REGIO WEST-BRABANT
METING 2016
© Dynamic Concepts consultancy Eindhoven 2016 Copyright
Dit rapport is in opdracht van VisitBrabant uitgevoerd voor Regio West-Brabant.
Dit rapport is met uiterste zorgvuldigheid tot stand gekomen op basis van deskundig onderzoek. Onderhavig rapport bevat een weergave en interpretatie van (delen van de) onderzoeksresultaten. Derhalve mag de inhoud van dit rapport niet zonder bronvermelding en/of niet zonder expliciete toestemming van de auteur voor publieke
doeleinden of welke doeleinden dan ook gebruikt worden. Dit om de in deze uitgave weergegeven verbanden en veronderstellingen in hun verband te laten en misinterpretaties te voorkomen door gedeeltelijke weergaven of herinterpretaties van delen van onderhavige tekst. Alle gebruikte afbeeldingen zijn eigendom van Dynamic Concepts
consultancy.
Dynamic Concepts Consultancy Klokgebouw 155
5617 AB Eindhoven P.O. BOX 450 5600 AL Eindhoven 040 848 92 80
info@dynamic-concepts.nl
INHOUDSOPGAVE
3
1. Onderzoeksopzet
1.1 Inleiding 4
1.2 Onderzoeksopzet 4
1.3 Infographic 4
1.4 Onderwerpen 4
1.5 Verdiepende analyse 4
2. Verblijfstoerisme
2.1 Socio-demografie 5
2.2 Aantal binnenlandse vakanties 7
2.3 Aantal overnachtingen 7
2.4 Kenmerken binnenlandse vakanties 8
3. Buitenlandse gasten
3.1 Socio-demografie 11
3.2 Reden voor verblijf 12
3.3 Kenmerken buitenlandse vakanties 12
3.4 Type verblijf 15
4. Dagrecreatie
4.1 Socio-demografie 16
4.2 Activiteiten in West-Brabant 18
4.3 Bestedingen 19
5. Werkgelegenheid
5.1 R&T sector 20
5.2 Cultuur, recreatie en amusement 22
5.3 Horeca 24
5.4 Detailhandel/groothandel 26
5.5 Logiesverstrekking 28
5.6 Sport 30
5.7 Vervoer 32
6. Bestedingen
6.1 Bestedingen binnenlandse gasten 34
6.2 Bestedingen buitenlandse gasten 36
Bronnenlijst
LEESWIJZER
ContinuVakantieOnderzoek (CVO): Het CVO van NBTC-NIPO Research brengt sinds jaar en dag het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking in beeld. Vier keer per jaar wordt een panel van 6.500 Nederlanders gevraagd naar de vakanties die zij hebben ondernomen. Op deze wijze ontstaat een diepgaand inzicht in het vakantiegedrag: bestemmingen, bestedingen, activiteiten, et cetera.
ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO): Het CVTO van NBTC-NIPO Research brengt het vrijetijdsgedrag van de Nederlandse bevolking in beeld. Wekelijks wordt een groep Nederlanders gevraagd naar de vrijetijdsactiviteiten die zij hebben ondernomen. Op deze wijze on ontstaat een goed beeld van het vrijetijdsgedrag: activiteiten, bestemmingen, bestedingen, et cetera. Aan het einde van het onderzoeksjaar worden 5.000 Nederlanders gevraagd welke vrijetijdsactiviteiten zij in het voorbije jaar hebben ondernomen en hoe vaak men dat heeft gedaan. Zo ontstaat inzicht in de omvang van de markt.
Landelijk Informatiesysteem van Arbeidsplaatsen (LISA): Het LISA is een databestand met gegevens over alle vestigingen in Nederland waar betaald werk wordt verricht. Van elk willekeurig geografisch niveau en van elke activiteit kan bijvoorbeeld de werkgelegenheids(ontwikkeling) in beeld worden gebracht.
Onderzoek Inkomend Toerisme (OIT): Het OIT beschrijft de achtergronden van verblijven van buitenlandse toeristische en zakelijke bezoekers in Nederland. Dit onderzoek wordt elke 4 à 5 jaar uitgevoerd door NBTC.
1.1 INLEIDING
Regio West-Brabant heeft de behoefte uitgesproken aan dieper inzicht in cijfers met betrekking tot de toeristische sector in de regio. De uit te voeren onderzoeksopdracht betreft een deskstudy voor de regio West-Brabant.
1.2 ONDERZOEKSOPZET
De deskstudy bestaat uit een analyse van landelijke bronnen en geeft inzicht in de regionale vrijetijdseconomie in West-Brabant.
Bronnen die worden gebruikt zijn het CVO (2013, 2015), CVTO (2012-2013, 2015), LISA en OIT (2014). Deze bronnen worden kort toegelicht in de leeswijzer.
Deze deskstudy beschrijft verschillende kerngegevens over de binnenlandse vakantiemarkt in West-Brabant. Het aantal binnenlandse vakanties en overnachtingen (toeristisch/vast) in West-Brabant wordt besproken. Daarnaast worden ook verschillende kenmerken van binnenlandse vakanties in de regio beschreven: accommodatietypen, waardering, herkomst, vakantietype, verblijfsduur, gemiddelde verblijfsduur en bestedingen.
1.3 INFOGRAPHIC
De resultaten van de deskstudy zijn grafisch gepresenteerd in een infographic. Deze infographic bevat alle informatie van het rapport samengevat.
1.4 ONDERWERPEN
Dit onderzoek gaat in op de volgende onderwerpen:
• Verblijfstoerisme
• Buitenlands verblijftoerisme
• Dagrecreatie
• Werkgelegenheid
• Bestedingen
1.5 VERDIEPENDE ANALYSE
Volgend op de deskstudy is een verdiepende analyse uitgevoerd.
De verdiepende analyse is bedoeld om duiding te geven aan veranderingen ten opzichte van eerdere jaren. Waar mogelijk worden trends en ontwikkelingen gegeven die veranderingen kunnen verklaren.
ONDERZOEKSOPZET
1
4
VERBLIJFSTOERISME
SOCIO-DEMOGRAFIE
2
5 In dit hoofdstuk worden de socio-demografie, aantal binnenlandse vakanties, aantal
overnachtingen en kenmerken van binnenlandse vakanties beschreven. Wanneer mogelijk zullen onderwerpen uitgesplitst worden naar toeristische gasten en vaste gasten.
