• No results found

Zorgprestatiemodel ggz en fz. Werking, risico s en aandachtspunten voor de implementatie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Zorgprestatiemodel ggz en fz. Werking, risico s en aandachtspunten voor de implementatie"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Werking, risico’s en aandachtspunten voor de implementatie

Zorgprestatiemodel

ggz en fz

(2)

Inleiding

Op 1 januari 2022 wordt de nieuwe bekostiging voor de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de forensische zorg (fz) ingevoerd: het zorgprestatiemodel. Staatssecretaris Blokhuis van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft dit besluit onlangs samen met de minister voor Rechtsbescherming genomen.

De introductie van een nieuwe bekostigingssystematiek is een alternatief voor het huidige systeem dat belangrijke knelpunten kent. Zo resulteert de huidige systematiek in onnodige schotten in de bekostiging, sluit deze onvoldoende aan op de geleverde zorg en is er sprake van een hoge administratieve lastendruk als gevolg van omvangrijke en complexe regels. Dit kost allemaal tijd die zorgaanbieders en -verleners liever steken in datgene waarvoor ze werkzaam zijn in de ggz: het leveren van kwalitatieve en hoogwaardige geestelijke gezondheidszorg.

Het zorgprestatiemodel moet gaan resulteren in een systeem met minder en eenvoudige regels en duidelijke, begrijpbare en controleerbare nota’s voor de cliënt. Maar ook in minder administratieve lasten voor zowel de zorgaanbieder als -verzekeraar en meer ruimte voor innovatie. Dit is natuurlijk goed nieuws, maar vraagt wel de nodige inspanning en voorbereidingen van de zorgaanbieder. Onder meer de wijze van registeren en declareren verandert ingrijpend. Hierop moeten IT-systemen, werkprocessen en procedures aangepast worden. Daarnaast heeft de nieuwe bekostiging in de ggz en fz grote impact op de zorgverkoop, informatievoorziening, controle &

verantwoording, personeelsplanning en externe communicatie richting cliënten.

In deze whitepaper gaan wij op hoofdlijnen in op de werking van het nieuwe zorgprestatiemodel en benoemen we aandachtspunten om rekening mee te houden in het implementatietraject.

(3)

Hoe werkt het zorgprestatiemodel?

Het zorgprestatiemodel brengt eenheid in de bekostiging van de ggz en fz. Hiermee komt een einde aan de huidige bekostigingsschotten tussen de g-ggz (dbc’s), lggz (zorgzwaartepakketten), gb-ggz

(zorgzwaarteprestaties) en de fz (dbbc’s). Dit betekent een grote stap in het terugbrengen van de complexiteit van de bekostigingssystematiek.

Bron: Zorgprestatiemodel ggz & fz– Rapportage voor besluitvorming, https://www.zorgprestatiemodel.nl/

Het zorgprestatiemodel bestaat op hoofdlijnen uit consulten, verblijfsprestaties en overige prestaties.

Daarnaast wordt onderscheid gemaakt in de manier waarop de zorg wordt geleverd, de ‘setting’. Op de volgende pagina’s lichten we deze elementen verder toe.

(4)

Consulten

Een consult is een zorginhoudelijk contact tussen zorgverlener en patiënt. Interessant is dat dit contact zowel

‘face-to-face’ als ‘screen-to-screen’ (of telefonisch) kan plaatsvinden. In de huidige tijd met corona is dit relevanter dan ooit. Daarnaast wordt indirecte tijd niet langer apart vergoed en is deze tijd verdisconteerd in de tarieven van de prestaties. Dit vermindert de administratieve lasten, omdat indirecte tijd niet langer separaat wordt gedeclareerd. Bovendien wordt inzet van direct patiëntcontact financieel beloond en onevenredige inzet van indirecte tijd juist niet. Dit moet tevens bijdragen aan het verkorten van de wachtlijsten.

