• No results found

Onderzoeksrapport naar de verbonden partijen van de gemeenten:

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Onderzoeksrapport naar de verbonden partijen van de gemeenten:"

Copied!
69
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderzoeksrapport naar de verbonden partijen van de gemeenten:

B ergen U itgeest

C astricum

H eiloo

(2)
(3)

1 SAMENVATTING

Aanleiding en probleemstelling

Grip hebben op verbonden partijen is een onderwerp dat bij steeds meer gemeenteraden speelt.

Mede in het licht van de toekomst ontwikkelingen, zoals de aangekondigde decentralisaties, en de bezuinigingsdiscussies van de afgelopen jaren, is het een onderwerp dat steeds meer in de belangstelling komt.

Op 22 april 2013 heeft de raad van de gemeente Heiloo de motie ‘Gemeenschappelijke

Regelingen’ aangenomen. Op 20 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Castricum de motie

‘Begroting 2013 – Gemeenschappelijke Regelingen’ aangenomen. In beide moties worden de colleges verzocht om de huidige regelingen tegen het licht te houden en te beoordelen. Hieruit is de volgende probleemstelling geformuleerd:

“Op welke wijze hebben/krijgen gemeenten grip op de gemeenschappelijke regelingen waar zij in deelnemen”

Voor de uitwerking van dit onderzoek is samenwerking gezocht binnen de gemeentes Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo (BUCH-gemeenten).

Wijze van uitwerking

De probleemstelling is uitgewerkt in diverse delen. Enkele delen zijn informatief van aard, andere delen vloeien adviezen uit voort. De volgende delen zijn in dit rapport te onderscheiden:

 Deel 1: Verbonden partijen

In dit deel wordt gekeken naar de definities van verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen en wordt de reikwijdte van het onderzoek bepaald.

 Deel 2: Taken en alternatieven

Welke taken voeren de regelingen voor de vier gemeenten uit en welke alternatieven hebben gemeenten hierin.

 Deel 3: Sturingsmogelijkheden

Welke sturingsmogelijkheden hebben de deelnemende gemeenten en welke mogelijkheden zijn wenselijk.

 Deel 4: Risico’s

In dit deel worden de risico’s, die een deelnemende gemeente loopt, bekeken en afgezet tegen de sturings- en beheersmaatregelen zoals in deel 3 zijn opgenomen.

 Deel 5: Castricum en de kadernota

In de motie van de gemeente Castricum is ook gevraagd om de bestaande regelingen af te zetten tegen de door de raad van Castricum vastgestelde ‘Kadernota Samenwerking en Fusie’.

In dit deel wordt deze vraag uitgewerkt.

(4)

2

 Deel 6: Ontwikkelingen

Welke ontwikkelingen zijn er in de komende jaren te verwachten op het gebied van samenwerkingsverbanden en de gemeenschappelijke regelingen.

 Deel 7: Conclusies en Aanbevelingen

Het laatste deel van dit onderzoeksrapport geeft, aan de hand van een samenvatting van alle bevindingen, aanbevelingen voor het verbeteren van grip op de gemeenschappelijke

regelingen.

 Bijlagenboek

In verband met de omvang van het rapport, zijn de bijlagen opgenomen in een separaat bijlagenboek bij dit onderzoeksrapport.

Aanbevelingen

Algemeen kan gesteld worden dat er voldoende mogelijkheden zijn om ‘grip’ op de

gemeenschappelijke regelingen te kunnen hebben. Om dit nog beter te verankeren en uit te oefenen is een aantal aanbevelingen gedaan, te weten:

1. De BUCH gemeenten staan achter de uitgangspunten gemeenschappelijke regelingen en streven er naar dat deze worden overgenomen in de regelingen en/of door de algemene besturen van de regelingen worden bevestigd en overgenomen.

2. De BUCH gemeenten streven naar outputfinanciering van de regelingen.

3. De BUCH gemeenten stellen een nota verbonden partijen op waardoor het proces in de eigen gemeente wordt geborgd. Voor deze nota kan er een gezamenlijke basis gebruikt worden.

4. De BUCH gemeenten stellen een gezamenlijke visie op waarin zij een beleid ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen opnemen.

5. De BUCH gemeenten zijn voor het formeel instellen van een ambtelijke toetsingscommissie in de regio Alkmaar die zich onder andere bezighoudt met de financiële kant van de

begroting en de jaarrekening, het risicomanagement en de verplichtingen die voortkomen uit de artikelen 212, 213 en 213a van de gemeentewet. Deze toetsingscommissie heeft een adviserende rol aan de deelnemende gemeenten. Het huidige structurele overleg tussen de

‘financiële coördinatoren gemeenschappelijke regelingen regio Alkmaar’ kan deze rol vervullen.

6. Gemeentelijke vertegenwoordigers in de gemeenschappelijke regelingen dienen steeds helder te moeten kunnen maken welke rol hij op welk moment vervult.

7. Bij het aanname beleid voor personeel dienen toekomstige ontwikkelingen op het gebied van samenwerking en de hierdoor veranderde vraag in ogenschouw te worden genomen.

(5)

3 Naast deze aanbevelingen is er ook een attentiepunt:

 Voor alle gemeenten telt dat bij het aangaan van een gemeenschappelijke regeling mogelijk niet aan alle wensen van een gemeente kan worden voldaan. Dit heeft te maken met het gegeven dat er ook andere partijen een rol spelen. Daarnaast is het ook mogelijk dat een gemeente zich aansluit bij een reeds bestaande regeling of instelling. In dat geval zijn alle voorwaarden al bepaald

Visie

Omdat de BUCH-gemeenten bij gemeenschappelijke regelingen te maken hebben met andere gemeenten en partijen zijn de aanbevelingen veelal geformuleerd als ‘streven naar’. Conform aanbeveling 4 is het advies om een gezamenlijke visie op te stellen waarin deze aanbevelingen en beleidslijnen worden opgenomen.

(6)

4

(7)

5

Inhoud

1 INLEIDING 9

1.2 Aanleiding 9

1.3 Uitvoering opdracht 9

1.4 Probleemstelling 10

1.5 Leeswijzer 10

1.6 Werkwijze 11

DEEL 1 VERBONDEN PARTIJEN

2 Definities en wettelijke kaders 15

2.1 Wettelijke kaders 15

2.2 Verbonden partijen 15

2.3 Publiekrechtelijke organisatie 16

2.4 Privaatrechtelijke organisatie 17

3 Overzicht verbonden partijen 18

3.1 Aanwezige verbonden partijen 18

3.2 Reikwijdte van het onderzoek 19

DEEL 2 TAKEN EN ALTERNATIEVEN

4 Taken gemeenschappelijke regelingen 23

4.1 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD) 23 4.2 Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB-

raad) 24

4.3 Milieudienst Regio Alkmaar (MRA)/ Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord

(RUD NHN) 25

4.4 Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) 26

4.5 Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) 27

4.6 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR-NHN) 28

4.7 Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) 29

4.8 Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK) 30

4.9 Totale financiële omvang van de regelingen 31

5 Uittreding en alternatieven 33

5.1 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD) 33 5.2 Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB-

raad) 33

5.3 Milieudienst Regio Alkmaar (MRA)/ Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord

(RUD NHN) 34

5.4 Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) 34

5.5 Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) 35

5.6 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR-NHN) 35

5.7 Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) 35

(8)

6

5.8 Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK) 36

5.9 Samenvatting 36

DEEL 3 STURINGSMOGELIJKHEDEN

6 Sturing en beheersing van gemeenschappelijke regelingen 39

6.1 Mogelijkheden 39

6.2 Rol van de deelnemende gemeente 39

6.3 Beleid en financiën 39

7 Sturings- en beheersingsmogelijkheden in de regeling 40

7.1 Taakstellende sturings- en beheersingsmogelijkheden 40

7.2 Controlerende sturings- en beheersingsmogelijkheden 40

7.3 Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen 41

7.4 Financiële sturing en beheersing 42

7.5 Samenvatting 42

8 Sturings- en beheersingsmogelijkheden in de organisatie 43

8.1 Tijdige bijsturing 43

8.2 Nota verbonden partijen 43

9 Sturings- en beheersingsmogelijkheden in de regio 44

9.1 Eenduidige gedragslijn 44

9.2 Doorzettingsmacht 44

9.3 Samenvatting 47

DEEL 4 RISICO'S

10 Risico’s 51

10.1 Soorten risico’s 51

10.2 Extern 51

10.3 Financieel 51

10.4 Realisatie 52

10.5 Bestuurlijk 52

10.6 Samenvatting 53

DEEL 5 CASTRICUM EN DE KADERNOTA

11 Kadernota Samenwerking en fusie 57

11.1 Aanleiding 57

11.2 Beoordeling bestaande regelingen 57

11.3 Samenvatting 57

DEEL 6 ONTWIKKELINGEN

12 Ontwikkelingen 61

12.1 Aanpassingen WGR 61

(9)

7

12.2 Toename samenwerkingsverbanden 61

DEEL 7 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

13 Conclusies en aanbevelingen 65

13.1 Deel 1 en 2 65

13.2 Deel 3 65

13.3 Deel 4 66

13.4 Deel 5 66

13.5 Deel 6 67

(10)

8

(11)

9

1 INLEIDING

Gemeenten hebben een groot aantal publieke taken die verschillend van aard en omvang zijn.

