angst en depressie (Schofield et al., 2003).

Gesteld wordt dat keuzehulpen de kwaliteit van de besluitvorming verbeteren en blootstelling van patiënten aan keuzes die niet overeenstemmen met hun voorkeuren verminderen. Dit maakt het geschikte hulpmiddelen om voorkeuren voor gevoelige

behandelopties te overwegen (O’Connor et al., 2004). Ze zijn te gebruiken voor, tijdens of na een bezoek aan een zorgverlener. Keuzehulpen kunnen de gezamenlijke besluitvorming ondersteunen en keuzes toelichten zonder input van een zorgverlener (Vries et al., 2019).

Stacey et al. (2017) vonden geen nadelige effecten van keuzehulpen op de

gezondheidsuitkomsten of patiënttevredenheid. Keuzehulpen verminderen conflicten

gerelateerd aan het gevoel geïnformeerd te zijn, besluiteloosheid over persoonlijke waarden, en het aandeel mensen dat passief was tijdens de besluitvorming. Keuzehulpen kunnen dus nuttig zijn in het traumadomein, aangezien er uiteenlopende trauma’s bestaan ten aanzien van het herstelproces na een botbreuk. Patiënten die hun prognose beter begrijpen, kunnen

deelnemen aan een sterkere gedeelde besluitvorming. Met betrekking tot de bovenstaande informatie is de eerste deelvraag opgesteld:

Sub-OV1: In hoeverre draagt de keuzehulp bij aan gedeelde besluitvorming bij patiënten met een botbreuk?

(9)

Verwachtingsmanagement en Keuzehulpen

Het kan voorkomen dat patiënten in meer of mindere mate ontevreden zijn over een operatie of herstelproces. Onvervulde verwachtingen zijn de belangrijkste oorzaak van ontevredenheid na een operatie of herstelproces. Tolk et al. (2018) hebben het

verwachtingsmanagement geanalyseerd om de tevredenheid na een operatie te meten ten opzichte van verwachtingen voor de operatie. Als voorafgaand aan de operatie meer realistische verwachtingen gecreëerd worden, heeft dit in hoge mate invloed op de tevredenheid na de operatie. Meer realistische verwachtingen leiden tot een hogere tevredenheid. Een inschatting van het risico dat sprake is van nadelige uitkomsten na een operatie is een belangrijke voorspeller van het evaluatieproces. Bovendien, als patiënten te hoge verwachtingen hebben, waardoor ze een hoog risico lopen op nadelige uitkomsten vóór de operatie, kunnen deze verwachtingen vóór de operatie worden geoptimaliseerd om het risico op nadelige uitkomsten te verminderen, waardoor betere verwachtingen voor het ziekteproces worden gewekt (Riddle et al., 2017).

De verwachtingen van patiënten zijn op te vatten als overtuigingen of attitudes die op elkaar inwerken met waargenomen gebeurtenissen om zorggerelateerde beoordelingen te genereren (Kravitz, 1996). Onderzoek van de afgelopen dertig jaar heeft aangetoond dat de verwachtingen van patiënten de waarschijnlijkheid of waarde van een bepaald bezoek of continuüm van zorg uitdrukken. Daarnaast verwachten patiënten een breed scala aan inhoud.

Tot slot is aangetoond dat het verschilt in hoeverre wordt voldaan aan de verwachtingen (Bowling et al., 2012).

Keuzehulpen kunnen een geschikte tool zijn om ervoor te zorgen dat patiënten de juiste verwachtingen hebben over het ziekteproces, omdat patiënten beter geïnformeerd en betrokken zijn. De patiënt heeft door deze tool vooraf een reëel verwachtingspatroon van het

(10)

herstelproces en neemt dit mee in de besluitvorming (Patiëntenfederatie Nederland, 2018).

De informatie in de keuzehulp is up-to-date en onafhankelijk, zodat patiënten de juiste afwegingen voor herstel kunnen maken (Spronk et al., 2018). Luoma-Aho et al. (2013) stellen dat het nuttiger is om verwachtingen te bestuderen dan ervaringen, omdat

verwachtingen de toekomstige tevredenheid over de gezondheidszorg beïnvloeden. Daarnaast kunnen keuzehulpen de gezondheidsresultaten verbeteren, kennis over de

gezondheidstoestand vergroten en de aantrekkelijkheid van behandelingskeuzes verbeteren (Stevenson et al., 2004). Een keuzehulp is echter geen wondermiddel dat altijd de verwachte voordelen voor patiënten oplevert. Het nut van keuzehulpen hangt uiteindelijk af van de toestand en uitvoering van de patiënt (Pawson et al., 2005).

Hoewel het geen wondermiddel is dragen keuzehulpen bij aan de verwachtingen van patiënten. Een systematische review van 34 gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken toont aan dat de inzet van keuzehulpen, vergeleken met de gebruikelijke zorg, resulteert in meer realistische verwachtingen (Raats et al., 2008). Om dit te onderzoeken in de context van het huidige onderzoek is de tweede deelvraag opgesteld:

Sub-OV2: In hoeverre hebben patiënten die gebruikmaken van de keuzehulp ‘herstel na botbreuk’ een beter verwachtingsmanagement dan wanneer zij de tool niet gebruiken?

Keuzehulp Herstel na botbreuk

In deze studie wordt de keuzehulp ‘herstel na botbreuk’ onderzocht (zie Bijlage A).

Dit is een online hulpmiddel voor patiënten met een botbreuk. Patiënten krijgen de digitale tool toegewezen om weloverwogen te beslissen over de behandeling van het letsel en verdere revalidatie. De keuzehulp ‘herstel na botbreuk’ wordt ingezet zodat de patiënt en de

zorgverlener samen beslissen over het best passende behandelplan. De keuzehulp biedt patiënten op een begrijpelijke manier wetenschappelijk bewezen informatie, zodat ze meer

(11)

realistische verwachtingen hebben van hun herstel (Neequaye, 2021). Gezamenlijke besluiten worden steeds belangrijker en krijgen in Nederland steeds meer aandacht.

Figuur 2 laat zien hoe de keuzehulp in het Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis wordt ingezet bij patiënten met een botbreuk. Als patiënten met een breuk in het ziekenhuis worden opgenomen, ontvangen zij een hand-out met informatie over de diagnose, het beleid en de aanbevelingen. Daarnaast bevat dit document een online beslishulp link met een unieke inlogcode. De patiënt helpt bij de besluitvorming voorafgaand aan zijn eerste

onderzoeksafspraak. Om te beginnen lezen patiënten tijdens de opname of na thuiskomst de informatie in de online keuzehulp. Daarna vullen ze enkele dagen voor de inspectie vragen over hun persoonlijke omstandigheden in, bijvoorbeeld ‘’Wat zijn de belangrijkste

activiteiten die u nu niet kunt doen? Denk bijvoorbeeld aan lopen, douchen, eten, hobby’s enzovoort’’. De patiënt en de zorgverlener bespreken de samenvatting van de keuzehulp en stellen vervolgens samen een behandelplan op tijdens de eerste onderzoeksafspraak op de polikliniek.

Figuur 2

Wijze van keuzehulp inzetten (etz.nl, 2021)

(12)

Keuzehulpen kunnen op twee manieren bijdragen. Ten eerste door de interactie met de arts te veranderen omdat patiënten na het gebruik van de keuzehulp meer inspraak hebben bij het gesprek met de zorgverlener en het helpt de interactie met de arts verbeteren omdat patiënten die de keuzehulp hebben gebruikt beter voorbereid een gesprek met de zorgverlener ingaan. Keuzehulpen helpen patiënten juiste informatie te verstrekken, waar de patiënten doelen op kunnen instellen en zich op eventuele vragen kunnen voorbereiden.

De tweede manier waaraan keuzehulpen kunnen bijdragen is door individuele percepties van patiënten te verbeteren. Keuzehulpen geven een realistisch beeld van de diagnose van een patiënt, zodat patiënten realistische doelen kunnen stellen op basis van hun omstandigheden. Door meer streefdoelen dan optimistische doelen te stellen, kunnen

patiënten beter omgaan met verwachtingen ten opzichte van het herstel, van bijvoorbeeld een botbreuk.