2.1 SOCIO-DEMOGRAFIE
Deze paragraaf gaat in op de socio-demografische kenmerken van verblijfstoeristen in West- Brabant. Geslacht, leeftijd, herkomst en sociale klasse worden beschreven.
GESLACHT
De geslachtsverdeling van toeristische gasten in West-Brabant in 2015 bestaat uit meer
mannen dan vrouwen. Van de toeristische gasten is 56% man en 44% vrouw.
LEEFTIJD
Er zijn relatief weinig jongeren (13 – 24 jaar) die op vakantie gaan, zowel in West-Brabant als in Nederland en totaal. West-Brabant trok in 2015 relatief weinig mensen aan van 35 tot en met 44 jaar (14%) ten opzichte van 2013 (26%). In 2015 gingen meer kinderen van 0 tot en met 12 jaar (32%) in West-Brabant op vakantie ten opzichte van 2013 (18%).
18%
6% 6%
12%
26%
5%
7%
19%
32%
1%
4%
8%
14%
17%
8%
17%
24%
4%
6%
11% 11%
14% 13%
17% 18%
3% 4%
12% 13%
15% 16%
19%
0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
0 - 12 jaar 13 - 17 jaar 18 - 24 jaar 25 - 34 jaar 35 - 44 jaar 45 - 54 jaar 55 - 64 jaar 65 of ouder LEEFTIJD
2013 2015 Noord-Brabant Nederland 56,0%
44,0%
GESLACHT
Man Vrouw
CVO 2013, CVO 2015 CVO 2013, CVO 2015
VERBLIJFSTOERISME
SOCIO-DEMOGRAFIE
2
6 HERKOMST
Verblijfstoeristen in West-Brabant kwamen in 2015 voornamelijk uit West-Nederland (66%).
West-Nederland bestaat uit de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht. West- Brabant werd in 2015 het minst bezocht door verblijfstoeristen uit Noord-Nederland (5%). De herkomst van verblijfstoeristen die naar West-Brabant komen is vergelijkbaar met de herkomst van verblijfstoeristen die naar de provincie Noord-Brabant komen en Nederland in totaal.
SOCIALE KLASSE
Sociale klasse van verblijfstoeristen in West-Brabant is veranderd in 2015 ten opzichte van 2013. In 2015 zijn er meer verblijfstoeristen (41%) in de sociale klasse A dan in 2013 (17%).
Daarnaast zijn er in 2015 minder verblijfstoeristen (21%) met een sociale klasse CD dan in 2013 (42%). Een mogelijke verklaring voor dit verschil is niet gevonden.
27%
28%
41%
17%
36%
33%
29%
25%
14%
13%
9%
16%
24%
26%
21%
42%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Nederland Noord-Brabant 2015 2013
SOCIALE KLASSE
A Bb Bo CD
61% 66%
51% 47%
5% 5%
5% 11%
11% 9%
12%
21%
22% 20%
31%
21%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
2013 2015 Noord-Brabant Nederland
HERKOMST
West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht) Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) Oost (Gelderland, Overijssel, Flevoland) Zuid (Zeeland, Noord-Brabant, Limburg)
CVO 2013, CVO 2015 CVO 2013, CVO 2015
VERBLIJFSTOERISME
TOERISTISCHE GASTEN & VASTE GASTEN
2
7 In de volgende paragrafen worden het aantal binnenlandse vakanties, aantal overnachtingen
en kenmerken van binnenlandse vakanties beschreven. Wanneer mogelijk zullen onderwerpen uitgesplitst worden naar toeristische gasten en vaste gasten.
2.2 AANTAL BINNENLANDSE VAKANTIES
Het aantal toeristische vakanties in West-Brabant is sinds 2008 afgenomen met 20%, van 340.000 naar 272.000 toeristische vakanties in 2015. Het aantal vakanties op vaste standplaats in West-Brabant is vanaf 2008 licht toegenomen met 8,1% van 220.000 naar 238.000 vakanties op vaste standplaats in 2015. De daling in het aantal binnenlandse vakanties is voornamelijk te wijten aan het langzame herstel van de economische crisis1.
2.3 AANTAL OVERNACHTINGEN
Het aantal toeristische overnachtingen is in 2015 toegenomen met 17% van 1.268.000 naar 1.485.000 toeristische overnachtingen. Het aantal overnachtingen van vaste gasten is in 2015 licht toegenomen met 5% van 1.114.000 naar 1.172.000 overnachtingen. Het gemiddeld aantal nachten per korte vakantie (1-3 nachten) van zowel toeristen als vaste gasten is 1,7 nachten. Het gemiddeld aantal nachten per lange vakantie is 10,8 nachten en het gemiddeld aantal nachten per vakantie is 5,2 nachten.
340
220 303
222 272
238
0 100 200 300 400
Toeristische vakantie Vakantie op vaste standplaats
x 1.000
AANTAL BINNENLANDSE VAKANTIES
2008 2013 2015
1611
1151 1268
1114 1485
1172
0 200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800
Toeristen Vaste gasten
x 1.000
AANTAL OVERNACHTINGEN
2008 2013 2015
CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008
VERBLIJFSTOERISME
TOERISTISCHE GASTEN & VASTE GASTEN
2
8 2.4 KENMERKEN BINNENLANDSE VAKANTIES
In deze paragraaf worden verschillende kenmerken van binnenlandse vakanties beschreven.
Waar mogelijk worden deze kenmerken beschreven voor zowel toeristische gasten als vaste gasten.
ACCOMMODATIETYPEN
Vast kamperen is in West-Brabant in 2015 met 18% gedaald ten opzichte van 2013. Daarnaast stijgt het aantal verblijven in hotels/pensions gestaag (3% in 2008; 13% in 2013; 15% in 2015).
Toeristische vakantiewoningen blijven het meest populair in West-Brabant (38%), Noord- Brabant (47%) en Nederland (37%). Nederlanders kiezen steeds vaker voor een verblijf in een hotel, dan voor een verblijf op de camping tijdens een korte vakantie (2-4 dagen)2. Daarnaast
stijgt de populariteit van toeristische vakantiewoningen. Campingeigenaren besluiten vaker om hun kampeerterrein om te bouwen naar een park met vakantiewoningen3.