Consulten zijn gedifferentieerd naar het beroep van de behandelaar, type van het consult (diagnostiek of behandeling) en de duur van het consult in directe tijd (zie ook onderstaande schematische weergave). Deze elementen komen uiteindelijk terug op de factuur, zodat de cliënt kan zien om welke zorgverlener het gaat en wat de duur van het consult was.

Bron: Zorgprestatiemodel ggz & fz– Rapportage voor besluitvorming, https://www.zorgprestatiemodel.nl/

Het type van het beroep is vanzelfsprekend een belangrijke factor in de kostprijs van een prestatie. De differentiatie in beroepen moet gaan bijdragen aan het inzetten van de juiste zorgverlener bij de juiste cliënt.

Wordt een arts-specialist ingezet? Dan kost dit voor de aanbieder meer dan een verpleegkundige, maar hier staat dan wel een reëel tarief tegenover. Momenteel rekent de huidige db(b)c-systematiek nog een gemiddeld tarief. Hierdoor kunnen grote verschillen ontstaan (zowel positief als negatief) tussen de opbrengsten enerzijds (prijs van een db(b)c) en de werkelijke kosten voor de zorgaanbieder anderzijds.

Afhankelijk van de groepsgrootte wordt voor groepsconsulten afgerekend in eenheden van 30 minuten directe tijd. Ook hierbij is sprake van tariefdifferentiatie per beroep.

(5)

Verblijfsprestaties

Verblijf in de instelling wordt per dag geregistreerd, waarbij de dagen zijn onderverdeeld naar verzorgingsgraad en beveiligingsniveau. Dit verandert niet ten opzichte van de huidige systematiek. Verder wordt het mogelijk om consulten onderdeel te laten zijn van de verblijfsprestatie. Indien gewenst, dient de zorgaanbieder dit af te spreken met de zorgverzekeraar(s).

Overige zorgprestaties

Voor zorg die niet onder consulten of verblijfsprestaties is te plaatsen, zijn drie aanvullende soorten prestaties vastgesteld: overige verrichtingen, toeslagen consult en toeslagen verblijf. Voorbeelden hiervan zijn

intercollegiaal overleg (overige verrichting), reistijd (toeslagen consult) en TBS (toeslagen verblijf).

Setting

Ten slotte is het tarief van de geleverde zorg afhankelijk van de manier waarop de zorg wordt geleverd. Het zorgprestatiemodel hanteert hiervoor de definitie ‘setting’. De setting is een combinatie van de benodigde infrastructuur en disciplines en/of methodieken die worden ingezet voor het leveren van de zorg aan een cliënt.

Door rekening te houden met de setting kan er worden gecorrigeerd voor kostenverschillen die samenhangen met de manier waarop de zorg wordt geleverd. In totaal zijn acht settings geformuleerd.

Een voorbeeld:

Een prestatie die wordt geleverd onder de setting ‘hoogspecialistisch’ vraagt om een specifieke infrastructuur en/of specialistische expertise, vanwege de ernst of complexiteit van de zorgvraag. Dit resulteert vaak in een hogere kostprijs voor de aanbieder, dan bij een prestatie die wordt geleverd onder de setting ‘klinisch’. De aanbieder krijgt daarom een hoger tarief vergoed voor de prestaties onder de setting hoogspecialistisch, dan voor prestaties onder de setting klinisch.

(6)

Voorbeeld te declareren prestaties

Zie hieronder als voorbeeld een overzicht van de zorgprestaties consulten, die gedeclareerd kunnen worden indien de prestatie wordt geleverd door een arts-specialist. Op de horizontale as zijn de settings weergegeven.

Ieder blokje betreft een te declareren zorgprestatie, waarbij het cijfer de duur van het consult weergeeft.

Bron: Zorgprestatiemodel ggz & fz– Rapportage voor besluitvorming, https://www.zorgprestatiemodel.nl/

Leidt de opbouw van het zorgprestatiemodel niet tot een enorme omvang aan zorgprestaties?

Het klopt dat het zorgprestatiemodel een groot aantal zorgprestaties oplevert. Als gevolg van de differentiatie naar acht beroepen, acht varianten voor consultduur, onderscheid tussen diagnostiek en behandeling én acht settings, is in theorie sprake van meer dan 1.000 verschillende prestaties. Hierbij zijn groepsconsulten, toeslagen en overige verrichtingen nog niet eens meegeteld.