Methode Design en Participanten

Een kwalitatieve onderzoeksopzet is gebruikt om gedetailleerd inzicht te krijgen in het keuzehulpsysteem voor patiënten met een botbreuk en het verwachtingsmanagement omtrent het herstel van een botbreuk bij deze patiënten. Om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden is het van belang meningen en standpunten van patiënten te verzamelen. In totaal zijn dertien patiënten benaderd. Uiteindelijk zijn zeven semi-gestructureerde

diepte-interviews afgenomen om meer inzicht te krijgen in keuzehulpen en het

verwachtingsmanagement bij de patiënt over het herstelproces na een botbreuk. Daarnaast is een aantal vragen gesteld met betrekking tot gedeelde besluitvorming om inzicht te krijgen in de manier waarop besluiten omtrent de zorgverlening aan de patiënt werden genomen en of

(13)

de keuzehulp hieraan bijdraagt. Op basis van de antwoorden van de interviewvragen is een conclusie getrokken om antwoord te geven op de onderzoeksvraag en deelvragen.

In totaal deden zeven participanten (N = 7) mee aan het onderzoek. Participanten onder de achttien jaar oud werden uitgesloten van het onderzoek. Een vereiste was dat deelnemers een botbreuk hadden opgelopen waarbij een herstelproces nodig was. Vier participanten waren vrouw en drie waren man. De leeftijd van de patiënten lag tussen de 18 en 75 jaar (M = 62,57, SD = 10,05). Geen enkele participant (N = 0) was al geheel hersteld van de breuk. De meeste patiënten (N = 3) hadden een beenbreuk. De overige patiënten hadden allemaal een andere breuk, zoals een breuk in de elleboog, heup, schouder of bekken.

Drie patiënten hadden hbo als hoogst voltooide opleidingsniveau, de overige patiënten (N = 4) hadden mbo als hoogst voltooide opleidingsniveau. De meeste patiënten (N = 6) noemden

‘samenwonend’ als woonsituatie. De meeste patiënten (N = 3) waren goed op de hoogte van het gebruik van digitale systemen in de gezondheidszorg (gebruikskennis); één participant (N

= 1) was redelijk gevorderd in het gebruik van digitale systemen in de gezondheidszorg, en de overige patiënten (N = 3) waren beginners. Een overzicht van de kenmerken van de participanten is te zien in Tabel 1.

Tabel 1

Kenmerken participanten

Geslacht Woonsituatie Leeftijd Niveau digitaal Soort breuk

Vrouw 4 Samen-

wonend

6 65 en ouder 3 Beginner 3 Beenbreuk 3

Man 3 Alleenwonend 1 Jonger dan 65

4 Goed op de hoogte

3 Overig 4

Redelijk gevorderd

1

(14)

Datacollectie en Procedure

Participanten werden geworven in het ETZ te Tilburg via doelgerichte sampling (Marshall, 1996). Patiënten werden bewust geselecteerd op bepaalde kenmerken, zoals het soort en de ernst van de breuk en de verwachting dat zij een lange revalidatie moesten doormaken. De geïnterviewden werden geworven via een arts-onderzoeker van het ETZ en werden op de poli-afdeling gevraagd mee te doen aan deze interviewstudie. De patiënten werden door de arts-onderzoeker voorzien van informatie over de studie en ondertekenden een toestemmingsverklaring met hun e-mailadres. Nadat de toestemmingsverklaring was ondertekend, werden de formulieren bij de arts-onderzoeker opgehaald door de onderzoekers.

De patiënten die het toestemmingsformulier hadden ondertekend werden via e-mail uitgenodigd voor het interview door twee onderzoekers, die Bedrijfscommunicatie en Digitale Media studeren aan de Universiteit van Tilburg. De interviews vonden plaats online via Microsoft Teams en duurden tussen de 45 minuten en de 60 minuten. Bij deelname aan het interview werd een korte introductie gegeven, waarna de geïnterviewden werd gevraagd (nogmaals) in te stemmen met deelname en met opname van het gesprek. De interviews werden in het Nederlands gehouden, opgenomen middels een audiorecorder via de mobiele telefoon, teruggeluisterd en letterlijk getranscribeerd.

Op het moment van afname van de interviews hadden de patiënten nog niet met de keuzehulp gewerkt. Daarom is dit onderzoek hypothetisch opgezet en werd voorafgaand en tijdens het interview de keuzehulp getoond. Ongeveer 30 minuten voorafgaand aan het interview werden de inloggegevens van de keuzehulp naar de geïnterviewden gestuurd via e-mail, zodat zij deze op hun eigen tempo konden bekijken. Nadat de patiënten de tool hadden bekeken, konden zij deelnemen aan de Microsoft Teams-meeting, waarvan zij een link hadden ontvangen in dezelfde e-mail als de inloggegevens van de keuzehulp. Nadat de

(15)

interviewer zichzelf had voorgesteld en informatie over het onderzoek had gegeven, werden de interviewvragen uit de interviewguide gesteld.

Om relevante gegevens te verzamelen voor de onderzoeksvraag, maakte de

interviewer gebruik van een interviewguide. Ten eerste werden vragen gesteld om inzicht te krijgen in de patiënt en de behandeling van de botbreuk (bv. wat voor botbreuk heeft u?). Ten tweede werden vragen rondom gedeelde besluitvorming gesteld (bv. hoe moeten volgens u beslissingen over uw gezondheidszorg genomen worden?) Ten derde werden vragen gesteld over de keuzehulp (bv. hoe zou dit hulpmiddel u helpen beslissingen te nemen over uw behandeling(en) en herstel?). Ten slotte werd het verwachtingsmanagement besproken. In reactie op wat de geïnterviewde zei, vroeg de interviewer door om dieper inzicht te krijgen in de ervaringen en meningen van de patiënt. Nadat alle interviewvragen waren gesteld, werd de deelnemers gevraagd of ze nog vragen of opmerkingen hadden over het interview. Tot slot werden demografische vragen gesteld om inzicht te krijgen in de achtergrond van de participant. Hierna werden de deelnemers bedankt voor hun deelname. De volledige interviewguide is te lezen in Bijlage B.

Metingen

De interviewvragen over gezamenlijke besluitvorming en het gebruik van een keuzehulp zijn gebaseerd op het onderzoek van Yu et al. (2019). De vragen zijn aangepast aan het huidige onderzoek over gezondheidszorg in het ETZ en de Keuzehulp Herstel na botbreuk, omdat de interviewguide op een semi-gestructureerde manier werd gebruikt. Dit betekent dat de gepresenteerde voorbeeldvragen zoals “Zou u iets meer kunnen vertellen over uw botbreuk?” en “Heeft u al een behandeling gehad voor uw breuk?” werden gebruikt om de deelnemer te helpen vertellen over hun huidige situatie. Tijdens de interviews werd doorgevraagd ter verduidelijking of om meer diepgaande kennis te verkrijgen (bv. “U geeft

(16)

aan dat u het belangrijk vindt de beslissing (over de behandeling en/of het herstelproces) samen met een zorgverlener te nemen; hoe betrokken zou u dan volgens u bij de beslissing moeten zijn?” of “Beschrijf hoe comfortabel of ongemakkelijk u zich voelt bij een gesprek over uw gezondheidszorg met uw zorgverlener?”). Deze vragen hingen dus af van de antwoorden van de deelnemer.

Om het niveau van gebruikskennis van digitale systemen te meten, is een schaal gebruikt die eerder is toegepast bij een onderzoek voor Netflix-gebruikers (Berry et al., 2010). Om antwoord te geven op de vraag “Welk van de volgende niveaus omschrijft het best uw niveau van ervaring met digitale systemen omtrent gezondheidstechnologiëen of websites met gezondheidsinformatie?” konden de participanten kiezen uit de opties 1: beginner, 2:

goed op de hoogte en 3: gevorderd.