Voor een optimale uitvoering worden sommige van deze taken gemeenschappelijk met andere (regio) partijen uitgevoerd. Dit is vaak efficiënter, effectiever, er is meer expertise en een grotere bestuurlijke kracht. Met deze partijen treffen gemeenten op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) een samenwerkingsovereenkomst of nemen zij deel in naamloze of besloten vennootschappen. Dit zijn de zogenoemde verbonden partijen.

1.2 Aanleiding

Grip hebben op verbonden partijen is een onderwerp dat bij steeds meer gemeenteraden speelt.

Mede in het licht van de toekomst ontwikkelingen, zoals de aangekondigde decentralisaties, en de bezuinigingsdiscussies van de afgelopen jaren, is het een onderwerp dat steeds meer in de belangstelling komt.

Op 22 april 2013 heeft de raad van de gemeente Heiloo de motie ‘Gemeenschappelijke Regelingen’ aangenomen. In deze motie draagt de raad het college onder andere1 op om:

 Alle gemeenschappelijke regelingen tegen het licht te houden met het doel de grip op de financiën van deze regelingen te vergroten;

 Voor de behandeling van de begroting 2014 met een notitie te komen.

Op 20 juni 2013 heeft de raad van de gemeente Castricum de motie ‘Begroting 2013 –

Gemeenschappelijke Regelingen’ aangenomen. In deze motie wordt het college onder andere2 het volgende opgedragen:

 Alle bestaande overeenkomsten te beoordelen op o.a.: actualiteit van de inhoud, stemverhouding, mogelijkheden om bij te sturen, financiële risico’s;

 Inventariseren van alternatieven;

 Ontwikkelen van een duidelijke overkoepelende visie

1.3 Uitvoering opdracht

Voor het uitwerken van de motie heeft de gemeente Castricum samenwerking gezocht met de gemeenten Bergen, Uitgeest en Heiloo. Binnen deze gemeentes lopen al diverse onderzoeken naar de mogelijkheden van samenwerking, waardoor deze samenstelling ook voor dit onderzoek voor de hand liggend was.

Middels de secretarissen is de opdracht ambtelijk binnen deze gemeentes uitgezet.

1 Voor de volledige tekst van de motie van de gemeente Heiloo wordt verwezen naar het bijlageboek.

2 Voor de volledige tekst van de motie van de gemeente Castricum wordt verwezen naar het bijlageboek

(12)

10 1.4 Probleemstelling

De gemeenteraad kan bij behandeling van de jaarrekening en begroting van gemeenschappelijke regelingen geconfronteerd worden met tegenvallende resultaten en financiële risico’s. De raad heeft de mogelijkheid een zienswijze in te dienen bij het bestuur van het samenwerkingsverband, waarin de gevoelens van de raad over de jaarrekening en begroting worden vermeld. Het dagelijks en algemeen bestuur van het samenwerkingsverband behandelen de ingekomen zienswijzen en nemen bij meerderheid een besluit om de zienswijze wel of niet uit te voeren.

Deze gang van zaken is voor veel gemeenteraden onbevredigend, ze hebben geen grip op het proces van de zienswijzen en geen zekerheid dat de zienswijze wordt uitgevoerd. Daarnaast spelen zaken zoals de beperkte informatievoorziening (1 keer per jaar met de jaarstukken), het ontbreken van inzicht in lopende zaken en financiële risico’s, inhoudelijke kennis van de geleverde producten en diensten van de samenwerkingsverbanden die de gemeenteraden het gevoel geven dat hun controlerende en kaderstellende rol niet goed te kunnen vervullen.

De probleemstelling voor het uitgevoerde onderzoek luidt als volgt:

“Op welke wijze hebben/krijgen gemeenten grip op de gemeenschappelijke regelingen waar zij in deelnemen”

1.5 Leeswijzer

Bovengenoemde probleemstelling wordt uitgewerkt in delen. In de delen van de dit onderzoeksrapport komen de volgende deelvragen/onderwerpen aan bod:

 Deel 1: Verbonden partijen (hoofdstuk 2 en 3)

In dit deel wordt gekeken naar de definities van verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen en wordt de reikwijdte van het onderzoek bepaald.

 Deel 2: Taken en alternatieven (hoofdstuk 4 en 5)

Welke taken voeren de regelingen voor ons uit en welke alternatieven hebben gemeenten hierin.

 Deel 3: Sturingsmogelijkheden (hoofdstuk 6 t/m 9)

Welke sturingsmogelijkheden hebben de deelnemende gemeente en welke mogelijkheden zouden wenselijk zijn.

 Deel 4: Risico’s (hoofdstuk 10)

In dit deel worden de risico’s die een deelnemende gemeente loopt bekeken en afgezet tegen de sturings- en beheersmaatregelen zoals in deel 3 zijn opgenomen.

(13)

11

 Deel 5: Castricum en de kadernota (hoofdstuk 11)

In de motie van de gemeente Castricum is ook gevraagd om de bestaande regelingen af te zetten tegen de door de raad van Castricum vastgestelde ‘Kadernota Samenwerking en Fusie’.

In dit deel wordt deze vraag uitgewerkt.

 Deel 6: Ontwikkelingen (hoofdstuk 12)

Welke ontwikkelingen zijn er in de komende jaren te verwachten op het gebied van samenwerkingsverbanden en de gemeenschappelijke regelingen.

 Deel 7: Conclusies en Aanbevelingen (hoofdstuk 13)

Het laatste deel van dit onderzoeksrapport geeft aan de hand van een samenvatting van alle bevindingen, aanbevelingen voor het verbeteren van grip op de gemeenschappelijke

regelingen.

 Bijlagenboek

In verband met de omvang van het rapport, zijn de bijlagen opgenomen in een separaat bijlagenboek bij dit onderzoeksrapport.

1.6 Werkwijze

Voor het uitvoeren van dit onderzoek is gebruik gemaakt van de regelingen, aanwezige informatie binnen de BUCH-gemeenten, onderzoeksrapporten van andere gemeenten en gesprekken met ambtenaren van andere gemeenten. Voor een volledig overzicht van de gebruikte bronnen en documenten wordt verwezen naar het bijlagenboek.

(14)

12

(15)

13

Deel 1: Verbonden partijen

 Wat zijn verbonden partijen?

 Welke partijen hebben wij?

 Welke partijen maken onderdeel uit van dit onderzoek?

(16)

14

(17)

15

2 DEFINITIES EN WETTELIJKE KADERS

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de vraag: Wat zijn verbonden partijen?

Er wordt een definitie gegeven vanuit de wettelijke kaders en de verschillende vormen van verbonden partijen worden beschreven.

2.1 Wettelijke kaders

Het wettelijk kader met betrekking tot de samenwerkingsverbanden als openbaar lichaam wordt gevormd door de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Deze wet geeft de juridische basis voor samenwerkingsverbanden, de bestuursvorm en samenstelling en de financiële

verantwoording. In de gemeenschappelijke regeling van het samenwerkingsverband kunnen, binnen de Wgr passende, specifieke afspraken worden vastgelegd zoals de samenstelling van de besturen en de stemverhoudingen.

2.2 Verbonden partijen

In het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeente (hierna BBV3) worden

verbonden partijen gedefinieerd als; een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waar de gemeente zowel een financieel belang in heeft als bestuurlijke zeggenschap over heeft.

