Identiek aan het digitaal ingediende verslag
1
FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 24 december 2015
Gegevens onderneming: : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Klaasse en Mol Interieur B.V.,
gevestigd te (3043 NB) Rotterdam aan de Delftweg 114a.
Insolventienummer : C/10/15/286 F
Rechtbank : Rotterdam
Datum uitspraak : 14 april 2015
Curator : mr. V. Terlouw
Rechter-commissaris : mr. W. Reinds
Op verzoek : Het faillissement is uitgesproken op eigen aangifte
Activiteiten onderneming : De uitoefening van een timmerbedrijf, waaronder het (be)timmeren van interieur, winkelruimten, liften en schepen
Omzetgegevens : Omzet 2012: EUR 1.032.595
Omzet 2013: EUR 691.525
Omzet 2014: EUR 880.168
De omzetcijfers over 2014 zijn gebaseerd op de
concept jaarrekening van Curanda.
Personeel gemiddeld aantal : 8
Verslagperiode : 2 oktober 2015 t/m 23 december 2015 Vorige verslagen : Eerste verslag d.d. 30 april 2015
Tweede verslag d.d. 10 juli 2015 Derde verslag d.d. 2 oktober 2015 Bestede uren in verslagperiode : 5,6 uur
Bestede uren totaal : 129,8 uur
Aantal bijlagen : 1. Tussentijds financieel verslag 2. Crediteurenlijst
_________________________________________________________________________
2
In lijn met de uitspraak van Hoge Raad van 21 januari 2005 (JOR 2005/104) wordt
opgemerkt dat dit verslag niet beoogt om verantwoording af te leggen over de stand van de boedel of een volledig inzicht te geven. Individuele schuldeisers kunnen geen rechten ontlenen aan dit verslag.
1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie
Klaasse en Mol Interieur B.V., hierna te noemen: “Curanda”, is opgericht op 4 mei 2007. Bestuurders waren destijds de heer R. Klaasse en de heer G. Mol. Sinds 7 maart 2011 is de heer R. Klaasse enig bestuurder. De heer R. Klaasse houdt tevens 90% van de aandelen. De overige 10% worden gehouden door de heer P. de Ruijter. De oorsprong van de onderneming van Curanda gaat terug tot 1932.
Geplaatst en gestort kapitaal EUR 18.000.
Aandelenvolstorting Zie 10.3 van dit verslag.
De hierna weergegeven financiële cijfers over 2014 zijn gebaseerd op de conceptjaarrekening van Curanda.
1.2 Winst en verlies
Resultaat na belastingen ultimo 2012: EUR 35.421 negatief Resultaat na belastingen ultimo 2013: EUR 79.415 negatief Resultaat na belastingen ultimo 2014: EUR 81.251 negatief
1.3 Balanstotaal
Balanstotaal ultimo 2012: 263.991 Balanstotaal ultimo 2013: 423.524 Balanstotaal ultimo 2014: 262.340
3
1.4 Eigen vermogen
Eigen vermogen ultimo 2012: 19.807
Eigen vermogen ultimo 2013: 59.608 negatief Eigen vermogen ultimo 2014: 140.859 negatief
1.5 Lopende procedures
Volgens de bestuurder van Curanda was Curanda per datum faillissement niet betrokken bij enige gerechtelijke procedure.
1.6 Verzekeringen
Curanda hield diverse bedrijfsverzekeringen aan via haar tussenpersoon Havelaar &
Van Stolk. De tussenpersoon is op de hoogte gesteld van het faillissement. De verzekeringen waren per datum faillissement enige maanden vooruitbetaald. De Curator zal zodra dit mogelijk is overgaan tot beëindiging van de verzekeringen en verzoeken om premierestitutie.
Tweede verslag
Inmiddels zijn alle bedrijfsverzekeringen beëindigd. Tot op heden is in totaal een bedrag aan premierestituties ontvangen ad EUR 4.420,76.
Derde verslag
Er heeft nog een premierestitutie plaatsgevonden voor een bedrag van EUR 2.061,26.
Vierde verslag
Er heeft nog een premierestitutie plaatsgevonden voor een bedrag van EUR 847,92.
1.7 Huur
Curanda huurt een bedrijfsruimte aan de Delftweg 114 A te (3043 NB) Rotterdam van Beheer P.L.J. de Vette B.V. De maandelijkse huurprijs bedraagt EUR 2.452,73 inclusief btw. De huurpenningen zijn door Curanda betaald tot en met april 2015. De huur is met machtiging van de rechter-commissaris ex artikel 39 Faillissementswet opgezegd.
