Afsprakennota “OLO vzw (Diensten en Begeleidingscentrum Openluchtopvoeding) Brasschaat”
Deze afsprakennota legt de afspraken over de inhoud, de uitvoering, de verantwoording en de financiën vast voor het project: “Pilootproject Leerlingenvervoer: IBO Lange Wapper - OLO Brasschaat”.
met als contactpersonen voor de stad Antwerpen:
Naam: Marleen Laureyssens
Afdeling/dienst: Talentontwikkeling en vrijetijdsbeleving / dienst Onderwijs Adres: Grote Markt 1, 2000 Antwerpen
Telefoon: 03 338 32 97
E-mailadres: leerlingenvervoer@antwerpen.be
met als uitvoerder OLO Brasschaat (Diensten en Begeleidingscentrum Openluchtopvoeding vzw):
Vertegenwoordigd door: Jean-Pierre Van Baelen Contactpersoon: Inge Waterschoot
Adres: Miksebaan 264 bus B – 2930 Brasschaat Telefoon: 03 633 98 51
E-mailadres: iwaterschoot@olo.be Rekeningnummer: BE87 0017 7285 9094 Ondernemingsnummer: BE 0406.677.745
Artikel 1. Looptijd
Deze afsprakennota gaat in op 1 september 2020 en eindigt op 30 juni 2021.
De afsprakennota eindigt automatisch bij het einde van de periode waarvoor ze werd afgesloten. Ze is niet stilzwijgend verlengbaar.
Artikel 2. Bestuursakkoord en doelstellingen van de stad
Vlaanderen selecteerde Antwerpen in mei 2019 als uitvoerder van het pilootproject leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs met een grootstedelijke context. De pilootregio werd in 1ste fase afgebakend tot een samenwerking tussen de gemeenten Antwerpen, Brasschaat, Schilde en Schoten en de scholen buitengewoon onderwijs op hun grondgebied.
De bisconceptnota ‘Leerlingenvervoer buitengewoon onderwijs’, zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 17 juli 2015, vormt de basis om te werken aan de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het pilootproject.
Vlaanderen bepaalde een kader waarbinnen het nieuwe concept rond leerlingenvervoer dient te worden uitgewerkt. Deze stoelt op volgende principes: decentraliseren en lokaal organiseren, multimodale organisatie, ontwikkelen van buitenschoolse opvang, beheermodel met lokale financiële verantwoordelijkheid.
Met het project voor- en naschoolse opvang – OLO Brasschaat wordt er ingezet op het ontwikkelen van voor- en naschoolse opvang voor kinderen die schoollopen in het buitengewoon onderwijs.
Voor- en naschoolse opvang is een noodzakelijke voorwaarde om optimalisaties in het leerlingenvervoer mogelijk te maken.
Het project: “Pilootproject Leerlingenvervoer: voor- en naschoolse opvang voor kinderen uit het buitengewoon onderwijs - OLO Brasschaat” kadert in het bestuursakkoord 2019 – 2025 van de stad Antwerpen en draagt bij aan de realisatie van de volgende doelstellingen van de stad:
Beleidsdoelstelling:
2LWS02 - Onderwijs
2LWS0202 - Welzijn en excelleren in het onderwijs 2LWS020204 - Actief burgerschap
Artikel 3. Projectdoelen
3.1. Het aanbieden van opvangplaatsen in de voor- en naschoolse opvang
OLO vzw engageert zich om tijdens het schooljaar 2020-2021 16 plaatsen voor- en naschoolse opvang aan te bieden in het kader van het pilootproject leerlingenvervoer, waarvan 14 betoelaagd door de stad Antwerpen met middelen van het pilootproject leerlingenvervoer. De twee resterende plaatsen worden bekostigd door OLO vzw.
Deze opvang zal tijdens het schooljaar geopend zijn voor opvang op weekdagen (met uitzondering van feestdagen en schoolvakanties):
- ’s morgens minstens vanaf 7u tot het moment dat het laatste kind van het buitengewoon onderwijs wordt opgehaald en ten laatste 9u
- ’s avonds op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag minstens vanaf het moment dat het eerste kind van het buitengewoon onderwijs aankomt in de opvang, ten vroegste vanaf 15u, tot minstens 18u
- op woensdagnamiddag minstens vanaf het moment dat het eerste kind van het buitengewoon onderwijs aankomt in de opvang, ten vroegste vanaf 12u tot minstens 18u
- op schoolvrije dagen tijdens de reguliere opvang- en schooluren in overleg met de scholen van buitengewoon onderwijs, voor zoverre er vraag naar is
Deze betoelaagde plaatsen in de opvang zijn voor kinderen die school lopen in het buitengewoon onderwijs. Er mag binnen deze doelgroep van kinderen echter op geen enkele manier voorrang verleend worden of gediscrimineerd worden.