Zorgverleners zullen in de praktijk echter nooit met het gehele pallet te maken hebben. Dit beperkt het aantal keuzemogelijkheden aanzienlijk. Daarnaast is het de bedoeling dat het Elektronisch Patiëntendossier (EPD) de meeste gegevens automatisch invult, zodat de zorgverlener alleen de duur van het consult nog hoeft door te geven. De adequate werking, maar ook de zorgaanbieder-specifieke inrichting van het EPD is hierbij essentieel.

(7)

Risico’s en nadelen van het zorgprestatiemodel

Al met al zitten er veel voordelen aan de nieuwe bekostigingssystematiek ten opzichte van de huidige situatie.

Maar er zijn ook een aantal nadelen en risico’s. We lichten er een aantal uit:

• Het zorgprestatiemodel stelt geen grenzen aan de duur van een behandeling. Hierdoor ontstaat het risico dat behandelingen onnodig lang worden voortgezet.

• Een risico is dat hooggekwalificeerde behandelaren te eenvoudige zorg gaan leveren. De vergoeding is dan wel in overeenstemming met de uitgevoerde behandeling, maar hoeft niet passend te zijn.

• Voor grote, geïntegreerde organisaties zijn veel prestaties en settingen mogelijk, wat eventueel alsnog resulteert in veel administratie.

• Het risico bestaat dat de huidige EPD’s niet tijdig of niet optimaal worden omgevormd naar het

zorgprestatiemodel. De adequate werking en inrichting van het EPD is een essentiële randvoorwaarde voor het succes van de nieuwe bekostigingssystematiek.

• De geselecteerde setting blijft een abstract begrip. Mogelijk is dit niet voldoende begrijpelijk voor de cliënt.

(8)

Impact op contractafspraken 2021

Aangezien het zorgprestatiemodel op 1 januari 2022 wordt ingevoerd, worden per 31 december 2021 alle trajecten in de gb-ggz, g-ggz en fz‘hard’ afgesloten. Dit houdt in dat alle lopende db(b)c’s en behandeltrajecten gb-ggz per 31 december 2021 sluiten, waarna de zorgaanbieder vanaf 1 januari 2022 de prestaties declareert volgens het zorgprestatiemodel.

Bovenstaande schematische weergave maakt duidelijk welke prestaties per 31 december 2021 hard worden afgesloten. Hierbij houden de letters het volgende in.

A: db(b)c’s en trajecten geopend in 2020

B: db(b)c’s en trajecten geopend en gesloten in 2021

C: db(b)c’s en trajecten geopend in 2021 die doorlopen in 2022

D: db(b)c’s en trajecten van C die nog niet zijn afgerond in 2021 en doorlopen in 2022 E/F: Prestaties gestart in 2022, die volledig in 2022 vallen.

Conclusie

De db(b)c’s en trajecten in ‘D’ worden per 31 december 2021 hard afgesloten. De vervolgsessies worden in 2022 gedeclareerd op basis van de nieuwe bekostigingssystematiek en maken geen onderdeel uit van het omzetplafond 2021.

(9)

Impact op contractafspraken schadelastjaar 2021

Als gevolg van het hard afsluiten van de db(b)c’s en trajecten per 31 december 2021, zal sprake zijn van een schadelastdip in schadelastjaar 2021. Een gedeelte van de producten wordt immers afgesloten voordat deze volledig is afgerond, wat in veel gevallen een lagere waarde tot gevolg zal hebben.

Landelijk is besloten dat voor vrijgevestigde zorgaanbieders en groepspraktijken met een AGB-code beginnend met ‘03’ en ‘94’ het omzetplafond voor 2021 niet wordt aangepast. Voor instellingen wordt het zorgkostenplafond 2021 wel aangepast, wat daarom consequenties heeft voor de contractafspraken 2021. Landelijk is afgesproken dat de invoering van het zorgprestatiemodel budgetneutraal plaatsvindt. Hierbij is een transitieprestatie

beschikbaar in 2022 en 2023, wat eventuele ongewenste effecten (zowel positief als negatief) opvangt. De precieze invulling van deze transitieprestatie is nog niet bekend.