Er is sprake van een financieel belangwanneer de gemeente geen verhaalsmogelijkheden heeft als de partij failliet gaat of wanneer de gemeente aansprakelijk wordt gesteld als de partij haar verplichtingen niet nakomt.

Er is sprake van een bestuurlijke zeggenschap als de gemeente vertegenwoordigt is in het bestuur van de organisatie, hetzij stemrecht heeft. Gelet op deze definitie van een verbonden partij kunnen gemeenschappelijke regelingen, NV's en BVs. stichtingen en verenigingen een verbonden partij zijn.

Als een gemeente financieel en bestuurlijk bijdraagt zijn zij mede-eigenaar van de

gemeenschappelijke regeling. Als een gemeente diensten afneemt van een gemeenschappelijke regeling zijn zij tevens opdrachtgever. In de rol van eigenaar en in de rol van opdrachtgever vervult de gemeente verschillende taken. De focus van de gemeenteraden is primair gericht op het

eigenaarschap door kaders te stellen, te controleren en toezicht te houden. De colleges en het algemeen bestuur van de verbonden partij sturen op het eigenaarschap en het

opdrachtgeverschap.

3 In het BBV zijn de verslaggevingseisen vastgelegd voor provincies en gemeenten.

(18)

16 2.3 Publiekrechtelijke organisatie

Bij de publiekrechtelijke organisaties gaat het om de zogeheten ‘gemeenschappelijke regelingen’.

Een gemeenschappelijke regeling is een samenwerkingsverband tussen overheidslichamen dat op grond van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen is opgericht.

In de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) worden samenwerkingsverbanden geregeld tussen openbare lichamen zoals gemeenten, provincies en waterschappen. De huidige wet van 20 december 1984 is de belangrijkste basis voor samenwerking tussen gemeenten, provincies en waterschappen. Op basis van de Wgr zijn er vier vormen van samenwerking mogelijk. Deze worden hierna uitgewerkt.

2.3.1 Openbaar lichaam

Een openbaar lichaam heeft rechtspersoonlijkheid en functioneert in feite op dezelfde manier als een gemeente of provincie, behalve dat er sprake is van een monistisch bestuur en dat er geen rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordiging is.

Het bestuur bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. De Wgr bevat een aantal bepalingen over de samenstelling van die organen, hun onderlinge verhouding en de verhouding tot de (leden van de) raden van de deelnemende gemeenten. Zo worden de leden van het Algemeen Bestuur gekozen door en uit de deelnemende raden, burgemeesters en wethouders; hoe dit precies gebeurt is vastgelegd in de regeling zelf, evenals het aantal leden van het Algemeen Bestuur.

Het Dagelijks Bestuur en de voorzitter worden gekozen uit het Algemeen Bestuur.

Het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur hebben een inlichtingenplicht jegens de deelnemende gemeenten. Een deelnemende gemeente kan alleen de eigen leden van het Algemeen Bestuur ter verantwoording roepen en ontslaan van de bestuursfunctie.

De deelnemers moeten aangeven ter behartiging van welke belangen de regeling wordt aangegaan, en moeten eigen bevoegdheden overdragen om behartiging van die belangen te kunnen realiseren. Bij het instellen van een gemeenschappelijke regeling met een openbaar lichaam is sprake van delegatie van bevoegdheden van de raad of het college aan het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

De bevoegdheden van een openbaar lichaam kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld:

 Gedelegeerde bevoegdheden

Gemeentebesturen kunnen in beginsel alle bevoegdheden van regeling en bestuur waarover zij beschikken overdragen aan een openbaar lichaam.

 Bevoegdheden als rechtspersoon

Een openbaar lichaam kan elke rechtshandeling verrichten, mits het aansluit bij het doel waarover het openbaar lichaam is ingesteld.

 Afgeleide bevoegdheden

Regels die gelden voor de uitoefening op- en in de interne verdeling over bestuursorganen van aan het openbaar lichaam gedelegeerde bevoegdheden en de bevoegdheden van het

(19)

17

openbaar lichaam als rechtspersoon zijn dezelfde als de gelden voor de deelnemende gemeente als drager van die bevoegdheden.

2.3.2 Gemeenschappelijk orgaan

Bij deze vorm is sprake van één orgaan. De vorm heeft geen rechtspersoonlijkheid en kan geen eigen ambtenaren in dienst hebben. Ambtelijke ondersteuning moet komen van (één van) de deelnemers. De deelnemers kunnen wel bevoegdheden overdragen, maar minder dan bij een openbaar lichaam. Een gemeenschappelijke orgaan kan geen algemeen verbindende

voorschriften geven en ook in het geheel geen belastingen heffen.

De regeling moet een begroting en rekening maken, maar omdat de regeling zelf geen

rechtspersoonlijkheid heeft moet worden afgesproken welke deelnemer namens de regeling naar buiten treedt. Die deelnemer beheert de gelden van de regeling.

2.3.3 Centrumgemeente

In de situatie treedt een bestuursorgaan of ambtenaar van een de deelnemers op namens een andere deelnemer, op basis van een mandaatverhouding. Op die manier kan de expertise, nodig voor het uitvoeren van een bepaalde taak, bij één gemeente geconcentreerd worden die dan in de praktijk optreedt namens de andere deelnemers. Die dragen dus geen bevoegdheden over, maar behouden eigen verantwoordelijkheid voor de genomen beslissingen. Deze constructie kan worden gekozen als sprake is van een grote mate van uniformiteit in de taakuitvoering.

2.3.4 Regeling zonder meer (Publiekrechtelijk convenant)

Publiekrechtelijk convenant wordt ook wel ‘lichte regeling’ genoemd. Samenwerking middels een overeenkomst, convenant of intentieverklaring.

Het verschil tussen een publiekrechtelijk convenant en bovengenoemde vormen is met name de wijze van geschilbeslechting die in dit geval via het publiekrecht loopt.

2.4 Privaatrechtelijke organisatie

De privaatrechtelijke organisaties waaraan gemeenten kunnen deelnemen, of zelf kunnen oprichten, zijn onder meer de vennootschappen (NV’s en BV’s), stichtingen, verenigingen maar ook de PPS-constructies.

Een Publiek Private Samenwerking (PPS) is een samenwerkingsverband waarbij:

 één of meer overheden en één of meer private partijen;

 gezamenlijk werken aan de realisering van een onderling overeengekomen doelstelling;

 in één, door de betrokken partijen opgezet, organisatorisch verband;

 met behoud van eigen identiteit van elk van de partijen;

 waarbij elk van de partijen zich met de eigen doelstellingen blijft identificeren;

 met inbreng van middelen en risicoaanvaarding door elk van de partijen, en verdeling van de opbrengsten in overeenstemming daarmee.

(20)

18

3 OVERZICHT VERBONDEN PARTIJEN

In hoofdstuk 2 is de definitie van verbonden partijen uiteengezet evenals het verschil tussen privaatrechtelijke en publiekrechtelijke verbonden partijen. Alle aanwezige verbonden partijen van de gemeente Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo zoals opgenomen in hun paragrafen bij begroting en rekening worden in dit hoofdstuk opgenomen. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk aangegeven wat de reikwijdte van het onderzoek is en welke regelingen er deel van uitmaken.

3.1 Aanwezige verbonden partijen

In onderstaande tabel zijn alle verbonden partijen opgenomen uit de vier gemeenten. Per regeling is er aangegeven welke BUCH-gemeente er in deelneemt.

