• No results found

Voorjaarsnota

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorjaarsnota"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

53

Voorjaarsnota

2017

(2)

1 Opbouw voorjaarsnota

De opbouw van de voorjaarsnota 2017 is als volgt: Blz:

1. Inleiding 2

2. Voorjaarsnota 2017: Structureel

2.1. Hoe staan we ervoor? 4

2.2. Wat komt er op ons af? 5

2.3. Wat willen we nog graag? 8

2.4. Waar kunnen we bezuinigen? 9

2.5. Conclusie structureel 10

2.6. Uitgangspunten begroting 2018 10

2.7. Lastendruk 2018 11

2.8. Risico’s 12

3. Voorjaarsnota 2017: Incidenteel

3.1. Hoe staan we ervoor? 13

3.2. Wat komt er op ons af? 13

3.3. Wat willen we nog graag? 15

3.4. Waar kunnen we bezuinigen? 16

3.5. Conclusie incidenteel 17

3.6. Risico’s 17

4. Wat wil de raad? 18

Bijlage I Nieuwe wensen 2018-2021 19

Bijlage II Reserve Eenmalige Bestedingen 52

Bijlage III Algemene uitkering en integratie-uitkering

sociaal domein; meicirculaire 2017 55

(3)

2 1. Inleiding

Het doel van de voorjaarsnota is om een actueel beeld te schetsen van de (financiële) consequenties van beleid voor de jaren 2018 t/m 2021 en om een integrale afweging te maken tussen bestaand beleid, ontwikkelingen, nieuwe wensen en/of bezuinigingen.

Resultaten voorjaarsnota 2017

In de voorjaarsnota 2017 wordt onderscheid gemaakt in structurele consequenties en incidentele consequenties.

Op basis van de voorliggende voorjaarsnota ziet de meerjarenbegroting 2018-2021 inclusief alle ontwikkelingen en nieuwe wensen (structureel) er als volgt uit:

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting 2018-2021

voorjaarsnota 2017 640.139 564.119 376.874 4.499

Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

De Reserve Eenmalige Bestedingen inclusief alle ontwikkelingen en nieuwe wensen (incidenteel) ziet er op basis van deze voorjaarsnota als volgt uit:

Reserve Eenmalige Bestedingen Omschrijving

Eind 2018 Eind 2019 Eind 2020 Eind 2021 (-)= nadeel

(+)= voordeel Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen 3.672.266 3.669.737 3.157.208 3.017.208

De begroting 2018 sluit met een positief saldo van € 640.139,=. Ook de meerjarenbegroting 2019 - 2021 is sluitend.

De Reserve Eenmalige Bestedingen laat meerjarig een positief saldo zien van ruim

€ 3 miljoen eind 2021. De toename van de Reserve Eenmalige bestedingen wordt met name veroorzaakt door een toevoeging van € 3,6 miljoen uit de algemene reserve in 2018.

Begrotingsevenwicht / toezicht provincie

In de gemeentewet staat dat de begroting van het betreffende jaar 2018 structureel en reëel in evenwicht moet zijn. Dit betekent dat structurele lasten gedekt dienen te worden door structurele baten. Van dit evenwicht kan afgeweken worden indien aannemelijk is dat het structureel en reëel evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.

In 2015 heeft de provincie het Beleidskader Interbestuurlijk Toezicht 2016 – 2019 ‘Ons toezicht, uw kwaliteit’ vastgesteld. Het beleidskader beschrijft hoe de provincie toezicht zal uitoefenen op de Brabantse gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen.

Een van de belangrijkste uitgangspunten hierin is om sober (“op afstand”) en risicogericht toezicht te houden, met respect voor de eigen verantwoordelijkheid van de lokale

overheden en uitgaand van hun interne controle- en verantwoordingsmechanismen.

(4)

3

Een niet sluitende begroting leidt tot het instellen van preventief toezicht. Voorafgaand aan het instellen van preventief toezicht wordt altijd in overleg getreden. Doel van dit overleg is om tot een oplossing te komen zodat preventief toezicht achterwege kan blijven.

Ook in het coalitieakkoord 2014-2018 “Asten in evenwicht” is voor de periode 2014-2018 vastgelegd dat we financieel gezond willen blijven door de (landelijke) economische en financiële ontwikkelingen op de voet te volgen zodat we voor de langere termijn onze burgers niet onnodig belasten of voorzieningen moeten beperken. Deze doelstelling vullen we in door de Rijksbijdrage goed te monitoren, diverse samenwerkingsvormen te bekijken en het project Ambitie, Taken en Geld (ATG).

(5)

4 2. Voorjaarsnota 2017: Structureel 2.1. Hoe staan we ervoor?

Begroting 2017

De basis voor de voorjaarsnota 2017 is de meerjarenbegroting uit de begroting 2017.

Tabel 1

Meerjarenbegroting

2017 2018 2019 2020

Saldo 89.899 325.948 240.014 95.957

Meerjarenbegroting 2017-2021

De meerjarenbegroting kijkt altijd vier jaar vooruit. Voor de begroting 2018 komt hier dus het jaar 2021 bij. De meerjarenbegroting zie er dan als volgt uit.

Tabel 2

Meerjarenbegroting

2017 2018 2019 2020 2021

Saldo 89.899 325.948 240.014 95.957 -233.320

Hieronder is een overzicht opgenomen met een onderbouwing van het verschil tussen 2021 en 2020.

Verschillen 2021 t.o.v. 2020 bedrag

Areaal uitbreiding wegen 23.000

Daling algemene uitkering 54.485

Autonome toename bedrijfsvoering (periodieken salarissen) 42.000

100.000

Onvoorzien structureel jaar 2021 50.361

Wegvallen opbrengst HNG * 55.904

Overige afwijkingen 3.527

Totaal verschil 329.277

Op basis van ervaringscijfers is jaarlijks € 100.000,=

nodig om kostenstijging op te vangen.

* Hypotheekfonds Noordbrabantse Gemeenten is in 2006 verkocht aan Bouwfonds, hiervoor ontvangen we jaarlijks

€ 55.904,= tot en met 2020. Vanaf 2021 wordt geen bijdrage meer ontvangen.

Besluitvorming na vaststelling begroting 2017

Tussen het moment dat de begroting 2017 is vastgesteld (november 2016) en nu (mei 2017) zijn er diverse ontwikkelingen geweest. Deze ontwikkelingen zijn opgenomen in de tussentijdse rapportage voorjaar 2017. Voor een totaaloverzicht van de verschillen wordt verwezen naar de tussentijdse rapportage voorjaar 2017 (zie bijlage 4 van de tussentijdse rapportage).

Tabel 3

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Tussentijdse rapportage voorjaar 2017 -2.201 -2.201 -2.201 -2.201 Totaal tussentijdse rapportage voorjaar 2017 -2.201 -2.201 -2.201 -2.201

Meerjarenbegroting 2018-2021 2018 2019 2020 2021

(6)

5

Dit leidt tot een aangepaste, geactualiseerde meerjarenbegroting.

Tabel 4

Omschrijving

(-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting 2017 [tabel 2] 325.948 240.014 95.957 -233.320 Tussentijdse rapportage voorjaar 2017,

tabel [3] -2.201 -2.201 -2.201 -2.201

Geactualiseerde

meerjarenbegroting 2018-2021 323.747 237.813 93.756 -235.521 Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

2.2. Wat komt er op ons af?

2.2.1 Taakstellingen

In de meerjarenbegroting zijn de volgende (geactualiseerde) taakstellingen opgenomen voor 2018 en verder.

Tabel 5

Taakstellingen 2018 2019 2020

Maatschappelijke voorzieningen en accommodaties

0 0 0

Besparing samenwerking Peelgemeenten (o.a. belastingsamenwerking)

100.000 100.000 100.000 Vacaturesnippers overhevelen naar

budget tijdelijke personeel

10.000 10.000 10.000

Verhoging uitvoeringskosten Werkbedrijf (Senzer)

0 0 0

Efficiencybesparing en samenvoeging werven Asten-Someren

33.499 33.499 33.499

Totaal 143.499 143.499 143.499

Daarnaast zijn een aantal taakstellingen in de begroting verwerkt (met name uit ATG) die nog concreet moeten worden ingevuld.

Het betreft de onderstaande taakstellingen:

Tabel 6

Taakstellingen 2018 2019 2020 2021

Besparing overhead 25.000 75.000 75.000 75.000

Bestuurlijke formatie bij nieuwe verkiezingen 10.000 10.000 10.000 10.000 Voor de hosting De Peel werd een extra

bijdrage gevraagd. Voor Asten betekent dit

€ 21.445,=. Omdat hierdoor in Asten minder ondersteunende werkzaamheden nodig zijn (minder facturen, telefoon etc.) is deze bezuinigingstaakstelling in het brondoc ument opgenomen.

21.445 21.445 21.445 21.445

Totaal 56.445 106.445 106.445 106.445

(7)

6

Een aantal taakstellingen kan niet gerealiseerd worden en zal daarom worden afgeraamd.