3.2. Organisatiestructuur Door middel van:
- OLO vzw neemt een plaatselijk verantwoordelijke voor 27/38ste in dienst die werkt als begeleider maar daarnaast ook de operationele verantwoordelijkheden opneemt.
- OLO vzw neemt 1 begeleider in dienst voor 12/38ste voor het begeleiden van de kinderen in de opvang
- OLO vzw neemt 1 logistiek medewerker in dienst voor 6/38ste
- OLO vzw zet 1 kinderbegeleider in voor 12/38ste vanuit hun IBO-middelen waarbij de loonkost van deze begeleider vergoed wordt vanuit subsidiëring van Kind en Gezin.
- OLO vzw draagt de werkingskosten van het project (spel- en knutselmateriaal, energiekosten, meubilair, telefonie en ICT,…)
- OLO vzw draagt de kosten voor infrastructuur.
De uitvoerder past de organisatie en werking van de opvanglocatie minstens aan op deze wijze:
- De uitvoerder garandeert een opvanglocatie die open staat voor alle leerlingen die naar school gaan in het buitengewoon onderwijs.
- De uitvoerder communiceert actief dat de opvang openstaat voor kinderen van het buitengewoon onderwijs, minstens via de website van de organisatie en laat toe dat dit gebeurt via de website van het pilootproject leerlingenvervoer. De uitvoerder garandeert een gepaste intakeprocedure die tegemoet komt aan de noden van kinderen en ouder(s)/voogd met een (inclusieve) opvangvraag.
Enkel als de individuele zorgnood van het kind de mogelijkheden van de opvanglocatie overstijgt kan een kind geweigerd worden. In dit geval stelt de uitvoerder de stad op de hoogte, samen met de motivatie van weigering.
- De uitvoerder verzorgt een goede communicatie met de school, ouder(s)/voogd, busbegeleider(s) en/of eventuele andere partners waar het kind ondersteuning krijgt, en heeft hiervoor toestemming van de ouders/voogd van het kind. Dit zowel op pedagogische, psychosociale en indien nodig ook medisch vlak, als voor een vlotte afstemming over het busvervoer. Indien de opvanglocatie geen op- en afstapplaats is voor het leerlingenvervoer, staat de organisatie in voor de begeleiding tussen de opvanglocatie en de op- en afstapplaats.
- Elke opvangplaats wordt optimaal benut zodat zoveel mogelijk kinderen hiervan gebruik kunnen maken.
Indien in het kader van COVID-19 nieuwe maatregelen worden opgelegd en doelstellingen van deze afsprakennota hierdoor niet behaald kunnen worden, zullen de stad en de uitvoerder overleg plegen over mogelijke aanpassingen aan deze afsprakennota.
3.3. Het actief participeren aan het pilootproject leerlingenvervoer
De uitvoerder draagt op constructieve wijze bij aan het pilootproject leerlingenvervoer. De uitvoerder kan gevraagd worden expertise en ervaringen uit het project te delen met andere partners binnen het pilootproject leerlingenvervoer, zodanig dat onderlinge uitwisseling en versterking kan plaatsvinden.
Daarnaast kan de uitvoerder ook gevraagd worden om informatie over het project te delen op netwerkdagen van het pilootproject, georganiseerd door Vlaanderen of Stad Antwerpen.
3.4. Het evalueren van het project en het duurzaam integreren van de leerwinsten van het project in de werking van de eigen organisatie
De evaluatie gebeurt in volgende stappen:
- interne evaluatie van de werking door OLO vzw tijdens teamvergaderingen;
- bevraging van de scholen in het kader van samenwerking rond busvervoer, minstens bij de tussentijdse evaluatie en eindevaluatie;
- bevraging van de ouders door OLO vzw, minstens bij de tussentijdse evaluatie;
- een tussentijdse evaluatie in januari 2021;
- een eindevaluatie in juni 2021.