Wij raden aan om tijdig met uw zorgverzekeraars in overleg te gaan over de aanpassing van het omzetplafond 2021 en hier duidelijke afspraken over te maken. Daarnaast adviseren wij u de door de zorgverzekeraar

berekende korting op het plafond intern te analyseren op basis van ervaringscijfers. Landelijk wordt gewerkt aan mogelijke veldafspraken voor de korting op het omzetplafond. De uitwerking hiervan is momenteel nog niet beschikbaar.

(10)

Aandachtspunten

implementatietraject

De implementatie van het zorgprestatiemodel heeft grote impact op de bedrijfsprocessen van ggz- en fz- aanbieders. Daarnaast zijn aanpassingen in de software van zorgaanbieders noodzakelijk. Landelijk werkt het

‘programmateam Zorgprestatiemodel’ aan generieke handvatten en checklists die zorgaanbieders kunnen gebruiken om zich voor te bereiden op de invoering. Deze documenten publiceert zij op de website

https://www.zorgprestatiemodel.nl. Onderstaand alvast een aantal aandachtspunten om rekening mee te houden bij (de beginfase van) het implementatietraject.

ICT en informatievoorziening

• Het daadwerkelijk aanpassen van de systemen is mogelijk als de landelijke technische specificaties klaar zijn. Informeer bij uw softwareleverancier naar de status van de aanpassing van het systeem. Stel vervolgens een plan van aanpak op (inclusief concreet tijdspad) voor de organisatiespecifieke aanpassingen die intern plaats moeten vinden.

• Denk hierbij ook aan de koppeling tussen het EPD en uw BI-omgeving en andere systemen die zijn gekoppeld aan het EPD.

• Onderzoek wat de impact van de implementatie van het zorgprestatiemodel is op uw

verantwoordingsprocessen en stuurinformatie. Analyseer welke informatiebehoefte er bestaat, hoe u dit gaat verantwoorden en op welke wijze u deze informatie gaat verkrijgen.

Zorgverkoop en contractbeheer

• Zoals al eerder in dit artikel benoemd, heeft de invoering van het zorgprestatiemodel al impact op de contractafspraken voor schadelastjaar 2021. Ga met uw zorgverzekeraar in gesprek over de eventuele bijstelling van het zorgkostenplafond en zorg dat u deze korting kunt staven met uw berekeningen op basis van historische data.

• Ga met uw zorgverzekeraars tijdig in gesprek over de invulling van de transitieprestatie 2022 en 2023.

• Zorg dat voor elke setting duidelijk is vastgelegd wanneer deze van toepassing is.

• Maak duidelijke afspraken met uw zorgverzekeraars over de declaratie van de prestaties in de eerste maanden van 2022.

• Breng mede op basis van uw (gewenste) personeelsformatie in kaart wat de impact is op de verwachte opbrengsten voor 2022 en verder, en bespreek dit met uw zorgverzekeraars. Vanaf 2022 is de vergoeding immers afhankelijk van het beroep van de zorgverlener die de prestatie levert.

(11)

Zorgregistratie en -declaratie

• De zorgregistratie en -declaratie zal ingrijpend veranderen. Richt de procedures opnieuw in en actualiseer de werkinstructies, voor zowel de zorgadministratie als medewerkers in het primaire proces. Houd hierbij rekening met de inrichting van beheersmaatregelen voor risico’s die ontstaan rondom correct registreren en declareren (zie ook de paragraaf ‘verantwoording en controle’).

• Organiseer, indien noodzakelijk, trainingen over de nieuwe registratiewijze voor medewerkers in het primaire proces.