Tweede verslag
Het bedrijfspand is op 18 juni 2015 aan de verhuurder opgeleverd.
4
1.8 Oorzaak faillissement
De bestuurder heeft over de oorzaak van het faillissement in de schriftelijke
toelichting bij de faillissementsaanvraag verklaard dat de activiteiten van Curanda al enige jaren verlieslatend waren. Daarnaast kampte de onderneming met meerdere langdurig zieke werknemers die daarom geen werkzaamheden konden verrichten. In aanvulling hierop heeft de bestuurder tijdens het intakegesprek bij de curator
aangegeven dat het betalingsgedrag van de opdrachtgevers van Curanda niet altijd even goed was, waardoor Curanda forse bedragen moest voorfinancieren. Dit kon zij niet langer opbrengen. Een en ander wordt onderzocht.
Tweede verslag
Een en ander lijkt inderdaad de oorzaak van het faillissement te zijn.
2. Personeel
2.1 Aantal ten tijde van faillissement Acht.
2.2 Aantal in jaar vóór faillissement Acht.
2.3 Datum ontslagaanzegging
Na verkregen machtiging van de rechter-commissaris is de medewerkers op 15 april 2015 ontslag aangezegd. De curator is in contact getreden met het UWV. Op 23 april 2015 heeft een collectieve intake op het bedrijf van Curanda plaatsgevonden waarbij de medewerkers in de gelegenheid zijn gesteld formulieren in te vullen om in
aanmerking te komen voor een WW-uitkering en voor betaling van achterstallig salaris over april 2015 en vakantiegeld.
3. Activa
Onroerende zaken 3.1 Beschrijving
Geen.
5
Bedrijfsmiddelen 3.2 Beschrijving
De bedrijfsmiddelen van Curanda bestaan uit een bedrijfsinventaris, een kleine kantoorinventaris, machines, gereedschappen en rollend materieel. De
bedrijfsmiddelen zijn in opdracht van de Curator getaxeerd door Troostwijk Waardering en Advies B.V.
De Curator heeft diverse partijen benaderd voor de verkoop van de activa. Op 23 april 2015 zijn deze partijen in de gelegenheid gesteld de activa van Curanda te
bezichtigen. Op 28 april 2015 hebben diverse partijen een bod uitgebracht.
De Curator streeft ernaar de bedrijfsmiddelen de komende verslagperiode te verkopen. Tot die tijd worden de getaxeerde waarden vertrouwelijk behandeld.
3.3 Verkoopopbrengst Nog onbekend.
Gelet op het feit dat er de Belastingdienst vorderingen heeft ingediend uit hoofde van verschuldigde loonbelasting en omzetbelasting, heeft de fiscus op grond van artikel 22 lid 3 IW 1990 een voorrecht op de opbrengst van de nog te verkopen bodemzaken.
De curator zal op grond van artikel 57 lid 3 Fw het voorrecht van de fiscus op de opbrengst van de bodemzaken uitoefenen en zodoende de opbrengst daarvan reserveren.
Tweede verslag
De kantoor- en bedrijfsinventaris zijn met toestemming van de rechter-commissaris voor een bedrag ad EUR 17.570 exclusief btw (EUR 21.259,70 incl. BTW) verkocht aan Proveiling.nl. Dit bedrag is door de boedel ontvangen. Gelet op het bodemvoorrecht van de Belastingdienst komt dit bedrag de boedel toe. Pandhouder ING heeft
daarmee ingestemd.
De overige bedrijfsmiddelen, voornamelijk bestaande uit rollend materieel, zijn met machtiging van de rechter-commissaris en met toestemming van ING als pandhouder verkocht aan Proveiling.nl voor een bedrag ad EUR 18.360 btw verlegd. Dit bedrag is
6
ontvangen op de boedelrekening. Voorts wordt verwezen naar punt 6.3 van dit verslag.
Onderhanden werk/Voorraden 3.4 Beschrijving onderhanden werk
Per datum faillissement beschikte Curanda nog over een zeer beperkt aantal lopende opdrachten. Deze zijn in de week van de faillissementsuitspraak afgerond en
gefactureerd. De totale factuurwaarde van deze afgemaakte werken bedraagt EUR 4.967,96 inclusief btw. De Curator heeft zich richting pandhouder ING Bank N.V.
(“ING”) op het standpunt gesteld dat de opbrengst de boedel toekomt nu deze vorderingen zijn ontstaan na datum faillissement.
Tweede verslag
Vesting Finance heeft namens ING het standpunt van de boedel ter zake van het onderhanden werk erkend. Verwezen wordt naar punt 5 van dit verslag.
