• No results found

Voorjaarsnota 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorjaarsnota 2014"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorjaarsnota

2014

(2)

Opbouw voorjaarsnota

De opbouw van de voorjaarsnota 2014 is als volgt: Blz:

1. Inleiding 2

2. Voorjaarsnota 2014: Structureel

2.1. Hoe staan we ervoor? 3

2.2. Wat komt er op ons af? 6

• Taakstellingen

• Ontwikkelingen

2.3. Wat willen we nog graag? 8

2.4. Waar kunnen we bezuinigen? 9

2.5. Risico’s 10

2.6. Vernieuwde programmaindeling Begroting 2015 10 3. Voorjaarsnota 2014: Incidenteel

3.1. Hoe staan we ervoor? 11

3.2. Wat komt er op ons af? 11

3.3. Wat willen we nog graag? 12

3.4. Waar kunnen we bezuinigen? 12

3.5. Risico’s 12

4. Wat wil de raad? 13

Bijlage I Geactualiseerde wensen 2015-2018

Bijlage II Voorgestelde bezuinigingsmaatregelen / autonome ontwikkelingen Bijlage III Reserve eenmalige bestedingen

Bijlage IV Notitie sociaal domein

(3)

1. Inleiding

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2015 t/m 2018 en om een integrale afweging te maken tussen bestaand beleid, ontwikkelingen, nieuwe wensen en/of bezuinigingen.

Het is in deze periode nog steeds moeilijk het meerjarenperspectief in beeld te krijgen.

De uitkering uit het gemeentefonds verandert regelmatig en plaatst de financiële situatie van de gemeente Asten onder druk. De financiële consequenties van de mei-circulaire 2014 zijn nog niet bekend. Deze financiële consequenties worden meegenomen bij de vaststelling van de begroting 2015-2018.

Resultaten voorjaarsnota 2014

In de voorjaarsnota 2014 wordt onderscheid gemaakt in structurele consequenties en incidentele consequenties.

Op basis van de voorliggende voorjaarsnota ziet de meerjarenbegroting 2015-2018 (structureel) er als volgt uit:

Meerjarenbegroting 2015-2018 Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

2015 2016 2017 2018

Meerjarenbegroting 2015-2018 7.567 -547.501 -767.309 -902.454

De Reserve Eenmalige Bestedingen (incidenteel) ziet er op basis van deze voorjaarsnota als volgt uit:

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen 413.352 1.581.202 1.274.052 1.157.802

Reserve Eenmalige Bestedingen

Eind 2014 Eind 2015 Eind 2016 Eind 2017

Materieel begrotingsevenwicht

In de gemeentewet staat dat de begroting in evenwicht moet zijn. Hiervan kan afgeweken worden indien aannemelijk is dat het evenwicht in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.

Het gemeenschappelijke toezichtkader stelt dat de voorgelegde begroting in principe in evenwicht moet zijn, rekeninghoudend met doorwerking van bestaand en nieuw beleid.

De Provincie beoordeelt de stelposten en taakstellingen. Er wordt dan vooral gekeken of de taakstellingen voldoende concreet en reëel onderbouwd zijn en of eerdere taakstellingen gerealiseerd zijn. Ook wordt de financiële positie van de gemeente in het oordeel

meegenomen.

Meerjaren perspectief

In de programmabegroting 2014 is reeds aangekondigd dat er maatregelen genomen zullen worden om het tekort vanaf 2015 om te buigen. Gedacht is toen aan het inleveren van bestaand beleid en mogelijke formatiereductie door taakreductie, versobering van het voorzieningenniveau, efficiencyvoordeel uit samenwerking en mogelijke

inkomstenverhogende maatregelen.