- monitoring van de bezettingscijfers: Indien de organisatie via Kind & Gezin reeds structurele inclusieve opvangplaatsen betoelaagd krijgt, wordt ook hiervan de bezettingsgraad weergegeven, hiervoor volg je de richtlijnen van Kind & Gezin.
Artikel 4. Toelage
Stad Antwerpen voorziet een toelage voor OLO vzw voor de personeelskost van - de plaatselijk verantwoordelijke
- de logistiek medewerker - de kinderbegeleider:
De toelage bestaat uit een vast bedrag van 42.000 euro. Het resterend saldo voor de personeelskost wordt bekostigd door OLO vzw.
De toelage kan niet gebruikt worden voor de betaling van andere kosten dan de loonkost.
Artikel 5. Uitbetaling
De stad Antwerpen stort een eerste schijf van 21.000 euro aan de uitvoerder op het rekeningnummer van de uitvoerder na goedkeuring van deze afsprakennota door het college van burgemeester en schepenen en na ondertekening van de afsprakennota door de uitvoerder.
De tweede schijf van 21.000 euro wordt door de stad Antwerpen gestort nadat de bezettingscijfers van september en oktober 2020 zijn aangeleverd.
Binnen de mogelijkheden van de strategische meerjarenplanning van de stad kan de toelage worden gewijzigd door budgettaire noodwendigheden van de stad.
Voor toekomstige budgetperiodes worden toelagen alleen toegekend binnen de grenzen van het beschikbare krediet op het (aangepaste) meerjarenplan van de stad. De toelage kan door de stad steeds éénzijdig worden gewijzigd ingeval van budgettaire noodwendigheden van de stad; indien nodig wordt deze afsprakennota dan aangepast.
Een toelage zal enkel uitbetaald worden indien er geen openstaande, niet betwiste, vervallen schulden zijn ten aanzien van de stad Antwerpen.
Artikel 6. Bewijsstukken, rapportering en evaluatie
De stad Antwerpen heeft de plicht toezicht te houden op de werkingen die zij subsidieert. Daartoe is overdracht van informatie noodzakelijk. De stad gaat discreet om met vertrouwelijke informatie en houdt hierbij rekening met de bepalingen over openbaarheid van bestuur.
De uitvoerder houdt de contactpersonen op de hoogte over relevante activiteiten en/of beslissingen in het kader van deze afsprakennota. De uitvoerder engageert zich om bij de uitwerking en de uitvoering van het project rekening te houden met mogelijke opmerkingen van de stedelijke contactpersonen.
De uitvoerder bezorgt de volgende informatie aan de contactpersonen van de stad.
Ten laatste:
09/09/2020 - De laatst goedgekeurde jaarrekening;
- de statuten van de uitvoerder;
- een bewijs van de bank dat aantoont dat het bankrekeningnummer toebehoort aan de uitvoerder.
15/11/2020 - De tweemaandelijkse bezettingscijfers van september – oktober.
15/01/2020 - De tweemaandelijkse bezettingscijfers van november – december.
- De tussentijdse evaluatie;
- een tussentijds document met opsomming van de bewijsstukken van de uitgaven in het kader van de projecttoelage;
- bewijsstukken van de personeelskosten: loonfiches van de maanden september - december
15/07/2020 - De bezettingscijfers van januari – juni;
- een document met opsomming van de bewijsstukken van de uitgaven in het kader van de projecttoelage;
- bewijsstukken van personeelskosten: loonfiches van de maanden januari - juni;
- loonstaat van alle medewerkers voor tewerkstelling tijdens de projectperiode.
Artikel 7. Externe communicatie
Alle producten die worden aangemaakt in het kader van deze overeenkomst, dragen duidelijk zichtbaar de vermelding van het overkoepelend logo van het Vlaams pilootproject leerlingenvervoer en de Vlaamse overheid en van de stad Antwerpen. De producten worden ook gedeeld en/of op eenvoudig verzoek ter beschikking gesteld van het pilootproject leerlingenvervoer.