Data-analyse

Op basis van kwalitatieve methodologische literatuur heeft de analyse in verschillende stappen plaatsgevonden (Charmaz, 2006). Na het transcriberen was de eerste stap open

codering. Hierin gaf de onderzoeker aan wat het hoofdthema was. De interviews werden gesplitst in fragmenten waaraan codes werden toegekend. In deze fase van codering werd het computersysteem Atlas.ti gebruikt. De ervaringen van de geïnterviewden werden gecodeerd zonder dat hun verhalen van tevoren gevormd of bedacht werden.

De tweede stap was axiaal coderen, waarin de toegekende codes met elkaar werden vergeleken en codes die bij elkaar hoorden samen werden gevoegd binnen een

overkoepelende code (Charmaz, 2006). Een voorbeeld van een overkoepelende code is

‘verwachtingsmanagement’ en een aantal codes die hieronder vallen zijn ‘verwachting na keuzehulp’ ‘verwachting van herstel’ en ‘dagelijkse bezigheden’. De laatste stap was het specificeren van de relaties tussen onderwerpen, concepten of variabelen. Om de relaties

(17)

tussen de keuzehulp en het verwachtingsmanagement van de patiënt te begrijpen, werd een schematisch overzicht gemaakt dat rapporteerde wat elke geïnterviewde had gezegd over de verschillende onderwerpen, zoals de Keuzehulp Herstel na botbreuk en het

verwachtingsmanagement. Het codeboek was met behulp van Atlas.ti ontwikkeld, nadat aan alle opmerkingen codes waren toegekend. Het overzicht is gedownload in een

Excel-document.

Om de validiteit van de studie te waarborgen zijn het transcript en het codeboek door de medeonderzoeker gecontroleerd. Waar deze onderzoeker het transcript anders opvatte dan de hoofdonderzoeker, werd dit besproken en waar nodig aangepast. Dit geldt ook voor de codes in het codeboek. Daarnaast is een van de geïnterviewden benaderd om het transcript door te lezen om te controleren of alles correct was genoteerd. Opmerkingen of

onduidelijkheden werden besproken en waar nodig aangepast.

Resultaten

Uit de interviews zijn verschillende gegevens naar voren gekomen met betrekking tot de context van de keuzehulp. Daarnaast zijn twee thema’s gevormd met betrekking tot gedeelde besluitvorming en verwachtingsmanagement. In het eerste thema kwamen verschillende categorieën naar voren die opvielen uit de transcripten: beslissing over herstel, behandeling en tevredenheid. Er werden drie terugkerende categorieën gevonden in het tweede thema:

verwachting over herstel, verwachting na keuzehulp en verwachting in overeenstemming met de zorgverlener. Voor elk van deze categorieën afzonderlijk werden analyses gemaakt; deze analyses vormden de basis voor het onderstaande verslag van bevindingen.

De geïnterviewden hebben nooit eerder met een keuzehulp gewerkt die helpt bij het maken van beslissingen over hun gezondheid, niet digitaal en ook niet op papier.

Geïnterviewden waren positief over de presentatie van de keuzehulp. De keuzehulp is op

(18)

elektronische wijze ingevuld; geïnterviewden geven aan dat dit een fijne manier is, omdat ze op elk moment kunnen inloggen en terug kunnen kijken naar de inhoud die is ingevuld. Zo zegt een participant: “ik begrijp dat de artsen het hartstikke druk hebben, en als de arts meewerkt aan de keuzehulp heb je een soort dossier dat ik later nog eens kan inzien, dat is heel erg fijn” (#1, 52 jaar). Een ander zegt: “Het is heel erg duidelijk. Vooral met de

voorbeelden erbij krijg ik een duidelijk beeld wat er wordt bedoeld met de vraag. De vragen zijn soms op meerdere manieren te interpreteren” (#5, 63 jaar).

Daarnaast geven de geïnterviewden aan dat de inhoud van de keuzehulp duidelijk is en dat alle vragen die patiënten kunnen hebben, nadat ze de diagnose botbreuk hebben gekregen, in de keuzehulp zijn uitgelegd. Eén participant geeft aan dat het nog prettiger zou zijn als de keuzehulp meer persoonlijk wordt, omdat het herstelproces voor elke patiënt anders is. “Het zou ook nog fijn zijn als de foto’s van de scan in de keuzehulp staan, dan kan de fysiotherapeut meekijken om daarna de juiste behandeling te kiezen. In mijn geval heeft de arts niet meebeslist over de behandeling” (#2, 74 jaar).

Thema 1: Het maken van keuzes

De geïnterviewden kwamen het ziekenhuis binnen met een ernstige breuk waarvoor een operatie nodig was. Alle geïnterviewden gaven aan dat de arts de keuze maakte wat voor operatie dit was en wat dit inhield. De geïnterviewden gaven aan dat ze het prettig vonden dat de arts de keuze maakte, omdat de arts hiervoor gestudeerd heeft. De patiënten hadden alle vertrouwen in de beslissing van hun arts. Eén participant lichtte toe dat er in zulke gevallen niet samen te beslissen valt. Hij zei: “Nou, in dit geval, ik denk dat hier niet zo heel veel samen te beslissen valt, het was helemaal kapot. Het moet gerepareerd worden en ik heb daar geen kijk op. Dus ik heb alle advies aangenomen” (#5, 63 jaar). Daarnaast vertelde één patiënt dat er wel overleg was over de verdoving, en zelf mocht bepalen wat voor verdoving

(19)

ze kreeg. Zij zei: “Ik heb daar mijn redenen voor, ik vond het fijn dat ze daar naar hebben geluisterd” (#7, 74 jaar).

De geïnterviewden vonden dat keuzes over het herstelproces gezamenlijk moeten worden genomen. De arts heeft hierin een ondersteunende rol en geeft de patiënt advies, waarna de patiënt de beslissing neemt. Opvallend was dat de meeste patiënten werden doorverwezen naar een fysiotherapeut om de behandeling van het herstel te bespreken.

Geïnterviewden waren tevreden over hun behandelplan, dat met de fysiotherapeut of arts was besproken. Zo zegt een participant: “Ik ben erg tevreden over mijn behandelplan, het gaat heel erg goed met revalideren. Het is belangrijk om binnen de pijngrens te blijven, dus dat doe ik ook. Ik denk wel dat ik goed ga herstellen” (#4, 69 jaar).

Geïnterviewden denken niet dat de keuzehulp bijdraagt aan het nemen van

beslissingen over de operatie. Een geïnterviewde zegt: “Ik denk dat dat een andere tak van sport is, het is fijn als de arts overlegt. Maar beslissingen over de operatie kan ik toch niet bepalen” (#5, 63 jaar). Daarnaast zou het wel kunnen helpen bij het proces van revalidatie, patiënten kunnen na het invullen van de keuzehulp in het gesprek met de zorgverlener aangeven wat ze wel of niet willen behalen wat het proces van gedeelde besluitvorming makkelijker maakt. Een geïnterviewde zegt: “Het kan helpen bij beslissingen nemen doordat ik aan kan geven dat ik mijn dagelijkse bezigheden weer kan doen, en dat de arts daar dan ook op inspeelt” (#3, 69 jaar).

Thema 2: Het creëren van realistische verwachtingen

Een onderdeel van verwachtingsmanagement is de verwachting die de patiënten hebben van het herstelproces. Geïnterviewden verwachten ondanks een ernstige botbreuk weer de oude te zullen worden, maar moeten in hun achterhoofd houden dat het ook anders kan lopen. Zo zegt een participant tevreden te zijn met haar behandelplan, maar vindt ze het

(20)

ook erg vervelend dat het herstel langzamer gaat dan verwacht. Daarover zegt ze: “Ik moet mij wel daarbij neerleggen, want doe je dat niet, dan heb je er gewoon niks aan” (#1, 52 jaar).

Daarom zijn de participanten extra gedreven om zich aan het advies van de arts te houden.

Dit advies hield bij alle geïnterviewden in om minimaal zes weken rust te houden en het gebroken bot niet te belasten. Ze verwachten dat het herstel goed verloopt en er zo min mogelijk complicaties zullen optreden, als ze zich aan dit advies houden. Zo zegt een geïnterviewde dat ze verwacht haar dagelijkse bezigheden weer te kunnen uitvoeren: “Ja, eigenlijk gewoon mijn dagelijkse werkzaamheden, op de kleinkinderen passen, wassen en strijken. Koken, op vakantie gaan en fietsen en wandelen. Wandelen doe ik heel erg graag”

(#4, 69 jaar).