VERBLIJFSDUUR
In 2015 verblijft meer dan de helft van de toeristische gasten 2 tot 4 dagen in West-Brabant (52%). Ten opzichte van 2013 is de verblijfsduur licht toegenomen. Het gemiddeld aantal dagen per korte vakantie (2-4 dagen) is afgenomen van 3,0 in 2013 naar 2,7 in 2015. Het gemiddeld aantal dagen per lange vakantie (5 dagen of langer) is toegenomen van 10,3 dagen in 2013 naar 11,8 dagen in 2015. Gemiddeld is de verblijfsduur in West-Brabant toegenomen van 5,5 dagen in 2013 naar 6,2 dagen in 2015.
53%
57%
52%
56%
34%
29%
30%
34%
9%
8%
10%
7%
4%
6%
8%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Nederland Noord-Brabant 2015 2013
VERBLIJFSDUUR - TOERISTISCHE VAKANTIES
2-4 dagen 5-8 dagen 9-15 dagen 16 dagen of meer 26%
16%
15%
13%
3%
10%
11%
10%
7%
12%
13%
14%
23%
41%
38%
37%
47%
38%
30%
39%
9%
7%
6%
7%
5%
5%
6%
8%
3%
6%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Nederland Noord-Brabant 2015 2013 2008
ACCOMMODATIETYPEN
Hotels/pensions Toeristisch kamperen Vast kamperen Toer. vakantiewoningen Tweede woningen Overig
CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008 CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008
VERBLIJFSTOERISME
TOERISTISCHE GASTEN & VASTE GASTEN
2
9
TOP TIEN ACTIVITEITEN – TOERISTISCHE GASTEN
Zwemmen is door de jaren heen een minder populaire activiteit geworden. Werd er in 2008 nog door 55% van de toeristische gasten gezwommen, in 2015 werd er nog maar door 28%
gezwommen. Fietsen neemt door de jaren heen steeds meer toe. In 2008 gaf 15% van de toeristisch gasten aan te fietsen tijdens de vakantie terwijl dit in 2015 gestegen is naar 27%.
West-Brabant vergeleken met Noord-Brabant en Nederland geeft geen grote verschillen in populaire activiteiten.
2008 2013 2015 Noord-Brabant Nederland
Zwemmen: 55% Uit eten gaan: 61% Uit eten gaan: 60% Uit eten gaan: 62% Uit eten gaan: 66%
Tochtje met auto: 54% Wandelen: 47% Wandelen: 57% Wandelen: 55% Wandelen: 59%
Wandelen: 54% Funshopping: 41% Natuurreservaat, natuurgebied: 32% Zwemmen: 39% Funshopping: 34%
Uit eten gaan: 50% Zwemmen: 36% Funshopping: 29% Funshopping: 30% Zwemmen: 31%
Funshoppen: 34% Fietsen: 26% Zwemmen: 28% Fietsen: 26% Natuurreservaat, natuurgebied: 30%
Bezoek natuurgebied: 16% Bezienswaardige gebouwen (monumenten,
oude steden, kerken, kastelen): 20% Fietsen: 27% Natuurreservaat, natuurgebied: 22% Fietsen: 28%
Fietsen: 15% Natuurreservaat, natuurgebied: 16% Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 25%
Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 16%
Bezienswaardige gebouwen (monumenten, oude steden, kerken, kastelen): 24%
Bezoek pretpark: 13% Pretpark\attractiepark: 14% Boottocht\rondvaart: 13% Pretpark\attractiepark: 16% Strand: 21%
Zonnebaden: 12% Sauna: 11% Museum\oudheidkamer: 11% Dierenpark\safaripark\dolfinarium: 11% Museum\oudheidkamer: 14%
Bezoek dierentuin: 10% Uitgaan (café\disco): 10% Pretpark\attractiepark: 8% Museum\oudheidkamer: 9% Pretpark\attractiepark: 8%
CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008
VERBLIJFSTOERISME
TOERISTISCHE GASTEN & VASTE GASTEN
2
10
BESTEDINGEN
In 2015 is er geen geld besteed aan pakketreizen (0%), terwijl er in 2013 gemiddeld nog 21% werd besteed aan pakketreizen. Daarentegen nemen de bestedingen aan verblijfskosten toe van 30% in 2013 naar 49% in 2015. Tegenwoordig boeken Nederlanders steeds vaker direct bij de aanbieder van de logiesaccommodatie en willen graag hun reis zelfstandig samenstellen4. Hierdoor nemen verblijfskosten toe en pakketreizen af. Deze trend heeft zich waarschijnlijk sneller ontwikkeld in West-Brabant, dan in Nederland in zijn geheel.
In Nederland wordt er gemiddeld het meeste geld besteed aan de reissom van pakketreizen (49%). Toeristen in West-Brabant besteden gemiddeld meer geld aan horeca ten opzichte van gemiddelde bestedingen van toeristen aan horeca in Noord-Brabant.
5%
6%
9%
9%
25%
36%
49%
30%
49%
28%
0%
21%
1%
2%
3%
3%
10%
13%
18%
16%
2%
2%
3%
5%
6%
9%
14%
14%
2%
3%
4%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Nederland Noord-Brabant 2015
2013
BESTEDINGEN
Vervoerskosten van/naar vakantiebestemming Verblijfskosten
Reissom pakketreis Vervoerskosten op vakantiebestemming
Horeca Exercursies, toegangskaarten, etc.
Uitgaven in winkels Overige uitgaven
7,3
7,6
7 6,9
7,9
7,6 7,6
7,2 7,1
8,1
7,7 7,6
7,3 7,3
8,1
7,8 7,7
7,1
7,0 7,8 7,9 8,2
7,2 7,2
8,2
6 6,5 7 7,5 8 8,5
Dienstverlening/service Accommodatie Prijsniveau horeca Prijsniveau boodschappen
Algemeen oordeel vakantie RAPPORTCIJFER KWALITEITSASPECTEN
2008 2013 2015 Provincie Noord-Brabant Nederland
RAPPORTCIJFER KWALITEITSASPECTEN
De dienstverlening/service in West-Brabant werd in 2008 beoordeeld met een gemiddeld rapportcijfer van 7,3 en in 2015 beoordeeld met een 7,7. De beoordeling van de accommodatie is over de jaren gelijk gebleven (7,6). Zowel het prijsniveau van de horeca als het prijsniveau van de boodschappen werden in 2015 hoger beoordeeld dan voorgaande jaren, beiden kregen een rapportcijfer van 7,3. Het algemene oordeel van een vakantie in West-Brabant in 2015 is gelijk gebleven ten opzichte van 2013 (8,1). In Noord-Brabant werden in 2015 accommodaties gemiddeld iets hoger gewaardeerd dan in West-Brabant, respectievelijk 7,7 en 7,6.
CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008
CVO 2013, CVO 2015, Monitor Toerisme West-Brabant, 2008
BUITENLANDSE GASTEN
DU/BE/VK, OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL
3
11 In dit hoofdstuk worden de socio-demografie, accommodatietypen, type verblijf, aantal
overnachtingen, groepsgrootte, activiteiten en bestedingen beschreven van buitenlandse gasten in Noord-Brabant. Deze gegevens zijn niet beschikbaar op regionaal niveau en worden daarom op provinciaal niveau beschreven.
3.1 SOCIO-DEMOGRAFIE
In deze paragraaf worden geslacht en leeftijd beschreven van buitenlandse gasten in Noord- Brabant.
GESLACHT
In 2014 bezochten voornamelijk mannen Noord-Brabant (73%). Het percentage vrouwen dat Noord-Brabant bezocht is gelijk aan 27%.
LEEFTIJD
De leeftijdscategorie 25-34 jaar is ongeveer gelijk verdeeld over de verschillende groepen buitenlandse gasten. Buitenlandse gasten uit Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk zijn voornamelijk 55 tot en met 64 jaar oud (34%), terwijl gasten uit overig Europa en intercontinentaal voornamelijk 35 tot en met 44 jaar oud zijn (35%; 33%).
73%
27%
GESLACHT
Man Vrouw
0%
15%
5% 4%
26%
21%
23% 25%
14%
35%
33%
21%
9%
23%
17%
13%
34%
4%
17%
25%
17%
2%
5% 12%1%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
DUI/BE/VK Overig Europa Interconinentaal Noord-Brabant
LEEFTIJD
19-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar of ouder
OIT 2014 OIT 2014
BUITENLANDSE GASTEN
DU/BE/VK, OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL
3
12 In de volgende paragrafen worden verschillende kenmerken van buitenlandse vakanties
beschreven, zoals reden voor verblijf, herkomst, accommodatietypen, bestedingen en activiteiten. Deze gegevens zijn niet beschikbaar op regionaal niveau en zullen daardoor op provinciaal niveau beschreven worden. Deze gegevens komen voort uit het OIT 2014 (Onderzoek Inkomend Toerisme).
3.2 REDEN VOOR VERBLIJF
In 2014 kwamen Duitsers, Belgen en Britten (DU/BE/VK) voornamelijk naar Noord-Brabant voor een toeristische vakantie of shortbreak (63%), terwijl overige Europeanen en intercontinentale toeristen voornamelijk voor zaken naar Noord-Brabant kwamen, respectievelijk 56% en 58%. In zijn totaliteit kwamen buitenlandse toeristen in 2014 voornamelijk naar Noord-Brabant voor een toeristische vakantie of shortbreak (52%) gevolgd door een zakelijk bezoek (38%).
3.3 KENMERKEN BUITENLANDSE VAKANTIES
In deze paragraaf worden verschillende kenmerken van buitenlandse vakanties beschreven zoals accommodatietypen, aantal overnachtingen en bestedingen. Deze kenmerken worden steeds uitgesplitst naar Duitsers, Belgen en Britten (DU/BE/VK), overige Europeanen en intercontinentale gasten.
ACCOMMODATIETYPEN
Alle buitenlandse toeristen verblijven gemiddeld voornamelijk in hotels en pensions (62%) wanneer ze in Noord-Brabant verblijven. Intercontinentale toeristen kiezen het minst voor een verblijf in een bungalow (6%), terwijl Duitsers, Belgen en Britten (DU/BE/VK) en overige Europeanen vaker voor dit verblijf kiezen, respectievelijk 29% en 22%.
52%
22%
35%
63%
38%
58%
56%
29%
5%
1%
0%
8%
4%
19%
9%
0%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant (n=892.000) Intercontinentaal (n=102.683) Overig Europa (n=191.079) DUI/BE/VK (n=598.238)
REDEN VOOR VERBLIJF IN NOORD-BRABANT
Toeristisch (vakantie / shortbreak) Zakelijk Sport Overig
62%
84%
72%
55%
7%
6%
1%
9%
25%
6%
22%
29%
6%
1%
3%
7%
1%
2%
2%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant Intercontinentaal Overig Europa DUI/BE/VK
ACCOMMODATIETYPE
Hotel/pension Bed & Breakfast Bungalow(park) Camping Anders
OIT 2014
OIT 2014
62%
29%
54%
71%
30%
45%
40%
24%
6%
25%
6%
3%
2%
0%
0%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant Intercontinentaal Overig Europa DUI/BE/VK
AANTAL OVERNACHTINGEN
1-3 nachten 4-7 nachten 8 nachten of meer weet niet
BUITENLANDSE GASTEN
DU/BE/VK, OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL
3
13
AANTAL OVERNACHTINGEN
Gemiddeld verblijft de meerderheid van Duitsers, Belgen en Britten 1 tot 3 nachten in Noord-Brabant (71%). Van de intercontinentale toeristen verblijft gemiddeld 25% 8 nachten of meer, terwijl dit percentage bij Europeanen veel lager ligt, respectievelijk 3% en 6%. De meerderheid van buitenlandse toeristen verblijft 1 tot 3 nachten in Noord-Brabant (62%).
19%
39%
59%
28%
21%
32%
18%
4% 23%
10% 2%
6%
7%
11% 8%
8%
8%
3%
2%
6%
41%
5% 11%
30%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
DUI/BE/VK Overig Europa Intercontinentaal Noord-Brabant
GROEPSGROOTTE
1 persoon 2 personen 3 personen 4 personen 5 personen 6 personen of meer
GROEPSGROOTTE
Duitsers, Belgen en Britten komen voornamelijk met 6 personen of meer (41%), terwijl intercontinentale toeristen voornamelijk alleen komen (59%). Overige Europeanen komen voornamelijk alleen of met zijn tweeën, respectievelijk 39% en 32%. In totaal komt de meerderheid van buitenlandse toeristen met 6 personen of meer naar Noord-Brabant (30%), gevolgd door buitenlandse toeristen die alleen komen (28%).