Artikel 8. Sancties
De stad zal (een deel van) de reeds betaalde toelage terugvorderen of (een deel van) het restbedrag niet uitbetalen als:
- de uitvoerder de beoogde resultaten niet behaalt en dit niet met objectieve argumenten kan verantwoorden;
- de uitvoerder meer middelen ontvangen heeft dan waar hij op basis van zijn afrekening recht op heeft;
- de uitvoerder de toelage niet integraal aanwendt voor het doel waarvoor ze is toegekend;
- de uitvoerder de in de overeenkomst gevraagde bewijsstukken niet of niet correct voorlegt;
- de uitvoerder zich verzet tegen controle;
- de uitvoerder de modaliteiten voorzien in deze afsprakennota niet naleeft;
- de uitvoerder een onregelmatig beheer voert en de stad dit vaststelt of ervan op de hoogte wordt
gebracht;
- de Vlaamse overheid die het Pilootproject subsidieert beslist om over te gaan tot een tijdelijke of definitieve opschorting van de betaling van de nog verschuldigde bedragen en/of de
terugvordering van de al uitgekeerde bedragen.
De stad kan ook om andere redenen gemotiveerd beslissen dat de uitvoerder (een deel van) de toelage moet terugbetalen of dat deze niet verder worden uitbetaald.
De uitvoerder neemt kennis van de financiële richtlijnen die gelden voor de opmaak van het afrekeningsdossier. Hij ontvangt deze richtlijnen ten laatste bij ondertekening van de afsprakennota, aangezien deze er deel van uitmaken.
Artikel 9. Stopzetting samenwerking
Indien de toelageverstrekker van mening is dat de uitvoerder de doelstellingen, voorwaarden en verplichtingen van deze afsprakennota niet nakomt, wordt deze via een aangetekend schrijven hiervan op de hoogte gebracht.
De uitvoerder heeft 30 kalenderdagen, volgend op de verzenddatum van het schrijven, om de inbreuk recht te zetten of om een herstelplan op te stellen met een duidelijke termijn en duidelijk te bereiken doelen. Het herstelplan moet schriftelijk vastgelegd worden en door beide partijen ondertekend worden voor akkoord.
De toelageverstrekker kan de samenwerking onmiddellijk beëindigen wanneer de uitvoerder:
de gemelde tekortkomingen niet binnen de vooropgestelde termijn oplost; geen herstelplan wordt voorgelegd;
het voorgelegde herstelplan niet volstaat om de vastgestelde tekortkomingen op te lossen;
het herstelplan niet volgens de afspraken wordt uitgevoerd.
In geval van stopzetting van de samenwerking, moet de uitvoerder het niet (correct) gebruikte of niet- verantwoorde gedeelte van de reeds uitbetaalde toelage terugstorten.
De toelageverstrekker kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die geleden wordt naar aanleiding van de stopzetting van de samenwerking
Artikel 10. Aansprakelijkheid
De toelageverstrekker kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die, rechtstreeks of onrechtstreeks, het gevolg is van activiteiten van de uitvoerder die betrekking hebben op het uitvoeren van deze afsprakennota.
Artikel 11. Vrijwaringsprincipe
Ieder die een subsidie van de stad ontvangt of rechtstreeks of onrechtstreeks gebruik maakt van stedelijke infrastructuur neemt het engagement op zich om op een constructieve manier mee te werken aan de opbouw van een stad waarin burgers zonder onderscheid, met respect voor elkaar, harmonieus samen
leven. Uiteraard betekent dit de volstrekte naleving van de wetten van het Belgische volk en het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
De subsidie of infrastructuur aanwenden op een wijze die in strijd is met het engagement leidt steeds tot sancties zoals:
- weigeren of terugvorderen van de subsidie;
- eenzijdig beëindigen van de samenwerking;
- verhuurverbod in alle stedelijke centra ; - weigering logistieke ondersteuning.
De stad kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de schade die geleden wordt naar aanleiding van de opgelegde sancties.
Artikel 12. Toepasselijke bepalingen
De wet van 14 november 1983 ‘betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen’ en het stedelijk reglement op de toelagen van 18 december 2006 (jaarnummer 2730) zijn van toepassing op deze afsprakennota, evenals alle andere toepasselijke wettelijke regels.
Artikel 13. Geschillen
In geval van gerechtelijke betwisting zijn alleen de rechtbanken van Antwerpen, afdeling Antwerpen, bevoegd.
Met de ondertekening bevestigt de uitvoerder uitdrukkelijk dat de afsprakennota volledig is doorgelezen en door de stad is toegelicht waar nodig. Wijzigingen of toevoegingen aan deze afsprakennota gelden enkel mits akkoord van de stad.
Voor de uitvoerder : Jean-Pierre Van Baelen
Handtekening: