• No results found

Een partijverbod is louter cosmetica

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Een partijverbod is louter cosmetica"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

€ 2,30

74ste jaargang • nummer 15 • donderdag 12 april 2018 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Dat een partij, die islamitische allochtonen wil gaan vertegenwoordigen, haar agenda wil doordrukken met het wangedrag van vooral islamitische allochtonen als excuus, dat lijkt inderdaad nogal brutaal. Maar het is een per- fect logische redenering in de denkwereld van voorzitter Redouane Ahrouch en de zij- nen.

De reden waarom vrouwen en mannen fysiek van elkaar moeten gescheiden wor- den, is dezelfde als die waarom vrouwen alles bedekkende kleding moeten dragen en waarom in islamitische landen slachtof- fers van verkrachting vaak zelf gestraft wor- den: in hun cultuur ligt de verantwoordelijk- heid om seksuele aanvallen te vermijden bij de vrouwen.

Het al te felle protest

De reactie van de Vlaamse politieke par- tijen op het voorstel tot geslachtsgescheiden openbaar vervoer was opmerkelijk furieus.

Wouter Beke stelt dat het voorstel in strijd is met de Belgische grondwet en het EVRM (dat is niet waar, maar het klinkt goed). De Open Vld wil een heuse grondwetswijziging om de ideeën van ISLAM te smoren. N-VA en MR willen de partij van Ahrouch zelfs laten verbieden.

“De dame protesteert te fel, lijkt mij”, zegt koningin Gertrude in het toneelstuk Ham- let. Is deze collectieve vertoning van poli- tieke woede echt een spontane reactie op het idee van aparte zitplaatsen voor vrouwen op de bus? Of zou het kunnen dat degenen die verantwoordelijk zijn voor de niet meer te negeren islamitische aanwezigheid op ons grondgebied en die nog steeds niet bereid zijn om de poorten te sluiten voor de geloofs- genoten van Ahrouch, hun onschuld wat al te theatraal uitschreeuwen wanneer ze gecon- fronteerd worden met de gevolgen van dat beleid? Waren die gevolgen dan niet perfect

voorspelbaar? Welke misverstanden beston- den er nog over de positie van de vrouw in de islam?

“Geen sharia in Vlaanderen”, kopt de N-VA in een persmededeling. Hoezo? De sharia is geen radicaal ideetje van ontspoorde extre- misten, maar behoort tot de kern van de islamitische geloofsleer, ongeacht de strek- king. Als je islam hebt, ga je aanhangers van de sharia hebben en die zullen ernaar stre- ven hun plichtenleer om te zetten in wetge- ving, inclusief de apartheid voor vrouwen.

Als de berekening van het gerenommeerde PEW-instituut klopt (dat het aantal moslims in Europa in nauwelijks meer dan een gene- ratie zal verdriedubbelen), zal het niet al te lang duren voor ze in hun opzet zullen slagen.

Het topje van de ijsberg

“Ik hoor nu al de stemmen van diegenen die dit gaan relativeren. Maar het is bijna te laat: radicale, islamistische regimes worden steeds sterker in Vlaanderen”, schrijft Zuhal Demir. Ik ben het eens met Zuhal. Maar, is het onredelijk te vragen wat haar partij gaat doen om ervoor te zorgen dat het zover niet komt?

Het voorstel van de N-VA om de partij van Ahrouch te laten verbieden, is alvast geen goed idee. Ten eerste omdat de islamise- ring van onze samenleving en onze gelei- delijk “soumission” niet zullen gestopt wor- den door partijverboden. Het politieke gevaar dat uitgaat van een geïsoleerde en kleine partij als ISLAM is minimaal. Zeker als men weet dat deze gesteund wordt door Iran en dus enkel de sjiitische strekking vertegen- woordigt. Maar het maatschappelijke gevaar van de groeiende islam is wel zeer ernstig te nemen. Zoals Demir zegt: “De partij ISLAM is het topje van de ijsberg. Het is wat boven het wateroppervlak uitsteekt en wat we terecht met duidelijke woorden veroordelen. Maar het fundament is de ijsberg eronder. En die

laten we te vaak ongemoeid in het publieke debat en de politiek.”

Juist daarom mag een partij als ISLAM niet verboden worden. In een opiniebijdrage van vorig jaar had ik de oprichting van allochto- nenpartijen zelfs een goede zaak genoemd.

Eén van de redenen die ik aanhaalde, was dat de exotische standpunten van die par- tijen ons tenminste confronteren met de werkelijkheid: “De Vlaamse publieke opinie is te lang onwetend geweest over de maat- schappelijke opvattingen die leven in de ver- schillende migrantenpopulaties van dit land.

We werden daarvan afgeschermd door de afgeborstelde excuustruzen die ons in de politiek werden gepresenteerd als verte- genwoordigers van de allochtone gemeen- schappen, maar in feite weinig representa- tief waren.”

De import gaat onverminderd door

We moeten mensen als Ahmet Koç, Abou Jahjah en Redouane Ahrouch dankbaar zijn:

dankzij hen worden we bewust van de ideeën die leven bij bepaalde bevolkingsgroepen.

En ze verplichten de beleidspartijen om zich te verantwoorden voor de gevolgen van hun beleid. We mogen die partijen niet de kans geven om het rot in de samenleving te bedek- ken met het laagje verf van een partijverbod.

Er is geen kans op genezing zolang de poli- tieke leiders niet openlijk durven zeggen dat de islam op zich onverenigbaar is met onze samenleving. Ze moeten ophouden de illu-

sie in leven te houden dat alle ongewenste fenomenen enkel uitwassen en bijwerkingen zijn die we kunnen isoleren of onder controle kunnen houden.

Onmiddellijke stopzetting van elke immi- gratie uit islamitische landen is uiteraard het absolute minimum. Publieke uitingen van bezorgdheid over een probleem zijn weinig geloofwaardig zolang je dat probleem blijft importeren.

Jurgen Ceder

“Zeg eens, jongens, wie precies valt er in Brussel vrouwen lastig?”, reageerde com- mentator Dujardin van Het Laatste Nieuws op het voorstel van de partij ISLAM om op het openbaar vervoer mannen en vrouwen gescheiden te houden. De voorzitter van die partij (een buschauffeur) had geargumenteerd dat heel wat vrouwen klagen over onge- wenste mannelijke aandacht en aanrakingen op de bus. Hij was trouwens eerlijk over de identiteit van de daders: “Tijdens de spitsuren zijn er bepaalde personen, vooral van vreemde origine, die profiteren van het feit dat de voertuigen overvol zitten om tegen vrouwen aan te ‘plakken’.”

Een partijverbod is louter cosmetica

Godsdienst(en) en gemeen- schapsgeld: voor wat hoort

wat! 2

Briefje aan Zuhal Demir 3 Winst voor Orbán zou ogen

moeten openen 3

Planbureau ziet vooral bevolkingstoename in

Vlaamse Rand 5

Zijn niet-Europeanen zes- maal crimineler? 5

Deze week

Big Brother Mark Zuckerberg

ziet u overal

(2)

Actueel 12 april 2018

2

Uit de smalle beursstraat

Sociaaleconomische dossiers blijven liggen

Het is al enige tijd de beproefde methode van Charles Michel: als premier in moeilijke momenten de verschillende vicepremiers samenbrengen en elk een cadeautje geven in de hoop dat een aantal moeilijke knopen kunnen worden door- gehakt. Dat gebeurde met het Zomerakkoord van 2017. Het- zelfde geldt voor het Goede Vrijdagakkoord van 2018. Net voor iedereen met paasvakantie kon vertrekken, werd een aantal sociaaleconomische dossiers afgehandeld. Of beter gezegd:

er werd gedaan alsof ze werden afgehandeld.

Het gaat om het Energiepact, de pensioenhervorming en de zware beroepen, en de beursgang van Belfius. Michel gaf de indruk dat alles in kannen en kruiken was, maar dat klopt niet. Eigenlijk worden al die heikele dossiers doorgeschoven naar de volgende regering die in 2019 – of als de formatie lang duurt - in 2020 tot stand moet komen.

Kernenergie

Zo is het Energiepact afgesloten, dat tegen 2025 moet zor- gen voor een uitstap uit de kernenergie. Niemand die dit ern- stig neemt. Eigenlijk wordt het dossier over de verkiezingen van 2019 getild. Ondertussen zal een grote speler als Engie onder andere via de werkgeversorganisatie VBO (Verbond

van Belgische Ondernemingen) lobbyen dat de kernuitstap zo lang mogelijk wordt uitgesteld. Het is in de Wetstraat nooit anders geweest. Zij die triomferen over het einde van de kern- energie, dwalen.

Dan is er het dossier van zogenaamde zware beroepen.

Minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine (MR), een halve nobiljon uit Luik die in Vlaanderen amper bekend is, verklaart dat deze regering de grootste pensioenhervorming in decennia doorvoert. Een hervorming die ervoor zorgt dat iedereen langer zal werken en de vergrijzing betaalbaar houdt. Een stap in dat proces is het vastleggen van een lijst met zware beroepen. Wie zo’n beroep heeft, moet niet wachten op zijn 65ste maar kan al vertrekken op zijn 63ste of zelfs 61ste. De rest moet langer werken. Wat zijn dan die zware beroepen? De regering moet het antwoord schuldig blijven. Op een lijst – die zou moeten worden samengesteld door de vakbonden en werkgevers - blijft het wachten. Er is dus nog geen akkoord over het dossier zware beroepen. Enkel de criteria zijn vastgelegd.

Die criteria zijn: fysiek zwaar werk, belastende werkorgani- satie (zoals nachtwerk), zwaar werk en stress als verzwarende omstandigheid. Hoe meer men aan criteria beantwoordt, hoe sneller men met pensioen kan. Wie komt daarvoor in aanmer-

king? De beslissing hierover zal gebeuren in overleg met vak- bonden en werkgevers. De syndicaten willen dat iedereen een zwaar beroep heeft, werkgevers dromen van een mini- male lijst. Niemand die gelooft dat daar een resultaat uit voort- vloeit, zeker niet meer voor de verkiezingen. Ook dit dossier wordt over 2019 getild. Ondertussen loopt de pensioenfac- tuur op en zitten we tegen het einde van het decennium aan een pensioenschuld van bijna 50 miljard euro. Een verdubbe- ling op vijftien jaar tijd.

Arco

Laatste dossier is dat van de beursgang van een deel van de aandelen van staatsbank Belfius. Zoals in deze rubriek al eer- der gesteld, staat de CD&V op de rem zolang er geen regeling is voor de Arco-coöperanten. Hoe langer de zaak aansleept, hoe minder interessant een beursgang wordt. Ook dit sociaal- economisch dossier ligt stil, en het is wachten op het ideale moment voor een interessante en rendabele beursgang. Maar dat is wellicht al voorbij. Over dit dossier heerst een zekere gelatenheid in de Wetstraat. De Tijd stelde het vorig weekend als volgt: “Een oplossing voor Arco komt niet dichterbij door de beursgang van Belfius op de lange baan te schuiven. De andere regeringspartijen maken er echter geen kabaal over. Of Belfius naar de beurs trekt of niet, is geen zaak van groot electoraal belang.” Ook hier lijkt alles bevroren tot 2019-2020. Deze rege- ring krijgt de komende maanden gewoon niets meer gedaan.

Angélique VAnderstrAeten Minder dan twee weken na het afsluiten van het Goede Vrijdagakkoord is duidelijk geworden dat het om een

lege doos gaat. De laatste belangrijke sociaaleconomische dossiers van de regering-Michel worden de facto door- geschoven naar de volgende regering. Gezien de verwachte moeilijke regeringsformatie in 2019 duurt het wellicht tot 2020 voor echt een beleid wordt gevoerd, of toch een poging wordt ondernomen.

Vrijgevige Vlamingen

De Al Ihsaan-moskee in Leuven kwam in november negatief in het nieuws nadat de plaatselijke imam verkondigde dat manne- lijke moslims hun vrouwen een ‘lichte tik met een miswak (een soort dunne houten tanden- borstel)’ mogen geven. Diezelfde islamitische gemeenschap diende onlangs de begroting 2018 in bij de provincie Vlaams-Brabant. Dat gebeurde ook al in de vorige jaren. De provin- cie past het exploitatietekort van enkele tien- duizenden euro’s telkens bij.

Tapijten en nog eens tapijten

Uit die ingediende begrotingen blijkt dat de moskee in 2012 een aankoop van zowat 6.500 euro deed voor tapijten. In 2015 was er opnieuw een aankoop van 8.950 euro voor tapijten en voor 2018 is er opnieuw een bedrag van 9.000 euro voor de aankoop van nieuwe tapijten.

Dat is merkwaardig, aangezien andere isla- mitische geloofsgemeenschappen dergelijke

‘investeringen’ niet doen. Daar is het gebrui- kelijk dat de tapijten jaarlijks onderhouden worden en langer dan drie jaar meegaan. De kostprijs hiervan bedraagt ‘slechts’ enkele hon- derden euro per jaar.

Diest

Ook de islamitische gemeenschap Beraat te Diest diende haar begroting 2018 in bij de provincie. Daar viel op dat een nieuwe geluids- installatie gekocht werd van 3.500 euro. De vorige installatie werd amper vijf jaar geleden gekocht. Boekhoudkundig klopt dat bovendien niet, want de aankoop staat niet als een inves- tering ingeschreven. Overigens, de provincie keurde deze aankoop goed.

Besluit

De Vlaamse provincies financieren de exploi- tatietekorten van de respectievelijke islamiti- sche gemeenschappen. De bedragen lopen elk jaar hoog op. Telkens valt op dat de tekor- ten bijzonder hoog zijn. De meeste islamiti- sche geloofsgemeenschappen dienen namelijk erg onevenwichtige begrotingen in. Verklaring:

de inkomsten van de gemeenschappen wor- den erg laag gehouden en de uitgaven lopen telkens op.

Moslims doen dus maar al te graag een beroep op de vrijgevigheid (en het belasting- geld) van de Vlamingen. Ze weten toch dat de tekorten door de provincies bijgepast worden.

thierry debels

Godsdienst(en) en gemeenschapsgeld: voor wat hoort wat!

Dat de invloed van de islam in onze samenleving hand over hand toeneemt, staat als een paal boven water. Niet alleen is er een onophoudelijke toestroom van vreemdelin- gen die moslim zijn, er is ook een groeiend aantal moskeeën én een almaar explicie- tere aanwezigheid van moslimgewoonten en –tradities in onze Vlaamse samenleving.

Nadat de rooms-katholieke praktijken en invloeden langzaam zijn weggesijpeld uit zowat alles, sijpelt een andere godsdienst bin- nen op een indringende en bijwijlen opdringe- rige manier die weinig ruimte laat voor wie het er niet mee eens is. Voorbeelden in het buiten- land doen op zijn minst de wenkbrauwen fron- sen. Denk maar aan pleidooien voor de invoe- ring van de sharia.

Met de paplepel

Vlaams Parlementslid en tevens Vlaams Belangvoorzitter Tom van Grieken ziet die evo- lutie met lede ogen aan en houdt niet op om met zijn partij Vlaanderen te waarschuwen voor wat ons over afzienbare tijd te wachten kan staan, én te wijzen op de verantwoorde- lijkheid van de machtspartijen die met woor- den wel belijden verontwaardigd te zijn over

‘bepaalde evoluties’, maar in hun beleid maar laten begaan en zelfs nog faciliteiten verlenen en geld besteden om het de nieuwe geloofs- belijders niet te moeilijk te maken. Van Grieken beseft dat een levensbeschouwing of een reli- gieuze overtuiging altijd met de paplepel wordt meegegeven. Hij vroeg zich dan ook af hoe het staat met de plaats van de islam in het onder-

wijs. Daarom vroeg hij Vlaams minister Crevits naar cijfers. Toen hij die onder ogen kreeg, was hij niet weinig verbaasd: het aantal leerlingen dat islamles volgt in het Vlaamse onderwijs, is in vijf jaar met een derde toegenomen! En:

de islam is in het secundair Gemeenschaps- onderwijs al even groot als het katholicisme.

Hij vraagt zich af: moeten we een godsdienst die haaks staat op onze eigen waarden blijven financieren?

Duidelijke cijfers

In het schooljaar 2012-2013 volgden 49.265 kinderen islamonderricht in onze Vlaamse scholen. In het huidige schooljaar 2017-2018 is dat aantal toegenomen tot 66.217. Ook het aantal door de Vlaamse overheid betaalde islamleerkrachten is gestegen. In het school- jaar 2012-2013 waren er 647 islamleerkrach- ten werkzaam in het Vlaamse onderwijs, maar in het lopende schooljaar is hun aantal reeds gestegen tot 859, een toename op vijf jaar met een derde (32,8 procent).

Van de 893.727 leerlingen die in het basis- of secundair onderwijs een levensbeschouwe- lijk vak volgen, volgen er dit schooljaar (in aflo- pende volgorde van aantal leerlingen) 699.100

het vak katholieke godsdienst (78,22 procent), 116.924 niet-confessionele zedenleer (13,08 procent), 66.217 islam (7,41 procent), 7.314 protestantisme (0,82 procent), 2.120 Israëliti- sche godsdienst (0,24 procent), 2.010 ortho- doxe godsdienst (0,22 procent) en amper 42 anglicaanse godsdienst. Dat zijn de zoge- naamde ‘erkende godsdiensten of levensbe- schouwingen’.

In absolute aantallen is het aantal leerlin- gen dat katholiek onderricht volgt tegenover vijf jaar geleden licht gedaald. In het school- jaar 2012-2013 volgden nog 702.330 leerlingen katholiek onderricht in Vlaamse scholen. Dat zoveel leerlingen katholiek onderricht volgen, heeft echter te maken met het grote overwicht van het katholieke vrij onderwijs in Vlaande- ren, waar in de meeste scholen bijna uitslui- tend katholiek onderricht wordt aangeboden.

In het vrij onderwijs volgt 98,92 procent van de leerlingen katholieke godsdienstlessen. Of die godsdienstlessen nog op de golflengte ‘van Rome’ zitten en nog gericht zijn op godsdienst- beleving en inwijding in de riten, is een andere vraag. Bij de islam is dat laatste duidelijk wél het geval.

In het Gemeenschapsonderwijs ligt de situa- tie heel anders. Daar is de islam in opmars. Het populairste levensbeschouwelijke vak in het Gemeenschapsonderwijs is de niet-confessi- onele zedenleer met 70.758 leerlingen (44,59 procent) tegenover 46.432 voor de katholieke godsdienst (29,26 procent) en 36.359 voor de islam (22,91 procent). Opvallend is dat in het gewoon voltijds secundair onderwijs het aan- tal leerlingen dat islam volgt met 17.606 leerlin- gen (21,84 procent) bijna even groot is als het aantal leerlingen dat katholieke godsdienst- lessen volgt (18.439 leerlingen of 22,87 pro- cent). In het officieel gesubsidieerd onderwijs (het gemeentelijk en provinciaal onderwijs) tot slot is het katholiek onderwijs met 62.362 leerlingen (45,10 procent) het grootst voor de niet-confessionele zedenleer met 45.020 leer- lingen (32,56 procent) en de islam met 27.551 leerlingen (19,92).

Moet er nog geld zijn?

Van Grieken stelt dat we op die manier de niet-integratie en de islamisering van onze

samenleving met ons eigen belastinggeld financieren. Bovendien is er van overheids- wege nog steeds geen enkele controle op wat in de lessen islam op school verteld wordt. Het zijn namelijk enkel de bevoegde instanties van de erediensten die hierop controle uitoefenen.

Een gevaarlijke situatie.

Daarom pleit hij voor een afschaffing van het levensbeschouwelijk onderricht in het offici- eel onderwijs, dat wil zeggen in het Gemeen- schaps-, het gemeentelijk en het provinciaal onderwijs. De overheid moet dat niet langer betoelagen, meent hij. En zoals hij het stelt, gaan alle levensbeschouwingen voor de bijl.

Een beter pleidooi

De stelling van Van Grieken is te begrijpen, gelet op zijn groeiende bezorgdheid over de toenemende en verontrustende aanwezigheid van de islam in onze samenleving. Het stopzet- ten van de betoelaging houdt echter een groot gevaar in: de geloofsgemeenschappen zouden na zo’n maatregel er kunnen aan denken zelf scholen te gaan oprichten om hun godsdienst alsnog te kunnen belijden en te bestuderen.

Of die “eigen” scholen beter op integratie zul- len gericht zijn, durven we sterk te betwijfe- len. Gesegregeerd onderwijs werkt een nieuwe verzuiling in de hand die elke vorm van integra- tie en samen-leven (met koppelteken) tegen- staat. Bovendien, als zij vrije scholen oprich- ten – wat perfect kan -, zullen ook zij kunnen betoelaagd worden. Tenslotte wordt het katho- liek onderwijs als sterkste speler binnen het vrije net ook gesubsidieerd.

Zou Van Grieken niet beter een sterk plei- dooi houden om religies een waterdicht enga- gement te laten nemen om onze westerse nor- men en waarden te onderschrijven alvorens zij gesubsidieerd worden binnen het officieel onderwijs (ingericht door de overheden), én voor een controle van overheidswege op de inhoud van de lessen?!

Wie geld van de overheid ontvangt, moet immers eerst de spelregels van de samenle- ving willen naleven en kan toch geen bezwaar hebben dat dat ook gecontroleerd wordt?! Het gaat om veel geld van de gemeenschap. Voor

wat hoort wat… KVdP

Binnenkort, de boerkabus?

(3)

Actueel

12 april 2018 3

Noodklokluidster

Mevrouw de verontruste,

Naar aanleiding van de opkomst en de bedenkelijke standpunten van de partij

‘Islam’ en de beweging ‘Be One’ van Abou Jahjah, met pleidooien voor de naleving van de shariawetgeving, maar ook een rijschool exclusief voor vrouwen, en tal van vrouwon- vriendelijke toestanden in de moslimwereld die onze samenleving binnensijpelen, hebt gij een lang bericht de wereld in gestuurd. Gij zijt daarvoor goed geplaatst, want als staats- secretaris met een migratieachtergrond wordt er veel meer naar u geluisterd dan naar snoodaards die reeds jaren als roepen- den in de woestijn waarschuwen voor toe- standen die haaks op onze westerse waar- den staan én die de zaken allang bij naam hebben genoemd. Maar zodra het woord islam valt, kijkt iedereen altijd de andere kant op, omwille van een ongehoord naïeve tolerantie tegenover nieuwkomers die even- zeer als wij ‘mochten denken wat ze wilden en het geloof mochten belijden dat ze wil- den’. Er werd altijd meteen gerelativeerd, dat het allemaal niet zo erg was als som- mige ‘doemdenkers’ het voorstelden. Vooral de linkse partijen liepen daarbij voorop, in de hoop die nieuwkomers voor hun politieke kar te kunnen spannen en hen hun verloren stemmen te doen compenseren.

Gij zegt zeer terecht: “De partij ‘Islam’ is het topje van de ijsberg. Het is wat boven het wateroppervlak uitsteekt en wat we terecht met duidelijke woorden veroordelen. Maar het fundament is de ijsberg er onder. En die laten we te vaak ongemoeid in het publieke debat en de politiek.” Gij waarschuwt ook meteen: “Het wordt echter hoog tijd dat we beseffen dat islam voor velen niet louter een religieuze belevenis is. Maar een maatschap- pijvisie die haaks staat op de normen en waarden die wij hier koesteren. Zolang we dat niet onder ogen zien, zal de ijsberg blij- ven groeien. Net als de pieken boven de waterlijn.”

En aan het einde van uw lange betoog – waarin gij overigens nog eens wijst op het religieus-politieke gevaar van Turkije – doet gij zelfs een oproep: “Het is onze plicht om de democratie en de mensenrechten te ver- dedigen. Niet om ze uit te verkopen of er de lieve vrede mee af te kopen. Dan graaf je je eigen graf. Laat ons integendeel initiatieven nemen om de democratie te wapenen.” Het is inderdaad vijf voor twaalf om nog snel iets fundamenteels te ondernemen om Vlaande- ren te redden van religieus fanatisme, reli-

gieuze intolerantie en religies die segrega- tie voorstaan, in dit geval tussen mannen en vrouwen. Ik wil wel, mevrouw de gedreven staatssecretaris. Maar ik heb toch enkele kri- tische bemerkingen.

Uw partij – onder andere – maakt nu groot misbaar over de opmars van de radicale islam in onze samenleving, maar tegelijk doen uw vooral Vlaamse ministers erg mee- gaand ten aanzien van radicale Koranscho- len, de hoofddoekenkwestie, trouwstoeten met onbehoorlijk gedrag, de subsidiëring van moskeeën pro-Erdogan, pro-Milli Görus en pro-Dyanet, gescheiden zwemmen en halalvoeding op scholen en elders…

Alle politici die vele jaren alles hebben gefaciliteerd voor de islam en alle waarschu- wingen in de wind sloegen, struikelen nu over elkaar in het uiten van hun afschuw over het standpunt om vrouwen en mannen apart op de bus te laten plaatsnemen. Hilarisch!

Meer nog: dagelijks worden nieuwe poten- tiële kiezers voor de partij ‘Islam’ dit land binnengelaten. De gezinsherenigingen blij- ven doorgaan en de grenzen blijven open.

Ook de dubbele nationaliteit wordt maar niet afgeschaft. De ijsberg blijft gestaag aan- groeien…

Tja, beste Zuhal, gij zult het toch met mij eens zijn dat het niet de schuld is van dege- nen die al jaren met hun volle politieke gewicht aan de noodrem trekken en dat luid verkondigen, maar wel van al degenen uit vorige regeringen, maar ook uit de huidige, die het nooit nodig vinden om effectief paal en perk te stellen aan deze binnensluipende bedreiging van onze normen en waarden, van de vrijheden waarvoor onze voorouders zo gevochten hebben, van de open en tole- rante samenleving die wij allen koesteren.

Als gij wilt dat de democratie en de men- senrechten worden verdedigd en dat de voe- dingsbodem voor terreur en religieuze onver- draagzaamheid wordt weggenomen, zal er meer moeten gebeuren dan wat straffe ver- klaringen af te leggen die weliswaar goed klinken, maar elke daadkracht missen omdat de inconsequentie van zoveel politici verplet- terend is. Nu er verkiezingen in aantocht zijn, zijn de verhalen straf en sterk. Maar de bur- ger, die stilaan een vreemde wordt in zijn eigen buurt en steeds meer rekening moet houden met religieuze praktijken van een uitheemse godsdienst, heeft zijn buik ervan vol. Hou daar toch maar rekening mee!

Briefje aan Zuhal Demir

Verkrachting als familiale verzoening?

Het is in de confrontatie met bepaalde geweldfenomenen dat wij de diepte van de kloof kunnen ervaren tussen verschillende landen, volkeren en culturen op deze wereld.

En toch blijft de lobby van de multicultuur volhouden dat honderden verschillende nati- onaliteiten allemaal vestigingsrecht moeten krijgen in Europa, in Vlaanderen.

De Pakistaanse politie heeft op 27 maart 2018 een tiental mannen opgepakt. Het motief van de arrestatie was een ‘wraakverkrachting’

die zou hebben plaatsgevonden in Toba Tek Singh, een stad in de Punjabprovincie, zo’n 300 km ten zuidwesten van Lahore.

Het verhaal startte met de verkrachting van een zestienjarig meisje door een zekere Wasim Saeed. De verkrachter werd gevat, en door de bevolking bijna ter dood gebracht; de buurt was aan het overkoken. De familie van het slachtoffer en familie van de dader zijn in overleg met elkaar gegaan, en kwamen tot een bijzonder eigenaardige oplossing: de twee partijen kwamen overeen zich met elkaar te verzoenen, op voorwaarde dat de zus van de verkrachter het voorwerp zou uitmaken van een ‘wraakverkrachting’.

Tradities, blijkbaar

Uiteindelijk is de familie van Wasim Saeed ermee akkoord gegaan dat eender welke vrouw uit de eigen familie kon worden verkracht. Een vrouw van 40 jaar werd uiteindelijk als ‘wraak’

door de broer van het verkrachte meisje ver- kracht. Daarop hebben de twee families een geschreven akkoord opgesteld, om zo het inci- dent te sluiten. Onder de tien gearresteerden

zitten dan ook enkele leden van de dorpsraad, ouderen, enzovoort, die deze bijzondere ver- zoeningsmethode hebben bekrachtigd, naar verluidt een aloud gebruik in centraal Pakistan.

Niet het eerste geval, niet het laatste

Het is maar omdat het bericht via een lid van de lokale politie naar hogerhand is doorgesij- peld, dat uiteindelijk besloten werd een onder- zoek te starten naar de ondertekenaars en opstellers van de schriftelijke overeenkomst.

Want hoewel deze praktijken wettelijk verbo- den zijn in Pakistan, worden ze nog aan de lopende band op papier gezet, en uitgevoerd.

Zo deed Amnesty International – als het goed is, zeggen we het ook – in 2017 een drin- gende oproep aan de Pakistaanse overheid om aan dit soort praktijken een einde te stellen.

Met weinig succes, zo blijkt.

Men denkt door deze verkrachtingszaak onmiddellijk aan de méér dan 1.000 Engelse meisjes en jonge vrouwen die in Rotherford en andere Britse steden het slachtoffer wer- den van verkrachtingen en ander zwaar seksu- eel misbruik. Toeval of niet, het ging om Paki- staanse bendes.

Pietvan nieuwvliet

Winst voor Orbán zou de ogen moeten openen

Premier Viktor Orbán is met zijn regerende Fidesz-partij de grote winnaar geworden van de Hongaarse parlementsverkiezingen. Het zoveelste signaal dat de kritiek op een te tolerant migratiebeleid én de bemoeizucht van de EU gestaag toeneemt. Progressie- ven blijven de kiezers die kant opjagen die ze net krampachtig willen afsluiten. Ze gaan er electoraal uiteindelijk zelf aan ten onder.

De 54-jarige Orbán voerde een harde cam- pagne met dat thema. En tegen de steen- rijke Hongaars-Amerikaanse multimiljonair George Soros, die beschouwd wordt als de grote “sponsor” van links verzet in Hongarije.

Fidesz kreeg bijna de helft van de stemmen (48,6 procent), maar 133 van de 199 zetels in het parlement. Goed voor een tweederde- meerderheid, nodig om de grondwet te wijzi- gen. Geen enkel kiesstelsel is perfect, maar het Hongaarse geeft een duidelijk voordeel aan de grotere of grootste partij. Maar Orbán wordt nog maar eens premier en op zijn hoge score (bijna 50 procent) valt weinig af te dingen.

Dat zal bij links voor frustratie en tandenge- knars zorgen, niet alleen omdat Orbán alweer won, maar ook omdat hij scoorde bij een zeer hoge opkomst, liefst 70 procent. Het stemt tot nadenken dat het gretig in beeld gebrachte

“burgerprotest” - progressieve studenten mani- festeerden in Boedapest tegen de ‘Victator’ – door de kiezers tot het gekraai van een kleine minderheid wordt herleid.

Andere partijen

Nog vervelender voor links is dat de nog heel wat radicalere partij Jobbik zo’n 20 pro- cent van de stemmen behaalde, goed voor een tweede plaats met 26 zetels (+3). Jobbik (Beweging voor een Beter Hongarije, °2003) noemt zichzelf conservatief en patriottisch, maar wordt door velen fascistisch en antisemi- tisch genoemd. Wie Jobbik even googelt, komt terecht op prentjes vol geüniformeerde man- nen, hier en daar afgewisseld met wat blauwe ogen. Zelfs Marine Le Pen en Tom van Grie- ken houden afstand van dit soort radicalisme.

De centrum-linkse Socialistische Partij (MSZP) staat met amper 12 procent op 20 zetels, vijf minder dan bij vorige verkiezingen.

De Groene LMP won drie zetels (van 5 naar 8), maar blijft met minder dan 7 procent een erg kleine partij. Alle andere partijtjes, vooral euro- fiele, blijven steken op hooguit een paar zetels.

Vanwaar dat succes van Orbán? Als kopman van Fidesz (Hongaarse Burgerunie) reed hij een stevig parcours. Hij werd in West-Europa een bekende politicus toen hij in 2016 aan de grens met Servië en Kroatië een hek liet bou- wen tegen de massale instroom van migranten.

“Migratie is als roest dat langzaam maar zeker Hongarije opslokt”, zei hij vorige week. Blijk- baar is hij niet de enige die daar zo over denkt.

Met succes liet hij de Hongaren al bij referen- dum zijn grenzenbeleid steunen.

Europa

Een tweede stevige invalshoek van Orbán is zijn weerbarstigheid tegenover een veel te bemoeizuchtige EU, niet alleen wat migra- tie betreft. De eurosceptici zijn ook in andere Oost-Europese landen aan de winnende hand.

Reken daar de recente verkiezingen in Oos- tenrijk en Italië bij en je weet dat de EU alleen overleeft als ze rekening houdt met de kracht van een aanwakkerende conservatieve wind…

In Boedapest stelden eerder dit jaar samen met Hongarije ook Polen, Slovakije en Tsjechië (de Visegrad-groep) dat de Europese Commis- sie zich niet te veel moet bemoeien met hun zaken. Ze gaan voor “soevereine” landen en

“vrijwillige samenwerking”.