(4)

Ook in het coalitieakkoord 2014-2018 “Asten in evenwicht” is voor de periode 2014-2018 vastgelegd dat we financieel gezond willen blijven door de (landelijke) economische en financiële ontwikkelingen op de voet te volgen zodat we voor de langere termijn onze burgers niet onnodig belasten of voorzieningen moeten beperken. Deze doelstelling betekent dat we de Rijksbijdrage goed monitoren en diverse samenwerkingsvormen bekijken.

Daarnaast zal het nodig zijn om in het jaar 2015 in een politiek-bestuurlijke discussie te bepalen wat het gewenste ambitie- en takenniveau is van de gemeente Asten. Waarbij natuurlijk een directe relatie gelegd kan worden met de economische- en financiële ontwikkelingen. Tevens zullen in 2015 nog een aantal mogelijke bezuinigingsmaatregelen verder worden uitgewerkt. En zullen de economische- en financiële ontwikkelingen op de voet worden gevolgd.

Deze bovenstaande activiteiten hebben als doel om in de toekomst te komen tot een sluitende meerjarenbegroting 2016-2018.

Op basis van de vastgestelde Bestuursopdracht “Formatie- en besparingsparagraaf in Voorjaarsnota 2014 en meerjarenbegroting 2015-2018” is een werkgroep in samenwerking met de ambtelijke organisatie aan de slag gegaan onder de naam “Speed besparen” om een inventarisatie tot stand te brengen van mogelijke bezuinigings- en/of inkomensverhogende maatregelen. De resultaten van “Speed besparen” treft u aan in tabel 8 en bijlage II.

(5)

2. Voorjaarsnota 2014: Structureel 2.1. Hoe staan we ervoor?

Begroting 2014

De basis voor de voorjaarsnota is de meerjarenbegroting uit de begroting 2014 (inclusief amendementen).

Tabel 1

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting 2014 298.466 -528.582 -860.270 -1.200.072 Meerjarenbegroting 2014-2017

2014 2015 2016 2017

Ontwikkelingen

Tussen het moment dat de begroting 2014 is vastgesteld (november 2013) en nu (mei 2014) zijn er diverse ontwikkelingen geweest. De financiële consequenties die voortkomen uit de Tussentijdse Rapportage voorjaar 2014 zijn verwerkt in het resultatenoverzicht van

“Speed besparen”.

In de onderstaande tabel zijn de financiële consequenties van de ontwikkelingen verwerkt.

Dit leidt tot een aangepaste, geactualiseerde begroting.

Tabel 2

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting 2014 [tabel 1] 298.466 -528.582 -860.270 -1.200.072 Financiële consequenties

septembercirculaire -314.299 -213.782 -301.071 -310.280

Financiële consequenties

decembercirculaire -119 9.583 9.726 9.806

Tussentijdse rapportage voorjaar 2014

Totaal -15.952 -732.781 -1.151.615 -1.500.546

Deze consequentie is verwerkt in het overzicht van bijlage II Voorgestelde bezuinigingsmaatregelen

Meerjarenbegroting 2014-2017

2014 2015 2016 2017

(6)

2.2. Wat komt er op ons af?

Taakstellingen

In de meerjarenbegroting 2014-2017 zijn de volgende taakstellingen opgenomen voor 2015 en verder.

Tabel 3A

Taakstellingen voorgaande jaren 2015 2016 2017

Nieuwe werken 25.000 25.000 25.000

Gedeelde ambtenaren 15.000 15.000

Subsidies / WMO / Welzijn 33.912 59.852 85.652

Samenwerking Werf 60.000 60.000 60.000

Maatschappelijke voorzieningen en accomodaties

90.140 90.140 84.140

Huisvesting onderwijs 120.000 120.000 120.000

Totaal 329.052 369.992 389.792

De taakstelling op huisvesting onderwijs / minder scholen van € 120.000,= vanaf 2015 is als taakstelling in de meerjarenbegroting verwerkt. Vermindering van het aantal scholen brengt de investerings- en onderhoudslasten voor de gemeente omlaag. De gemeente heeft echter geen stem in het sluiten van scholen. Daarom wordt in deze Voorjaarsnota 2014 voorgesteld om deze taakstelling te laten vervallen. Dit heeft een negatieve consequentie en is verwerkt in deze Voorjaarsnota.