3.5 Voorraden
Tweede verslag
De voorraden zijn met machtiging van de rechter-commissaris en met instemming van pandhouder ING als onderdeel van de verkoop met Proveiling.nl verkocht voor een bedrag ad EUR 1.420 btw verlegd. Voorts wordt verwezen naar punt 6.3 van dit verslag.
3.6 Overige activa
Per datum faillissement bedroeg het kasgeld van Curanda een bedrag ad EUR 566.
Hiervan is een bedrag ad EUR 20 nog aangewend ter afronding van het onderhanden werk.
Derde verslag
De verkoop van een financial lease auto heeft nog tot een surplus geleid van EUR 6.144,87 (zie ook randnummer 6.2). Dit bedrag is door de boedel ontvangen.
7
Daarnaast is er nog een restant aan borg van MKB ontvangen van EUR 317,17.
4. Eigendomsvoorbehoud
4.1 Eigendomsvoorbehoud
Een aantal crediteuren heeft zich bij de Curator gemeld met een beroep op een eigendomsvoorbehoud. Dit wordt de komende verslagperiode afgewikkeld.
Tweede verslag
De eigendomsvoorbehouden zijn afgewikkeld.
4.2 Reclamerechten Niet van toepassing.
5. Debiteuren
5.1 Omvang debiteuren
Volgens de administratie van Curanda beschikte zij per datum faillissement over vorderingen op debiteuren voor een totaalbedrag ad EUR 68.431,93. Dit bedrag wordt met name veroorzaakt door een vordering van EUR 40.489,28 op de grootste opdrachtgever van Curanda, BP.
Na bestudering van de administratie van Curanda heeft de Curator zich jegens ING op het standpunt gesteld dat de vorderingen van Curanda op BP niet zijn verpand
vanwege een tussen Curanda en BP overeengekomen verpandingsverbod ex artikel 3:83 lid 2 BW. Hieromtrent vindt thans overleg plaats met Vesting Finance Fiditon (“Vesting Finance”) die namens pandhouder ING de zekerheden uitwint. Verwezen wordt naar punt 6 van dit verslag.
De debiteuren zijn aangeschreven. Verwezen wordt naar punt 6.3 van dit verslag.
8
Tweede verslag
BP heeft aangetoond dat er per datum faillissement geen bedrag van EUR 40.489,28 openstond, doch een bedrag van EUR 32.566,58. Dit bedrag is overgemaakt op de boedelrekening in afwachting van voormelde discussie met ING.
Voorts is gebleken dat Curanda reeds voor datum faillissement nog werkzaamheden had verricht voor BP, maar deze werkzaamheden per datum faillissement nog niet had gefactureerd. De factuur ad EUR 5.965,30 is door Curanda alsnog verzonden aan BP en BP heeft ook dit bedrag betaald op de boedelrekening.
Tot op heden is een bedrag ad EUR 15.441,12 aan vorderingen op pre-
faillissementsdebiteuren ontvangen op de bankrekening van Curanda bij ING. Deze vorderingen op debiteuren zijn verpand aan ING. Ingevolge de afspraak met
pandhouder ING dient ING nog een boedelbijdrage van 10% van de incasso, derhalve EUR 1.544,11, door te betalen aan de boedel.
Tot op heden is een bedrag aan vorderingen op boedeldebiteuren ontvangen op de bankrekening van Curanda bij ING in verband met het afgemaakte onderhanden werk van EUR 1.859,77. Dit bedrag dient ING nog integraal door te betalen op de
boedelrekening.
Eén van de boedeldebiteuren heeft zich beroepen op verrekening. Dit beroep is door de curator gedeeltelijk erkend. Deze debiteur is door de curator gesommeerd om het restantbedrag te voldoen op de boedelrekening.
Derde verslag
De ING dient aan de boedel nog 10% van de inmiddels geïncasseerde
debiteurenvorderingen te voldoen net als de door haar ontvangen bedragen in verband met het afmaken van het onderhanden werk na datum faillissement.
De curator heeft de ING hierover aangeschreven.
De curator heeft het van BP ontvangen bedrag van EUR 32.566,58 minus een boedelbijdrage van 10% moeten overmaken naar ING (zie randnummer 6.3).
Hetzelfde zal nog gaan gebeuren voor het van BP ontvangen bedrag van EUR 5.965,30.
9
Vierde verslag
De boedel heeft van ING de 10% (EUR 1.544,00) ten aanzien van de geïncasseerde debiteurenvorderingen, alsmede een bedrag van EUR 1.859,77, op de boedelrekening ontvangen.