Bergen Uitgeest Castricum Heiloo

Publiekrechtelijke verbonden partijen B U C H

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Noord-Holland Noord (GGD)

Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB-raad)

Gemeenschappelijke regeling Samenwerking leerplicht/Regionale Meld- en coördinatiefunctie

Gemeenschappelijke regeling Sanering buitengebied tussen de gemeente Uitgeest en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier

Milieudienst IJmond

Milieudienst Regio Alkmaar (MRA) / Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

Recreatiegebied Geestmerambacht

Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA)

Schadeschap Luchthaven Schiphol

Sociaal Werkvoorzieningschap de Meergroep Veiligheidsregio Kennemerland

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

(21)

19 Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI)

Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK)

Privaatrechtelijke verbonden partijen B U C H

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Eneco NV

Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB) NV Houdstermaatschappij Gasbedrijf Kop Noord-Holland (GKNH)

Ontwikkelingsbedrijf NHN BV

Ontwikkelingsbedrijf De Limmer Strandwal CV

Stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland Zandzoom BV

3.2 Reikwijdte van het onderzoek

Voor het onderzoek zijn de regelingen genomen waarin 2 of meer van de BUCH-gemeenten in deelneemt. Voor de publiekrechtelijke verbonden partijen zijn dit:

Reikwijdte onderzoek B U C H

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Noord-Holland Noord (GGD)

Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB-raad)

Milieudienst Regio Alkmaar (MRA) / Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA)

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI)

Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK)

Met uitzondering van de ISOB-raad betreffen alle regelingen openbare lichamen zoals beschreven in paragraaf 2.3.1. De ISOB-raad betreft een gemeenschappelijk orgaan zoals beschreven in 2.3.2.

(22)

20

Omdat de moties van de gemeente Castricum en Heiloo voornamelijk gericht zijn op het grip hebben op gemeenschappelijke regelingen zullen de privaatrechtelijke verbonden partijen verder geen deel uit maken van dit onderzoek. Voor de volledigheid zijn wel, van de partijen waarin 2 of meer van de BUCH-gemeenten deelneemt, de gegevens opgenomen in een matrix in het

bijlagenboek.

Dit betreffen de volgende privaatrechtelijke verbonden partijen:

Gegevens opgenomen in matrix B U C H

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)

Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB) NV Houdstermaatschappij Gasbedrijf Kop Noord-Holland (GKNH)

Ontwikkelingsbedrijf NHN BV

(23)

21

Deel 2: Taken en alternatieven

 Wat is het doel en de taken?

 Wat kost het?

 Wat zijn de alternatieven?

(24)

22

(25)

23

4 TAKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

In dit hoofdstuk wordt per regeling bekeken welke werkzaamheden zij uitvoert voor de gemeenten.

Hierbij wordt ook aangegeven of het om wettelijk verplichte taken gaat. Afsluitend per regeling wordt er per gemeente aangegeven wat de gemeenschappelijke bijdrage is. Deze bijdragen zijn gebaseerd op de begrotingen 2013 van de gemeenschappelijke regelingen. In paragraaf 4.9 worden de totale bijdragen afgezet tegen de omvang van de gemeentebegroting.

4.1 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD) 4.1.1 Doel

Het doel van de gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden, is het behartigen van de belangen, die de schaal van individuele gemeenten te boven gaat, ten behoeve van de gezondheid van de bevolking in het samenwerkingsverbandgebied. De GGD Hollands Noorden voert in opdracht van de gemeente het basispakket gezondheidszorg uit dat is vastgelegd in de Wet publieke gezondheid.

4.1.2 Deelnemers

De GGD is een gemeenschappelijke regeling tussen de 19 gemeenten in Noord-Holland Noord.

4.1.3 Taken

De taken van de gemeentelijke diensten stonden in de jaren van de oprichting beschreven in de artikelen 2 en 3 en van de Wet collectieve preventie volksgezondheid. Daarnaast is het voor de GGD toegestaan om andere diensten aan derden te bieden. In 2008 is de Wet collectieve preventie volksgezondheid veranderd in de Wet publieke gezondheid.

De taken, die binnen de gemeentelijke gezondheidsdienst worden uitgevoerd, zijn de taken waar het college van de burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor is op grond van de wet publieke gezondheid.

De wettelijke taken, die de GGD voor de deelnemende gemeenten uitvoert, zijn onder andere:

 zorg dragen voor de uitvoering van de jeugdgezondheidszorg;

 zorg dragen voor de uitvoering van de ouderengezondheidszorg;

 zorg dragen voor infectieziektebestrijding waaronder het nemen van algemene preventieve maatregelen, het bestrijden van tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, en bron- en contactopsporing.

Naast de wettelijke taken voert de GGD ook enkele markttaken uit waaronder:

 Forensische geneeskunde (politie/justitie);

 Reizigersvaccinaties;

 Medische Zorg Rijksinrichting Jongeren (RIJ);

 Medische opvang asielzoekers (COA);

 Gezondheidspreventieprogramma’s;

 Verbeteren preventiestructuur.

(26)

24 4.1.4 Financiële bijdrage

De bijdragen omvatten de jaarlijkse lasten, voor zover niet door de opbrengsten uit andere

vergoedingen worden bestreden. De bijdragen van de deelnemers worden naar rato van het aantal inwoners van de deelnemers op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat jaar waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van het aantal inwoners wordt het bevolkingscijfer aangehouden die door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend is gemaakt.

Gemeente Bijdrage

Bergen € 536.000

Uitgeest n.v.t.

Castricum € 572.000

Heiloo € 371.000

4.2 Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB-raad)

4.2.1 Doel

De ISOB raad coördineert en oefent de bevoegdheden van de gemeenteraad uit als bedoeld in artikel 48 Wet op het Primair Onderwijs en als genoemd in de statuten van de stichting, met uitzondering van de opheffing van scholen, de wijziging van de statuten, de ontbinding van de stichting of de terugvordering van scholen.

4.2.2 Deelnemers

Het gemeenschappelijk orgaan is een regeling tussen de gemeenten: Bergen, Castricum, Graft-de Rijp, Heiloo en Schermer.

4.2.3 Taken

Het Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs voert geen wettelijke taken noch gemeentelijke taken uit. De ISOB-raad dient het belang van de deelnemende gemeenten in het bestuur van de Intergemeentelijke Stichting Openbaar Basisonderwijs te

behartigen (ISOB).

4.2.4 Financiële bijdrage

Er is geen financiële bijdrage aan deze gemeenschappelijke regeling. De kosten zijn beperkt tot de kosten die worden gemaakt door- en voor de aanwezigheid van de afgevaardigde

portefeuillehouder in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling.

(27)

25

4.3 Milieudienst Regio Alkmaar (MRA)/ Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

4.3.1 Doel

De Milieudienst Regio Alkmaar is opgericht met als doel: het uitvoeren van milieu taken van de deelnemende gemeenten en om de samenwerking tussen de gemeenten in regio Alkmaar om het milieu te bevorderen, op grond de milieuwet, geluidshinderwet en Wet bodembescherming.

In landelijke bestuurlijke afspraken is vastgelegd dat in Nederland regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) moesten worden opgericht. De RUD NHN is per 1 juli 2013 opgericht en daarmee de rechtsopvolger van de MRA.

4.3.2 Deelnemers

Alle 19 gemeenten in de kop van Noord-Holland, West Friesland en Noord Kennemerland en de provincie Noord-Holland.

4.3.3 Taken

Dit betreft het uitvoeren van milieu (basis)taken van de deelnemende gemeenten en de provincie Noord-Holland, tevens de Wabo-taken voor de provincie Noord-Holland.

De volgende hoofdtaken zijn te onderscheiden:

 Het adviseren over en bijstaan van de gemeentebesturen bij de uitoefening van hun bevoegdheden in het kader van het milieu;

 Het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op het gebied van milieu;

 Het bieden van een platform voor overleg over de beleidsontwikkelingen op het gebied van milieu.

De taken zijn gebaseerd op de volgende wetten:

 Wet milieubeheer;

 Wet geluidshinder; en

 Wet bodembescherming.

Wet milieubeheer

Binnen de Wet milieubeheer houdt de RUD NHN zich bezig met de handhaving en het verstrekken van vergunningen. Bovendien adviseert de RUD NHN, de gemeenten op het gebied van bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening en bedrijvenbeleid.

Wet geluidshinder

Op het gebied van geluidshinder worden gemeenten bijgestaan wanneer de gemeente behoefte heeft aan de toetsing van en advies over de bestemmings-, bouw en ontwikkelingsplannen.

Daarnaast stelt de RUD NHN de ontheffingsverzoeken op die betrekking hebben op geluid, voert deze gemeenschappelijke regeling metingen van geluid uit en adviseert het de gemeenten over vermindering van geluidsoverlast.

Wet Bodembeschermingen

Binnen de Wet bodembescherming voert de RUD NHN bodemonderzoeken uit, begeleidt de bodemsaneringen in eigen beheer, beoordeelt de bodemsaneringen door derden en handelt de meldingen af.