Om teleurstellingen te voorkomen, is het belangrijk dat de patiënt reële verwachtingen heeft en dat de zorgverlener hiervan een juist beeld schetst. Geïnterviewden geven aan dat artsen niet spreken over termijnen waarop de breuk volledig hersteld is. De fysiotherapeut bekijkt per week hoe het herstel gaat, wat een juist verwachtingsbeeld schetst voor de geïnterviewden. Een participant zegt: ‘Over botherstel hebben ze gezegd, niet belasten voor zes weken, daarna kan je langzaam gaan beginnen” (#3, 55 jaar). De verwachtingen van de geïnterviewden zijn in overeenstemming met wat de zorgverlener heeft verteld, doordat er niet over termijnen wordt gesproken.

Geïnterviewden hebben verschillende meningen over de vraag of een hulpmiddel zoals een keuzehulp bijdraagt aan juiste verwachtingen. Geïnterviewden geven aan dat het wel een toevoeging kan zijn, maar dat dit verschilt per persoon en situatie. Zo zegt een participant (#1, 52 jaar): “Elke situatie is natuurlijk anders, maar in mijn situatie had het kunnen werken. Wanneer ik dit op mijn gemak had kunnen bekijken, had ik kunnen zien wat mijn verwachtingen zijn en had ik mij al beter kunnen instellen op het feit dat ik zo lang rust

(21)

moest houden.” en zegt een andere geïnterviewde dat de informatie in de keuzehulp heel interessant is, dit draagt zeker bij aan juiste verwachting over het herstel. De geïnterviewde zegt: “Je wilt veel sneller beter worden dan dat waarschijnlijk kan, in de informatie uit de keuzehulp wordt duidelijk dat het eigenlijk niet de bedoeling is” (#6, 51 jaar). Een andere geïnterviewde verwacht niet dat dit een toevoeging geeft (#2, 74 jaar): “Ik vraag me af of dit een toevoeging geeft, in mijn geval. Voor mij is het fijner dat er een fysiotherapeut langskomt en op de korte termijn acties bepaalt. Voor mij is dat belangrijker dan de keuzehulp invullen.”

Andere geïnterviewden geven ook aan dat mogelijk persoons of leeftijdsgebonden is en of je goed kan omgaan met elektronica.

Aansluitend hierop geven de geïnterviewden aan dat de verwachtingen over het herstelproces na het gebruik van de keuzehulp anders kunnen zijn dan voorafgaand aan het gebruik van de keuzehulp. De meeste verwachtingen zijn al geschetst voorafgaand aan het gebruik van de keuzehulp, doordat ze bij een diagnose zoals een botbreuk sowieso een lange revalidatie verwachten. Toch kunnen geïnterviewden met de keuzehulp beter nadenken over wat haalbaar is in het herstelproces, in plaats van uit te gaan van het herstel waar ze op hopen.

De keuzehulp kan op verschillende manieren worden gebruikt, namelijk voorafgaand aan het gesprek met de arts, tijdens het gesprek of daarna. Het beste moment hangt af van de situatie van de patiënt. Geïnterviewden die niet meteen geopereerd werden, geven aan dat het voorafgaand aan het gesprek prettig is om de keuzehulp te gebruiken, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Andere geïnterviewden geven aan dat ze het prettig vinden om de keuzehulp samen met de arts/zorgverlener in te vullen, omdat ze in het ziekenhuis nog nauwelijks met de arts hebben gesproken. Zo gaf een participant (#5, 63 jaar) aan dat de keuzehulp bijdraagt aan het schetsen van juiste verwachtingen na het eerste gesprek met de arts: “Ik denk dat vooraf goed is, maar het is wel makkelijker in te vullen na het gesprek met de arts. De arts

(22)

geeft aan wat reëel is, daar kun je dan bij de controle over sparren en je weet dan welke vragen je tijdens het gesprek naar voren kunt brengen.”

Discussie

Dit onderzoek geeft brede inzichten in het nut van keuzehulpen in de klinische praktijk. Er werd getracht na te gaan of keuzehulpen kunnen helpen om de verwachtingen van patiënten te managen rondom het herstel van een botbreuk. Eerdere studies hebben niet aangetoond of keuzehulpen bijdragen aan het verwachtingsmanagement van patiënten. Dit onderzoek levert voordelen op voor patiënten en zorgorganisaties, omdat hierdoor teleurstellingen in het revalidatieproces voorkomen kunnen worden. Het doel was om diepgaand inzicht te krijgen in de ervaringen en meningen van participanten aan de hand van een kwalitatieve

onderzoeksopzet, die bestond uit zeven diepte-interviews met patiënten met een botbreuk in het ETZ. Met dit doel kan het onderzoek in de toekomst voordelen opleveren voor de gezondheidszorg, doordat beter ingespeeld kan worden op de verwachtingen van patiënten.

Op basis van de resultaten kunnen conclusies worden getrokken.

In de eerste deelvraag is gevraagd in hoeverre de keuzehulp bijdraagt aan

gezamenlijke besluitvorming bij patiënten met een botbreuk. Uit de resultaten werd duidelijk dat de keuzehulp niet direct bijdraagt aan het nemen van beslissingen over de operatie; hierin is vaak geen gedeelde beslissing mogelijk, omdat patiënten doorgaans geen medische

achtergrond hebben en ervan uitgaan dat de arts de beste behandeling kiest. Daarnaast bleek uit de data dat keuzehulpen kunnen bijdragen aan gedeelde besluitvorming als het gaat om herstel en revalidatie. Patiënten kunnen in de keuzehulp aangeven wat hun wensen en behoeften zijn. Tijdens het gesprek met de arts kan dan samen besloten worden of dit de juiste keuzes zijn. Eerder in dit artikel is opgemerkt dat keuzehulpen inderdaad gezamenlijke

(23)

besluitvorming ondersteunen (Faber et al., 2013), omdat deze tool keuzes voor behandeling kan toelichten zonder inbreng van een zorgprofessional (Vries et al., 2019).

In de tweede deelvraag is gevraagd in hoeverre patiënten die gebruikmaken van de keuzehulp ‘Herstel na botbreuk’ een beter verwachtingsmanagement hebben dan patiënten die de tool niet gebruiken. Uit de resultaten kwam naar voren dat de keuzehulp een goed beeld geeft van het herstelproces, wat bijdraagt aan een juist verwachtingsmanagement, omdat de inhoud en informatie in de keuzehulp als volledig en correct worden ervaren.

Hierdoor zullen gezondheidsresultaten verbeteren en neemt de kennis van patiënten over hun gezondheid toe (Stevenson et al., 2004). Uit de resultaten bleek namelijk dat de meeste patiënten niet precies weten wat ze kunnen verwachten. Wanneer zij de keuzehulp bekijken, kunnen patiënten nadenken over reële mogelijkheden voor revalidatie. De resultaten van de huidige studie zijn in lijn met eerdere studies, die aantonen dat de inzet van een keuzehulp resulteert in meer realistische verwachtingen van patiënten (Raats et al., 2008; Spronk et al., 2018).

Patiënten vinden dat de inhoud van de keuzehulp overeenkomt met de doelen en verwachtingen die zij hebben na de behandeling van de breuk en ervaren daardoor geen negatieve gevoelens tijdens het revalidatieproces. Deze bevinding komt overeen met een eerdere studie van Chunta (2009), die stelt dat gevoelens van boosheid en frustratie kunnen opspelen wanneer de verwachtingen van patiënten niet overeenkomen met het werkelijke herstelproces. Opvallend is dat dit ook in de resultaten van het huidige onderzoek naar voren is gekomen, want een deelnemer ervaarde gefrustreerde gevoelens omdat ze verwachtte snel weer alle dagelijkse werkzaamheden te kunnen doen.

De resultaten over gezamenlijke besluitvorming hebben aangetoond dat de keuze over de behandeling wordt gemaakt door de arts, terwijl in de literatuur gedeelde beslissingen

(24)

tussen de zorgverlener en patiënten als steeds belangrijker worden gezien (Elwyn et al., 2012). In het model van Elwyn et al. (2012) worden verschillende processen doorlopen om het proces van gedeelde besluitvorming te vergemakkelijken, namelijk de huidige voorkeur bespreken, behandelopties beschrijven en patiënten helpen bij beslissingen nemen. Uit de interviews bleek dat deze processen tijdens het eerste gesprek met de arts niet aan de orde is.

Dit zou kunnen komen doordat de resultaten voortkomen uit ervaringen van patiënten met een ernstige botbreuk. Hierbij hoeft er niet per se een keuze te worden gemaakt uit

verschillende behandelopties, omdat er een duidelijke eerste keuze is voor een bepaalde behandeloptie, bijvoorbeeld een operatie met plaatsing van een pin. Na de behandeling komt de fase van herstel. Uit de interviews werd duidelijk dat de fysiotherapeut hierbij een grote rol speelt. In dit proces komt gedeelde besluitvorming wel aan bod en hebben de resultaten aangetoond dat de patiënt de uiteindelijke beslissing neemt. Deze bevinding is in lijn met eerdere studies die aantonen dat gezamenlijke besluitvorming zorgt voor meer actieve betrokkenheid van de patiënt (Stacey et al., 2017). Er kan dus gesteld worden dat

gezamenlijke besluitvorming in de context van patiënten met botbreuken een nuttig onderdeel is van het proces van de behandeling na de operatie, dus de nazorg, maar niet zozeer van het maken van keuzes over de behandeling die nodig is voor de botbreuk.

In de literatuur is aangetoond dat een keuzehulp een hulpmiddel is om het

besluitvormingsproces te vergemakkelijken (Stacey et al., 2017). Zo kwam uit de interviews naar voren dat de keuzehulp kan bijdragen aan dit proces, doordat patiënten voorafgaand aan het gesprek met een zorgverlener over de revalidatie beter kunnen nadenken over hun situatie en vragen kunnen voorbereiden om te stellen tijdens het gesprek. Echter, de keuzehulp is niet voor elke doelgroep een nuttig en bruikbaar hulpmiddel; in de resultaten viel op dat er bij een persoon boven de leeftijd van 70 jaar die meedeed aan het onderzoek, dit hulpmiddel wellicht

(25)

minder kan bijdragen aan gedeelde besluitvorming of juiste verwachtingen. De doelgroep van 70-plussers heeft mogelijk meer baat bij persoonlijke hulp, omdat deze ouderen niet zijn opgegroeid met digitale middelen en vaak liever gebruikmaken van traditionele

informatiebronnen, zoals folders, de telefoon of andere personen (Loos, 2010). Onderzoek van Robben et al. (2014) bevestigt dat keuzehulpen niet voor iedereen geschikt hoeven zijn, vooral niet voor de oudere doelgroep. Zij geven in hun onderzoek aan dat het huidige

zorgstelsel is gefragmenteerd en niet goed in staat is om adequate zorg te bieden aan ouderen, wat ertoe leidt dat ouderen onvoldoende betrokken worden bij beslissingen over hun

gezondheid. Een aantal andere participanten uit het onderzoek hebben aangegeven dat keuzehulpen niet voor elke doelgroep of leeftijd hoeven bijdragen aan het

verwachtingsmanagement of gedeelde besluitvorming, maar dat het voor het merendeel wel een geschikte tool zal zijn.

Limitaties

Bij de analyse van dit onderzoek moeten enkele beperkingen worden vermeld. Een beperking is bijvoorbeeld dat het onderzoek hypothetisch is opgezet. Dit houdt in dat

participanten enkel 30 minuten voorafgaand aan hun deelname de keuzehulp hebben ingezien en verder niet eerder hebben gewerkt met dit hulpmiddel. Hierdoor was het voor patiënten lastig om een goed beeld te krijgen van waar de keuzehulp daadwerkelijk voor dient en hoe deze in de praktijk gebruikt zou worden. Daarnaast maakt deze opzet het lastiger om te bepalen hoe de keuzehulp in de praktijk de situatie van patiënten zou hebben beïnvloed en hoe het gezamenlijke besluitvorming en verwachtingsmanagement zou hebben beïnvloed. Dit betekent dat in de antwoorden op de interviewvragen enkel verwachtingen konden worden uitgesproken en geen ervaringen.

(26)

Een andere limitatie van het kwalitatieve onderzoek is dat er een kleine

steekproefgrootte is, waardoor de resultaten niet kunnen worden gebaseerd op de gehele doelgroep van de keuzehulp. Deze limitatie kan komen doordat het benaderen van patiënten lastig was. Patiënten zijn uiteindelijk per e-mail benaderd, omdat het niet mogelijk was om hen op locatie in het ETZ te spreken. Dit betekent dat de mogelijkheid bestaat dat dat e-mails niet zijn gezien. Om die reden is een extra stap toegevoegd aan het benaderingsproces, namelijk een of meerdere herinneringsmails versturen, waardoor een extra moment ontstond waarop patiënten konden uitvallen. Daarnaast lagen benaderde patiënten vaak nog in het ziekenhuis en was niet duidelijk wanneer zij zouden worden ontslagen. Een consequentie hiervan is dat hierdoor bepaalde doelgroepen, zoals jongeren, wellicht minder goed bereikt zijn, waardoor conclusies uit dit onderzoek alleen kunnen worden getrokken op basis van de volwassen doelgroep. Deze beperking had voorkomen kunnen worden door patiënten te vragen om een telefoonnummer.

Hoewel het voordelen heeft dat de interviews digitaal zijn afgenomen, kan dit ook een mogelijke beperking van het onderzoek zijn vanwege een negatieve invloed op de validiteit.

Antwoorden kunnen namelijk op een andere manier geïnterpreteerd worden wanneer de interviewer en de respondent niet persoonlijk tegenover elkaar zitten; woorden kunnen wegvallen en gedragingen, zoals non-verbaal gedrag, zijn moeilijker te zien. Dit zijn cues die een gesprek op een positieve manier beïnvloeden (Blacksmith et al., 2016). Een consequentie hiervan is dat antwoorden van geïnterviewden minder duidelijk waren dan ze zouden zijn geweest in een face-to-face interview.

Theoretische en praktische implicaties

De bevindingen van deze studie hebben een aantal relevante implicaties voor toekomstig onderzoek. Wanneer mensen geadviseerd moeten worden over mogelijke

(27)

behandelopties, is het van belang om hun doelen voor na de behandeling uit te spreken.

Mensen die informatie lezen over slechte ervaringen van andere patiënten, nemen andere beslissingen dan mensen die informatie lezen over algemene of goede ervaringen (Verelst et al., 2006). Clinici mogen zich bewuster zijn van de verschillende mogelijke

behandelingsopties en moeten zich optimaal inzetten om te communiceren over de mogelijke gevolgen die een behandeling of het weigeren van een behandeling kunnen hebben.

Bovendien moeten de patiënten begrijpen wat deze behandelingsopties inhouden, wat ertoe kan leiden dat zij de beslissing nemen die het best aansluit bij de omstandigheden. Een goede toevoeging aan de keuzehulp zou kunnen zijn dat deze meer gepersonaliseerd wordt en wordt aangepast aan de situatie van de patiënt, aangezien traumapatiënten sterk van elkaar kunnen verschillen. Eerdere studies hebben aangetoond dat een gepersonaliseerde keuzehulp een effectief hulpmiddel is bij gesprekken over lastige gezondheidssituaties (Ozanne, 2014). Uit de resultaten bleek dat de deelnemers van de interviews zich lastig kunnen indenken hoe de keuzehulp daadwerkelijk ingezet wordt, maar dat zij wel verwachten dat deze keuzehulp bijdraagt aan beter verwachtingsmanagement. Deelnemers hadden namelijk niet eerder een keuzehulp gebruikt. Uit de resultaten is gebleken dat patiënten er de voorkeur aan gaven om de keuzehulp vóór het gesprek met de arts in te zien, maar dat zij het ook prettig zouden vinden om deze van tevoren met een zorgverlener te bespreken. Daarom wordt geadviseerd de patiënt voorafgaand aan het gesprek met de arts een korte uitleg te geven en om een aantal stappen in de keuzehulp alvast te doorlopen. Daarnaast werd de toevoeging van voorbeelden in de keuzehulp goed ontvangen en kan worden overwogen om deze vaker te implementeren.

Tot slot is uit de studie duidelijk geworden dat artsen verwachtingen niet specifiek in termijnen uitspreken. Dit kan een van de redenen zijn dat patiënten bepaalde, soms

onrealistische, verwachtingen creëren, die uiteindelijk niet aansluiten bij wat in de praktijk

(28)

vaak wordt gezien. Een aanbeveling aan zorgverleners is daarom om duidelijker te bespreken hoe het herstel eruit kan zien, op basis van hun kennis uit de praktijk, en om

verwachtingsmanagement een centralere rol te geven in de klinische praktijk.

Toekomstig onderzoek zou kunnen nagaan of het implementeren van een persoonlijke keuzehulp voor patiënten met een botbreuk daadwerkelijk bijdraagt aan het ondersteunen van hun verwachtingen over de revalidatie. Een persoonlijkere keuzehulp zou invloed kunnen hebben op een gerichtere gezamenlijke besluitvorming en beter verwachtingsmanagement, doordat specifieke eigenschappen van het soort breuk naar voren komen en niet alleen een algemene uitleg over botbreuken wordt gegeven. Hoewel de meeste deelnemers vrij positief leken over de inhoud van de keuzehulp, gaven zij ook de kritiek dat sommige aspecten te algemeen waren. Eén deelnemer zei dat ze informatie over haar eigen scans en behandeling miste. De mogelijkheden om persoonlijke elementen toe te voegen aan de keuzehulp, zoals foto’s en scans, en de effecten hiervan op verwachtingsmanagement, dienen verder te worden onderzocht. Dit kan een gat opvullen in de bestaande literatuur, aangezien nog veel

keuzehulpen de vorm hebben van boekjes of online educatieve sites met algemene informatie (Bagshaw, 2021). Een andere suggestie voor toekomstig onderzoek is om in

vervolgonderzoek de effecten te achterhalen van het implementeren van de keuzehulp op het verwachtingsmanagement van patiënten.

Conclusie

Samenvattend laat de huidige interviewstudie zien dat gedeelde besluitvorming van belang is voor patiënten met een botbreuk, zeker op het gebied van revalidatie. In het proces van herstel nemen de patiënten de uiteindelijke beslissing. Het proces wordt gemakkelijker door het inzetten van keuzehulpen, omdat patiënten in de keuzehulp hun doelen kunnen aangeven en vragen kunnen voorbereiden die zij tijdens het gesprek met de arts kunnen

(29)

bespreken. Dit geeft de patiënten een sterkere positie in het proces van gedeelde besluitvorming, waardoor zij minder onzekerheid ervaren.

Daarnaast laat de studie zien dat patiënten voorafgaand aan de keuzehulp verwachtten een goede revalidatie te hebben, wat inhoudt dat de geïnterviewde alle dagelijkse bezigheden weer kunnen doen na het herstel. In de keuzehulp lezen zij nuttige informatie over hun diagnose en revalidatiemogelijkheden. De keuzehulp draagt bij aan het

verwachtingsmanagement van patiënten, doordat patiënten hierdoor beter nadenken over hun eigen situatie en daarmee reële doelen stellen, wat nodig is om teleurstellingen te voorkomen.

Kortom, keuzehulpen zijn nuttig in de klinische praktijk en dragen bij aan gedeelde besluitvorming en verwachtingsmanagement.

(30)

Dankwoord

Ik wil de beoordelaars bedanken voor hun uitvoerige en grondig commentaar. Daarnaast dank ik de arts-onderzoeker voor het benaderen van deelnemers en dank ik mijn mede onderzoeker voor het helpen met data verzamelen. Tot slot dank ik ook alle geïnterviewde voor het

vertellen van hun persoonlijke verhalen.

(31)

Referenties

American Psychiatric Association. (2000). Diagnostic criteria from dsM-iV-tr.

Amstadter, A. B., & Vernon, L. L. (2008). Emotional reactions during and after trauma: A comparison of trauma types. Journal of Aggression, Maltreatment & Trauma, 16(4), 391-408. https://doi.org/10.1080/10926770801926492

Bagshaw, H. P., Martinez, A., Heidari, N., Scheinker, D., Pollack, A., Stoyanova, R., ... &

Buyyounouski, M. K. (2021). A personalized decision aid for prostate cancer shared decision making. BMC medical informatics and decision making, 21(1), 1-8.

https://doi.org/10.1186/s12911-021-01732-2

Barry, M. J., & Edgman-Levitan, S. (2012). Shared decision making — The pinnacle patient-centered care. The New England Journal of Medicine, 366(9), 780–781.

https://doi.org/10.1056/NEJMp1109283

Berry, S., Fazzio, S., Zhou, Y., Scott, B., & Francisco‐Revilla, L. (2010). Netflix

recommendations for groups. Proceedings of the American Society for Information Science and Technology, 47(1), 1-3. https://doi.org/10.1002/meet.14504701402 Blacksmith, N., Willford, J. C., & Behrend, T. S. (2016). Technology in the employment

interview: A meta-analysis and future research agenda. Personnel Assessment and Decisions, 2(1), 2. https://doi.org/10.25035/pad.2016.002

Bourne, R. B., Chesworth, B. M., Davis, A. M., Mahomed, N. N., & Charron, K. D. (2010).

Patient satisfaction after total knee arthroplasty: Who is satisfied and who is not?

Clinical Orthopaedics and Related Research®, 468(1), 57-63.

https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1007/s11999-009-1119-9 Bowling, A., Rowe, G., Lambert, N., Waddington, M., Mahtani, K. R., Kenten, C., ... &

Francis, S. A. (2012). The measurement of patients' expectations for health care: A

(32)

review and psychometric testing of a measure of patients' expectations. Health Technology Assessment, 16(30). https://doi.org/10.3310/hta16300

Brownstein, B., & Bronner, S. (1999). De gevolgen van een behandelschema met te snelle progressie bij patellafracturen met peestransplantaties. Stimulus, 18(1), 33-35.

https://doi.org/10.1007/BF03062654

Charmaz, K. (2006). Constructing grounded theory: A practical guide through qualitative analysis. Sage.

Chunta, K. S. (2009). Expectations, anxiety, depression, and physical health status as predictors of recovery in open-heart surgery patients. Journal of Cardiovascular Nursing, 24(6), 454-464. https://doi.org/10.1097/JCN.0b013e3181ac8a3c

Creyer, E. H., & Ross Jr, W. T. (1997). Tradeoffs between price and quality: How a value index affects. Journal of Consumer Affairs, 31(2), 280-302.

https://doi.org/10.1111/j.1745-6606.1997.tb00392.x

Dunbar, M. J., Richardson, G., & Robertsson, O. (2013). I can’t get no satisfaction after my total knee replacement: Rhymes and reasons. The Bone & Joint Journal,

95(11_Supple_A), 148-152. https://doi.org/10.1302/0301-620X.95B11.32767 Elwyn, G., Laitner, S., Coulter, A., Walker, E., Watson, P., & Thomson, R. (2010).

Implementing shared decision making in the NHS. Bmj, 341.

https://doi.org/10.1136/bmj.c5146

Elwyn, G., Frosch, D., Thomson, R., Joseph-Williams, N., Lloyd, A., Kinnersley, P., ... &

Barry, M. (2012). Shared decision making: A model for clinical practice. Journal of General Internal Medicine, 27(10), 1361-1367.

https://doi.org/10.1007/s11606-012-2077-6

(33)

Everstine, D. S., & Everstine, L. (1993). The trauma response: Treatment for emotional injury. WW Norton & Co.