Radicaal-rechts

Orbán krijgt ook steun in West-Europese lan- den. Radicaal-rechts in West-Europa haastte zich. Er waren felicitaties van PVV-leider Geert Wilders en Marine Le Pen van het Rassem- blement National. Beatrix von Storch van AfD sprak van “een trieste dag voor de EU, maar een mooie dag voor Europa”, Nigal Farage (UKIP) had het over “een nachtmerrie voor EU”. Tom van Grieken (VB) noemde Orbán “een voor- beeld voor Vlaanderen”.

Kritiek

Krampachtig lijkt dan ook de eerste kritiek die opsteekt in linkse hoek. Drie voorbeelden van haastige oprispingen bij slechte verliezers.

Een: de oppositie zou “de meerderheid”

hebben behaald in de hoofdstad Boedapest.

Politieke nonsens, want “de oppositie” is niet meer dan een betekenisloos amalgaam par- tijen van extreemlinks tot extreemrechts.

Twee: het wijdverspreide nieuws dat Orbán

“zich persoonlijk zou hebben verrijkt” via vast- goedprojecten nabij het Balatonmeer. Is dat al bewezen? Het maakte dan toch weinig indruk op de Hongaarse kiezers. En drie: Fidesz zou ook “verloren hebben bij jongeren”? Et alors…

Een mens blijft natuurlijk niet jong. Wie zich in kritiek op de afvalligen uit Oost-Europa onder- scheidde, is Guy Verhofstadt, leider van de libe- rale ALDE-fractie in het Europees Parlement.

Verhofstadt richtte zijn pijlen op Europese partijen die Orbán tolereren in hun Europese Volkspartij (Orbán zetelt er naast christende- mocraten van CDA, CD&V, naast Merkel en Juncker).

Dreigementen van onder meer EU-commis- saris Frans Timmermans over het tijdelijk afne- men van het Poolse stemrecht in de EU, en het inroepen van Artikel 7 door de Europese Commissie van voorzitter Jean-Claude Juncker werkten duidelijk averechts, ook op de Oost- Europese publieke opinie. Hongarije liet met- een weten een veto te zullen uitspreken tegen zo’n stemprocedure.

Heeft de EU een toekomst?

De EU zal ermee moeten leren leven dat Orbán niet alleen staat met zijn standpunten over immigratie en Europa. Niet in eigen land, niet in Oost-Europa, niet in West-Europa.

“Jongeren in West-Europa zullen meemaken dat ze een minderheid in eigen land worden”, is een van de slogans waarmee Orbán in Honga- rije scoort. Wie de demografische ontwikkelin- gen in de meeste West-Europese steden volgt, kan moeilijk ontkennen dat het die kant uit- gaat. Dat Orbán daarbij romantisch-nationalis- tische demagogie hanteert, is juist: “Het vader- land heeft jullie nodig. Hongaren, hijs de vlag, en vecht voor de Hongaarse vrijheid!” Veel nati- onalistischer kan men zich moeilijk opstellen.

Maar Orbán staat waar hij staat. En zijn beleid staat voor soevereiniteit. Zijn partij Fidesz zal zich ook bij de Europese verkiezingen van 2019 bij de EVP voegen, want ze hebben hem daar nodig. “Het is waar dat we aan de rechterkant van die politieke stroming staan… De EVP is een grote tent, waarbinnen onze partij ook een plaats heeft”, stelt hij laconiek.

Afwachten hoe dapper Jean-Claude Juncker, Marianne Thyssen en andere CD&V’ers – ook behorend tot de EVP – op één jaar van de ver- kiezingen een vuist zullen maken naar Orbán.

Commentaren

Gaat links het zo stilaan leren dat het moet bijsturen? Er zijn wel meer signalen die erop wijzen dat sommigen daar inzien dat ze iets te haastig waren in hun multiculturele pro- gressiviteit.

Ze raken hun kiezers kwijt. Toch zal het nog wel even duren. Geraken ze er nog “wijs” uit?

The Guardian heeft het na Orbáns overwin- ning over “xenofobische retoriek, direct gericht tegen vluchtelingen”, NRC noemt Orbán een

“nationaal-conservatief”, De Standaard spreekt over “de rechtspopulist”. Libération houdt het bij “soevereinisten”… Makkelijk is het niet.

anja Pieters

(4)

Twee vliegen

Het gebeurt niet vaak dat liberalen met ori- ginele ideeën voor de pinnen komen. Toch maakt staatssecretaris Philippe de Backer hierop de spreekwoordelijke uitzondering.

Als staatssecretaris voor Bestrijding van Soci- ale Fraude is hij voor een slimme kilometer- heffing voor vrachtwagens. Zo zouden trucks

‘s nachts aan een lager tarief moeten kun- nen rijden en wil hij de strijd tegen de soci- ale dumping in de transportsector efficiënter voeren. Vrachtwagens moeten sinds 2016 een kilometerheffing betalen per gereden kilome- ter. Om die reden moeten vrachtwagenchauf- feurs in het bezit zijn van een boordcomputer die alle afgelegde kilometers registreert. Het probleem met de huidige kilometerheffing ligt erin dat iedere vrachtwagenchauffeur onaf- hankelijk van het moment van de dag even- veel heffingen dient te betalen. Dat is volgens De Backer “niet logisch”. “Als vrachtwagens

‘s nachts bijvoorbeeld minder zouden moe- ten betalen, dan heeft dat meteen een goed effect op het fileprobleem”, stelt hij. Daarnaast zijn volgens de bewindsman de gegevens van de kilometerheffing relevant voor de sociale inspectie. Zo kan men daar onder meer uit afleiden hoelang een chauffeur achter het stuur zit. Dat is dan weer nuttig voor de con- trole op de rij- en rusttijden. De staatssecre- taris heeft een wetsontwerp klaar dat in een automatische uitwisseling van gegevens voor- ziet, want een efficiëntere bestrijding van soci- ale dumping is volgens De Backer geen luxe.

Zo is er tot op heden nog steeds “enorm veel sociale dumping in de transportsector”, vol- gens de staatssecretaris.

“Vaak worden de rij- en rusttijden niet gerespecteerd en rijden buitenlandse trucks meer ritjes na elkaar in ons land dan toegela- ten”, stelt hij, en daarom wil hij twee vliegen in een klap vangen: de gegevens van de kilome- terheffing gebruiken om ervoor te zorgen dat die regels wel worden opgevolgd. Meer nog:

het zou 25 miljoen extra inkomsten uit sociale fraude moeten opbrengen. Geen slecht idee.

Om over na te denken.

Nieuwe Belgen in bulk

Er bestaan verschillende procedures om de Belgische nationaliteit te verwerven. Een van deze procedures is de naturalisatie die uitein- delijk verleend wordt door de Kamer van volks- vertegenwoordigers. Zo’n stemming gebeurt altijd ‘geheim’. Daarbij krijgen de Kamerleden een dik boek met alle kandidaten, dat ze dan in de stemurne steken. Op die manier stemt men voor alle kandidaten tegelijk.

Filip Dewinter (VB) vroeg bij minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon even op hoe- veel nieuwe Belgen er zo de jongste jaren zijn bijgekomen. Toen hij de cijfers onder ogen kreeg, viel hij net niet van zijn stoel. In 2017 werden er zo niet minder dan 36.589 nieuwe Belgen bij gecreëerd. Dat is 14,9% meer dan de 31.835 vreemdelingen dan het jaar ervoor. Deze 36.589 nationaliteitsverwervin- gen gebeurden voor het grootste deel via de procedure van toekenning (34,16%) of ver- krijging (56,68%) van de Belgische nationali- teit en veel minder door naturalisatie (9,09%).

51,8 procent situeert zich bovendien in Vlaan- deren… Filip Dewinter: “Bij de wetswijziging in 2012, waarbij de procedures om Belg te

Roddels uit de Wetstraat

Dossier 12 april 2018

4

worden op een aantal vlakken werden gewij- zigd en zogezegd verstrengd waren, werd toen gezegd dat dit het einde was van de snel- Belg-wet die in 2000 door Guy Verhofstadt was ingevoerd.

Wanneer ik echter de naakte cijfers bekijk, dan kan ik alleen maar vaststellen dat daar niet veel van aan is. Tijdens de periode van de snel-Belgwet, van 2000 tot 2011, werden er jaarlijks gemiddeld 36.166 vreemdelingen tot Belg gebombardeerd; vandaag zitten we terug aan dat cijfer en dan gaat het hier nog om een minimalistische benadering van het fenomeen.