OIT 2014 OIT 2014
BUITENLANDSE GASTEN
DU/BE/VK, OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL
3
14
TOP TIEN ACTIVITEITEN
48% van de buitenlandse toeristen onderneemt een stadswandeling tijdens zijn of haar bezoek aan Noord-Brabant. Daarnaast zijn funshoppen/winkelen (37%), een bar of café bezoeken (30%) en een gastronomisch restaurant bezoeken (23%) populaire activiteiten onder buitenlandse toeristen.
BESTEDINGEN
Duitsers, Belgen en Britten besteden gemiddeld meer geld aan eten en drinken (29%) dan andere buitenlandse toeristen. Intercontinentale toeristen besteden gemiddeld meer aan winkelen en souvenirs dan Europese toeristen (13%). Gemiddeld wordt door alle buitenlandse toeristen het meeste geld besteed aan overnachtingen (39%).
12%
12%
14%
18%
20%
22%
23%
30%
37%
48%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60%
bezienswaardige/historische plaatsen of locaties bezocht architectonisch interessante gebouwen of locaties bezocht natuurgebied of bos bezocht fietsen wandelen een ander restaurant/eetcafebrasserie bezocht gastronomisch restaurant bezocht een bar of cafe bezocht funshoppen/winkelen stadswandeling gemaakt
TOP 10 ACTIVITEITEN
14%
20%
17%
8%
39%
30%
39%
44%
23%
18%
19%
29%
4%
4%
2%
4%
9%
12%
9%
7%
9%
13%
10%
5%
3%
4%
3%
2%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant Intercontinentaal Overig Europa DUI/BE/VK
BESTEDINGEN
Vervoer naar Nederland Overnachtingen Eten en drinken Excursies en toegangskaarten Vervoer binnen Nederland Winkelen en souvenirs Beurs/congres Overig
OIT 2014
OIT 2014
BUITENLANDSE GASTEN
DU/BE/VK, OVERIG EUROPA & INTERCONTINENTAAL
3
15 3.4 TYPE VERBLIJF
Er wordt onderscheid gemaakt tussen type vakantie en type zakelijk verblijf. Type verblijf heeft betrekking op het motief van de reiziger, toeristisch of zakelijk.
TYPE TOERISTISCHE VAKANTIE
Duitsers, Belgen en Britten komen voornamelijk voor een vakantie op de binnenwateren (54%). Zowel overige Europeanen als intercontinentale toeristen komen voornamelijk naar Noord-Brabant om te toeren door het land, respectievelijk 36% en 48%. Daarnaast komt ruim een kwart van de intercontinentale bezoekers (29%) voor een cultuurvakantie. In het algemeen komen de meeste buitenlandse toeristen naar Noord- Brabant voor een vakantie op de binnenwateren (48%).
TYPE ZAKELIJK VERBLIJF
Buitenlandse reizigers met een zakelijk motief komen voornamelijk voor een zakelijke bijeenkomst, vergadering of overleg naar Noord-Brabant (47%). Duitsers, Belgen en Britten komen in mindere mate naar Noord-Brabant voor een congres (5%) ten opzichte van andere Europeanen (22%). Daarentegen verblijven Duitsers, Belgen en Britten meer in Noord-Brabant om werkzaamheden uit te voeren (45%), terwijl andere Europeanen veel minder met dit doel naar Noord-Brabant komen (14%).
18%
8%
25%
18%
2%
2%
48%
54%
2%
16%
0%
15%
48%
36%
12%
2%
29%
8%
1%
13%
15%
15%
12%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant Intercontinentaal Overig Europa DUI/BE/VK
TYPE TOERISTISCHE VAKANTIE
Stedenvakantie Vakantie aan de kust
Vakantie op de binnenwateren Vakantie in het binnenland van Nederland Toeren door het land Cultuurvakantie
Sportieve vakantie
47%
51%
48%
46%
11%
9%
22%
5%
1%
31%
22%
14%
45%
2%
9%
1%
8%
9%
16%
3%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant Intercontinentaal Overig Europa DUI/BE/VK
TYPE ZAKELIJK VERBLIJF
Zakelijke bijeenkomst, vergadering of overleg Congres ten behoeve van kennisuitwisseling (convention) Beurs met meerdere aanbieders van producten/diensten (exhibition) Om werkzaamheden uit te voeren
Mee als partner van een zakelijke reiziger Een andere zakelijke reden
OIT 2014
OIT 2014
DAGRECREATIE
SOCIO-DEMOGRAFIE
4
16 In dit hoofdstuk worden de socio-demografie, activiteiten en bestedingen van dagtoeristen
beschreven. Socio-demografische gegevens zijn alleen beschikbaar op provinciaal niveau.
Deze zullen dan ook op provinciaal niveau beschreven worden.
4.1 SOCIO-DEMOGRAFIE
In deze paragraaf worden geslacht, leeftijd en sociale klasse van dagtoeristen in Noord- Brabant beschreven.
GESLACHT
In 2015 was een kleine meerderheid van de dagtoeristen vrouwelijk (52%). Het percentage mannen kwam neer op 48%.
LEEFTIJD
In 2015 bezochten meer dagtoeristen in de leeftijd van 25 tot en met 34 jaar Noord-Brabant dan in 2013 (18%). Verder bestaat er een lichte afname van het aantal kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 12 jaar oud, maar een lichte stijging van het aantal kinderen in de leeftijd van 13 t/m 17 jaar oud.