(28)

26 4.3.4 Financiële bijdrage

Het algemeen bestuur stelt ieder jaar de begroting vast. In de begroting is vastgelegd welke bijdrage elke deelnemer is verschuldigd voor de door hem aan de RUD opgedragen taken.

Het in te brengen budget door de RUD- partijen is in overeenstemming met de opgedragen taken en uitvoeringsniveau en komt overeen met de huidige (2013) bijdrage. Het grootste deel (85%) van de exploitatiebegroting is terug te voeren op personeelslasten. Er is dus een direct verband tussen het in te brengen budget en de door de RUD uitgevoerde taken.

Oude situatie

Totale kosten milieudiensten, provincie en gemeenten 2013: € 12.091.086

Exploitatiebegroting RUD NHN 2014 Lasten € 10.919.203

Baten € 10.919.203 Resultaat € 0

Voordeel RUD NHN t.o.v. oude situatie

€ 1.171.883 Daarnaast wordt nog een efficiëntievoordeel gerealiseerd van 5% in 2017

Gemeente Bijdrage

Bergen € 523.000

Uitgeest n.v.t.

Castricum € 530.000

Heiloo € 287.000

4.4 Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) 4.4.1 Doel

 Het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van openluchtrecreatie;

 Het tot stand brengen en bewaren van een evenwichtig natuurlijk milieu;

 Het tot stand brengen en onderhouden van een landschap, dat is afgestemd op bovenstaande doelen

4.4.2 Deelnemers

Het RAUM is een gemeenschappelijke regeling tussen de Provincie Noord-Holland en de gemeenten: Alkmaar, Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Heiloo, Uitgeest en Zaanstad.

4.4.3 Taken

De taken, die worden uitgevoerd in deze gemeenschappelijke regeling zijn wettelijke taken zoals het handhaven van orde en het exploiteren van het Alkmaarder- en Uitgeestermeer. Het openbare lichaam is bevoegd om de bevoegdheden van de burgemeester van de deelnemende gemeenten uit te oefenen. Deze bevoegdheden bestaan onder meer uit het handhaven van de Milieu-,

Gemeente- en Provinciewet en de Wet op openluchtrecreatie zoals het opheffen van rechten en het verlenen van vergunningen.

(29)

27

In de Wet milieubeheer is opgenomen dat het college verplicht is om artikel 6.2 van de Waterwet te handhaven. Dit artikel heeft betrekking het storten van giftige stoffen in oppervlaktewater.

4.4.4 Financiële bijdrage

De gemeenten dragen een percentage bij van de exploitatiekosten van het recreatieschap. De provincie Noord-Holland en de gemeente Zaanstad zijn de grootste financiers van deze

gemeenschappelijke regeling.

Gemeente Bijdrage

Bergen n.v.t.

Uitgeest € 54.000

Castricum € 53.000

Heiloo € 24.000

4.5 Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) 4.5.1 Doel

Het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historisch bronnenmateriaal en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar te maken voor een breed publiek.

4.5.2 Deelnemers

De gemeenten: Alkmaar, Hollands Kroon, Bergen, Graft-De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk, Schagen, Schermer en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier zijn gezamenlijk de gemeenschappelijke regelingen RHCA aangegaan.

4.5.3 Taken

De taken van de gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum zijn vastgelegd in de Archiefwet 1995. In het wetsartikel 30 Archiefwet is vastgesteld dat de gemeenteraad een

verordening moet vaststellen waarin de zorg voor de archiefbescheiden van de gemeentelijke organen is geregeld.

Op grond van de archiefverordening van de deelnemende gemeenten bewaart het Regionaal Historisch Centrum Alkmaar het archief van deze gemeenten.

4.5.4 Financiële bijdrage

De bijdragen van een deelnemer wordt bepaald naar rato van het aantal inwoners van de

deelnemer op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

Voor de vaststelling van het aantal inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekende gemaakte bevolkingscijfer aangehouden.

(30)

28

Gemeente Bijdrage

Bergen € 110.000

Uitgeest n.v.t.

Castricum € 127.000

Heiloo € 79.000

4.6 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR-NHN) 4.6.1 Doel

Het gezamenlijk behartigen van belangen, die de schaal van de individuele gemeenten te boven gaan, ten behoeve van de veiligheid van de bevolking in het samenwerkingsgebied.

4.6.2 Deelnemers

In de VR-NHN nemen alle gemeenten deel van de regio’s Alkmaar, Noord-Holland Noord en West Friesland.

4.6.3 Taken

De taken van de veiligheidsregio bestaan o.g.v. artikel 10 Wet veiligheidsregio uit:

 Crisisbeheersing en coördinatie

 Instellen en in stand houden van de brandweer

 Instellen en in stand houden van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio

 Het van voorzien in meldkamers

Crisisbeheersing en coördinatie

De crisisbeheersing is binnen de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord onder het Veiligheidsbureau gebracht. Het Veiligheidsbureau zorgt voor de coördinatie van de

Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio, meldkamers, de brandweer en andere partners als de politie, reddingsbrigade enzovoort. Daarnaast zorgt dit organisatieonderdeel voor oefeningen waarbij de brandweer, geneeskundige hulpverleners en andere partners samenwerken opdat zij goed voorbereid zijn op rampen en ongelukken.

Brandweer

Het onderdeel Brandweer is in artikel 25 lid 1 Wet veiligheidsregio is belast met de brand-, en ongelukkenbeheersing, het adviseren van andere overheden en organisatie ter voorkoming van ongelukken, het waarschuwen en voorkomen van ongevallen. Op het gebied van de brand- en ongelukkenbeheersing zorgt het brandweeronderdeel binnen de Veiligheidsregio voor de opleiding en oefening van brandweerofficieren, bevelvoerders, en manschappen in de regio Noord-Holland Noord.

De Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio

Het onderdeel Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio is verantwoordelijk voor het goede verloop van de medische hulpverlening binnen de veiligheidsregio Noord-Holland Noord.

(31)

29

Dit onderdeel zorgt voor de hulpverlening bij de rampenbestrijding en zware ongelukken, door samen te werken met ziekenhuizen en de gemeentelijke gezondheidsdienst in de regio Noord- Holland Noord. Ook zorgt de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio voor oefening van medisch personeel opdat zij gereed zijn op het moment dat zij nodig zijn, conform artikel 33 wet veiligheidsregio.

Meldkamer

De meldkamer is volgens het artikel 35 lid 2 Wet veiligheidsregio, belast met het ontvangen, registreren en beoordelen van alle acute hulpvragen ten behoeve van de brandweer, de

geneeskundige hulpverlening, het ambulancevervoer en de politie, het bieden van een adequaat hulpaanbod, en het begeleiden en coördineren van de hulpdiensten.

4.6.4 Financiële bijdrage

De bijdragen van een deelnemer wordt bepaald naar rato van het aantal inwoners van de

deelnemer op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is.

Voor de vaststelling van het aantal inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekende gemaakte bevolkingscijfer aangehouden.

Gemeente Bijdrage

Bergen € 329.000

Uitgeest n.v.t.

Castricum € 377.000

Heiloo € 242.000

4.7 Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) 4.7.1 Doel

De gemeenschappelijke belangen van de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling te behartigen met betrekking tot een doelmatige en milieuhygiënisch verantwoorde verwijdering van afvalstoffen. De VVI is aandeelhouder van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) en bezit 529 aandelen.

4.7.2 Deelnemers

Aan deze gemeenschappelijke regeling nemen de volgende gemeenten deel:Alkmaar, Bergen Castricum, Graft-de Rijp, Harenkarspel, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk, Hollands Kroon, Schermer, Uitgeest en Wormerland.

4.7.3 Taken

De VVI is een gemeenschappelijke regeling waarin gemeenten samenwerken om hun afval tegen een lage prijs te laten kunnen verwerken. Daarnaast vertegenwoordigt de gemeenschappelijke regeling de deelnemende gemeenten als collectief aandeelhouder van de Huisvuilcentrale (HVC).

De VVI vervult geen wettelijke taken.

De HVC is een naamloze vennootschap gevestigd in Alkmaar, die in stand wordt gehouden door de gemeenten en waterschappen. In totaal zijn 52 gemeenten uit Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Friesland en zes waterschappen aandeelhouders van deze naamloze vennootschap.

(32)

30

In beginsel zijn de gemeenten individueel verantwoordelijk voor het inzamelen van afval. De milieuwet biedt de mogelijkheid om samen met andere gemeenten te werken om de milieuwet uit te voeren.