Het is nog altijd uiterst gemakkelijk om Belg te worden in dit land. De snel-Belgwet is terug van nooit weggeweest.” Hallo, Jan en Theo? Is Dewinter uit zijn nek aan het kletsen? Of hou- den jullie het zoals steeds gewoon op “geen commentaar” als een lastige VB’er een duide- lijke, maar even lastige vraag stelt?

Denkwerk

Hendrik Vuye en Veerle Wouters (beiden ex- N-VA) zitten met hun tweemansfractie in de Kamer niet stil. Niet alleen stellen ze elke week vragen in de plenaire vergadering en dienen ze wetsvoorstellen en moties in, ze houden zich ook bezig met ernstig studiewerk. Zo mochten we vorig jaar een bijzonder helder boek over de ‘vergrendeling’ van de Belgische politiek van hun hand lezen, dat door vriend en vijand grondig werd besnuffeld.

Binnenkort verschijnt een nieuw boek, opnieuw over een heikel ‘Belgisch’ thema:

Brussel. Het is nog even wachten met welk Brussel-model ze voor de pinnen gaan komen, maar dat er ernstig denkwerk geleverd is dat voer voor discussie zal zijn in de Vlaamse Beweging en daarbuiten, staat als een paal boven water. Het meest recente Brussel-model lazen we bij Gerolf Annemans, in zijn boek ‘De Ordelijke Opdeling’. Benieuwd of er overeen- komsten zijn, of compleet nieuwe invalshoe- ken. Het is altijd leuk als parlementsleden hun gedachten bundelen in een boek; ook daar- mee voeden ze het politieke debat.

Wat links was rechts werd

Daarover later meer. Nu eerst iets over een paar ervaringen met interviews. Mijn eerste televisie-interview ben ik nooit ver- geten. De geïnterviewde was Nathalis de Bock in Vilvoorde. Deze vroegere socialis- tische vakbondsbonze vertegenwoordigde het latere ABVV bij de onderhandelingen over een sociaal pact na de bevrijding. Dat resulteerde onder meer in de verplichte werkloosheidsverzekering.

De Bock beklemtoonde dat één van de belangrijkste eisen van zijn vakbond de dagelijkse controle op werklozen was, want ze leefden (tijdelijk) op kosten van de bij- dragen van hun medearbeiders. Dat was 35 jaar geleden een zeer links standpunt, en wordt nu door het huidige pseudolinks als (extreem)rechts betiteld. Overigens, de socialistische vakbond - de latere perma- nente oppositietraditie getrouw - weigerde het pact te ondertekenen. Sta me een zij- sprongetje toe. Op een congres van de soci- alistische vakbond van de VRT in de jaren tachtig nam kameraad Jaklien Caenberghs het woord. Ze hekelde de vraag van de chris- telijke vakbond voor een extra toelage voor vrouwen met kinderen. Ze haalde tenslotte het ultieme argument van stal. Wisten de kameraden dat er in nazi-Duitsland een spe- ciale decoratie bestond voor moeders met veel kinderen? Wisten de kameraden dat die de “Kaninchenorde” genoemd werd?

De zaal loeide van plezier en verwierp dat ACV-voorstel. Tien jaar later eiste diezelfde bende komedianten dat men respect zou tonen voor de aanhangers van de moham- medaanse ideologie voor wie een vrouw een halve mens en een hele broedmachine is.

De professional

Naast mijn televisiewerk had ik een radio- tuintje dat ik graag bewerkte, want daar had je geen heel team bij nodig. Mijn eer- ste radio-interview was met de bekende Nederlandse criticus Kees Fens; niet goed- koop, want Nederlanders scheep je niet af met een paar centen. Ik reed naar Amster- dam gewapend met mijn zware Nagra-recor- der en interviewde Fens over de receptie van literaire teksten.

Met Nederlandse vlotheid praatte hij mijn tape een halfuur vol en dat vond hij zelf nogal weinig voor zijn geld. Ik draaide de band om en hij vertelde nog wat grappige anekdotes over zijn bezoeken aan boeken- winkels. Thuis ontdekte ik dat, in tegenstel- ling tot een gewone bandopnemer, mijn Nagra niet recto verso opnam. Die grapjes van Fens hadden mijn hele ernstige inter- view uitgewist. Van de nood een deugd gemaakt, en dan maar die verhaaltjes uit- gezonden. En van meerdere mensen geluk- wensen gekregen dat ik geen intellectuele zever had uitgezonden.

Ik heb veel interviews afgenomen, maar één reeks herinner ik me bijzonder, toen allerlei mensen hun mening mochten zeg- gen over “le roi Baudouin” ter gelegenheid van een of andere verjaardag van zijn troons- bestijging. Ik ging op de koffie bij Manu Ruys in de Londenstraat in Zeebrugge, en Ruys praatte niet alleen, hij zei ook interessante dingen. Gewezen eerste minister Leburton bood ons op zijn PS een prachtige lunch aan bij de Italiaan en een grote fles wijn voor mij in het bijzonder. Paul van den Boeynants was de charme zelf. Stipt op het afgesproken uur ontving hij mij en mijn team en kwam me tegemoet met: “Mijnheer Neckers, wat een genoegen u eindelijk te ontmoeten.”

Ik ben er zeker van dat hij twintig secon- den eerder aan zijn secretaresse de naam van die journalist vroeg, die voor zichzelf vijf keer uitsprak en me toen ontving. Een paar jaar later had ik hem weer nodig voor een programma over de verbeulemansing van Brussel. Hij kwam me tegemoet met de woorden “wat een genoegen u weer te zien”. Ongetwijfeld had zijn secretaresse hem een minuut eerder verteld dat hij mij, volgens haar steekkaarten, al eens gezien had: op en top een professional. Overigens

deed hij wel de uitspraak die het motto van het programma werd: “Ek haaf (houdt) van Brussel. Da kunde nie in ’t Frans zeggen.”

Ik sprak ook met ex-minister Hendrik Fayat over zijn jeugd in Molenbeek. Een echte soci- alist, want de man was boos toen ik wei- gerde (ex-)politici een ereloon te betalen, zoals hij eiste.

The high and the mighty

Geloof niet te vlug de journalisten die bluffen over hun diepgaande gesprekken met “the high and the mighty”. In Washing- ton interviewde ik ooit Zbigniew Brzezinski, de opvolger van Kissinger en ondanks zijn 90 jaar nog altijd een autoriteit van de Ameri- kaanse buitenlandse politiek.

Brzezinski kwam dertien keer aan het woord in mijn programma, en toen mijn KUL-adviseur het zag, zuchtte hij dat hij er alleen maar kon van dromen ook eens een paar uur met zo’n topper door te brengen.

Eerst toen vertelde ik hem dat mijn team onze huurauto niet ver van Brzezinski’s kan- toor had geparkeerd. Ik stuurde hen al voor- uit en zocht inmiddels naar geld in mijn jas- zak voor de parkeermeter en vloekte toen ik maar één quarter (25 dollarcent) vond; goed voor een kwartier en dus waarschijnlijk een bekeuring. Gauw dat kantoor binnen waar de grote man meteen verscheen.

Dertien vragen gesteld en evenveel rele- vante antwoorden gekregen en weer buiten.

Er stond nog één minuut op de meter. Mijn spraakmakendst interview nam ik af voor

’t Pallieterke. Vlaams volksvertegenwoordi- ger Demesmaeker verklaarde dat coalities met het Vlaams Belang noodzakelijk waren om de francofonen na de gemeenteraads- verkiezingen van 2006 uit de colleges in de Vlaamse Rand te houden. Prompt vorderde VRT-journalist Siegfried Bracke de toen nog volumineuze voorzitter van de N-VA op naar de studio om die mogelijke schending van de schutskring te verklaren. De Wever maakte er zich vanaf met wat onvriendelijkheden over dit blad en Bracke counterde met: “Dit is wel het staatsblad van het Vlaams-natio- nalisme.” Onze vorige betreurde hoofdre- dacteur Leo Custers zei me dat hij dagen- lang getwijfeld had om dat “staatsblad” als ondertitel op de voorpagina te zetten.

De Wever mailde me later dat hij afstand nam van dit blad, maar voor mijn artikels maakte hij een uitzondering. “Als ik dat niet geloof, maakt hij me wel iets anders wijs”, dacht ik.

Mbeki

En dan waren er die interviews in Zuid- Afrika voor een vierdelige reeks over de geschiedenis van dat land. Neen, ik was niet geïnteresseerd in een gesprek met de crimi- nele Madikizela (Winnie), die toch maar een hoop clichés en leugens zou verteld heb- ben. Ik vroeg onze toenmalige correspon- dent Sibolt van Ketel een afspraak te maken met een topper van het ANC. Hij meldde dat ik kon kiezen tussen de bejaarde voorzit- ter of de jonge ondervoorzitter en toekom- stige leider.