Dit betekent een nadeel voor de meerjarenbegroting.

Tabel 7

Taakstellingen 2018 2019 2020 2021

Efficiencybesparing en samenvoeging

werven Asten-Someren -33.499 -33.499 -33.499 -33.499

Bezuinigingstaakstelling i.v.m. hosting De

Peel. -21.445 -21.445 -21.445 -21.445

Totaal -54.944 -54.944 -54.944 -54.944

De overige taakstellingen worden concreet gemaakt en ingevuld bij de begroting 2018.

2.2.2 Ontwikkelingen

1. Indexering verbonden partijen

Diverse verbonden partijen voeren een index door in hun begroting 2018 (bijvoorbeeld Peelgemeenten, VRBZO en GGD). Met deze indexering hebben wij bij het ramen van de bijdragen in de meerjarenbegroting geen rekening gehouden. Wel is in de

meerjarenbegroting jaarlijks een stelpost van € 100.000,= opgenomen om deze kostenstijgingen op te vangen. De indexering kan binnen deze stelpost opgevangen worden.

2. Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB)

De ontwikkeling van het partnership met de ODZOB gaat steeds verder. Team VTH (Vergunningen, Toezicht en Handhaving) is in voorbereiding op het uitplaatsen van de werkzaamheden milieu naar de ODZOB per 1 januari 2018. Hierbij zal in principe mens de taak volgen.

Nu is nog niet aan te geven welke kosten verbonden zijn aan deze voortschrijdende maar zekere ontwikkeling. In het lopende jaar zullen taken, die nu al gedeeltelijk door de ODZOB worden gedaan, mogelijk volledig naar de ODZOB gaan vanwege beperkte capaciteit bij het taakveld toezicht en handhaving.

Schatting van kosten van de overdracht van taken naar de ODZOB is nu niet te geven.

3. Salariskosten

De salariskosten in 2018 zijn bijna € 100.000,= hoger dan geraamd omdat de

pensioenpremie is gestegen. Deze stijging is structureel. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een stijging, maar deze is onvoldoende om het nadeel op te vangen. Het structurele nadeel is € 57.149,=.

4. Vervroegde aflossing lening Unitas gemeenschapshuis Heusden

Minder renteopbrengst doordat een gedeelte van de lening vervroegd is afgelost. Nadeel

€ 9.000,=.

5. Sociaal domein

Het nadeel op het totaal van het sociaal domein dreigt structureel te worden.

De componenten Jeugdzorg en uitvoeringskosten overstijgen de begroting 2017. De component Wmo (Huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en lokale taken) laten een voordeel zien.

Naast een verdere optimalisatie van het lokaal sociaal netwerk en algemene

voorzieningen bieden de programmakosten voor Jeugdzorg de grootste mogelijkheden om meer efficiënt en doelmatig om te gaan met de beschikbare middelen. De

voorbereidingen voor maatregelen zijn reeds in gang gezet. Op deze wijze wordt de grip op jeugdzorg verbeterd.

(8)

7

In het jaarverslag 2016 bedroeg het tekort sociaal domein bijna € 250.000,=.

Na afronding van het jaarverslag is van Helmond echter nog bericht ontvangen dat de nog te betalen bedragen over 2016 € 370.000,= hoger uitvallen.

Voor 2017 en verder volgen nog verdere kortingen vanuit het Rijk. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten van de Peelgemeenten € 56.200,= hoger dan begroot.

Het is moeilijk om het sociaal domein uit te voeren binnen de budgetten van het Rijk.

Vooralsnog wordt hier in de voorjaarsnota wel van uit gegaan en worden er geen extra budgetten voor het sociaal domein gevraagd.

6. Peuteropvang

In de raadsvergadering van 14 maart 2017 is ingestemd met het voorstel financiering peuteropvang. Hierin is een structureel voordeel opgenomen van € 13.950,= in 2018 oplopend naar € 38.000,= in 2021 en verder.

7. Verzekeringen

Stijging van de kosten op basis van werkelijke kosten 2017. Nadeel € 6.000,=.

De stijging heeft te maken met een hogere indexering op met name de

brandverzekering en een uitbreiding van voertuigen en het rijdend materiaal op de werf.

8. Digitaal werken (Squit en Verseon)

In verband met de koppeling tussen de pakketten Squit en Verseon is het nodig om buiten de deur ook documenten digitaal te kunnen bekijken.

Om dit te kunnen realiseren is het nodig om bluebeam, squit2GO en thougpads tot de beschikking te hebben.

De structurele lasten hiervoor bedragen € 16.500,=.

9. Treasury - Rentekosten financiering

Momenteel is het saldo op de rekening bij de schatkist € 7,8 miljoen. De komende jaren wordt er veel geïnvesteerd. Hierdoor bestaat de kans dat in de toekomst een lening aangetrokken moet worden.

Op basis van de laatste liquiditeitenplanning (geldstromen van reguliere taken en de al geplande investeringen) en de investeringen in deze voorjaarsnota wordt ervan

uitgegaan dat in 2021 een lening aangetrokken moet worden. De jaarlijkse kosten hiervan bedragen ongeveer € 60.000,= (uitgaande van € 4 miljoen voor 20 jaar).

10. Onvoorzien structureel

Voor 2017 is na de tussentijdse rapportage voorjaar 2017 nog een bedrag van

€ 50.227,= begroot voor onvoorzien structureel. Wanneer er in 2017 een restant op de post onvoorzien structureel is, wordt dit overgeheveld naar 2018. Dit bedrag komt dan bovenop het bedrag van € 51.000,= welke beschikbaar is voor onvoorzien structureel 2018.

Voorgesteld wordt om € 25.000,= van onvoorzien 2017 af te ramen en als structureel voordeel mee te nemen bij de voorjaarsnota 2017. Het restant blijft beschikbaar voor structurele risico’s in 2017.

11.Maatstaven algemene uitkering

Op basis van de cijfers van de jaarrekening 2016 zijn bij de tussentijdse rapportage voorjaar 2017 een aantal maatstaven in de algemene uitkering bijgesteld.

In aanvulling hierop kan de algemene uitkering nog verder positief bijgesteld worden met € 106.000,=.

Dit voordeel wordt vooral veroorzaakt door de maatstaven waarde ontwikkeling onroerendezaakbelasting (ozb) woningen en niet-woningen en lage inkomens.

(9)

8 12. Meicirculaire 2017.

Omdat het kabinet demissionair is, is er in de meicirculaire 2017 nauwelijks nieuw beleid opgenomen. Het voordeel van de meicirculaire wordt grotendeels verklaard door hogere uitgaven van het Rijk. Het is mogelijk dat een nieuw kabinet kortingen op het

gemeentefonds toepast. In programma's van veel politieke partijen worden de plannen gefinancierd door een korting op het gemeentefonds tussen de 600 en 700 miljoen euro.

Voor Asten kan de korting dan oplopen tot bijna € 600.000,=.

Voor een nadere specificatie van de algemene uitkering zie Bijlage III: Algemene uitkering en integratie-uitkering sociaal domein.

Tabel 8

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

1. Indexering verbonden partijen 0 0 0 0

2. ODZOB p.m. p.m. p.m. p.m.

3. Salariskosten -57.149 -57.149 -57.149 -57.149

4. Nadeel renteopbrengsten -9.000 -9.000 -9.000 -9.000

5. Sociaal Domein p.m. p.m. p.m. p.m.

6. Peuteropvang 13.950 22.000 30.000 38.000

7. Verzekeringen -6.000 -6.000 -6.000 -6.000

8. Digitaal werken -16.500 -16.500 -16.500 -16.500

9. Treasury - Rentekosten financiering 0 0 0 -60.000

10. Post onvoorzien structureel 25.000 25.000 25.000 25.000

11. Maatstaven algemene uitkering 106.000 106.000 106.000 106.000

12. Meicirculaire 2017 281.383 309.547 272.359 283.541

Totaal 337.684 373.898 344.710 303.892

Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

Na verwerking van de taakstellingen en ontwikkelingen ziet de meerjarenbegroting er als volgt uit:

Tabel 9

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Geactualiseerde meerjarenbegroting

[tabel 4] 323.747 237.813 93.756 -235.521

Consequenties taakstellingen [tabel 7] -54.944 -54.944 -54.944 -54.944 Consequenties ontwikkelingen [tabel 8] 337.684 373.898 344.710 303.892 Meerjarenbegroting inclusief

taakstellingen en ontwikkelingen 606.487 556.767 383.522 13.427 Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

2.3. Wat willen we nog graag?

De begroting 2018 loopt meerjarig tot en met 2021. Voor die periode zijn nieuwe wensen, geïnventariseerd. Deze zijn in onderstaande tabel weergegeven samen met de

heroverweging ATG.

Voor een nadere onderbouwing van de nieuwe wensen voor 2018 wordt verwezen naar bijlage I: Nieuwe wensen 2018-2021. Hier worden per nieuwe wens de 6-W vragen beantwoord.

(10)

9 Tabel 10

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel Nieuwe wensen

Programma 1

1.3 beheerskosten privacy project p.m. p.m. p.m. p.m.