48%
52%
GESLACHT
Man Vrouw
8% 8%
3%
10%
12%
13%
14% 14%
13%
4%
7%
6%
4%
10%
18%
11%
14%
13% 12%
4%
8%
7%
5%
9%
13%
12%
14% 14% 14%
4%
0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
14%
16%
18%
20%
0 t/m 5 6 t/m 12 13 t/m 17 18 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 en ouder LEEFTIJD
2013 2015 Nederland
CVTO 2012-2013, CVTO 2015 CVTO 2012-2013, CVTO 2015
DAGRECREATIE
SOCIO-DEMOGRAFIE
4
17
SOCIALE KLASSE
De sociale klasse van dagtoeristen in Noord-Brabant is in 2015 nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2013. Voornamelijk dagtoeristen uit de sociale klasse Bb bezochten Noord- Brabant in 2015 (37%). De sociale klasse Bo is het minst vertegenwoordigd onder dagtoeristen in Noord-Brabant (16%).
19%
18%
21%
33%
37%
35%
15%
16%
15%
33%
29%
30%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Nederland 2015 2013
SOCIALE KLASSE
A Bb Bo CD
CVTO 2012-2013, CVTO 2015
DAGRECREATIE
ACTIVITEITEN
4
18 4.2 ACTIVITEITEN IN WEST-BRABANT
De activiteiten zijn onderverdeeld in negen clusters: buitenrecreatie, watersport, bezoek sportwedstrijden, wellness, bezoek attracties, bezoek evenementen, winkelen voor plezier, cultuur en uitgaan. In zowel 2012 als in 2015 waren activiteiten binnen de clusters buitenactiviteiten en uitgaan het meest populair (2012: 28%; 27%, 2015: 28%; 29%). De verdeling van activiteiten in West-Brabant is vergelijkbaar met de provincie Noord-Brabant.
In West-Brabant werd in 2015 iets meer gewinkeld voor plezier (18%) dan in Noord-Brabant in zijn totaliteit (14%). In Noord-Brabant werden in het algemeen meer attracties bezocht (11%) dan specifiek in West-Brabant (6%).
27%
28%
28%
6%
6%
3%
1%
1%
1%
1%
1%
3%
11%
6%
7%
8%
6%
5%
14%
18%
22%
6%
5%
5%
26%
29%
27%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant 2015 2012
VERDELING ACTIVITEITEN PER CLUSTER
Buitenrecreatie Watersport Bezoek sportwedstrijden Wellness Bezoek attracties Bezoek evenementen Winkelen voor plezier Cultuur Uitgaan
2,3%
4,5%
2,2%
4,1%
5,5%
5,3%
10,6%
8,1%
10,8%
12,3%
2,9%
3,3%
4,0%
5,1%
5,2%
6,8%
8,7%
9,4%
12,3%
13,7%
0,0% 2,0% 4,0% 6,0% 8,0% 10,0% 12,0% 14,0% 16,0%
Recreëren niet aan water (park, bos e.d.) Zwemmen in binnenbad Meubelboulevard, woonmall Toertochtjes met de auto Bar \ café Op terras zitten Wandeling voor plezier Fietstocht voor plezier Gewinkeld in binnenstad Uit eten in restaurant \ eetcafé
TOP 10 ACTIVITEITEN IN WEST-BRABANT
West-Brabant Noord-Brabant
TOP 10 ACTIVTEITEN IN WEST-BRABANT
De top drie populairste activiteiten in West-Brabant in 2015 zijn uit eten in een restaurant/eetcafé (13,7%), gevolgd door winkelen in de binnenstad (12,3%) en een fietstocht voor plezier (9,4%). Wandelen voor plezier is populairder in Noord-Brabant (10,6%) dan in West-Brabant (8,7%).
CVTO 2012-2013, CVTO 2015
CVTO 2012-2013, CVTO 2015
DAGRECREATIE
BESTEDINGEN
4
19 4.3 BESTEDINGEN
De bestedingen in winkels tijdens een activiteit zijn in 2015 met 8,9% gedaald ten opzichte van 2012. In 2015 is er een toename van bestedingen aan overige kosten per activiteit ten opzichte van 2012 (+11,7%). In Noord-Brabant als geheel werd in 2015 11,2% besteed aan toegangsprijzen, deelnamekosten, huurprijzen e.d. Dit is 4,9% meer dan in West-Brabant.
Daarnaast wordt er in Noord-Brabant in zijn geheel meer besteed aan vervoerskosten (13,1%) dan in West-Brabant (5,7%).
11,2%
6,3%
6,7%
34,2%
32,0%
28,8%
37,7%
39,0%
47,9%
13,1%
5,7%
11,5%
3,8%
16,9%
5,2%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Noord-Brabant 2015 2012
BESTEDINGEN PER ACTIVITEIT
Toegangsprijzen, deelnamekosten, huurprijzen e.d Consumpties
Bestedingen in winkels Vervoerkosten
Overige kosten van activiteit
CVTO 2012-2013, CVTO 2015
WERKGELEGENHEID
RECREATIE & TOERISME
5
20
In dit hoofdstuk wordt de werkgelegenheid van de recreatie en toerisme sector van West-Brabant beschreven.
Daarnaast wordt er ingegaan op verschillende sub-sectoren van de recreatie en toerisme sector. De groei of daling van de werkgelegenheid in West-Brabant wordt ook vergeleken met de provincie Noord-Brabant en Nederland over de afgelopen vijf jaar waarbij 2011 als uitgangspunt dient. De cijfers in dit hoofdstuk zijn afkomstig van het LISA*.
Daarnaast worden voor elke sub-sector trends en ontwikkelingen beschreven die veranderingen in het aantal banen/vestigingen kunnen verklaren.
5.1 TOTALE R&T SECTOR WEST-BRABANT
In West-Brabant is het aantal banen gedaald van 18.230 banen in 2011 naar 17.590 banen in 2014. In 2015 is het
aantal banen in West-Brabant toegenomen met 1,1%. Dit komt neer op 17.790 banen. -2,5%
-3,1%
-3,5%
-2,4%
1,2%
0,3% 0,6%
1,4%
0,0%
-0,1% 0,3%
2,2%
-4,0%
-3,0%
-2,0%
-1,0%
0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
2011 2012 2013 2014 2015
R&T SECTOR
West-Brabant Noord-Brabant Nederland
In Noord-Brabant is het aantal banen in de R&T sector in 2012 gestegen met 1,2% ten opzichte van 2011. In 2013 is een lichte daling zichtbaar (0,9%), maar in 2015 is een groei van 1,4% zichtbaar ten opzichte van 2011.
In Nederland is het aantal banen in de R&T sector tot 2014 ongeveer gelijk gebleven (+0,3%). In 2015 is het aantal banen gestegen met 2,2% ten opzichte van 2011.