4.7.4 Financiële bijdrage

Op basis van een raming van het afvalaanbod worden voorschotnota´s opgesteld. Aan het einde van het jaar komt hiervan een afrekening.

Gemeente Bijdrage

Bergen € 1.138.000

Uitgeest € 365.000

Castricum € 1.125.000

Heiloo € 754.000

4.8 Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK) 4.8.1 Doel

Het werkvoorzieningsschap heeft tot doel in zijn rechtsgebied de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uit te voeren. De uitvoering van de Wsw is een wettelijke taak van de gemeenten. De verplichtingen en bevoegdheden uit de Wsw zijn overgedragen aan het werkvoorzieningschap.

4.8.2 Deelnemers

WNK is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten: Alkmaar, Bergen, Castricum, Graft- De Rijp, Heerhugowaard, Heiloo, Langedijk en Schermer.

4.8.3 Taken

De gemeenschappelijke regeling WNK is oorspronkelijk opgericht om de Wet sociale

werkvoorziening (Wsw) uit te voeren. Tegenwoordig omvat de gemeenschappelijke regeling ook het uitvoeren van andere wettelijke taken zoals de Wet werk en bijstand (Wwb).

Wet sociale werkvoorziening

In het artikel 1 van de wet sociale werkvoorziening is bepaald dat slechts mensen met een beperking in aanmerking kunnen komen voor een sociale werkplaats. Bovendien moeten zij in staat zijn om regelmatig arbeid te verrichten, niet ouder dan 65 jaar zijn en moeten zij in het bezit zijn van een indicatie van het uitvoeringsinstituut werknemersverzekering, volgens artikel 11 van de Wet sociale werkvoorziening.

Voor de werknemers, die daarvoor in aanmerking komen, houdt de gemeenschappelijke regeling Werkvoorziening Noord-Kennemerland zes ondernemingsdelen in stand:

 Montage en verpakking;

 Personenvervoer;

 Document services;

 Post;

 Schoonmaak; en

 Groen en reiniging.

(33)

31

Daarnaast is er sprake van diverse samenwerking met verschillende gemeenten, kringloopwinkels en andere organisaties.

Wet werk en Bijstand

De re-integratie heeft betrekking op de Wet werk en bijstand. Daarin is in hoofdstuk 2 Rechten en Plichten, deel 1 arbeidsinschakeling en tegenprestatie van Wet werk en bijstand vastgesteld dat mensen tussen 18 en 65 jaar, die zich melden voor de bijstandsuitkering, de verplichting hebben om zich beschikbaar te stellen voor arbeidsinschakeling(ook wel re-integratietraject genoemd), tenzij zij beschikken over een ontheffing van deze verplichting, die kan worden verleend door het college van burgemeester en wethouders.

4.8.4 Financiële bijdrage

De gemeenten verlenen jaarlijks een bijdrage ter zake van de uitvoering van de wet. Het Algemeen Bestuur stelt deze bijdrage vast, zulks naar rato van het aantal werknemers dat in de gemeente zijn woonplaats heeft.

Gemeente Bijdrage

Bergen € 98.000

Uitgeest n.v.t.

Castricum € 50.000

Heiloo € 70.000

4.9 Totale financiële omvang van de regelingen

Zoals in de vorige paragrafen is op te maken gaan er in sommige regelingen grote bedragen om.

Om een beeld te krijgen van de totale bijdrage aan de genoemde gemeenschappelijke regelingen, zijn de bijdragen afgezet tegen de totale gemeentebegroting.

In onderstaand overzicht zijn alleen de betaling opgenomen aan de regeling die deel uit maken van dit onderzoek.

(34)

32

Financiële bijdrage (bedragen x € 1.000) B U C H

Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Noord-Holland Noord (GGD) 536 n.v.t. 572 371 Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar

Onderwijs (ISOB-raad)

0 0 0 0

Milieudienst Regio Alkmaar (MRA) / Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

523 n.v.t. 530 287

Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) n.v.t. 54 53 24 Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) 110 n.v.t. 127 79

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord 329 n.v.t. 377 242

Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) 1.138 365 1.125 754 Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK) 98 n.v.t. 50 70 Totaal bijdragen gemeenschappelijke regelingen 2.734 419 2.834 1.827

Totaal gemeentebegroting 65k 13k 55k 34k

Percentage bijdragen gemeenschappelijke regelingen 4,2% 3,2% 5,1% 5,4%

(35)

33

5 UITTREDING EN ALTERNATIEVEN

Nadat in het vorige hoofdstuk per regeling is gekeken naar de taken en de bijdrage per regeling, wordt in dit hoofdstuk bekeken wat de alternatieven zijn. Hierbij worden ook de mogelijkheden tot uittreding benoemd.

5.1 Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Hollands Noorden (GGD) 5.1.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

5.1.2 Uittreding

In de regeling is omtrent uittreding het volgende opgenomen:

 een deelnemer kan uittreden uit de regeling door een daartoe strekkend besluit van de uittredende gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders;

 het Algemeen Bestuur regelt de financiële en overige gevolgen van de uittreding;

 de uittreding vindt eerst plaats met ingang van 1 januari volgend op het jaar waarin het besluit tot uittreding is genomen.

5.1.3 Alternatieven

In artikel 14 van de Wet publieke gezondheid is opgenomen dat de colleges van gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in de Wet veiligheidsregio’s, zorg moeten dragen voor de instelling en instandhouding van een regionale gezondheidsdienst in die regio. Dit door het treffen van een gemeenschappelijke regeling.

Uit bovenstaande is op te maken dat de regio, waarin een gemeente aan een gemeenschappelijke regeling deelneemt, gekoppeld is aan de regio’s zoals benoemd in de Wet Veiligheidsregio’s.

Daarnaast is deelnamen aan een dergelijke regeling door de Wet publieke gezondheid verplicht.

Er zijn hierdoor geen alternatieven voor de GGD Hollands Noorden.

5.2 Gemeenschappelijk Orgaan Intergemeentelijke Stichting Openbaar Onderwijs (ISOB-raad)

5.2.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling ISOB-raad wordt opgeheven zodra de ISOB ophoudt te bestaan.

5.2.2 Uittreding

Gemeenten kunnen uit de ISOB-raad treden wanneer de ISOB geen school meer heeft op het grondgebied van de betreffende gemeente.

5.2.3 Alternatieven

In artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs het volgende opgenomen:

 een gemeenteraad kan besluiten dat één of meerdere openbare scholen in de gemeente in stand worden gehouden door een stichting die zich ten doel stelt het in stand houden

(36)

34

van één of meer openbare scholen, al dan niet te zamen met openbare scholen als

bedoeld in de Wet op de expertisecentra of openbare scholen als bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs

Indien er voor de ISOB wordt besloten dat er een alternatieve stichting moet komen, dan dient ook de ISOB-raad daar op aangepast te worden.

5.3 Milieudienst Regio Alkmaar (MRA)/ Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN)

5.3.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

5.3.2 Uittreding

Ten aanzien van uittreding is het volgende geregeld:

 Een college kan uit de regeling treden na verkregen toestemming van zijn vertegenwoordigend orgaan.

 Uittreding of opzegging kan niet plaatsvinden gedurende de eerste drie jaar na instelling van het openbaar lichaam RUD NHN.

 Uittreding kan slechts plaatsvinden met een opzegtermijn van ten minste twaalf maanden.

 Vermindering van taken wordt gelijkgesteld aan een gedeeltelijke uittreding.

 Het algemeen bestuur van de RUD regelt de financiële en organisatorische gevolgen van de uittreding en stelt de verschuldigde schadeloosstelling vast.

5.3.3 Alternatieven

In landelijke bestuurlijke afspraken is vastgelegd dat in Nederland regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) moeten worden opgericht. Het deelnemen aan de RUD NHN is daarmee niet vrijblijvend.

Bij uittreding uit de RUD NHN zal de gemeente worden aangemerkt als ‘witte vlek’. De minister gaat dan in gesprek met de gemeente en kan, indien nodig, via een AmvB de gemeente dwingen zich (weer) aan te sluiten bij een RUD.

Voor het uitvoeren van de basis milieutaken is er geen alternatief voor de RUD NHN.