Programma 2

2.4 strategisch huisvestingsplan onderwijs p.m p.m p.m

2.5 onderhoud kunstwerken -1.800 -1.800 -1.800 -1.800

Programma 3

3.4 parallelweg Heesakkerweg -300 -300 -300

3.7 bomenrenovatieplan p.m p.m p.m p.m

Programma 4

4.3 bijdrage verkeerseducatie (GVVP) -7.500 -7.500 -7.500 -7.500 4.7 herinrichting Prins Bernhardstraat (GVVP) -8.000 -8.000 -8.000 4.8 rotonde burgemeester Wijnenstraat-

Molenstraat-Schoolstraat-Dijkstraat (GVVP)

-8.000 -8.000

4.10 fietspad Oostappensedijk (GVVP) -2.280

4.11 verbreden fietspad Dijkstraat (GVVP) -18.000 -18.000 -18.000 4.14 rotonde Heesakkerweg-Beatrixlaan -1.680 -1.680 -1.680 -1.680

4.17 herinrichting Vostermansplein p.m. p.m. p.m. p.m.

4.19 fietspad Kranenvenweg -6.000 -6.000

Totaal nieuwe wensen -10.980 -37.280 -51.280 -53.560 Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

Inclusief de nieuwe wensen, ziet de prognose van de meerjarenbegroting 2018-2021 er als volgt uit.

Tabel 11

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting [tabel 9] 606.487 556.767 383.522 13.427 Consequenties nieuwe wensen [tabel

10] -10.980 -37.280 -51.280 -53.560

Meerjarenbegroting 2018-2021

incl. nieuwe wensen 595.507 519.487 332.242 -40.133 Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

2.4. Waar kunnen we bezuinigen?

Op basis van de jaarrekening cijfers is er gekeken of er bezuinigingsmogelijkheden zijn. Dit heeft een structurele bezuiniging opgeleverd van € 44.632,=. De bezuinigingen worden voornamelijk gerealiseerd door bedrijfsvoeringbudgetten te verlagen zoals minder uitbestede werkzaamheden en besparingen uitkeringen personeel.

(11)

10 2.5. Conclusie structureel

De meerjarenbegroting ziet er als volgt uit:

Tabel 12

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel

Meerjarenbegroting [tabel 11] 595.507 519.487 332.242 -40.133

Bezuinigingsmogelijkheden 44.632 44.632 44.632 44.632

Meerjarenbegroting 2018-2021

voorjaarsnota 2017 640.139 564.119 376.874 4.499

Meerjarenbegroting 2018-2021

2018 2019 2020 2021

2.6. Uitgangspunten begroting 2018

Voor het opstellen van de begroting 2018 dienen, naast de wettelijke voorschriften en de gemeentelijke verordeningen een aantal specifieke regels in acht genomen te worden.

Variabelen waarmee gerekend wordt

• Er wordt rekening gehouden met een loon- en prijsstijging van 0%, tenzij een ander percentage contractueel is vastgelegd met een professionele organisatie en indien autonome kostenstijgingen zijn ontstaan door CAO verplichtingen voor professionele organisaties.

• Bij het ramen van de personeelskosten wordt voor 2018 gerekend met een salarisstijging van 1% ten opzichte van 2017.

• Bij de raming van de inkomsten moet rekening gehouden worden met een inflatiepercentage van 1,75%.

Rekenrente algemene reserve en investeringen 1)

0 % Rekenrente beleggingen 2) 0 % Inflatiepercentage voor loon-en

prijsstijging 3)

0 % voor de uitgaven 1,75 % voor de inkomsten

1) Omdat de gemeente Asten geen externe leningen heeft, is het niet meer toegestaan om rente toe te rekenen aan de algemene reserve en investeringen.

2) Op basis van rentestand voor 3 maanden deposito (Rentestanden partieel Schatkistbankieren).

3) Conform het geprognosticeerde indexcijfer voor overheidsconsumptie 2018, bijlage 1.3 Middelen en bestedingen 2018 van het Centraal Economisch Plan 2017,

opgesteld door het CPB, is het indexpercentage 1,8%. In verband met de afronding met 0,25% wordt het percentage 1,75%.

• Voor onvoorzien incidenteel en onvoorzien structureel wordt een bedrag opgenomen van 0,15% van de omzet. Voor 2018 betekent dit voor beide posten onvoorzien een bedrag van € 51.000.= (uitgaande van een omzet van € 34 miljoen).

• De algemene reserve bedrag 5% van de omzet. Dit is € 1.700.000,=. De verwachte stand op 1-1-2018 is hoger. Voorlopig wordt deze hogere stand gehandhaafd.

Algemeen

• Bij het samenstellen van de ramingen wordt rekening gehouden met het uitgangspunt:

begroting 2018 is hetzelfde als begroting 2017 t/m tussentijdse rapportage voorjaar 2017 die behandeld wordt in de raad van juni 2017.

(12)

11 Belastingen en tarieven

• De tarieven van de heffingen en belastingen worden bijgesteld met 1,75% voor gestegen loon- en prijsniveau behalve:

• Onroerende zaakbelasting stijgt met 1,75%.

• Het tarief toeristenbelasting is € 1,35 voor overige accommodaties en € 2,10 voor hotelovernachtingen (beiden een gelijk aan 2017).

• Het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) liep tot en met 2017. De nieuwe doorrekening voor 2018 is nog niet gereed. De tarieven voor de rioolheffing worden daarom net als voorgaande jaren verhoogd met 6%. De totale verhoging 2018 is 7,75%

bestaande uit 6% en 1,75% inflatie.

• De tarieven voor de afvalstoffenheffing hebben als uitgangspunt 100%

kostendekkendheid. De stand van de voorziening afvalstoffenheffing is per 1 januari 2017 € 91.476,= (op basis van de jaarrekening 2016). De geraamde uitname voor 2017 is € 33.000,=. Gelet op de omvang en het doel van deze voorziening, wordt voorgesteld voor 2018 te beschikken over 1/3 gedeelte van de voorziening, dit is afgerond € 20.000,=.

2.7. Lastendruk 2018

Hieronder is de lokale lastendruk per woonruimte berekend (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing).

Uitgangspunten lokale lastendruk 2018:

- afvalstoffenheffing stijgt met 1,75% conform prijsstijging;

- onroerende-zaakbelasting stijgt met 1,75% conform prijsstijging.

- rioolheffing stijgt met 1,75% als gevolg van prijsstijging. Daarnaast wordt de heffing jaarlijks verhoogd met 6%.

Het gemiddeld aantal ledigingen in 2016 is 11 (5 GFT en 6 restafval).

Dit aantal ledigingen houden we ook voor de berekening van de lokale lastendruk 2018 aan.

Tabel 13

Lokale lastendruk Werkelijk 2016

Begroting 2017

Begroting 2017 na wijziging

Begroting 2018

Gebruiker

Afvalstoffenheffing (variabel) 57,24 60,24 60,24 57,24

Afvalstoffenheffing (vast) 57,84 53,88 53,88 54,82

Totaal gebruiker 115,08 114,12 114,12 112,06

Eigenaar

OZB 303,64 309,81 313,37 318,85

Rioolheffing 207,00 186,00 186,00 200,00

Totaal eigenaar 510,64 495,81 499,37 518,85

Totaal eigenaar en gebruiker 625,72 609,93 613,49 630,91

Bij het opmaken van de begroting 2018 worden de diverse tarieven opnieuw berekend.

(13)

12 2.8. Risico’s

• Er is een inschatting gemaakt van de consequenties van bestaand beleid. Hiervoor is een stelpost opgenomen van € 100.000,= per jaar.

Hoe groot de omvang van de consequenties van bestaand beleid (inflatie, wijzigingen, ontwikkelingen) precies is, zal duidelijk worden bij het opstellen van de begroting 2018.

• De algemene uitkering schommelt veel. Dit maakt het moeilijk om een gedegen meerjarenraming van de algemene uitkering te maken.

• Openeinde regelingen / risicovol ramen. Bijvoorbeeld woningaanpassingen en leerlingenvervoer.

• Sociaal Domein

In het jaarverslag 2016 bedroeg het tekort sociaal domein bijna € 250.000,=.

Na afronding van het jaarverslag is van Helmond echter nog bericht ontvangen dat de nog te betalen bedragen over 2016 € 370.000,= hoger uitvallen.

Voor 2017 en verder volgen nog verdere kortingen vanuit het Rijk. Daarnaast zijn de uitvoeringskosten € 56.200,= hoger dan begroot.

Het is moeilijk om het sociaal domein uit te voeren binnen de budgetten van het Rijk.

Vooralsnog wordt hier in de voorjaarsnota wel van uit gegaan en worden er geen extra budgetten voor het sociaal domein gevraagd.

• P.m. posten, bijvoorbeeld Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs.