Zelfzeker vond ik die ouwe zeur met zijn zeemzoete praatjes niet interessant genoeg.

Het werd dus een interview met Thabo Mbeki in de Shell-building in de Kerkstraat in Johannesburg, waar het ANC lang zetelde.

De latere president van Zuid-Afrika (1999- 2008) was enigszins verbouwereerd toen de journalist maar doorvroeg over die cri- minele ANC-actie om de scholieren liever permanent op straat te laten demonstreren dan hen naar school te zenden.

Tegenspraak was hij niet gewoon van een Europese journalist (waarschijnlijk dezelfde verbaasde reactie vandaag bij een Pales- tijn, Marokkaan, Turk, homo, transgender, enzovoort, als je niet meteen hun gewee- klaag gelooft). Maar het was een interes- sant gesprek. Die ouwe zeur met zijn zeem- zoete praatjes die ik niet belangrijk genoeg vond om voor mijn camera te defileren, was

… Nelson Mandela.

Jan neckers

Interviews

Toen ik het overlijdensbericht las van Madikizela (Winnie, ex-Mandela), moest ik terugdenken aan een interview dat ik afnam in Zuid-Afrika.

(5)

Actueel

12 april 2018 5

Planbureau ziet vooral bevolkingstoename in Vlaamse Rand

Vorige week schreven we over de aanhoudende instroom van Brusselaars in Vil- voorde, onder meer ten gevolge van de relatief lage woonprijzen in de Zennestad. Het federale Planbureau, dat de overheden regelmatig cijfermateriaal bezorgt over de eco- nomische en demografische verwachtingen, voorspelt dat de bevolkingsmigratie naar de Vlaamse Rand nog zal toenemen. De komende vijftig jaar zou de bevolking in de Vlaamse Rand zelfs sneller toenemen dan de Brusselse.

Lagere bevolkingsgroei in Brussel

De cijfers zijn echt opmerkelijk. De voorbije vijf jaar (van 2012 tot 2017) steeg de Brusselse bevolking met 52.750 inwoners, wat neer- komt op een gemiddelde jaarlijkse toename met meer dan 10.500. Het Planbureau voor- ziet voor de komende tien jaar een afname van de groei: de Brusselse bevolking zou nog met ruim 6.000 inwoners per jaar groeien. Nadien zou dit verder afzwakken tot minder dan 5.000 per jaar. Tegen 2070 (en dat is verre toekomst) zou Brussel stijgen met ruim een kwart mil- joen, zodat het Brussels Gewest tegen dat jaar 1,46 miljoen inwoners zou tellen, tegenover 1,2 miljoen vandaag.

Voor Halle-Vilvoorde voorspelt het Planbu- reau een (in verhouding) veel forsere toename van de bevolking. De voorbije jaren was die

groei al beduidend hoog. Tussen 2012 en 2017 was er een stijging van 604.000 naar 627.000, dus een jaarlijkse toename met 4.600 men- sen. Voor de komende tien jaar ziet het Plan- bureau dit stijgen tot 4.800 per jaar en voor de komende vijftig jaar verwacht men een gemid- delde toename van 5.100 inwoners. Wat bete- kent dat de bevolking van Halle-Vilvoorde tij- dens de volgende halve eeuw zal toenemen met maar liefst 270.000 mensen (van 627.000 naar 897.000). Dit komt neer op een bevol- kingstoename van maar liefst 43 procent!

Demografische explosie

Deze cijfers zeggen nog niets over de demo- grafische evolutie die zich zal voltrekken. De jaarlijkse instroom vanuit Brussel is vandaag al veel groter, maar die wordt deels gecom- penseerd door een uitstroom van autoch- tone inwoners richting het Vlaamse hinter-

land. Alleen al in de 19 gemeenten die men officieel rekent tot de ‘Vlaamse Rand’ is er vandaag al een jaarlijkse netto-instroom van- uit Brussel van 6.700 mensen.

Het ziet ernaar uit dat de bevolkingsexplo- sie die zich in Brussel voltrekt, nog meer gevol- gen zal hebben voor de Vlaamse Rand dan voor Brussel. Met alle gevolgen op vlak van taal en samenleven. Het aantal Nederlandsta- lige Brusselaars dat in de Vlaamse Rand komt wonen, is vandaag immers zeer beperkt. Het overgrote deel zijn Franstaligen en allochto- nen.De term bevolkingsexplosie is niet overdre- ven. In de Franstalige media wordt daarover veel vaker gesproken dan in de Nederlandsta- lige. In een interview in het weekblad Tendan- ces (de Franstalige tegenhanger van Trends) in november over het grote Neo-project op de Heizel verwees PS-burgemeester Philippe Close nog naar de ‘boom démografique gigan- tesque’ die zich in Brussel afspeelt. Hij voor- spelde toen dat Brussel op tien jaar tijd zou uitgebreid worden met het aantal inwoners van een stad als Gent of Charleroi. De nieuwe gegevens van het Planbureau relativeren deze cijfers nu voor Brussel, maar duidelijk blijft dat

de bevolking aan een zeer hoog tempo blijft groeien en dat vooral de Vlaamse Rand daar de gevolgen van zal dragen.

Dweilen met de kraan open

Studies hebben in het verleden voldoende aangetoond dat er maar één echte oorzaak is voor de bevolkingsexplosie in België, en dat is de aanhoudende immigratie vanuit het bui- tenland plus het grote aantal kinderen bij die nieuwe inwijkelingen. Grote vraag is: moeten we dit allemaal blijven beschouwen als een normaal en onvermijdelijk gegeven? In dat geval kan er in de Vlaamse Rand hoogstens een beleid gevoerd worden van dweilen met de kraan open, zoals we vandaag al moeten vaststellen.

Of komt er op gegeven moment een rege- ring die de oorzaken van deze bevolkingsex- plosie aanpakt, met name het opengrenzen- beleid? Er is de voorbije jaren al wat gesleuteld aan de instroom vanuit het buitenland, en er worden beduidend meer criminelen terugge- stuurd, maar onze grenzen staan nog altijd heel ver open, zodat we jaarlijks tienduizen- den nieuwe EU-burgers en mensen van bui- ten Europa blijven aantrekken. BL

Zijn niet-Europeanen zesmaal crimineler?

Niet-Europese vreemdelingen zijn zesmaal meer vertegenwoordigd in de criminali- teitsstatistieken dan Belgen. Dat blijkt uit cijfers die Filip Dewinter opvroeg bij minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon. Alleen Het Laatste Nieuws had er aandacht voor.

“Veel allochtonen vinden geen werk, in de voorsteden van Stockholm en Malmö neemt de criminaliteit toe en de gemiddelde Zweed begint te morren.” Als Yves Leterme in een interview in De Tijd al opmerkt dat het maat- schappelijk draagvlak voor migratie nu ook al afbrokkelt in een land dat lang als een voor- beeld voor de opvang van vreemdelingen werd gezien, dan is het opvragen van cijfergegevens over criminaliteit geen onzin. Filip Dewinter vraagt die al jaren op en kreeg nu de recentste beschikbare informatie van minister Jan Jam- bon (N-VA). Het gaat in dat soort onderzoek doorgaans om de “registratie” van vermogens- misdrijven, geweld- en seksuele misdrijven, verkeersmisdrijven, vernielingen, drugs- en vuurwapenmisdrijven.

Uit de cijfers van Jambon (2016) blijkt dat van de 235.844 feiten er 72.146 op het conto kwamen van vreemdelingen. Dat is drie op tien. Europese vreemdelingen tekenden ver- antwoordelijk voor 18,2 procent van de mis- drijven, terwijl dat voor niet-Europeanen 15,9 procent bedraagt.

Scherper

Dewinter probeert dat scherper te stellen via omzetting ervan in een criminaliteitsra- tio (verhouding tegenover het aantal inwo- ners). Voor Belgen is dat één “verdachte” per 64 inwoners, voor andere Europeanen 1 per 21,8 inwoners, voor niet-Europeanen 1 per 10,4 inwoners. Op die manier komt Dewinter tot zijn stelling (zie titel). Vlaams Belang scha- kelt nog een versnelling hoger door erop te wij- zen dat dit enkel cijfers zijn voor “vreemdelin- gen”. Als je daar nieuwe Belgen bij rekent, ligt het aandeel allochtonen in de criminaliteit nog een stuk hoger. De cijfers van Dewinter werden alleen in Het Laatste Nieuws meegegeven. Dat wijst op een taboe, dat ook in de schaarste van

wetenschappelijk onderzoek over die materie merkbaar is. De toon van het debat wordt al snel witheet. Toch bij ons.