Verantwoording en controle

• Landelijk wordt gewerkt aan een uniform controle- en verantwoordingsarrangement. Inmiddels is de conceptlijst ‘Verantwoording en controle’ gepubliceerd. Hierin zijn de risico’s beschreven die zich na invoering van het zorgprestatiemodel kunnen voordoen als het gaat om correct registreren en declareren.

Bij elk risico is een aanbeveling opgenomen voor de inrichting van het werkproces, om zo het risico te ondervangen. Deze lijst is te downloaden via https://www.zorgprestatiemodel.nl.

• Wij raden aan om de lijst goed door te nemen. Deze lijst kunt u ook als handvat gebruiken bij het opstellen van het plan van aanpak voor de proces-herinrichting op het gebied van verantwoording en controle.

Communicatie en voorlichting

• Bepaal zowel de interne als externe communicatiestrategie rondom de invoering van het zorgprestatiemodel.

o Intern: hoe worden medewerkers in zowel het primaire als het secundaire proces voorgelicht en betrokken bij het implementatietraject?

o Extern: de facturen die cliënten ontvangen voor de geleverde zorg zullen ingrijpend veranderen.

Hoe communiceert u de wijziging in de bekostigingssystematiek naar uw cliënten?

(12)

Tot slot

Hoe zorgt u dat uw organisatie op tijd gereed is voor de invoering van het zorgprestatiemodel?

Om op tijd klaar te zijn voor de invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek, is het cruciaal om tijdig een projectteam samen te stellen. Hierin horen medewerkers met alle benodigde specialismen vertegenwoordigd te zijn. Daarnaast raden wij aan een capaciteitsplanning voor de betrokken afdelingen op te stellen en te

onderzoeken of voldoende capaciteit aanwezig is om, naast continuering van de reguliere werkzaamheden, het implementatietraject vorm te geven.

Heeft u ondersteuning nodig bij dit complexe project?

U kunt ook kiezen voor externe begeleiding en/of ondersteuning bij het implementatietraject. AAG heeft specialisten in huis met ruime ervaring in de ggz-sector die u kunnen ondersteunen bij dit complexe project.

Voorbeelden hiervan zijn:

• Een projectleider die optreedt als kartrekker van het gehele implementatietraject;

• Een projectdeelnemer die een specifieke rol verricht binnen het projectteam;

• Ondersteuning bij de financiële impactbepaling van het zorgprestatiemodel;

• Ondersteuning op de zorgadministratie tijdens de jaarovergang;

• Ondersteuning van functioneel beheer bij de voorbereidingen van de implementatie.

Neem gerust contact met ons op om vrijblijvend de mogelijkheden voor begeleiding en/of ondersteuning te bespreken.

(13)

Meer weten?

Neem contact met mij op Emiel van Roij

business consultant

e.vanroij@aag.nl

06 10173296

(14)

Wij dragen de zorg

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Repper (2013) vult deze lijst nog aan met zaken als: ervaringsdeskundigen zijn slechts een kostenbesparing, ervaringsdeskundigen kunnen niet omgaan met zaken als vertrouwelijkheid,

Mede als gevolg van de val van het kabinet heeft het Ministerie van VWS de NZa en andere veldpartijen laten weten dat de vereenvoudiging van de bekostiging en daar waar mogelijk

De herziening moet worden doorvertaald naar de rapportage, bijvoorbeeld: omdat indirecte tijd niet meer hoeft te worden geregistreerd, zullen voor interne sturing nieuwe

[r]

Vakdeskundigheid toepassen • Expertise delen De mbo-verpleegkundige in de GGZ houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over

Prestaties binnen de setting Hoogspecialistisch (ambulant en klinisch, met contractvoorwaarde) mogen alleen gedeclareerd worden indien er schriftelijke overeenstemming is

In de QuickScan worden concrete aanbevelingen en acties ontwikkeld die door de gemeenten, samen met jongeren, ouders en stakeholders, uitgevoerd kunnen worden om zicht te krijgen

Een van de werkgroepen van het programma Zorgprestatiemodel heeft inmiddels onderzocht welke beroepen vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg in ggz en fz deskundig en bekwaam