6. Bank/zekerheden
6.1 Vordering van de bank
Curanda bankierde via diverse zakelijke rekeningen bij ING Bank N.V. (“ING”). Per datum faillissement bedroeg het totale saldo van deze zakelijke rekeningen EUR 72.105,28 debet.
Het saldo op de G-rekening bedroeg per datum faillissement EUR 42,60 credit.
6.2 Lease
Curanda leasete een tweetal motorvoertuigen (financial lease). Een en ander is opgepakt met de leasemaatschappij.
Tweede verslag
De twee geleasete voertuigen zijn geretourneerd aan de leasemaatschappijen (Santander en De Lage Landen Lease). In overleg met de leasemaatschappijen is besloten dat de leasemaatschappijen de voertuigen verkopen, de opbrengst van het verkochte motorvoertuig aan de leasemaatschappij toekomt en een eventuele overwaarde aan de boedel. In dat kader is van de leasemaatschappij (Santander) EUR 6.144,87 ontvangen op de boedelrekening. Bij de verkoop van het van De Lage Landen Lease geleasete voertuig is geen overwaarde gerealiseerd.
6.3 Beschrijving zekerheden
Curanda heeft aan ING Bank N.V. de volgende zekerheden verschaft:
- Pandrecht op vorderingen;
- Pandrecht op inventaris;
- Pandrecht op voorraden.
10
Uitwinning zekerheden
De Curator heeft contact gehad met Vesting Finance die namens pandhouder ING de zekerheden uitwint. De Curator heeft de pandrechten van ING op inventaris en voorraden erkend, indien en voor zover het geen bodemzaken betreft (verwezen wordt naar punt 3.3 van dit verslag). Met Vesting Finance is overeengekomen dat de Curator de verkoop van de vaste activa waarop een pandrecht van ING rust namens de pandhouder ter hand zal nemen tegen een boedelbijdrage van 20%.
De Curator heeft het pandrecht van ING op debiteuren slechts gedeeltelijk erkend en Vesting Finance op het verpandingsverbod ex artikel 3:83 lid 2 BW tussen Curanda en BP gewezen. Omtrent dit verpandingsverbod vindt thans overleg plaats met Vesting Finance.
Ter zake van de incasso van de overige debiteuren is met Vesting Finance
overeengekomen dat de boedel de debiteurenincasso ter hand zal nemen tegen een boedelbijdrage van 10% van de geïncasseerde bedragen. De debiteuren zijn
aangeschreven. Tot op heden zijn er nog geen bedragen van de debiteuren ontvangen. Een drietal debiteuren heeft zich beroepen op verrekening.
Tweede verslag
Met pandhouder ING is een boedelbijdrage van 20% van de verkoopwaarde van de verkochte bedrijfsmiddelen (niet zijnde bodemzaken) overeengekomen (zie het eerste faillissementsverslag). De totale verkoopopbrengst van deze verpande zaken is EUR 18.360 + EUR 1.420 = EUR 19.780 btw verlegd. Er is daarom een bedrag van EUR 15.824 doorbetaald aan ING.
Met ING bestaat nog geen consensus over het mogelijke verpandingsverbod van BP.
Met ING vindt daaromtrent thans nog overleg plaats. De vordering op BP is in overleg met ING wel al geïncasseerd.
Ter zake van de incasso van de vorderingen op de overige debiteuren wordt verwezen naar punt 5.1 van dit verslag.
11
Derde verslag
Met ING is gecorrespondeerd over het verpandingsverbod.
Naar aanleiding van deze correspondentie en nader jurisprudentie- en
literatuuronderzoek heeft de curator moeten concluderen dat zijn aanvankelijke beroep op een (mogelijk) verpandingsverbod in de algemene voorwaarden van BP, in redelijkheid niet kan worden gehandhaafd. Na inhouding van een bedrag van EUR 3.256,66 (boedelbijdrage van 10%) is het restant ad EUR 29.309,92 overgemaakt naar ING.
Aangaande de voortgang van de incasso van de vorderingen op de overige debiteuren wordt verwezen naar randnummer 5.1 van dit verslag.
7. Doorstart/voortzetten
7.1 Exploitatie
De exploitatie van de activiteiten van Curanda is definitief per 17 april 2015 beëindigd.
7.2 Doorstart
Niet van toepassing.
8. Administratie
8.1 Toestand administratie
De administratie van Curanda werd verzorgd door een administratief medewerker alsmede door FW administraties te Hendrik-Ido-Ambacht. De Curator heeft de
beschikking gekregen over de door hem verzochte gegevens uit de administratie. Een en ander wordt bestudeerd.