• Bij sommige projecten wordt een (groot) deel van de kosten ten laste van de Reserve riolering gebracht. Wanneer bij inspectie blijkt dat de riolering nog voldoende is, maar de weg toch vervangen moet worden, kunnen minder kosten ten lasten van de Reserve riolering worden gebracht. Hierdoor stijgen de structurele lasten (afschrijving) in de begroting.

(14)

13 2. Voorjaarsnota 2017: Incidenteel

3.1. Hoe staan we ervoor?

Begroting 2017

Basis voor de voorjaarsnota is de prognose stand van de Reserve Eenmalige Bestedingen conform de begroting 2017.

Tabel 14

Reserve Eenmalige Bestedingen Omschrijving

Eind 2017 Eind 2018 Eind 2019 Eind 2020 (-)= nadeel

(+)= voordeel Saldo Reserve Eenmalige

Bestedingen 1.435.526 1.293.526 1.789.526 1.730.526

Raadsbesluiten, jaarrekening 2016 en tussentijdse rapportage voorjaar 2017

Tussen het moment dat de begroting 2017 is vastgesteld (november 2016) en nu (mei 2017) zijn er diverse ontwikkelingen geweest. Deze ontwikkelingen en financiële

consequenties zijn via afzonderlijke raadsbesluiten verwerkt en in de jaarrekening verwerkt.

Het betreft:

• Minder rente toegevoegd in 2016 dan begroot € 84.774,= nadeel

• Kredieten voor veerkrachtig bestuur, HCAS en

stimulering burgerinitiatieven € 120.125,= nadeel

• Resultaat jaarrekening 2016 na winstbestemming € 728.031,= voordeel Consequenties voor reserve € 523.132 ,= voordeel

Wanneer deze mutaties zijn vertaald in de reserve eenmalige bestedingen is de actuele stand van de reserve eenmalige bestedingen als volgt:

Tabel 15

Eind 2017 Eind 2018 Eind 2019 Eind 2020 Saldo voorjaarsnota 2017 1.958.658 1.816.658 2.312.658 2.253.658

Reserve Eenmalige Bestedingen

Meerjarenbegroting

3.2. Wat komt er op ons af?

Ontwikkelingen

1. Overheveling algemene reserve naar reserve eenmalige bestedingen

Door de veranderingen in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) wordt de rente over de algemene reserve niet meer als structureel dekkingsmiddel ingezet (de rente is immers 0%). Hierdoor is de algemene reserve ook vrij aanwendbaar geworden.

In de begroting 2017 is toegezegd om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om deze middelen in te zetten.

De hoogte van de algemene reserve op 1-1-2017 is € 17,6 miljoen.

Een groot deel hiervan is nodig als weerstandscapaciteit voor de aanwezige risico’s (€ 14 miljoen). Voorgesteld wordt om € 3,6 miljoen over te hevelen van de algemene reserve naar de Reserve Eenmalige Bestedingen. Dit bedrag kan dan ingezet worden

(15)

14

voor de dekking van investeringen. De weerstandcapaciteit van de gemeente Asten is na deze overheveling nog steeds uitstekend.

Uitgangspunten investeringen

Conform de nieuwe BBV moeten alle investeringen geactiveerd worden. Dit betekent dat afschrijving moet plaatsvinden over de gebruiksduur en dat deze lasten structureel in de begroting opgenomen moeten worden. Omdat de begroting

structureel en reëel in evenwicht moet zijn, dienen structurele lasten gedekt te worden door structurele baten.

Een alternatieve dekking hiervoor is om een eenmalige reserve te vormen waaruit de structurele lasten gedekt worden. Dit betekent dat de investering wel geactiveerd wordt en hiermee voldaan wordt aan de BBV, maar feitelijk wel eenmalig afgedekt wordt.

Dit betekent dat er aan het einde van de looptijd geen budget is voor vervanging.

Toekomstig beleid

Voor een financieel gezonde gemeente in de toekomst is het van belang dat er voldoende budget is noodzakelijke vervangingsinvesteringen te doen.

Daarom is het van belang om bij investeringen de keuze te maken of een investering structureel afgedekt wordt of eenmalig via een reserve kapitaallasten.

Hierbij zal bepaald moeten worden of de investering als een basisvoorziening of als een

“luxe” wordt gezien.

Een keuze die gemaakt moet worden is, of:

1. Het investeringen betreft die wel noodzakelijk zijn om in de toekomst vervangen te kunnen worden.

Bij deze optie is het van belang de investering te activeren en structurele dekking te regelen. Hierdoor is bij toekomstige vervanging structurele dekking beschikbaar.

2. Het investeringen betreft die niet noodzakelijk zijn om in de toekomst vervangen te worden.

Bij deze optie is het mogelijk om de kapitaallasten te dekken uit een reserve kapitaallasten (die gedekt wordt uit de Reserve Eenmalige Bestedingen).

Voordeel hierbij is dat de lasten niet structureel op de begroting drukken. Nadeel is dat er geen budget is voor toekomstige vervangingen.

3. Een combinatie van 1 en 2. Gedeeltelijk activeren en gedeeltelijk eenmalig afdekken.

Onderdelen die vervangen moeten worden activeren en eenmalige aanpassingen eenmalig afdekken.

Per investering wordt bekeken welke dekking het beste past.

In de voorjaarsnota is conform bovenstaande uitgangspunten gehandeld.

2. Verhoging beheerskosten Senzer

Toename van de uitvoeringskosten Senzer door een stijging van het aantal

uitkeringsgerechtigden. Het betreft een incidentele verhoging voor 2018 t/m 2020 omdat de verwachting is dat het aantal uitkeringsgerechtigden in de toekomst weer daalt. De extra lasten bedragen € 31.729,= per jaar.

Het betreft kosten voor het sociaal domein. Volgens de afspraken moeten deze kosten binnen het sociaal domein gedekt worden. Gezien de druk op het sociaal domein en omdat het eenmalige kosten betreft wordt voorgesteld om deze kosten te dekken uit de reserve eenmalige bestedingen.

(16)

15

3. Dynamisch Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Peelland 2015-2018.

Uitvoering van activiteiten voortvloeiend uit de projecten woninginbraak en fietsendiefstal € 3.000,= voor 2018. Is voor 2017 al opgenomen in tussentijdse rapportage voorjaar 2017.

4. IVB budget 2021 / veiligheidsmonitor.

De veiligheidsmonitor wordt een keer in de 4 jaar uitgevoerd. De kosten bedragen

€ 5.000,=.

5. Programmaleider Integrale Veiligheid Peelland

Betreft de aanstelling van een programmaleider Integrale Veiligheid Peelland (0,5 fte) voor een periode van 2 jaar. Budget voor 2017 is al opgenomen in tussentijdse rapportage voorjaar 2017. De kosten voor 2018 bedragen ook € 4.000,=.

6. Plattelandsontwikkeling

Het doel van plattelandsontwikkeling is door middel van een ruimtelijk beleid voor het buitengebied zorgen voor een prettige en gezonde leefomgeving voor de inwoners van Asten, een goed en duurzaam ondernemersklimaat, een duurzame veehouderij, een recreatief aantrekkelijke gemeente met robuuste natuur en een aantrekkelijk landschap.

In de meerjarenbegroting 2017-2020 is hiervoor jaarlijks € 40.000,= geraamd. Ook voor 2021 is dit budget nodig om de doelstellingen te kunnen realiseren.

Tabel 16

Omschrijving - = nadeel op REB + = voordeel op REB

Overheveling algemene reserve naar reserve eenmalige bestedingen

3.600.000

Uitvoeringskosten Werkbedrijf Senzer -31.729 -31.729 -31.729 0 Dynamisch uitvoeringsprogramma

Integrale veiligheid Peelland

-3.000

Veiligheidsmonitor -5.000

Programmaleider Integrale Veiligheid Peelland

-4.000

Plattelandsontwikkeling -40.000

Totaal ontwikkelingen 3.561.271 -31.729 -31.729 -45.000 Reserve Eenmalige Bestedingen

2018 2019 2020 2021

3.3. Wat willen we nog graag?

De begroting 2018 loopt meerjarig tot en met 2021. Voor die periode zijn nieuwe wensen en wijzigingen op bestaande wensen geïnventariseerd. Deze zijn in onderstaande tabel

samenvattend weergegeven.

In onderstaande tabel zijn de consequenties voor de Reserve Eenmalige Bestedingen (REB) opgenomen. Het betreft dus alleen wijzigingen in de REB ten opzichte van de begroting 2017. Voor een nadere onderbouwing van de nieuwe wensen wordt verwezen naar bijlage I:

Geactualiseerde wensen 2018-2021.

(17)

16 Tabel 17

Omschrijving - = nadeel op REB + = voordeel op REB

Nieuwe wensen Programma 1

1.1 overdracht archief -44.000

1.2 migratie Globit-DIS -20.000

1.3 privacy project -10.000

Programma 2

2.1 renovatie jeugdgebouw Heusden -256.663

2.2 vervanging velden NWC p.m.

2.3 nieuw gemeenschapshuis Asten -956.200

2.4 strategisch huisvestingsplan onderwijs p.m.