Vanaf 2014 neemt het aantal banen in de R&T sector in West-Brabant, Noord- Brabant en Nederland toe.
LISA, 2015
LISA, 2015
* De werkgelegenheid in West-Brabant is gemeten op basis van het LISA. Daarnaast zijn er ook andere methoden om het aantal banen te meten en volgen.
In het kader van vrijetijdseconomie wordt gewerkt met input-output model. Deze methode vergt echter aanvullende input op CVO, CVTO en OIT. Bovendien zijn deze gegevens niet op regionaal niveau beschikbaar waardoor het LISA in dit rapport is gebruikt.
3730 3770
3920
4090
4240
3400 3500 3600 3700 3800 3900 4000 4100 4200 4300
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL VESTIGINGEN
18230
17780
17660
17590
17790
17200 17400 17600 17800 18000 18200 18400
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL BANEN
WERKGELEGENHEID
RECREATIE & TOERISME
5
21
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN
Er zijn verschillende trends en ontwikkelingen in zowel Noord-Brabant als in Nederland die invloed kunnen hebben op de vrijetijdseconomie in West-Brabant. Deze paragraaf beschrijft een aantal trends en ontwikkelingen die direct of indirect invloed kunnen hebben op de werkgelegenheid in de recreatie en toerisme sector5, 6.
• Het aandeel 65-plussers in Noord-Brabant neemt toe van 17% in 2012 naar 21% in 2020 en 28% in 2040. Deze 65-plussers hebben meer vrije tijd wat zal leiden tot een toename van de vrijetijdsbesteding buitenshuis. Deze groeiende groep kan indirect leiden tot meer banen in de recreatie en toerisme sector en dan met name in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement.
• De economische crisis
• De economische waarde van €9,95 miljard leidt tot een directe werkgelegenheid van 83.000 toeristische banen in Nederland.
• De groei van het aantal buitenlandse toeristen. Het aantal buitenlandse gasten dat in 2015 voor een vakantie of zakelijk motief in Nederland verbleef, is met 8% gegroeid ten opzichte van 20142. Deze groei is als volgt te verklaren:
De aantrekkende economieën in Europa en Amerika.
De zwakkere eurokoers, waardoor het goedkoper is voor inwoners van niet-eurolanden om de vakantie in Nederland door te brengen.
Nederland profiteert van het groeiende segment stedenreizen op de Europese markt en van de toename van het aantal korte vakanties op de Belgische en Duitse markt.
Marketinginitiatieven, zoals het themajaar ‘Van Gogh 2015’, zorgden voor een extra impuls.
Bovenstaande trends en ontwikkelingen dragen bij aan het totaal aantal banen en vestigingen in de recreatie en toerisme sector.
WERKGELEGENHEID
CULTUUR, RECREATIE EN AMUSEMENT
5
22
In de volgende paragrafen worden verschillende sub-sectoren van de sector recreatie en toerisme beschreven. De sub-sectoren bestaan uit: cultuur, recreatie en amusement, horeca, detailhandel/groothandel, logiesvestrekking, sport en vervoer.
5.2 CULTUUR, RECREATIE EN AMUSEMENT
In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement in 2012 afgenomen met 3,2%
naar 1490 banen. In 2013 is het aantal banen met 4% gestegen ten opzichte van 2012, maar vervolgens gedaald naar 1490 banen in 2015. Daarentegen stijgt het aantal vestigingen gestaag.
In Noord-Brabant is het aantal banen in 2012 gestegen met 5,5% ten opzichte van 2011. Vervolgens is er een lichte daling in 2013 (-0,6%). In 2014 en 2015 is het aantal banen licht gestegen tot 6% meer banen in 2015 ten opzichte van 2011.
In Nederland is het aantal banen in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement gestaag gestegen tot een groei van 6,7% in 2015 ten opzichte van 2011.
Het aantal banen in de sub-sector cultuur, recreatie en amusement neemt vanaf 2013 in zowel Noord-Brabant als Nederland in zijn geheel toe, terwijl in West- Brabant het aantal banen daalt.
LISA, 2015
LISA, 2015
-3,2%
0,6%
-0,6%
-3,2%
5,5%
4,9%
5,9%
6,0%
1,3%
2,6%
5,2%
6,7%
-4,0%
-2,0%
0,0%
2,0%
4,0%
6,0%
8,0%
2011 2012 2013 2014 2015
CULTUUR, RECREATIE EN AMUSEMENT
West-Brabant Noord-Brabant Nederland 1540
1490
1550
1530
1490
1460 1470 1480 1490 1500 1510 1520 1530 1540 1550 1560
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL BANEN
540
580
630 650 670
0 100 200 300 400 500 600 700 800
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL VESTIGINGEN
WERKGELEGENHEID
CULTUUR, RECREATIE EN AMUSEMENT
5
23
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN
Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de afname in het aantal banen en de toename in het aantal vestigingen in de sector cultuur, recreatie en amusement in West-Brabant verklaren zijn als volgt:
• Tussen 2009 en 2014 is de werkgelegenheid binnen cultuur en recreatie gedaald met 4,4%. Deze werkgelegenheid is vooral ten koste van de vaste arbeidscontracten gegaan, terwijl het aantal zelfstandigen in deze periode juist groeide. Het ontslag van musici, toneelspelers en dansers als gevolg van de Rijksbezuinigingen van 2011 heeft voornamelijk pas in 2013 en 2014 zijn beslag gekregen7. Deze bezuinigen zijn te wijten aan de economische crisis.
• Daarnaast is er al enkele jaren sprake van een sterke toename van het aantal vrijwilligers binnen de cultuur, recreatie en amusement sector.
Bij de musea is zelfs 63% van alle werknemers vrijwilliger (in ft’s 25%). Vaak worden vrijwilligers alleen ingezet voor publieksfuncties bij balie, kaartverkoop of ontvangst, maar soms runnen ze de hele organisatie met niet meer dan een betaalde directeur7.