Voor het uitvoeren van de overige milieutaken is er wel een alternatief: weer zelf uitvoeren of onderbrengen bij een publiek orgaan of marktpartij.

5.4 Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) 5.4.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

5.4.2 Uittreding

De uittreding uit de gemeenschappelijke regeling recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer mag drie jaar na de bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad om uit te treden

plaatsvinden. Indien alle deelnemende gemeenten unaniem daartoe besluiten is daarop een uitzondering mogelijk.

(37)

35 5.4.3 Alternatieven

Vanuit de provincie is aan de gemeenten opgelegd dat zij deel dienen te nemen in een

recreatieschap. Hierbij is het alternatief binnen onze regio het recreatieschap Geestmerambacht .

5.5 Regionaal Historisch Centrum Alkmaar (RHCA) 5.5.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

De regeling wordt opgeheven wanneer tenminste tweederde van het aantal deelnemers daartoe besluiten

5.5.2 Uittreding

Een deelnemer kan uittreden door een daartoe strekkend besluit van de raad, het college van b&w en de burgemeester. Het Algemeen Bestuur van de RHCA regelt de financiële gevolgen van de uittreding.

De uittreding vindt plaats met ingang van 1 januari volgend op het jaar waarin het besluit is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.

5.5.3 Alternatieven

Een gemeente heeft de mogelijkheid om zelf het archief te beheren. Hierbij dient er wel rekening te worden gehouden met de eisen die de Archiefwet stelt aan de ruimte waar het archief beheerd moet worden. Daarnaast dienen medewerkers opgeleid te zijn tot archivarissen en moet de functie van kenniscentrum ingevuld kunnen worden.

5.6 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR-NHN) 5.6.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

5.6.2 Uittreding

De uittreding en eventueel de toetreding zijn niet in de overeenkomst van deze

gemeenschappelijke regeling geregeld. Dit komt doordat de Veiligheidsregio, een verplichte gemeenschappelijke regeling is. Het uittreden is mogelijk indien de gemeente fuseert met een gemeente buiten de eigen regio.

Bij fusie met een andere gemeente binnen de regio blijven de kosten, per hoofd van de bevolking, gelijk.

5.6.3 Alternatieven

De deelname aan een Veiligheidsregio is geregeld in de Wet veiligheidsregio’s. Hierin is ook genomen welke gemeente onder welke regio vallen. Er zijn hierdoor geen alternatieven.

5.7 Vuilverbrandingsinstallatie Alkmaar e.o. (VVI) 5.7.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd.

(38)

36 5.7.2 Uittreding

De BUCH-gemeenten participeren sinds de oprichting in deze gemeenschappelijke regeling. Voor deze gemeenten geldt dat, bij een besluit tot uitreding, de gemeenten twee jaar, na de

bekendmaking van het voornemen kunnen uittreden.

De gemeenten moeten nog wel gedurende vijf jaren verbonden blijven aan de gedane investering voor de uittreding. Dit bedrag wordt geleidelijk in die tijd afgebouwd. Het eerste jaar 75%, tweede 65%, derde 45%, vierde 30% en het vijfde jaar 15%.

5.7.3 Alternatieven

Zolang de gemeenten gebruik maken van de HVC zijn er geen alternatieven voor de

gemeenschappelijke regeling VVI. In verband met de financiële verbondenheid zoals genoemd is onder uittreding, is uittreding ook financieel niet interessant.

5.8 Werkvoorzieningschap Noord-Kennemerland (WNK) 5.8.1 Looptijd van de regeling

De gemeenschappelijke regeling is aangegaan voor onbepaalde tijd. De regeling wordt opgeheven nadat de raden van tenminste drievierde van de deelnemende gemeenten daartoe hebben

besloten.

5.8.2 Uittreding

Een gemeente kan, indien de meerderheid van de gemeenteraad daartoe besluit, uittreden.

Het Algemeen Bestuur van WNK bepaalt het tijdstip van uittreding, met dien verstande dat de datum niet later is dan 3 jaar na de dag waarop de gemeenteraad het besluit heeft genomen.

5.8.3 Alternatieven

De gemeente kan de sociale werkvoorziening zelf uitgevoeren. Daarnaast is het mogelijk om toe te treden tot een ander werkvoorzieningschap zoals bijvoorbeeld de Meergroep.

5.9 Samenvatting

Vele regelingen voeren wettelijke taken uit. Enkele regelingen zijn zelfs bij wet bepaald waardoor er geen alternatieven zijn. Een enkele regeling heeft als alternatief dat de gemeente de taken zelf kan uitvoeren. Gezien de benodigde expertise die taken benodigd is, is dit niet raadzaam.

Bij het kijken naar alternatieven dient in ogenschouw genomen te worden dat de gemeente mede eigenaar en vaak ook mede-oprichter is van de regeling waar zij op dit moment in deelneemt.

(39)

37

Deel 3: Sturingsmogelijkheden

 Welke sturings- en beheersingsmogelijkheden zijn er?

 Wat is er bij wet of regelement geregeld?

 Welke maatregelen kunnen er nog getroffen worden?

(40)

38

(41)

39

6 STURING EN BEHEERSING VAN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

In dit deel wordt ingegaan op de reeds beschikbare sturings- en beheersingsmaatregelen maar wordt ook gekeken naar welke mogelijkheden er nog meer zijn om de grip op de

gemeenschappelijke regelingen te vergroten.

6.1 Mogelijkheden

Er zijn uiteenlopende sturings- en beheersingsmogelijkheden te bedenken om de grip op de gemeenschappelijke regelingen te vergroten. Binnen dit rapport is de volgende 3-deling hierin gemaakt:

 Sturings- en beheersingsmogelijkheden in de regeling;

 Sturings- en beheersingsmogelijkheden in de gemeentelijke organisatie;

 Sturings- en beheersingsmogelijkheden in de regio.

In de volgende 3 hoofdstukken worden deze onderwerpen uitgewerkt.

6.2 Rol van de deelnemende gemeente

Bij de uitwerking van de sturings- en beheersingsmogelijkheden wordt gekeken naar de verschillende rollen die de deelnemende gemeenten vervullen. Zo worden de mogelijkheden bekeken om de taakstellende en de controlerende rol te vervullen.

6.3 Beleid en financiën

Wanneer er gesproken wordt over ‘grip’ op gemeenschappelijke regelingen, dan wordt er gesproken over grip in de breedste zin van het woord. Het is namelijk niet alleen van belang om financieel grip te hebben op de regelingen, maar ook om beleidsmatig grip op de regelingen te hebben. De regelingen zijn namelijk veelal bezig om taken uit te voeren waar de gemeente verantwoordelijk voor is.

(42)

40

7 STURINGS- EN BEHEERSINGSMOGELIJKHEDEN IN DE REGELING

In de regeling zijn vaak al diverse sturings- en beheersingsmogelijkheden opgenomen waarvan de deelnemende gemeenten gebruik kunnen maken. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de sturings- en beheersingsmogelijkheden die in de regelingen zijn opgenomen of opgenomen kunnen worden.

7.1 Taakstellende sturings- en beheersingsmogelijkheden 7.1.1 Begroting

Wanneer er aan taakstellende sturings- en beheersingsmogelijkheden wordt gedacht, is veelal aan de begroting in beeld. De gedachte dat de begroting het document is om een financieel

taakstellende zienswijze te geven, is te beperkt. De begroting is ook, en bij uitstek, een beleidsmatig inhoudelijk document waarmee de taakstellende rol invulling kan krijgen.

Conform artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen dient het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam de ontwerpbegroting toe te zenden aan de raden van de deelnemende

gemeenten, 6 weken voor deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.

De deelnemende raden kunnen hun zienswijze op de begroting indienen.

7.1.2 Begrotingswijzigingen

Artikel 35 Wet gemeenschappelijke regelingen is mede van toepassing op begrotingswijzigingen.

7.1.3 Beleidswijzigingen

Bij wet of regelingen zijn er geen sturings- en beheersingsmogelijkheden die ook de mogelijkheid geven om zienswijze in te dienen bij tussentijdse beleidswijzigingen.

7.2 Controlerende sturings- en beheersingsmogelijkheden 7.2.1 Jaarrekening

Met de jaarrekening leggen de gemeenschappelijke regelingen zowel financieel als inhoudelijk verantwoording af over het gelopen boekjaar.