Programma 3

3.1 brandweerzorg -6.000 -6.000 -6.000

3.2 aanpak ondermijnende criminaliteit -30.800 -30.800 -30.800 3.3 opstellen explosievenkaart -15.000

3.6 plan van aanpak duurzaamheid -120.000 -120.000 -120.000 3.7 opstellen bomenrenovatieplan -10.000

Programma 4

4.1 innovatiehuis De Peel -30.000 -30.000 -30.000

4.2 verkeerswerkgroep (GVVP) -20.000 -20.000 -20.000 -20.000

4.4 monitoring verkeersveiligheid (GVVP) -10.000 -10.000

4.5 aanpak schoolomgevingen (GVVP) -20.000 -20.000 4.6 wegcategorisering centrumring (GVVP) -17.000

4.9 rode fietsstroken Julianastraat-Deken Meijerstraat-Kerkstraat (GVVP)

-15.000

4.12 komborden -50.000

4.13 routenetwerk Asten 0

4.16 plateaus 30 km gebied Voorste Heusden

-140.000 4.18 parkeervoorziening Beatrixlaan –

Ostaderstraat

-200.000

4.20 omgevingsvisie -100.000 -30.000

4.20 omgevingsplan -75.000 -50.000

Totaal nieuwe wensen -1.705.663 -466.800 -421.800 -95.000 2021 Reserve Eenmalige Bestedingen

2018 2019 2020

3.4. Waar kunnen we bezuinigen?

Indien gewenst kan bezuinigd worden binnen bestaande wensen.

Voor een nadere onderbouwing van de Reserve Eenmalige wordt verwezen naar bijlage II:

Reserve Eenmalige Bestedingen.

(18)

17 3.5. Conclusie incidenteel

Inclusief bovenstaande consequenties ziet de prognose van de Reserve Eenmalige Bestedingen er meerjarig als volgt uit.

Tabel 18

Omschrijving (-)= nadeel (+)= voordeel Saldo voorjaarsnota 2017

[tabel 15] 1.958.658 1.816.658 2.312.658 2.253.658 2.253.658

Ontwikkelingen [tabel 16] 3.561.271 -31.729 -31.729 -45.000

Doorwerking mutaties

ontwikkelingen voorgaande jaren in stand van de reserve

3.561.271 3.529.542 3.497.813

Nieuwe wensen [tabel 17] -1.705.663 -466.800 -421.800 -95.000

Doorwerking mutaties nieuwe wensen voorgaande jaren in stand van de reserve

-1.705.663 -2.172.463 -2.594.263 Meerjarenbegroting

Voorjaarsnota 2017 1.958.658 3.672.266 3.669.737 3.157.208 3.017.208 Eind 2017 Eind 2018 Eind 2019 Eind 2020 Eind 2021

Reserve Eenmalige Bestedingen

In 2017 komt nog een voorstel naar de raad om een krediet van € 30.000,= beschikbaar te stellen voor privatisering Klimop. In de stand van de reserve eenmalige bestedingen (tabel 18) is hier geen rekening mee gehouden omdat besluitvorming in de raad nog moet

plaatsvinden.

Voor een nadere onderbouwing van de Reserve Eenmalige wordt verwezen naar bijlage II:

Reserve Eenmalige Bestedingen.

3.6. Risico’s

1. Uren ten laste van kredieten

De salariskosten van 2 fte worden incidenteel gedekt uit de kredieten. Wanneer er minder investeringen zijn zullen deze kosten op een andere manier afgedekt moeten worden.

2. P.m. posten

Bijvoorbeeld Strategisch Huisvestingsplan Onderwijs en oplossen geuroverlast

Antoniusstraat. De financiële consequenties zijn nog niet vertaald in het saldo van de reserve eenmalige bestedingen.

3. Resultaten Grondbedrijf

Wanneer resultaten uit het grondbedrijf lager uitvallen of pas later worden gerealiseerd heeft dit consequenties voor de Reserve Eenmalige Bestedingen.

(19)

18 4. Wat wil de raad?

Conclusie

Deze voorjaarsnota laat een positief saldo van de begroting 2018 zien van € 640.139,=.

Ook de meerjarenbegroting 2019 – 2021 sluit positief.

Het doel om te komen tot een sluitende meerjarenbegroting is hiermee gerealiseerd.

De Reserve Eenmalige Bestedingen laat een saldo zien van ruim € 3 miljoen op 31 december 2021.

De raad wordt gevraagd om de onderstaande vragen mee te nemen in de algemene beschouwingen:

Ontwikkelingen en nieuwe wensen

• Wil de raad alle ontwikkelingen meenemen in de begroting 2018 en meerjarenbegroting 2019-2021?

• Welke structurele en incidentele nieuwe wensen wil de raad opgenomen zien in de begroting 2018 en meerjarenbegroting 2019-2021?

• Heeft de raad aanvullende nieuwe wensen die in de begroting 2018 en meerjarenbegroting 2019-2021 opgenomen moeten worden?

(20)

19

Bijlage I: Nieuwe wensen 2018-2021

In deze bijlage zijn per programma de nieuwe wensen en wijzigingen op bestaande wensen opgenomen en nader uitgewerkt.

Per doelstelling komen de 6 W’s aan de orde.

Bij “Wat mag het kosten” staat in de laatste kolom aangegeven of budgetten structureel (S) of incidenteel (I) zijn.

Bedragen met een + zijn lasten en die met een – zijn baten.

1. Bestuur en Dienstverlening

Het programma Bestuur en Dienstverlening omvat de gemeenteraad, het college en de griffie, samenwerking, dienstverlening en bedrijfsvoering.

1.1 Overdracht correspondentiearchief periode 1986-1999 en archief milieuvergunningen periode 1970 - 1985

Wat willen bereiken?

Geordend en toegankelijk archief dat gereed is voor overdracht naar het Streekarchief te Eindhoven (RHC) conform het door hen opgestelde normdocument.

Wat doen we hiervoor?

1. Inhuren extern bureau om te komen tot juiste selectie voor de overdracht naar de archiefbewaarplaats bij het Streekarchief te Eindhoven (RHC)

2. Inzet eigen personeel voor eerste schoning en op orde brengen van de standaard dossiers (vergaderstukken, aan- en verkopen)

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Selectie van extern bureau

• Ondersteuningscapaciteit bij het RHC

• Ondersteuningscapaciteit (senior) DIV

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als het over te dragen archief voldoet aan het normdocument.

2. Als het archief is overgedragen in de tweede helft van 2019.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: W. Verberkt Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

overdracht archief 44.000 I

Totaal 44.000

meerjarenraming

I / S

(21)

20

1.2 Migratie Globit-DIS

Wat willen bereiken?

Betrouwbaar analoog archiefregistratiesysteem. Hiervoor is een migratie van het huidige registratiesysteem globit-dis naar een actueel zaaksysteem noodzakelijk.

Globit-Dis wordt door de leverancier (dan wel diens opvolger) niet meer ondersteund. We hebben dan ook geen onderhoudsabonnement. Er zijn nauwelijks mensen te vinden die nog kennis hebben van de achterkant van het pakket. Mocht het systeem uitvallen dan kunnen we onze dossiers niet meer vinden en kunnen we niet voldoen aan de archiefwet.

Wat doen we hiervoor?

1. Aanbesteding opstarten voor een migratie.

2. Migratie uitvoeren.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoen aan de archiefwet

• Pakket vinden waar naartoe gemigreerd kan worden

• Voldoende personele ondersteuning (applicatiebeheerder(s)

• Als na de migratie wijzigingen doorgevoerd kunnen worden op de geregistreerde zaken.

• Als de benodigde zoekfuncties gemigreerd kunnen worden

• Als er vernietigingslijsten in een goede opmaak gemaakt kunnen worden

• Als er dossiers toegevoegd kunnen worden Wanneer zijn we tevreden?

1. Als aan de randvoorwaarden voldaan wordt.

2. Als op 31-12-2018 globit-dis is gemigreerd en de migratie voldoet aan de normen.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: W. Verberkt Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

Migratie Globit-DIS 20.000 I

Totaal 20.000 0 0 0

meerjarenraming

I / S

1.3 Privacy-project

Wat willen bereiken?

Iedereen heeft recht op bescherming van zijn of haar persoonsgegevens. Deze bescherming is vastgelegd in Europese regelgeving. Vanaf 25 mei 2018 gaat de nieuwe Europese

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van kracht waaraan alle decentrale overheden in de EU moeten voldoen.

Asten heeft dit projectmatig opgepakt. Doelstelling van het Privacyproject is dat Asten vanaf 25 mei 2018 kan voldoen/voldoet aan de AVG

Wat doen we hiervoor?

1. Het project uitvoeren. Globaal houdt dit in dat we de verwerkingen van

persoonsgegevens inventariseren en vastleggen in een register; een PIA-proces uitrollen (Privacy Impact Assessment, dat moet worden doorlopen bij nieuwe/gewijzigde

verwerkingen); bewerkersovereenkomsten (afspraken met uitvoerders) checken; het

(22)

21

bewustzijn en draagvlak in de organisatie creëren; een functionaris

gegevensbescherming aanstellen; omgang met incidenten en informatievoorziening richting de burger ontwikkelen; en dit alles vastleggen in privacybeleid.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende capaciteit, zowel kwantitatief als kwalitatief

• Voldoende middelen

Wanneer zijn we tevreden?