In de komende jaren wordt gewerkt aan het opstellen van een Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor het onderwijs.

De overige taakstellingen zullen gerealiseerd worden in het begrotingsjaar 2015 en verder.

Ontwikkelingen

In het traject van “Speed besparen” om te komen tot een sluitende begroting 2015 is ook rekening gehouden met een aantal autonome ontwikkelingen waar de gemeente geen invloed op heeft (zie bijlage II categorie F autonome ontwikkelingen).

Deze ontwikkelingen zijn:

Tabel 3B

Meerjarenbegroting 2015-2018 Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

2015 2016 2017 2018

Herijking van het gemeentefonds - 164.873 - 164.873 - 164.873 - 164.873 Nominale compensatie (algemene

uitkering) 67.715 193.180 400.503 447.758

Aanpassing maatstaven v.d.

algemene uitkering (WOZ waarden)

116.000 116.000 116.000 116.000

Consequenties van bestaand

beleid, de jaarlijkse inflatie - 70.000 - 200.000 - 300.000 - 400.000 Structurele doorwerking van de

Tussentijdse rapportage voorjaar 2014

- 11.243 - 11.243 - 11.243 - 11.243

Overige autonome ontwikkelingen - 25.257 - 25.257 - 25.257 - 25.257 Meerjarenbegroting 2015-2018 -87.658 - 92.193 15.130 -37.615

(7)

Financiële consequenties taakstellingen / ontwikkelingen

Bovenstaande ontwikkelingen met betrekking tot de taakstellingen leidt er toe dat een ingeboekte bezuiniging m.b.t. onderwijshuisvesting niet gerealiseerd wordt. Daarnaast zijn er een aantal autonome ontwikkelingen waarmee rekening moet worden gehouden.

Hieronder zijn in een samenvattend overzicht de financiële consequenties voor 2015 – 2018 opgenomen.

De consequenties voor 2014 worden opgenomen in de tussentijdse rapportages voorjaar van 2014.

Tabel 4

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Taakstellingen voorgaande jaren

Huisvesting onderwijs [tabel 3A] -120.000 -120.000 -120.000 -120.000

Autonome ontwikkelingen

[tabel 3b] -87.658 -92.193 15.130 -37.615

Totaal taakstellingen /

ontwikkelingen -207.658 -212.193 -104.870 -157.615 Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

Na verwerking van het totaal aan taakstellingen / ontwikkelingen ziet de meerjaren- begroting er als volgt uit:

Tabel 5

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting aangepast [tabel 2] -732.781 -1.151.615 -1.500.546 -1.615.546 Consequenties taakstellingen /

ontwikkelingen [tabel 4] -207.658 -212.193 -104.870 -157.615 Meerjarenbegroting 2014-2017

incl. taakstellingen / ontwikkelingen -940.439 -1.363.808 -1.605.416 -1.773.161 Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

(8)

2.3. Wat willen we nog graag?

De begroting 2015 loopt meerjarig tot en met 2018. Voor die periode zijn nieuwe wensen, geïnventariseerd. Deze zijn in onderstaande tabel samenvattend weergegeven.

Voor een nadere onderbouwing van de nieuwe wensen voor 2015 wordt verwezen naar bijlage I: Geactualiseerde wensen 2015-2018. Hier worden per nieuwe wens de 6-W vragen beantwoord.

Tabel 6

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel Nieuwe wensen

Programma 6

* Vervangende nieuwbouw danwel levensduurverlengende maatregelen Varendonck College

---- -200.000 -200.000 -200.000

Programma 10

* Nazorg ex-gedetineerden -5.000 -5.000 -5.000 -5.000 Totaal nieuwe wensen / externe

eisen -5.000 -205.000 -205.000 -205.000

Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

Inclusief nieuwe wensen, ziet de prognose van de meerjarenbegroting 2015-2018 er als volgt uit.