Faber, M., Harmsen, M., van der Burg, S., & van der Weijden, T. (2013). Gezamenlijke besluitvorming & Zelfmanagement. Een literatuuronderzoek naar de effectiviteit en naar voorwaarden voor succes. Achtergrondstudie in opdracht van de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Opgehaald van

file:///C:/Users/u995404/Downloads/Achtergrondstudie_Gezamenlijkebesluitvorming _en_Zelfmanagement.pdf

Ghomrawi, H. M., Mancuso, C. A., Westrich, G. H., Marx, R. G., & Mushlin, A. I. (2013).

Discordance in TKA expectations between patients and surgeons. Clinical Orthopaedics and Related Research, 471(1), 175-180.

https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1007/s11999-012-2484-3 Haagsma, J. A., Graetz, N., Bolliger, I., Naghavi, M., Higashi, H., Mullany, E. C., ... &

Phillips, M. R. (2016). The global burden of injury: Incidence, mortality,

disability-adjusted life years and time trends from the Global Burden of Disease study 2013. Injury prevention, 22(1), 3-18.

http://dx.doi.org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1136/injuryprev-2015-041616 Jaspers, J. P. C. (1993). Coping with trauma: Theory, prevention and treatment. Tijdschrift

voor Psychotherapie, 19(1), 38-40.

https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1007/BF03061767

Kravitz, R. L. (1996). Patients' expectations for medical care: An expanded formulation based on review of the literature. Medical Care Research and Review, 53(1), 3-27.

https://doi.org/10.1177/107755879605300101

Kruithof, N. (2020). Prevalence, recovery patterns and determinants of non-fatal outcome

(34)

after trauma. Ridderprint.

Lenz, M., J. Kasper, and I. Mühlhauser. "Searching for diabetes decision aids and related background information." Diabetic medicine 23, no. 8 (2006): 912-916.

https://doi.org/10.1111/j.1464-5491.2006.01917.x

Lenz, M., Buhse, S., Kasper, J., Kupfer, R., Richter, T., & Mühlhauser, I. (2012). Decision aids for patients. Deutsches Ärzteblatt International, 109(22-23), 401.

https://doi.org/10.3238/arztebl.2012.0401

Loos, E. F. (2010). De oudere: een digitale immigrant in eigen land? Een verkenning naar toegankelijke informatievoorziening. Opgehaald van

file:///C:/Users/u995404/Downloads/Oratie%20Eugene%20Loos%20%20-%2025.06.

2010.pdf

Luoma-Aho, V., Olkkonen, L., & Lähteenmäki, M. (2013). Expectation management for public sector organizations. Public Relations Review, 39(3), 248-250.

https://doi.org/10.1016/j.pubrev.2013.02.006

Mancuso, C. A., Graziano, S., Briskie, L. M., Peterson, M. G., Pellicci, P. M., Salvati, E. A.,

& Sculco, T. P. (2008). Randomized trials to modify patients’ preoperative expectations of hip and knee arthroplasties. Clinical orthopaedics and related research, 466(2), 424-431.

https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1007/s11999-007-0052-z

Mannion, A. F., Kämpfen, S., Munzinger, U., & Kramers-de Quervain, I. (2009). The role of patient expectations in predicting outcome after total knee arthroplasty. Arthritis research & therapy, 11(5), 1-13. https://doi.org/10.1186/ar2811

Marshall, M. N. (1996). Sampling for qualitative research. Family practice, 13(6), 522-526.

https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1093/fampra/13.6.522

(35)

Montagnese, C., Porciello, G., Vitale, S., Palumbo, E., Crispo, A., Grimaldi, M., ... &

Augustin, L. S. (2021). Quality of life in women diagnosed with breast cancer after a 12-month treatment of lifestyle modifications. Nutrients, 13(1), 136.

https://doi.org/10.3390/nu13010136

Mortensen, G. L., & Rasmussen, P. V. (2017). The impact of quality of life on treatment preferences in multiple sclerosis patients. Patient preference and adherence, 11, 1789.

https://doi.org/10.2147/PPA.S142373

O'Connor, A. M., Llewellyn-Thomas, H. A., & Flood, A. B. (2004). Modifying Unwarranted Variations In Health Care: Shared Decision Making Using Patient Decision Aids: A review of the evidence base for shared decision making. Health Affairs, 23(Suppl2), VAR-63. https://doi.org/10.1377/hlthaff.var.63

Ozanne, E. M., Howe, R., Omer, Z., & Esserman, L. J. (2014). Development of a

personalized decision aid for breast cancer risk reduction and management. BMC Medical Informatics and Decision Making, 14(1), 1-8.

https://doi.org/10.1186/1472-6947-14-4

Patiëntenfederatie Nederland (2018). Het gebruik van keuzehulpen: Motieven, kansen en drempels bij zorgverleners. Opgehaald van

https://www.patientenfederatie.nl/downloads/rapporten/

485-rapport-het-gebruik-van-keuzehulpen/file

Pawson, R., Greenhalgh, T., Harvey, G., & Walshe, K. (2005). Realist review-a new method of systematic review designed for complex policy interventions. Journal of Health Services Research & Policy, 10(1_suppl), 21-34.

https://doi.org/10.1258/1355819054308530

(36)

Raats, C. I., van Veenendaal, H., Versluijs, M. M., & Burgers, J. S. (2008). A generic tool for development of decision aids based on clinical practice guidelines. Patient education and counseling, 73(3), 413-417. https://doi.org/10.1016/j.pec.2008.07.038

Rafii, F., Soleimani, M., & Seyed-Fatemi, N. (2010). Concept analysis of participation of patient with chronic disease: Use of hybrid model. Iran Journal of Nursing, 23(67), 35-48. Opgehaald van https://ijn.iums.ac.ir/article-1-894-en.html

Riddle, D. L., Golladay, G. J., Jiranek, W. A., & Perera, R. A. (2017). External validation of a prognostic model for predicting nonresponse following knee arthroplasty. The Journal of Arthroplasty, 32(4), 1153-1158. https://doi.org/10.1016/j.arth.2016.11.007

Ringburg, A., Steyerberg, E., Polinder, S., van Lieshout, E., Patka, P., van Beeck, E., &

Say, R. E., & Thomson, R. (2003). The importance of patient preferences in treatment decisions—challenges for doctors. Bmj, 327(7414), 542-545.

https://doi.org/10.1136/bmj.327.7414.542

Robben, S., Perry, M., Nijhuis-Huisjes, M., van Nieuwenhuijzen, L., Schers, H., van Weel, C., ... & Melis, R. (2014). Het ZWIP, een digitale overlegtafel voor ouderen en hulpverleners. Huisarts en wetenschap, 57(2), 58-62. Opgehaald van

https://link.springer.com/content/pdf/10.1007/s12445-014-0034-9.pdf

Schofield, P. E., Butow, P. N., Thompson, J. F., Tattersall, M. H. N., Beeney, L. J., & Dunn, S.

M. (2003). Psychological responses of patients receiving a diagnosis of cancer.

Annals of oncology, 14(1), 48-56. https://doi.org/10.1093/annonc/mdg010

Schroy III, P. C., Emmons, K., Peters, E., Glick, J. T., Robinson, P. A., Lydotes, M. A., ... &

Heeren, T. C. (2011). The impact of a novel computer-based decision aid on shared decision making for colorectal cancer screening: A randomized trial. Medical Decision Making, 31(1), 93-107. https://doi.org/10.1177/0272989X10369007

(37)

Sluys, K., Häggmark, T., & Iselius, L. (2005). Outcome and quality of life 5 years after major trauma. Journal of Trauma and Acute Care Surgery, 59(1), 223-232.

https://doi.org/10.1097/01.TA.0000173832.01547.CB

Spronk, I., Dulmen, S., Van Heins, M., & Van Vliet, L. (2018). Gedeelde besluitvorming bij niet-curabele long-en darmkanker: Rapport in opdracht van Zorginstituut Nederland, Programma Zinnige Zorg. Nivel.

Stacey, D., Légaré, F., Lewis, K., Barry, M. J., Bennett, C. L., Eden, K. B., ... & Trevena, L.

(2017). Decision aids for people facing health treatment or screening decisions.