1. Wanneer op 31 maart 2018 het project is uitgevoerd en de gewenste projectresultaten zijn gerealiseerd, zodat de gemeente Asten uiterlijk op 25 mei 2018 ervoor zorgt dat de zeggenschap van mensen over hun gegevens wordt versterkt. “De nieuwe wet, de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), is een antwoord op de huidige tijd waarin databedrijven steeds machtiger worden, persoonsgegevens gouden handel zijn en big data hét toverwoord lijkt te zijn om problemen op te lossen. Mensen krijgen met de nieuwe privacywet meer rechten en organisaties meer verantwoordelijkheden. De AP krijgt op dat moment ook steviger bevoegdheden, zoals de mogelijkheid om boetes op te leggen tot 20 miljoen euro.” Aldus Aleid Wolfsen bij de presentatie van het

jaarverslag 2016 van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: T. Sprangers Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

projectbudget privacy 10.000 I

beheerskosten p.m. p.m. p.m. S

Totaal 10.000 p.m. p.m. p.m.

meerjarenraming

I / S

In totaal is een budget nodig van € 20.000,=. Dit betreft een inschatting voor ca. 20 adviesdagen door een externe partij. Dit besteden we aan bijvoorbeeld een privacy scan, pia (privacy impact assessment), expertise en eventueel trainingen. Aangezien het project in 2017 start, is er eerder budget nodig. De budgetaanvraag is daarom gesplitst in € 10.000,= voor 2017 bij tussentijdse rapportage voorjaar en € 10.000,= voor 2018.

De verwachting is dat uit het privacy project ook structurele kosten voortvloeien (o.a. kosten voor de functionaris gegevensbescherming).

2. Sociaal Domein

Het programma Sociaal Domein omvat jeugd, onderwijs en kinderopvang, werk en inkomen, gezondheidsbeleid, maatschappelijke ondersteuning, sport, cultuur en maatschappelijke accommodaties.

2.1 Renovatie Jeugdgebouw Heusden

Wat willen bereiken?

Overeenstemming over de haalbaarheidsberekening en het verstrekken van een krediet voor de investering ten behoeve van de renovatie van het jeugdgebouw Heusden.

(23)

22 Wat doen we hiervoor?

Op 15 december 2015 is tussen de gemeente en de verenigingen OJC Jonosh en Jong Nederland een intentieovereenkomst gesloten inzake de renovatie van het Jeugdgebouw in Heusden (rijksmonument Mariaschool).

Het doel van deze intentieovereenkomst is het geven van een eerste uitwerking aan de eisen en wensen van de bruikleennemers met betrekking tot functionaliteit en (gedeeld) gebruik van de accommodatie.

Inmiddels is het resultaat bereikt dat er zicht is op de definitieve kostenraming en is besloten een aanvullend krediet te vragen van € 256.663,-.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Belangrijke overwegingen die bij het formuleren van de overeenkomst zijn gemaakt zijn:

• dat partijen een bijdrage leveren aan een duurzame en leefbare woonomgeving in de dorpskern Heusden middels het organiseren van activiteiten voor jongeren;

• dat het jeugdgebouw jeugdleden een sociaal veilig klimaat biedt;

• dat het jeugdgebouw binnen het lokaal sociaal domein een vindplaats is en een nadrukkelijke rol speelt bij sociale binding van mensen in Heusden;

• dat het verbinden van mensen (jongeren, ouders, kinderen) bijdraagt aan de leefbaarheid van het dorp;

• dat, naast ouders en onderwijs, kinderen ook veel leren van elkaar en van andere

‘informele’ opvoeders, zoals groepsleiders en trainers bij verenigingen;

• dat de partijen binnen het jeugdgebouw een signalerende rol hebben en deze rol ook actief oppakken;

• dat partijen, mochten er bepaalde signalen bij kinderen te zien zijn, waar nodig contact opnemen met een opvoedondersteuner;

• dat partijen ernaar streven om de functionaliteit van de Mariaschool aan het

Vorstermansplein te Heusden en de aanwezige voorzieningen te optimaliseren voor het gebruik en de activiteiten van Jonosh en Jong Nederland;

• dat partijen hiertoe de haalbaarheid van een grondige renovatie en exploitatie van het pand wensen te onderzoeken;

• dat de gemeente als beoogd bruikleengever als doel heeft om voor een periode van 20 jaar een jongerencentrum te handhaven in de kern Heusden;

• dat Jonosh en Jong Nederland als beoogd bruikleennemers voor 20 jaar activiteiten voor jongeren van - Jong Nederland van 7 tot 18 jaar en Jonosh van 16 tot 30 jaar - aan willen bieden in Heusden in de huidige accommodatie;

• dat de realisatie vanuit een bottom-up benadering zal plaatsvinden teneinde maximale participatie van partijen te kunnen garanderen.

Wanneer zijn we tevreden?

We zijn tevreden als:

1. de accommodatie voor jongerenwerk en bijbehorend terrein met de status van rijksmonument in eigendom van de gemeente blijft;

2. de renovatie binnen de ruimte van het aanvullend krediet wordt gerealiseerd;

3. de gemeente de te verkrijgen monumentensubsidie en opbrengst grondverkoop inbrengt voor de kosten van de gedeeltelijke sloop en renovatie van het pand;

4. de verenigingen de te verkrijgen subsidies van fondsen voor de inrichtingskosten inbrengen voor de realisatie;

5. de structurele en eenmalige baten en lasten die voortvloeien uit de exploitatie, het beheer en het onderhoud van de binnenzijde van de (toekomstige) accommodatie voor rekening zullen komen van de beoogde bruikleennemers.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. Huijsmans Ambtelijk: T. Koolen

(24)

23 Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

renovatie Jeugdgebouw Heusden 256.663 I

Totaal 256.663

meerjarenraming

I / S

De totale investering bedraagt € 552.000,=.

Dekking gebeurt gedeeltelijk door opbrengst grondverkoop, subsidies, inzet

onderhoudsvoorziening en huuropbrengst. Hiernaast is een aanvullend krediet nodig van

€ 256.663,=.

2.2 Velden NWC

Wat willen bereiken?

Als gevolg van de groei van het aantal leden en teams is de veldcapaciteit van NWC

onvoldoende. Met de ombouw van het natuurgras hoofdveld naar een kunstgrasveld kan de veldcapaciteit op het gewenste niveau worden gebracht. Tevens dient het bestaande

kunstgrasveld gerenoveerd te worden.

Wat doen we hiervoor?

1. Als gevolg van de groei van het aantal leden en teams is de veldcapaciteit van NWC onvoldoende. Met de ombouw van het natuurgras hoofdveld naar een kunstgrasveld kan de veldcapaciteit op het gewenste niveau worden gebracht.

2. Tevens dient het bestaande kunstgrasveld gerenoveerd te worden.

Met NWC wordt overleg gevoerd over privatisering van het bestaande kunstgrasveld en het nog aan te leggen nieuwe kunstgrasveld. NWC neemt de renovatie en nieuwbouw, inclusief het onderhoud voor haar rekening en de gemeente stelt daarvoor een eenmalige bijdrage beschikbaar.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Het beschikbaar zijn van voldoende middelen waarbij de gemeente een deel van de middelen beschikbaar stelt en ook NWC een substantiële (financiële) bijdrage levert.

Voor de renovatie is een bijdrage in de onderhoudsvoorziening opgenomen van

€ 214.000,=. Daarnaast kan voor de aanleg van een nieuw kunstgras veld € 200.000,=

beschikbaar worden gesteld uit reserveringen en besparingen (naar analogie van de formule Olympia Boys en ONDO).

Naar verwachting is dat – ook met een substantiële bijdrage van NWC - onvoldoende om de plannen te financieren. NWC onderzoekt mogelijkheden tot een grotere eigen

bijdrage aan de financiële haalbaarheid. Maar dan nog lijkt het voor de hand liggend dat nog enige extra bijdrage boven de genoemde bedragen van de gemeente noodzakelijk is om de plannen daadwerkelijk te kunnen uitvoeren.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als het natuurgras hoofdveld is omgevormd naar een kunstgrasveld 2. Het bestaande kunstgras is gerenoveerd

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. van Bussel Ambtelijk: T. Koolen

(25)

24 Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

extra bijdrage velden NWC p.m. I

Totaal p.m. 0 0 0

meerjarenraming

I / S

2.3 Nieuw gemeenschapshuis Asten

Wat willen bereiken?

Stichting Gemeenschapshuis Asten en Stichting Beheer de Beiaard hebben, na een gebruikersenquête in 2014, geconcludeerd dat het beter is als één overkoepelende

organisatie verder te gaan in één gebouw. Onderzocht wordt of het haalbaar is het nieuwe gezamenlijke gemeenschapshuis te vestigen in het Heilig Hart Klooster (Wilhelminastraat 24 Asten). Het college juicht dit initiatief om diverse redenen toe en wil een bijdrage leveren.