Tabel 7

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting [tabel 5] -940.439 -1.363.808 -1.605.416 -1.773.161 Consequenties nieuwe wensen [tabel

6] -5.000 -205.000 -205.000 -205.000

Meerjarenbegroting 2015-2018

incl. nieuwe wensen -945.439 -1.568.808 -1.810.416 -1.978.161 Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

(9)

2.4. Waar kunnen we bezuinigen?

Het doel is om te komen tot minimaal een sluitende begroting in 2015 met perspectief op een sluitende begroting voor 2016-2018.

Op basis van de vastgestelde Bestuursopdracht “Formatie- en besparingsparagraaf in Voorjaarsnota 2014 en meerjarenbegroting 2015-2018” is een werkgroep in samenwerking met de ambtelijke organisatie aan de slag gegaan onder de naam “Speed besparen” om een inventarisatie tot stand te brengen van mogelijke bezuinigings- en/of inkomensverhogende maatregelen. In onderstaande tabel treft u de totale uitkomsten per categorie aan.

Tabel 8

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel Bezuinigingsmogelijkheden

Categorie A

Ambitie, taken en formatie 129.152 139.152 171.652 204.152

Categorie B

Samenwerking 146.000 146.000 146.000 146.000

Categorie C

Kostenbesparingen 110.000 110.000 110.000 110.000

Categorie D Bezuinigings- en

inkomstenverhogende maatregelen

458.354 430.514 419.814 419.914

Categorie E

Lastenverhogingen 109.500 195.641 195.641 195.641

Totaal bezuinigingsmogelijkheden 953.006 1.021.307 1.043.107 1.075.707 Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

Voor een specificatie van de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen per categorie wordt verwezen naar bijlage II de categorie A t/m E.

Na verwerking van de bezuinigingsmogelijkheden ziet de meerjarenbegroting er als volgt uit:

Tabel 9

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting [tabel 7] -945.439 -1.568.808 -1.810.416 -1.978.161 Bezuinigingsmogelijkheden [tabel 8] 953.006 1.021.307 1.043.107 1.075.707 Meerjarenbegroting 2015-2018 7.567 -547.501 -767.309 -902.454

Meerjarenbegroting 2015-2018

2015 2016 2017 2018

(10)

2.5. Risico’s

• In de voorjaarsnota 2014 is een inschatting gemaakt van de consequenties van

bestaand beleid. Hoe groot de omvang is van de consequenties van bestaand beleid zal duidelijk worden bij het opstellen van de Begroting 2015.

• De stijging van het aantal uitkeringsgerechtigden als gevolg van de economische crisis.

• Decentralisaties sociaal domein (invoering van de Participatiewet, de verbreding van de Wmo op het gebied van ondersteuning, begeleiding en verzorging en de transitie van jeugdzorg). Zie voor een nadere toelichting bijlage IV “Financiële aanpak sociaal domein Asten 2015 t/m 2017”. Bij de jaarrekening 2013 wordt voorgesteld om voor dit risico een bedrag te reserveren.

• Tegenvallende economische ontwikkelingen.

• Tegenvallende ontwikkelingen m.b.t. algemene uitkering van het Rijk.

2.6. Vernieuwde programmaindeling

Door de komst van de 3 Decentralisaties worden de programma’s opnieuw bezien. Een voorstel van het college is om een aangepaste programmaindeling te gaan toepassen voor de begroting 2015 en verder. De definitieve programmaindeling 2015-2018 wordt

voorgelegd via de begroting 2015.

(11)

3. Voorjaarsnota 2013: Incidenteel

3.1. Hoe staan we ervoor?

Begroting 2014

Basis voor de voorjaarsnota is de prognose stand van de Reserve Eenmalige Bestedingen conform de begroting eind 2014.