8.2 Goedkeuring verklaring accountant Niet van toepassing.
12
9. Pauliana/verrekening
9.1 Verdachte transacties
Wordt – als te doen gebruikelijk – onderzocht.
Derde verslag
Er zijn geen verdachte transacties geconstateerd.
9.2 Maatregelen
Nog niet van toepassing.
10. Bestuurdersaansprakelijkheid
10.1 Boekhoudplicht
De eerste indruk van de curator is dat Curanda heeft voldaan aan de boekhoudplicht die voor haar geldt.
10.2 Depot jaarrekeningen
De jaarrekening over 2013 en 2012 zijn tijdig gedeponeerd. De jaarrekening over 2011 is op 28 mei 2013 gedeponeerd, derhalve te laat. De jaarrekening over 2010 is tevens te laat gedeponeerd.
10.3 Stortingsverplichting aandelen
Uit de administratie volgt dat aan de wettelijke volstortingsplicht op aandelen is voldaan.
10.4 Onbehoorlijk bestuur
Wordt – als te doen gebruikelijk – onderzocht.
Derde verslag
Behoudens voormelde te late deponeringen van jaarrekeningen zijn er na onderzoek geen feiten of omstandigheden aan het licht gekomen die zouden kunnen leiden tot het oordeel dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur.
13
11. Fiscus/UWV/overige preferente vorderingen
11.1 Vorderingen van de fiscus
Tot op heden heeft de Belastingdienst vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 74.541.
Tweede verslag
Tot op heden heeft de Belastingdienst vorderingen ingediend van in totaal EUR 140.424.
Derde verslag
Tot op heden heeft de Belastingdienst vorderingen ingediend van in totaal EUR 240.594.
Vierde verslag
Vanwege de nihil stelling van de omzetbelasting van mei 2015, juni 2015 en juli 2015 bedraagt de vordering van de Belastingdienst tot op heden EUR 179.267,00.
11.2 Vorderingen van het UWV
Het UWV heeft tot op heden geen vorderingen ingediend.
Vierde verslag
Het UWV heeft een boedelvordering ingediend van in totaal EUR 39.117,91 en een preferente vordering ingediend van in totaal EUR 18.982,39.
11.3 Overige preferente crediteuren
Vooralsnog heeft nog geen overige preferente crediteur een vordering ingediend.
Tweede verslag
De verhuurder heeft een boedelvordering ad EUR 5.314,25 ingediend.
14
12. Crediteuren
12.1 Aantal concurrente crediteuren
Volgens de administratie van Curanda bedroeg het aantal concurrente crediteuren 55 met vorderingen van in totaal EUR 121.076,04.
Tot op heden hebben 19 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 206.584,20.
Tweede verslag
Tot op heden hebben 28 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 220.068,22.
Vierde verslag
Tot op heden hebben 30 concurrente crediteuren vorderingen ingediend voor een totaalbedrag van EUR 221.428,21.
12.2 Wordt het een eigenlijke opheffing of een vereenvoudigde afwikkeling Nog onbekend.
12.3 Wordt aan concurrente crediteuren uitgedeeld Nog onbekend.
13. Rechtbank
13.1 Toestemming afkoelingsperiode Niet van toepassing.
13.2 Toestemming voortzetting bedrijf Niet van toepassing.
15
13.3 Toestemming ontslag
Op 14 april 2015 is machtiging van de rechter-commissaris verkregen om de
arbeidsovereenkomsten van de werknemers van Curanda op te zeggen ex artikel 40 Fw.
13.4 Toestemming opzegging huur
Op 14 april 2015 is machtiging van de rechter-commissaris verkregen om de huur van het bedrijfspand van Curanda op te zeggen ex artikel 39 Fw.
13.5 Toestemming activatransacties Nog niet van toepassing.
Tweede verslag
Op 1 mei 2015 is toestemming van de rechter-commissaris verkregen om de activa van Curanda onderhands te verkopen aan Proveiling.nl
13.6 Toestemming procederen Nog niet van toepassing.
13.7 Termijn afwikkeling faillissement Nog niet bekend.
13.8 Plan van aanpak
In de komende periode zullen met name de volgende onderwerpen aandacht verkrijgen:
a. Inventariseren crediteuren;
b. (Voorbereiden) opheffing faillissement.
14. Garantstellingregeling Niet van toepassing.
16
15. Overig
De boedel beschikt op dit moment over EUR 26.087,61.
Indiening volgend verslag: 24 maart 2016 Rotterdam, 24 december 2015
mr. V. Terlouw curator