In tegenstelling tot de begroting is voor de jaarrekening niet bij wet geregeld dat deelnemende gemeenten hun zienswijze hierop kunnen indienen. Van de 7 openbare lichamen die deel uit maken van dit onderzoek is bij 6 regelingen dezelfde mogelijkheid opgenomen als bij de begroting.

In een aantal van deze regelingen is ook opgenomen dat het verslag van bevindingen van de accountants hierbij wordt aangeboden.

Het Werkvoorzieningsschap Noord-Kennemerland (WNK) heeft niet in de regeling opgenomen dat ook de jaarrekening voorafgaand aan besluitvorming aan de deelnemende raden wordt

toegezonden. In de praktijk geven zij wel deze mogelijkheid.

(43)

41

7.3 Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen 7.3.1 Aanleiding

In de raden van regio Alkmaar zijn aanvullende uitgangspunten vastgesteld4. Aanleiding voor deze uitgangspunten is de bestuurlijke en ambtelijk wens om op schaal van Noord-Holland Noord gezamenlijke uitgangspunten vast te stellen met betrekking tot gemeenschappelijke regelingen.

Het gezamenlijk benoemen van uitgangspunten verhoogt transparantie voor zowel de deelnemende gemeenten als de gemeenschappelijke regelingen. Om begripsverwarring te voorkomen wordt hierna de ‘Uitgangspunten Gemeenschappelijke Regelingen’ van de regio Noord-Holland Noord, ‘uitgangspunten NHN’ genoemd.

7.3.2 Uitgangspunten NHN

Gemeenschappelijke regelingen kunnen het meest efficiënt en effectief werken als zij niet te maken krijgen met verschillende zienswijzen van verschillende deelnemende gemeenten. Daarom zijn er financiële en procesmatige uitgangspunten opgesteld. Dit ter ondersteuning van de

kaderstellende en controlerende rol van de raad.

In de uitgangspunten NHN wordt ingegaan op de volgende onderwerpen:

 Indexering

 Vermogenspositie

 Nieuw beleid

 Termijnen van indienen van de planning- en controledocumenten

 Bezuinigingen

7.3.3 Uitgangspunten NHN versus regelingen

De uitgangspunten NHN vormen een goede aanvulling op de regelingen van de openbare lichamen. Waar er in de regeling geen afspraken zijn opgenomen omtrent de beleidswijzigingen, zijn deze wel opgenomen in de uitgangspunten.

In een enkel geval zijn de uitgangspunten echter niet in overeenstemming met de genoemde punten van de regelingen. Dit betreft bijvoorbeeld de indieningstermijn van de begroting en de jaarrekening.

In de praktijk is gebleken dat 6 weken relatief kort is voor het bestuurlijke proces binnen de deelnemende gemeenten. Om deze reden is in de uitgangspunten de termijn van 10 weken opgenomen.

7.3.4 Uitvoering uitgangspunten NHN

In de praktijk is gebleken dat ondanks dat alle deelnemende raden de uitgangspunten hebben aangenomen, nog niet alle regelingen zich ook aan deze aanvullende uitgangspunten houden.

In het bijlagenboek is een overzicht opgenomen waarin is aangegeven of Algemeen Besturen van de gemeenschappelijke regelingen de uitgangspunten hebben vastgesteld.

4 De uitgangspunten gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen in het bijlagenboek

(44)

42 7.4 Financiële sturing en beheersing

Ondanks dat de raden van deelnemende gemeenten door middel van hun zienswijze en

uitgangspunten invloed kunnen uitoefenen op de hoogte van de bijdrage, kunnen ze maar beperkt invloed uitoefenen op de wijze hoe regelingen dit bedrag besteden.

Er is geen sprake van outputfinanciering bij gemeenschappelijke regelingen. Door meer te streven naar kostprijs berekening en outputfinanciering kan een gemeente nog meer sturing geven aan haar bijdrage en de gewenste resultaten.

7.5 Samenvatting

De regelingen vormen te samen met de uitgangspunten gemeenschappelijke regelingen een goede basis om zowel de kaderstellende als controlerende rol te vervullen. Hiervoor is het echter wel van belang dat de uitgangspunten NHN goed verankerd worden zodat openbaar lichamen zich hier ook aan houden.

Het toewerken naar outputfinanciering kan de sturings- en beheersingsmogelijkheden op inhoudelijk en financieel vlak verder vergroten.

(45)

43

8 STURINGS- EN BEHEERSINGSMOGELIJKHEDEN IN DE ORGANISATIE

Voor goede sturing en beheersing is het van belang om niet alleen naar buiten (gemeenschappelijke regelingen) maar ook naar binnen (eigen organisatie) te kijken.

8.1 Tijdige bijsturing

Voor sturing- en beheersing is het ook van belang dat de processen in de gemeente zelf voldoende mogelijkheid bieden om tijdig te kunnen bijsturen. De door de gemeenschappelijke regelingen aangedragen informatie dient binnen de gemeenten beoordeeld te worden.

Dit is onder andere van belang om:

 Tijdig met een zienswijze te komen;

 Financiële tegenvallers tijdig te kunnen verwerken in de eigen administratie;

 Risico’s tijdig op te kunnen nemen in de eigen risico-inventarisatie.

8.2 Nota verbonden partijen

Tot 2004 was het voor gemeenten vanuit de comptabiliteitsvoorschriften5 verplicht om een nota verbonden partijen op te stellen. In deze nota diende onder andere te worden beschreven wat het beleid van de gemeente is ten aanzien van de gemeenschappelijke regelingen.

Onder het huidige BBV is een dergelijke nota niet meer verplicht maar dient deze informatie opgenomen te zijn in de paragraaf verbonden partijen in de begroting en rekening.

Om intern in de gemeente het proces omtrent de gemeenschappelijke regelingen goed te verankeren is het raadzaam om een nota verbonden partijen op te stellen. In deze nota kan dan onder andere de volgende punten omtrent de gemeenschappelijke regelingen worden

opgenomen:

 Financieel verantwoordelijke medewerker

 Beleidsmatig/inhoudelijk verantwoordelijke medewerker

 Vervanging in geval van afwezigheid van aangewezen functionaris

 Wijze waarop de planning bewaakt ten aanzien van het tijdig aanleveren van zienswijzen

 Overleg structuur en frequentie met de bestuurlijk verantwoordelijke

Een nota verbonden partijen bevordert ook een consistente gedragslijn tussen de verschillende regelingen. Omdat binnen de gemeentelijke organisatie vaak per openbaar lichaam meerdere personen belast zijn met het toezicht, bestaat de kans dat de aangeleverde gegevens van de openbare lichamen verschillend worden beoordeeld. Op deze wijze is het denkbeeldig dat er geen eenduidig en adequaat advies wordt verstrekt aan college en raad.

Het vastleggen van de taken, rollen en verantwoordelijkheden in de functieomschrijvingen van de nota verbonden partijen verhoogt de interne continuïteit.

5 Voorloper van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de voorliggende programmabegroting wordt van de deelnemende gemeenten geen extra middelen gevraagd voor de uitvoering van nieuw beleid..

Deelnemende gemeenten Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren.. Doel/Openbaar belang Intergemeentelijke beleidsvorming- en afstemming dan wel

Om het financieel belang te kunnen behartigen, kan de gemeente – naast begroting en financieel jaarverslag – met de verbonden partij afspraken maken over een halfjaarlijkse

Deelnemende gemeenten Amsterdam, Blaricum, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren en provincie Noord-Holland.. De instandhouding van het natuurschoon in het Gooi door de

Bovengenoemde Verbonden Partijen zijn door de Rekenkamercommissie van de gemeente Geldrop-Mierlo geselecteerd voor dit onderzoek teneinde een algemeen beeld te kunnen verkrijgen

Uit deze evaluatie komt naar voren dat in een aantal gevallen niet exact bekend is wat de totale financiële bijdrage is aan een verbonden partij, waardoor niet altijd een juist

1) Stel een nota/checklist voor verbonden partijen vast. Neem hierin kaders op over de juridische vorm, de gewenste wijze van sturing, beheersing/informatievoorziening,

De hogere loonontwikkeling (0,6%) wordt bij de vaststelling van de jaarrekening vastgesteld en verrekend met de deelnemende gemeenten. De hogere loonontwikkeling wordt ook