Cochrane database of systematic reviews, (4).

https://doi-org.tilburguniversity.idm.oclc.org/10.1002/14651858.CD001431.pub5 Staszewska, A., Zaki, P., & Lee, J. (2017). Computerized decision aids for shared decision

making in serious illness: Systematic review. JMIR medical informatics, 5(4), e6405.

http://doi.org/10.2196/medinform.6405

Stevenson, F. A., Cox, K., Britten, N., & Dundar, Y. (2004). A systematic review of the research on communication between patients and health care professionals about medicines: The consequences for concordance. Health expectations, 7(3), 235-245.

https://doi.org/10.1111/j.1369-7625.2004.00281.x

Stiggelbout, A. M., Pieterse, A. H., & De Haes, J. C. (2015). Shared decision making:

concepts, evidence, and practice. Patient education and counseling, 98(10), 1172-1179. https://doi.org/10.1016/j.pec.2015.06.022

Street Jr, R. L., Makoul, G., Arora, N. K., & Epstein, R. M. (2009). How does

communication heal? Pathways linking clinician–patient communication to health outcomes. Patient education and counseling, 74(3), 295-301.

https://doi.org/10.1016/j.pec.2008.11.015

(38)

Summers, J. O., & Granbois, D. H. (1977). Predictive and normative expectations in

consumer dissatisfaction and complaining behavior. ACR North American Advances.

Tolk, J. J., Janssen, R. P., Haanstra, T. M., Bierma-Zeinstra, S. M., & Reijman, M. (2018).

The EKSPECT study: The influence of Expectation modification in Knee arthroplasty on Satisfaction of PatiEnts: Study protocol for a randomized Controlled Trial. Trials, 19(1), 1-10. https://doi.org/10.1186/s13063-018-2821-2

Tuinhout, M., & van der Plaat, L. W. (2018). Enkelfracturen: Gips of operatie na een

enkelfractuur?. Podosophia, 26(2), 71-75. https://doi.org/10.1007/s12481-018-0192-y van der Kolk, B. (2016). Traumasporen. Het herstel van lichaam, brein en geest na

overweldigende ervaringen. Uitgeverij Mens!

van der Velden, P. G., Setti, I., van der Meulen, E., & Das, M. (2019). Does social networking sites use predict mental health and sleep problems when prior problems and loneliness are taken into account? A population-based prospective study. Computers in Human Behavior, 93, 200-209. https://doi.org/10.1016/j.chb.2018.11.047

van Oers, J. A. M. (2002). Gezondheid Op Koers?: Volksgezondheid Toekomstverkenningen 2002 (Vol. 270551001). Bohn Stafleu Van Loghum.

van Olden, G. D. J. (2014). De organisatie van de traumazorg in Nederland: De visie van een perifeer ziekenhuis. Nederlands Tijdschrift voor Traumachirurgie, 22(3), 74-77.

https://doi.org/10.1007/s12506-014-0018-1

Verelst, S. G. R., Pasman, H. R. W., Onwuteaka-Philipsen, B. D., Ribbe, M. W., & van der Wal, G. (2006). Ervaringen van familie met de besluitvorming rond kunstmatige toediening van vocht en voedsel (ktvv) bij mensen met dementie in het verpleeghuis.

Tijdschrift Gerontologie en Geriatrie, 37(2), 54-61.

https://doi.org/10.1007/BF03074766

(39)

World Health Organization. (1980). International classification of impairments, disabilities, and handicaps: a manual of classification relating to the consequences of disease, published in accordance with resolution WHA29. 35 of the Twenty-ninth World Health Assembly, May 1976. World Health Organization.

Yu, C. H., Ke, C., Jovicic, A., Hall, S., & Straus, S. E. (2019). Beyond pros and

cons–developing a patient decision aid to cultivate dialog to build relationships:

insights from a qualitative study and decision aid development. BMC medical informatics and decision making, 19(1), 1-12.

https://doi.org/10.1186/s12911-019-0898-5

Zorg, L. N. A. (2017). Landelijke Traumaregistratie 2012-2016. Utrecht: Rapportage Nederland.

(40)

Bijlage A: Herstel na botbreuk keuzehulp

In deze bijlagen is een voorbeeld te zien van de keuzehulp ‘herstel na botbreuk’. De patiënt krijgt een inlogcode en ziet vervolgens een welkomstscherm zoals op de eerste afbeelding is weergegeven (Figuur A1). Vervolgens kan de patiënt de keuzehulp starten en wordt hij voorzien van informatie over botbreuken (zie Figuur A2). In stap twee kan de patiënt aangeven wat de situatie voor de opname was (zie Figuur A3) en in stap drie hoe de situatie er nu uitziet voor de patiënt (zie Figuur A4). Na alles te hebben ingevuld vormt zich een samenvatting die de zorgverlener en patiënt samen kunnen doorlopen (zie Figuur A5).

Figuur A1

Welkomstscherm van de Herstel na botbreuk keuzehulp

(41)

Figuur A2 Informatiescherm

Figuur A3

Situatie voor opname scherm

(42)

Figuur A4

Huidige situatie scherm

Figuur A5

Samenvattingsscherm

(43)

Bijlage B: Interview Guide

➢ Als ik het goed heb begrepen bent u onlangs in het ziekenhuis (ETZ) geweest vanwege een botbreuk, zou u iets meer kunnen vertellen over uw botbreuk?

➢ Heeft u al een behandeling gehad voor uw breuk?

○ Zo ja, wat hield deze behandeling in?

○ Zo nee, heeft u en uw zorgverlener een plan besproken wat de behandeling gaat zijn?

➢ Zou u kunnen omschrijven hoe er tot een herstelplan is gekomen? (bv. zorgverlener nam de beslissing of beslissing is samen genomen)

Gebaseerd op antwoord:

○ Kunt u een moment beschrijven waarop u samen met uw zorgverlener een beslissing over uw herstelplan (of in het algemeen: gezondheidszorg) hebt genomen?

○ Kunt u een moment beschrijven waarop een zorgverlener de beslissing nam?

○ Kunt u een moment beschrijven waarop u zelf een beslissing over uw herstelplan/gezondheidszorg nam?

○ Kunt u een moment beschrijven waarop een arts of verpleegkundige u opties aanbood en u toestond een beslissing te nemen?

■ Hoe voelde u zich hierbij?

➢ Hoe heeft u het gesprek met de arts ervaren rondom hoe de keuzes van de behandeling genomen werden?

➢ Hoe moeten volgens u beslissingen over uw gezondheid worden genomen? (bv.

beslissingen worden samen met een zorgverlener genomen, een zorgverlener neemt de beslissing, de zorgverlener biedt opties aan en laat u als patiënt zelf de beslissing nemen)

Gebaseerd op antwoord:

○ U geeft aan dat u het belangrijk vindt de beslissing (over de behandeling en/of herstelproces) samen met een zorgverlener te nemen, hoe betrokken zou u dan volgens u bij de beslissing moeten zijn? Beschrijf hoe comfortabel of

ongemakkelijk u zich voelt bij een gesprek over uw gezondheidszorg met uw zorgverlener?

○ U geeft aan dat u zelf de beslissing zou willen nemen over de behandeling en de zorgverlener enkel advies geeft, hoeveel informatie van de zorgverlener is dan genoeg? Welke andere bronnen dan uw arts of een andere zorgverlener zou u kunnen gebruiken om u te helpen een beslissing te nemen?

○ U geeft aan dat u het belangrijk vindt als de zorgverlener de beslissing neemt namens u, kunt u me vertellen waarom u zich daar prettig bij voelt?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij de getopte en ongetopte planten in de tweede teelt is het verschil tussen deze behandelingen opgevangen door bij de getopte planten 2 druppelaars per plant te gebruiken..

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Zingeving doet zich weliswaar voor in de organisatie als leefwereld maar wordt ondersteund door deze aandacht systematisch te verankeren in de systeemkant van de organisatie.

The study concludes that leadership development is a critical process in the search for meaning and purpose within the workplace and organizations, therefore the concept of

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Wat mij in de verhalen van de respondenten is opgevallen, is dat waardering en ‘gezien worden’ niet uitsluitend te maken hebben met kijken naar wat goed gaat en dat

Commissie Onderzoek Cultuur en Integriteit Koninklijke Marechaussee (2005).