• No results found

Persbericht De ethiek van een zelftoetsende accountant Hans Nieuwlands RA CIA CGAP CCSA Directeur Instituut van Internal Auditors

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Persbericht De ethiek van een zelftoetsende accountant Hans Nieuwlands RA CIA CGAP CCSA Directeur Instituut van Internal Auditors"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Persbericht

De ethiek van een zelftoetsende accountant Hans Nieuwlands RA CIA CGAP CCSA

Directeur Instituut van Internal Auditors

Onlangs heeft een Engelse beursonderneming (Rentokil) besloten om financiële redenen zowel de jaarrekeningcontrole als ook Interne Audit uit te besteden aan één accountantskantoor (KPMG). Dit heeft geleid tot een discussie onder de leden van het Instituut van Internal Auditors (IIA) of dit ethische acceptabel is.

Waar is deze beschuldiging op gebaseerd? Het NIVRA heeft een ethische code

geaccepteerd, waarin is aangegeven, dat de externe accountant zijn onafhankelijkheid niet in gevaar mag brengen. Indien dit laatste wel gebeurt is er sprake van onethisch gedrag.

Wat is nu precies het gevaar? Een externe accountant dient te beoordelen in welke mate hij gebruik wil maken van het werk van de Internal Audit Dienst (IAD). Daartoe dient hij de kwaliteit van de IAD te beoordelen. Van oudsher is de IAD een interne dienstverlener die onderdeel uitmaakt van de organisatie. Wanneer nu de jaarrekening controle en de IAD zijn ondergebracht bij hetzelfde accountantskantoor ontstaat het gevaar van een zelftoets. De kans bestaat kans dat de controlerend accountant een ontoereikende evaluatie doet van de werkzaamheden van de IAD, die door collega’s van hetzelfde kantoor zijn uitgevoerd. In het geval van Enron heeft dit ertoe geleid dat Enron en het accountantskantoor Andersen niet meer bestaan. De SEC heeft naar aanleiding daarvan deze combinatie verboden bij bedrijven die aan de New York Stock Excange zijn genoteerd.

Bij de meest recente herziening van de Nederlandse corporate governance code in 2008 heeft het IIA aangedrongen op het verplicht stellen van een IAD voor beursgenoteerde ondernemingen. Dit is door de commissie Frijns overgenomen in de vorm van een Best Practice. Bij het ontbreken van een IAD evalueert de auditcommissie van de Raad van Commissarissen (RvC) de situatie en rapporteert daarover in het verslag van de RvC in de jaarrekening. De code vermeld ook dat niet-controlewerkzaamheden van de externe accountant, zoals het uitbesteden van een IAD, moeten worden goedgekeurd door de RvC.

Gezien het bovenstaand is het IIA van mening dat de RvC uiterst terughoudend moet zijn in het goedkeuren van de uitbesteding van de IAD functie aan hetzelfde kantoor als welke de externe jaarrekeningcontrole uitvoert.

Noot voor redactie, niet voor publicatie:

Voor meer informatie zie de website www.iia.nl. U kunt ook contact opnemen met Hans Nieuwlands RA CIA CGAP CCSA, directeur IIA, tel. 06 57 59 45 32

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nadat 1 kaart is omgedraaid blijven er

Beoordeel de wijze waarop beleid en strategie worden vertaald naar duidelijke, uitdagende en haalbare operationele doelstellingen, die door de verantwoordelijken zijn

4.4.3 Commissie Benchmark Place De commissie Benchmarking en de taskforce Internal Audit Ambition Model zijn vanaf 1 januari 2021 samengevoegd en gaan verder onder de naam

In haar reactie geeft het IIA enkele gewenste wijzigen aan in diverse best practices, zoals: “Veel IAF’s rapporteren, al dan niet gezamenlijk met de externe accountant, jaarlijks

“The commercial organization seeks to ensure that its bribery prevention policies and procedures are embedded and under- stood throughout the organization through internal

CGAP/CFSA/CCSA certified individuals with an “inactive/retired” status must meet the CPE requirements for one reporting period, complete the reinstatement form for each

Het IIA is voorstander van een sterke positionering en taakomschrijving van de internal auditfunctie, zodanig dat raden van bestuur en commissarissen binnen hun interne

- Het is onduidelijk welke inventarisatiemethode gevolgd wordt: op welke manier de trajecten afgebakend worden en welke kensoorten (gebruikte typologie) specifiek worden