Wat doen we hiervoor?

1. Toezeggen dat het gemeentelijk sociaal domein in het nieuwe gemeenschapshuis gevestigd wordt (Steunpunt Guido Asten, Onis en gelieerde organisaties).

2. Onderzoeken of het mogelijk is de bibliotheek te vestigen in het nieuwe gemeenschapshuis.

3. Bijdrage leveren in de vorm van kennis, inzet en voorbereidingskrediet in het haalbaarheidsonderzoek.

4. In principe in te stemmen met een financiële bijdrage aan het project.

5. In gezamenlijkheid met de initiatiefnemers toewerken naar een go/no go besluit, waarbij tevens een definitief besluit over de onder 4. genoemde financiële bijdrage wordt

genomen.

6. In geval van een go-besluit de benodigde planologische procedures starten, zowel voor de verbouwing van het genoemde klooster, als voor de benodigde verhuizing van de nog in het klooster woonachtige paters.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Het project bevindt zich nog in de initiatieffase. Doel van deze fase is het uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek om tot een go/no go besluit te komen. Er zijn in deze fase slechts enkele algemene voorwaarden:

• De structurele bijdrage van de gemeente mag de huidige bijdragen aan de Klepel en de Beiaard niet overschrijden.

• Het is een particulier initiatief. Dit betekent dat de regie van het project bij de

initiatiefnemers ligt. De gemeente heeft een kaderstellende, toetsende en faciliterende rol.

• Om tot een go-besluit te komen is een sluitende exploitatie opzet nodig.

Inmiddels is gebleken dat er sprake is van een negatief exploitatie resultaat. U kunt de exploitatie sluitend krijgen door een financiële bijdrage te verlenen. Een voorstel hiertoe wordt in juni 2017 behandeld. Vooruitlopend hierop wordt in de Voorjaarsnota vast een indicatieve post opgenomen. Het betreft in principe de volgende bijdrage:

- 1-malige subsidie aan het project à € 750.000,-.

- Aankoop van een deel van de kloostertuin t.b.v openbaar gebied à € 68.700,-.

- Aanleg van circa 70 parkeerplaatsen (inclusief infiltratievoorziening) in het hierboven bedoelde deel van de kloostertuin à € 137.500,-.

- Verstrekken van een jaarlijkse beheer- en exploitatiesubsidie à € 18.645,-, waarin reeds is inbegrepen onderhoud van de hierboven bedoelde parkeerplaatsen en deel van de kloostertuin.

(26)

25 - In principe dragen planschaderisico p.m..

De financiële bijdrage van de gemeente bedraagt daarmee 1-malig € 956.200,- en structureel € 18.645,-.

In dit bedrag is niet inbegrepen een bedrag voor de 1-malige bijdrage aan de bouwkosten van de aanbouw van de bibliotheek (afhankelijk van uw besluitvorming) en een

gewaardeerd bedrag voor planschade.

Wanneer zijn we tevreden?

In deze fase zijn we tevreden indien het haalbaarheidsonderzoek alle benodigde gegevens heeft geleverd om tot een go/no go beslissing te komen en dit besluit kan worden genomen.

In geval van een go-besluit wordt het initiatief verder uitgewerkt tot project. In geval van een no-go besluit zal met de initiatiefnemers worden overlegd over een alternatief.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. Huijsmans Ambtelijk: T. Koolen Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

Eenmalige bijdrage 956.200 I

Beheer- en exploitatie subsidie 0 0 0 0 S

Totaal 956.200 0 0 0

meerjarenraming

I / S

De genoemde structurele bijdrage legt geen beslag op de begroting, omdat het bestaat uit een optelsom van de huidige bijdragen aan de Klepel en de Beiaard minus een aantal kostenposten die de nieuwe ontwikkeling voor de gemeente met zich meebrengt (hogere huurlasten Steunpunt Guido Asten, onderhoud parkeerplaatsen, onderhoud over te kopen deel kloostertuin).

2.4 Voorzieningen en accommodaties; Onderwijs

Wat willen we bereiken?

1. Een strategisch plan om te komen tot optimale huisvesting van primair onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang (SHP) binnen de gewijzigde en aangescherpte financiële kaders van de gemeente, het rijk en de schoolbesturen.

2. Draagvlak bij de gemeente en schoolbesturen, ouders en inwoners.

Wat doen we hiervoor?

1. Overleg voeren met schoolbesturen in het kader van de opdracht, verleend aan Team Sygma, voor het opstellen van een "Strategisch huisvestingsplan (SHP) voor het primair onderwijs 2016-2026" in de gemeente Asten.

2. Bestuurlijk draagvlak creëren voor de fysieke vertaling van de met de schoolbesturen overeengekomen leidende principes en kernboodschappen.

3. De opties voor wensen en bedenkingen voorleggen aan college, raad, ouders en inwoners.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Draagvlak bij de schoolbesturen om het SHP een strategische insteek te geven en leidende principes vast te leggen.

• In de te ontwikkelen huisvestingsvisie dienen de capaciteitsvraag (ontwikkeling leerlingenaantallen, krimp, leegstand, overcapaciteit), de levensduurverwachting

(27)

26

(leeftijd, houdbaarheidsdatum, einddatum gebouwonderhoud) en het beoogde kwaliteitsniveau van de schoolgebouwen aan de orde te komen.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als het SHP is vastgesteld in het najaar van 2017.

2. Als er draagvlak is voor de locatiekeuze van de onderwijsvoorzieningen.

3. Als het SHP financieel haalbaar is.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. Huijsmans, T. Martens Ambtelijk: T. Koolen

Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

Strategisch huisvestingsplan onderwijs

p.m.

p.m.

p.m. p.m.

I S

Totaal p.m. p.m. p.m.

meerjarenraming

I / S

2.5 Structureel onderhoud kunstwerken

Wat willen bereiken?

Adequaat onderhoud en beheer van de aanwezige kunstwerken binnen de gemeente Asten.

Wat doen we hiervoor?

1. Het reinigen van de aanwezige kunstwerken.

2. Het onderhouden van de eventuele aanwezige technische installatie.

Bijvoorbeeld elektrotechnisch-, water- en afvoerinstallatie.

3. Kleine herstelwerkzaamheden ad kunstwerken.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Toereikende storting in de onderhoudsvoorziening en opnamen in de onderhoudsplanning.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Als de aanwezige kunstwerken binnen de gemeente Asten adequaat worden

onderhouden en beheerd, zodat het behoud hiervan voor de toekomst voldoende is gewaarborgd.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: J. Huijsmans Ambtelijk: T. Koolen Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

onderhoud kunstwerken 1.800 1.800 1.800 1.800 S

Totaal 1.800 1.800 1.800 1.800

meerjarenraming

I / S

(28)

27

3. Veilig en Schoon

Het programma Veilig en Schoon omvat: veiligheid, vergunningverlening, handhaving, beheer openbare ruimte (groen, riolering en water), afval en milieu.

3.1 Brandweerzorg

Wat willen bereiken?

1. Doelstelling is het verhogen van de brandveiligheid binnen de gemeente.

2. Verbeteren van brandveiligheidsbewustzijn van burgers in hun woonomgeving.

3. Daarnaast gaan we ondernemers alvast informeren over de overgang naar de Omgevingswet en ondersteunen met het invullen van hun verantwoordelijkheid op het gebied van brandveiligheid.

Wat doen we hiervoor?

1. Verder implementeren van het Project Brandveilig Leven in samenwerking met de Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost. Voorbeelden zijn de bluswaterdekkingsanalyses, woningcheck, deelname aan wijkdagen, voorlichting aan senioren en arbeidsmigranten, bezoek brandweerkazerne.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

Voldoende budget en zorgen dat de doelgroep actief betrokken blijft Wanneer zijn we tevreden?

1. Brandveiligheid geborgd is.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: T. Koolen Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

Brandweerzorg 6.000 6.000 6.000 I

Totaal 6.000 6.000 6.000

meerjarenraming

I / S

In het kader van Brandweerzorg zijn er de volgende kosten:

• Een van de voorwaarden van de Business Case bluswatervoorzieningen (vastgesteld door het Algemeen Bestuur van VRBZO) is dat er bluswaterdekkingsanalyses plaatsvinden van

bedrijventerreinen. Onlangs zijn we begonnen met bedrijventerrein NOBIS, de overige

bedrijventerreinen volgen nog dit jaar. Afhankelijk van de uitslag wordt voorgesteld of er extra voorzieningen nodig zijn.

• Verdere invulling van bestemmingsplan Prinsenmeer en uitwerking van de Risico

Inventarisatie Natuurgebieden (RIN) brengen mogelijk extra kosten met zich mee omdat er openbare bluswatervoorzieningen aangelegd moeten worden.