De Telegraaf

De Nederlandse krant De Telegraaf besteedde vorig jaar in een peiling bij eigen lezers aandacht aan de problematiek. Het ging toen wel specifiek over de cijfers over asielcri- minaliteit, maar de reactie van de burgers was duidelijk: cijfers mogen niet onder het tapijt worden geschoven. De problematiek moet in alle openheid kunnen worden besproken.

Anderen vreesden dat publicatie zou leiden tot een heksenjacht, of vonden het monitoren van specifieke groepen nergens voor nodig.

“Houden we soms ook bij hoeveel hetero’s en homo’s misdrijven plegen? Of paardenmeisjes en brommerjochies?”, klonk het kritisch. “Als motorbendes zwaarder in de gaten worden gehouden omdat binnen deze groepen statis- tisch meer criminaliteit voorkomt, dan stigma- tiseer je toch ook niet alle motorrijders?”, was de repliek hierop.

Verwilghen

Voor eigen land herinneren we ons de studie die justitieminister Marc Verwilghen in 1999 liet uitvoeren over allochtone jeugdcrimina- liteit. Zo kwam hij terecht bij Marion van San, die in Nederland onderzoek deed naar crimi- neel gedrag bij Antilliaanse jongens. Politici en journalisten en collega’s verketterden haar, nog vóór ze met het onderzoek begonnen was. “Ze is indertijd volledig afgebrand, maar ik vond dat ze gelijk had”, zei Rudi Vranckx daar later over.

In Humo herhaalde Van San in april vorig jaar dat het in België nog altijd niet mogelijk is een zakelijk debat te voeren over migratie, integratie en radicalisering. Ze zei nooit dat elke nieuwkomer een bedreiging was, maar vond wel dat de angst van burgers ernstig moet worden genomen. En criminaliteit komt inder- daad meer voor in de ene gemeenschap dan in de andere.

Het is een delicate materie. Mooiste bewijs:

hoeveel onderzoeken zijn er na dat van Van San gevoerd over criminaliteit bij minderheids- groepen? “Nul”, aldus Van San. En naar radi- calisering? “Ook nul.” “Veel collega’s die erg linkse overtuigingen hebben, pakken bepaalde onderwerpen niet aan. Ze schrijven liever over de successen van migranten dan over hun pro- blemen.”

En links is in het debat aardig aanwezig. Ter- zijde, volgens Humo beschouwt 85 procent van de Amerikaanse sociaal-psychologen zichzelf als links, en 3 procent als rechts.

Van San noemt zichzelf niet rechts. “Wat is er rechts aan onderzoek dat toont dat er proble- men bestaan bij een bepaalde groep mensen?”

“Onderwijsachterstand en werkloosheid

zijn veel meer bepalend voor criminaliteit”, zei prof. Marc Hooghe (KU Leuven) ooit in een repliek op Van San, ook al beschikte zij in Nederland over veel nauwkeuriger gegevens.

Maar uit recent onderzoek in de VS en het VK blijkt dan weer dat tijdens de jongste economi- sche recessie (2008 e.v.) de criminaliteit niet toenam, maar fors daalde (Alain Mouton in Trends). Bart de Wever ondervond dat het niet evident is een verband te leggen tussen cri- minaliteit en de Berber-afkomst van een deel van zijn Antwerpse bevolking. Toen Hilde Cre- vits zich ooit bezorgd toonde over het feit dat allochtone ouders minder betrokken zijn bij de scholing van hun kinderen dan andere ouders, kreeg ook zij het deksel op de neus.

Recente cijfers

En hoe zit het met de jongste info? Op 9 oktober 2017 presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Nederland cijfers over 2016. Het aantal geregistreerde verdachten is de jongste tien jaar in bijna alle groepen met bijna de helft afgenomen. Maar van de verdachte mannen had bijna de helft een migratieachtergrond (in 2007 zo’n 40 pro- cent). Ook in Nederland worden personen met een Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond, vooral jongeren, “zesmaal” vaker verdacht van een misdrijf dan personen met een Neder- landse achtergrond.

Toch wordt ook in Nederland steeds vaker stelling genomen tegen het opnemen van etni- sche kenmerking in daderprofielen, omdat dit zou bijdragen aan “vooroordelen bij publiek en politie”.

En Vlaams Belang?

Wat hoopt Vlaams Belang met de cijfers te bereiken? “Voor de politiek correcte elite zou dit eindelijk een wekroep moeten zijn”, stelt Filip Dewinter, die pleit voor een “lik-op-stuk- beleid”. “We importeren criminaliteit, maar 4

op 5 uitwijzingsbevelen blijft onuitgevoerd”, klinkt de klacht. Uit de twitterkamers van Vlaams Belang blijkt de info vooral een aan- leiding te zijn voor kritiek op het uitwijsbe- leid van staatssecretaris Francken (N-VA). De N-VA (kabinet Jambon) reageert dat we de problemen moeten durven benoemen en er ook tegen moeten optreden, maar “hele groe- pen viseren voor het gedrag van enkelen, dat gaan wij niet doen”. De pers heeft nauwelijks zin hier aandacht aan te besteden. Alleen Het Laatste Nieuws tekende present. “Afkomst of slechte vrienden?”, titelde Dieter Dujardin in die krant. Dewinter hanteert zijn cijfers op zijn minst onnauwkeurig. Wat is de impact van bui- tenlandse bendes, van grenscriminaliteit en van veelplegers? Ook veel Belgen plegen cri- minele feiten, toch? Dujardin signaleert terecht dat de Dewinter – zonder cijfers - wel erg mak- kelijk de cijfers van vreemdelingen aandikt met die over nieuwe Belgen.

Besluit

De standpunten van beide kampen zijn interessant. Als het debat maar kan worden gevoerd. Hypermigratie zet immers per defi- nitie druk op onderwijs en werkgelegenheid.

Dus ook op sociaal gedrag en criminaliteit. En ontspoord gedrag moet kordaat worden aange- pakt. “Dus niet met een lullig taakstrafje”, zegt de Nederlandse criminoloog Jan Dirk de Jong in De Groene Amsterdammer. Als we het daar al eens over eens konden geraken.

In het discours van pro’s en contra’s zitten veel verwijzingen naar het verband tussen pro- bleemgedrag en achtergrond. Dat kan gaan over sociaaleconomische positie, discrimina- tie, migratiegeschiedenis, integratie- en accul- turalisatieproblemen, of over zwakke overleg- cultuur, taalachterstand, laag opleidingsniveau van en moeilijke relatie met de ouders, tot informatie over liefdeloze huwelijken, afwe- zige vaders, vergoelijkende moeders, zwakke sociale netwerken, schaamtecultuur, wantrou- wen van de autoriteiten, groepsdruk, et cetera.

Is goed meten niet de weg naar goed weten?

En goed beleid? A.P.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

persoonlijke inspanningen voor een milieu-met-toekomt onvoldoende zijn, maar dat er tevens economisch-financieel-politieke beslissingen dienen te worden genomen vind je daar

persoonlijke inspanningen voor een milieu-met-toekomt onvoldoende zijn, maar dat er tevens economisch-financieel-politieke beslissingen dienen te worden genomen vind je daar

Niet als een God zijt Gij gekomen Maar als een kind uit pijn gebaard Een kind dat lachend in zijn dromen De hemel in zijn hart bewaart Leon van Veen

Ik buig mij voor Uw troon, U gaf Uw eigen Zoon, Hij droeg de doornenkroon ook voor mij, ook voor mij!. Hij droeg de doornenkroon ook

Verheffing naar hogere sferen betekende voor Bilderdijk niet alleen een kennismaking met het heil dat hem wachtte na de dood, maar ook het in contact komen met zijn

,,Als mijn proces tot gevolg heeft dat de palliatieve zorg verbetert, dan is mijn miserie niet voor niets geweest.''.. 'EEN arts weet dat een patiënt lijdt, maar een

Cosyns: “Vele mensen snappen ook niet dat je acht- tien moet zijn voor euthanasie.. Heel wat collega’s die met doodzieke kinderen werken, kunnen door de euthanasiewet een aantal

Dat communicatie niet altijd goed verloopt en de ondernemers zich niet gehoord voelen bleek 3 juli j.l weer bij de presentatie van de alternatieve Centrumplannen Eelde.