Tabel 10

Eind 2014 Eind 2015 Eind 2016 Eind 2017 Saldo begroting 2014-2017 329.575 1.552.325 1.255.075 1.138.825

Meerjarenbegroting Reserve Eenmalige

Bestedingen

Raadsbesluiten, jaarrekening 2013 en tussentijdse rapportage voorjaar 2014

Tussen het moment dat de begroting 2014 is vastgesteld (november 2013) en nu (mei 2014) zijn er diverse ontwikkelingen geweest. Deze ontwikkelingen en financiële

consequenties zijn via afzonderlijke raadsbesluiten verwerkt, in de jaarrekening verwerkt of opgenomen in de tussentijdse rapportage voorjaar 2014. Het betreft:

- Hogere rentetoevoeging in 2013 dan begroot € 231.168,= voordeel - Hogere storting in de reserve 2013 dan begroot € 34.239,= voordeel - Niet realiseren incidentele meeropbrengst

omgevingsvergunningen 2013 € -206.000,= nadeel

- Tussentijdse rapportage voorjaar 2014 € 74.370,= voordeel Consequenties voor reserve voor 2014 € 133.777,= voordeel - Bijstelling resultaat grondbedrijf in 2015 € - 45.000,= nadeel

Totaal voordeel voor reserve eenmalige bestedingen € 88.777,= voordeel Wanneer deze mutaties zijn vertaald in de reserve eenmalige bestedingen is de actuele stand, zonder nieuwe wensen, van de reserve eenmalige bestedingen als volgt:

Tabel 11

Eind 2014 Eind 2015 Eind 2016 Eind 2017 Saldo voorjaarsnota 2014 463.352 1.641.102 1.343.852 1.227.602

Reserve Eenmalige Bestedingen

Meerjarenbegroting

Voor een nadere onderbouwing van de Reserve Eenmalige wordt verwezen naar bijlage III:

Reserve Eenmalige Bestedingen.

3.2. Wat komt er op ons af?

Er zijn geen incidentele taakstellingen opgenomen in de Reserve Eenmalige Bestedingen.

(12)

3.3. Wat willen we nog graag?

De begroting 2015 loopt meerjarig tot en met 2018. Voor die periode zijn nieuwe wensen en wijzigingen op bestaande wensen geïnventariseerd. Deze zijn in onderstaande tabel

samenvattend weergegeven.

In onderstaande tabel zijn de consequenties voor de Reserve Eenmalige Bestedingen (REB) opgenomen. Het betreft dus alleen wijzigingen in de REB ten opzichte van de begroting 2014. Voor een nadere onderbouwing van de nieuwe wens voor 2015 wordt verwezen naar bijlage I: Geactualiseerde wensen 2015-2018.

Tabel 12

+ zijn lasten (nadeel op REB) - zijn baten (voordeel op REB) Nieuwe wensen

Programma 1 Bijdrage Peel 6.1 (voorbereidingskosten)

50.000

Urenuitbreiding griffiefunctie 9.900 9.900

Totaal nieuwe wensen 50.000 9.900 9.900 0

Meerjarenbegroting 2015-2018

Eind 2014 Eind 2015 Eind 2016 Eind 2017

Inclusief bovenstaande nieuwe en geactualiseerde wensen, ziet de prognose van de Reserve Eenmalige Bestedingen er meerjarig als volgt uit.