• Gemeente Asten is verantwoordelijk voor de openbare bluswatervoorzieningen. Als eigenaar is de gemeente verplicht om te zorgen dat de openbare voorzieningen naar behoren werken. In het verleden controleerde de brandweer tijdens oefenavonden de werking maar door de implementatie van de basis brandweerzorg en regionalisering brandweer is dit niet meer mogelijk en zal hier een extern bedrijf voor worden ingeschakeld.

• Verder implementeren van het project Brandveilig Leven. Bij dit project werken gemeente en Veiligheidsregio nauw samen. Doelstelling is ‘het verhogen van het brandveiligheidsbewustzijn van burgers in hun woonomgeving’. In dit kader zijn we als gemeente begin mei 2017 het project woningcheck gestart. Daarnaast bestaan er andere lokale projecten en initiatieven, zoals deelname aan wijkdagen, voorlichting, bezoek kazernes, open dagen, brandveiligheid bij bedrijven. Maar ook valt hieronder om ondernemers alvast te informeren over de overgang

(29)

28

naar de Omgevingswet en ondersteunen met het invullen van hun verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid.

3.2 Aanpak ondermijnende criminaliteit

Wat willen bereiken?

De gemeente is weerbaar. Dit stelt de gemeente in staat proactief, preventief en reactief ondermijning te voorkomen en bestrijden. De gemeente weet vormen van ondermijnende criminaliteit tegen te gaan, weet misbruik van de gemeentelijke faciliteiten en regelgeving te voorkomen en is in staat eigen middelen samen met de overheidspartners in te zetten ten bestrijding van ondermijning.

Wat doen we hiervoor?

1. De aanpak van Astense casuïstiek ondermijning

2. Het versterken van de bestuurlijke en ambtelijke weerbaarheid Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Uitvoering van het plan van aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Asten 2017- 2019

Wanneer zijn we tevreden?

1. De actiepunten uit het plan van aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Asten 2017-2019 zijn uitgevoerd waardoor de gemeente weerbaarder is geworden.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: H. Vos Ambtelijk: T. Koolen

Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

Aanpak ondermijnende criminaliteit 30.800 30.800 30.800 I

Totaal 30.800 30.800 30.800

meerjarenraming

I / S

De benodigde middelen betreffen 0,42 fte (schaal 10).

3.3 Opstellen explosievenkaart

Wat willen bereiken?

We willen een overzichtskaart van de gemeente Asten waaruit duidelijk blijkt waar we probleemloos kunnen graven, wat risico op explosieven betreft, en waar nader onderzoek gewenst is. Dit om te voorkomen dat we bij ieder los project een afzonderlijk onderzoek moeten laten uitvoeren (i.v.m. kosten en tijd).

Wat doen we hiervoor?

1. Historisch onderzoek laten uitvoeren waaruit blijkt welke gebieden risicovol zijn, aangevuld met een nader onderzoek om het risicovolle gebied verder in te kunnen perken. Deze werkzaamheden worden door een externe uitgevoerd. De

onderzoekskosten zijn subsidiabel.

Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Voldoende geld en voldoende tijd.

(30)

29 Wanneer zijn we tevreden?

1. Als we inzicht hebben in de gebieden waar we graafwerkzaamheden kunnen uitvoeren zonder risico te lopen op het aantreffen van explosieven.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: T. Koolen Wat mag het kosten?

begroting

2018 2019 2020 2021

opstellen explosieven kaart 50.000 I

(waarvan 70% subsidiabel) -35.000 I

Totaal 15.000

meerjarenraming

I / S

3.4 Riolering en Water

Wat willen we bereiken?

Op een doelmatige wijze zorgen voor een duurzame inzameling en verwerking van afvalwater, hemelwater en (overtollig) grondwater en een duurzaam beheer van het gemeentelijk rioolstelsel.

Wat doen we hiervoor?

Uitvoering geven aan het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2013-2017.

Uitvoeringsprojecten:

1. Herinrichting Wilhelminastraat en Heesakkerweg (noordelijke parallelweg). Volledige herinrichting van de Wilhelminastraat. Volledige herinrichting van de parallelweg

Heesakkerweg (vanaf Wilhelminastraat – tot aan Varendonck college). Riool vergroten in de Wilhelminastraat en riool vergroten in de parallelweg Heesakkerweg. Afkoppelen en infiltreren hemelwater. Voorbereiding van het project start in 2018, aansluitend volgt de uitvoering.

Meerjarenperspectief

2. Herinrichting Logtenstraat, betreft volledige herinrichting van het gedeelte Floraplein – Asterstraat, zodat een eenduidige centrumring ontstaat. Riool vervangen van rotonde Floraplein – Prins Bernhardstraat, incl. opheffen rioolgemaal Tuinstraat. Afkoppelen en infiltreren hemelwater. Voorbereiding van het project is wegens herprioritering naar achteren geschoven. De voorbereiding start in 2019, uitvoering aansluitend (2020).

(Krediet € 470.000,= beschikbaar gesteld in de begroting 2017).

3. Herinrichting Voorste Heusden (Den Tip – Patrijsweg) en Patrijsweg (Voorste Heusden – Dreef). Riool vergroten in Voorste Heusden, aanleg hemelwaterriool Voorste Heusden en Patrijsweg incl. aanleg buffer op trapveld. Voorbereiding van het project start in 2020, aansluitend volgt de uitvoering. Zie ook “Plateaus 30km gebied Voorste Heusden”

4. Ombouwen gemengd rioolstelsel naar gescheiden rioolstelsel Heesakkerweg (zuidelijke parallelweg) incl. koppeling hemelwaterriool bedrijventerrein Hazeldonk. Voorbereiding 2021, aansluitend volgt de uitvoering.

(31)

30 Wat zijn de belangrijkste randvoorwaarden?

• Breed draagvlak omwonenden en belanghebbenden (bij afkoppeling hemelwater).

• Voldoende beschikbaar gesteld budget en voldoende interne uren.

• Rioolvervanging Heesakkerweg (noordelijke parallelweg) moet vóór rioolvervanging Wilhelminastraat uitgevoerd worden.

• Aanleg hemelwaterriool noordelijke parallelweg Heesakkerweg moet gereed zijn voordat het stelsel van de zuidelijke parallelweg omgebouwd kan worden.

Wanneer zijn we tevreden?

1. Herinrichting Wilhelminastraat en Heesakkerweg (Parallelweg):

• Als minimaal 80% van de pandeigenaren meewerkt met het afkoppelen van regenwater.

• Als kans op wateroverlast dan wel water op straat in het centrumgebied van Asten en de Wilhelminastraat afneemt.

• Als de Wilhelminastraat is ingericht als gebiedsontsluitingsweg (in asfalt) naar het centrum.

2. Herinrichting Logtenstraat:

• Als minimaal 80% van de pandeigenaren meewerkt met het afkoppelen van regenwater.

• Dit gedeelte van de centrumring in overeenstemming is met de overige delen.

3. Herinrichting Voorste Heusden en Patrijsweg:

• Als minimaal 80% van de pandeigenaren meewerkt met het afkoppelen van regenwater.

• Als kans op wateroverlast dan wel water op straat in de Voorste Heusden afneemt.

4. Ombouwen rioolstelsel Heesakkerweg (zuidelijke parallelweg):

• Als het stelsel volledig is omgebouwd (100% hemelwater afgekoppeld), waardoor wateroverlast aan de Heesakkerweg (zuidelijke parallelweg) is opgelost

• Als kans op wateroverlast in de Hazeldonk (melksloot) afneemt.

Wie is verantwoordelijk?

Bestuurlijk: T. Martens Ambtelijk: T. Koolen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

BIJLAGE 1: ACHTERGROND OORDELEN FINANCIËLE INFORMATIE We hebben de financiële informatie in de volgende financiële overzichten van het departementale jaarverslag 2012 van

 De voorgenomen herijking van het gemeentefonds weliswaar voor een aantal gemeenten de financiële problemen in ieder geval tijdelijk oplost, maar voor veel andere de financiële

• ook andere inkomsten van de gemeente Sint-Michielsgestel de negatieve gevolgen zullen gaan ondervinden van deze coronapandemie;. • deze negatieve mix van gevolgen voor de

Budgettair heeft de circulaire negatieve consequenties voor 2019 en 2020 maar de jaren daarna zijn de uitkomsten positief.. Informatie

Dit brengt wel met zich mee dat de gemeenten in dit geval substantieel samen de trap af gaan waar het gaat om de hoogte van de algemene uitkering.. Gelukkig is het uitkeringsjaar

Als gevolg van onze lobby ontvangen we voor 2016 een compensatie van € 590.000,00 voor de extra kosten die de gemeente Goirle heeft a.g.v.. een onvolkomenheid in

Bij de begrotingsuitgaven en -ontvangsten voor 2014 zijn de gerealiseerde uitgaven en ontvangsten opgenomen met betrekking tot het jaar 2014 waarvoor de Rijksrekening nog niet door

4.2.2 Noodzakelijke kosten moeten worden afgeleid uit netto lasten Voor beide domeinen moeten keuzes gemaakt worden hoe het best de noodzakelijke kosten van gemeenten