Tabel 13

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Saldo voorjaarsnota 463.352 1.591.102 1.283.952 1.157.802

Consequenties nieuwe wensen -50.000 -9.900 -9.900 Meerjarenbegroting 2015-2018

incl. nieuwe wensen 413.352 1.581.202 1.274.052 1.157.802 Reserve Eenmalige Bestedingen

Eind 2014 Eind 2015 Eind 2016 Eind 2017

3.4. Waar kunnen we bezuinigen?

Omdat de stand van de reserve eenmalige bestedingen positief is, is er geen noodzaak tot aanvulling van deze reserve. Om deze reserve in te zetten voor nieuwe wensen is niet aan te raden. De reserve kan als buffer nodig zijn om de risico’s die zijn opgenomen onder 2.5 af te dekken. Daarnaast is in de stand van de reserve rekening gehouden met een

toevoeging van het resultaat Loverbosch fase 1A in 2015 (€ 1.295.000). Wanneer het resultaat later wordt gerealiseerd, dan daalt het saldo van de reserve eenmalige bestedingen in 2015.

Voor het begrotingsjaar 2017 zijn nog geen nieuwe wensen geïnventariseerd.

3.5. Risico’s

Risico projecten Reserve Eenmalige Bestedingen

Bij sommige projecten wordt een (groot) deel van de kosten ten laste van de Reserve riolering gebracht. Wanneer bij inspectie blijkt dat de riolering nog voldoende is, maar de weg toch vervangen moet worden, kunnen minder kosten ten lasten van de Reserve

riolering worden gebracht. Hierdoor stijgen de lasten op de Reserve Eenmalige Bestedingen.

(13)

4. Wat wil de raad?

Conclusie

Deze voorjaarsnota laat een positief saldo van de begroting 2015 zien van € 7.567,=. In 2016 is een negatief saldo te zien, oplopend naar € 902.454,= negatief in 2018.

Om het doel om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting 2016-2018 te realiseren zal het nodig zijn om in het jaar 2015 in een politiek-bestuurlijke discussie te bepalen wat het gewenste ambitie- en takenniveau is van de gemeente Asten. Waarbij natuurlijk een directe relatie gelegd kan worden met de economische- en financiële ontwikkelingen.

Tevens zullen in 2015 nog een aantal mogelijke bezuinigingsmaatregelen verder worden uitgewerkt. En zullen de economische- en financiële ontwikkelingen op de voet worden gevolgd.

De Reserve Eenmalige Bestedingen laat een saldo zien van €1.157.802,= op 31 december 2017.

De raad wordt gevraagd om de onderstaande vragen mee te nemen in de algemene beschouwingen:

Doelstelling

• Is de raad akkoord met de doelstelling van een sluitende begroting 2015 met perspectief op een sluitende meerjarenbegroting 2016-2018 in de toekomst?

• Is de raad akkoord met een vernieuwde programmaindeling voor de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2016-2018?

Nieuwe wensen

• Welke structurele en welke incidentele nieuwe wensen wil de raad opgenomen zien in de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2016-2018?

• Heeft de raad aanvullende nieuwe wensen die in de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2016-2018 opgenomen moeten worden?

Bezuinigingsmaatregelen

• Welke bezuinigingsmaatregelen wil de raad verwerkt hebben in de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2016-2018?

• Wil de raad aanvullende bezuinigingsmaatregelen opgenomen zien in de begroting 2015 en meerjarenbegroting 2016-2018?

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Per programma wordt aan uw raad gerapporteerd over de voortgang van de beleidsuitvoering, het aangevraagd nieuw beleid inclusief de financiële mutaties en de autonome ontwikkelingen

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2014 t/m 2017 en om een integrale afweging te maken

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2015 t/m 2018 en om een.. integrale afweging te

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2018 t/m 2021 en om een integrale afweging te maken

gemeentefonds toepast. In programma's van veel politieke partijen worden de plannen gefinancierd door een korting op het gemeentefonds tussen de 600 en 700 miljoen euro. Voor

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2019 t/m 2022 en om een integrale afweging te maken

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2019 t/m 2022 en om een integrale afweging te maken

De kosten van de werkzaamheden, als bedoeld in artikel 5 tweede lid van de regeling, worden, voor zover deze niet door andere inkomsten worden gedekt, gedragen door de deelnemende