• De digitalisering zorgt ervoor dat het cultureel aanbod voor iedereen toegankelijk is op zowel mondiaal als lokaal niveau. Via Google kan men virtueel en meestal gratis door musea wandelen en bijvoorbeeld via Youtube of live streamings diensten kan men concerten uiteenlopend van Lady Gaga tot het Concertgebouworkest ‘bijwonen’. Door deze digitalisering zijn makers, producenten en distributeurs genoodzaakt op zoek te gaan naar nieuwe verdienmodellen. Deze trend kan invloed hebben op het aantal banen in deze sector8.
• Het ministerie van Onderwijs, Welzijn en Cultuur investeert €28,5 miljoen extra in 2017 ten opzichte van 2016. Dit kan ook de werkgelegenheid ten goede komen9.
• Het aantal banen in Kunst en Cultureel erfgoed is met 35% gegroeid in 2005-2013 met een sterke afvlakking in 2011-2013. Door een toename van ZZP’ers, parttimers en freelancers kan het aantal banen in deze sector stijgen10.
• De economische crisis heeft bijgedragen aan een forse stijging van het aantal museumbezoeken. Steeds meer mensen besluiten om in Nederland te blijven als ze iets willen bezoeken. En daar behoren ook musea toe. Daarnaast lijkt ook het aantal nieuwe of verbouwde musea een verklaring te zijn voor het toenemen van museumbezoeken. Musea richten zich meer op beleving en doen afstand van de statische presentatie van de collectie11.
Een combinatie van bovenstaande trends en ontwikkelingen kan verklaren waarom een dalende trend zichtbaar is in West-Brabant en een stijgende trend zichtbaar is in Noord-Brabant en Nederland.
WERKGELEGENHEID
HORECA
5
24 5.3 HORECA
In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector horeca in 2012 afgenomen van 10.120 banen in 2011 naar 9960 banen in 2012. Vanaf 2012 is jaarlijks een lichte stijging zichtbaar. In 2015 waren er 10.180 banen in de sub-sector horeca in West-Brabant. Een vergelijkbare trend is zichtbaar in het aantal vestigingen.
In Noord-Brabant is het aantal banen in 2012 gestegen met 0,8% ten opzichte van 2011. In 2013 is een lichte daling waarneembaar (-0,3%) ten opzichten van 2012. In 2015 is het aantal banen gestegen met 2,3% ten opzichte van 2011.
In Nederland is het aantal banen in de sub-sector horeca gestaag gestegen met een groei van 4,8% in 2015 ten opzichte van 2011.
Het aantal banen in de sub-sector horeca neemt vanaf 2013 in West-Brabant, Noord-Brabant en Nederland toe.
LISA, 2015
LISA, 2015
-1,6% -1,1% -0,9%
0,6%
0,8% 0,5%
1,3%
2,3%
0,1% 0,4%
1,7%
4,8%
-2,0%
-1,0%
0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
4,0%
5,0%
2011 2012 2013 2014 2015
HORECA
West-Brabant Noord-Brabant Nederland
10120
9960
10010
10030
10180
9850 9900 9950 10000 10050 10100 10150 10200
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL BANEN
1370
1320 1320
1340
1380
1290 1300 1310 1320 1330 1340 1350 1360 1370 1380 1390
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL VESTIGINGEN
WERKGELEGENHEID
HORECA
5
25
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN
Mogelijke landelijke ontwikkelingen en trends die de toename in het aantal banen en vestigingen in de sector horeca in West-Brabant verklaren zijn als volgt12:
• De belangrijkste ontwikeling voor de horeca sector lijkt een voorzichtig herstel van de economie. Bij een verbetering van de conjunctuur zijn consumenten eerder geneigd om buiten de deur te slapen, eten en drinken. Vanaf 2013 groeit de omzet en daarmee ook de werkgelegenheid en het aantal starters.
• Consumentenbestedingen nemen toe. Consumenten besteden meer dan een jaar geleden wat in lijn is met de verbetering van de werkgelegenheid en het herstel op de woningmarkt. Horeca is een van de diensten waar consumenten de afgelopen jaren meer geld aan hebben uitgegeven.
• Het consumentenvertrouwen heeft een sterke daling gekend in 2011 (-37) en is vanaf 2012 langzaam toegenomen naar +2 in 2016.
Bovenstaande ontwikkelingen verklaren dat de werkgelegenheid in de horeca gepaard gaat met consumentenvertrouwen. Wanneer het consumentenvertrouwen positief is zullen de consumentenbestedingen toenemen wat resulteert in meer banen. Deze trend is duidelijk zichtbaar in West-Brabant, maar ook in Noord-Brabant en Nederland.
WERKGELEGENHEID
DETAILHANDEL/GROOTHANDEL
5
26 5.4 DETAILHANDEL/GROOTHANDEL
In West-Brabant is het aantal banen in de sub-sector detailhandel/groothandel de afgelopen vijf jaar afgenomen van 690 banen in 2011 naar 590 banen in 2015. Dit is een daling van 14,5%. Het aantal vestigingen neemt vanaf 2011 gestaag af.
In Noord-Brabant is het aantal banen in 2013 afgenomen met 3,9% ten opzichte van 2011. Vervolgens is het aantal banen verder gedaald in 2014 (-2%). In 2015 is er een lichte stijging in het aantal banen ten opzichte van 2014 (+1,6%).
In Nederland is het aantal banen in de sub-sector detailhandel/groothandel geleidelijk afgenomen tot en met 2014 (-7,5%) ten opzichte van 2011. Het aantal banen in de detailhandel/groothandel is in 2015 gelijk gebleven ten opzichte van 2014.
Het aantal banen in de sub-sector detailhandel/groothandel neemt vanaf 2011 af in West-Brabant, in Noord-Brabant stijgt het aantal banen licht vanaf 2014 en in Nederland is een daling zichtbaar in het aantal banen tot en met 2013 en blijft vervolgens stabiel in de jaren 2014 en 2015.
LISA, 2015
LISA, 2015
-1,4%
-11,6%
-11,6%
-14,5%
0,8%
-3,9%
-5,9% -4,3%
-2,2%
-4,7%
-7,5% -7,5%
-16,0%
-14,0%
-12,0%
-10,0%
-8,0%
-6,0%
-4,0%
-2,0%
0,0%
2,0%
2011 2012 2013 2014 2015
DETAILHANDEL/GROOTHANDEL
West-Brabant Noord-Brabant Nederland 690
680
610 610
590
540 560 580 600 620 640 660 680 700
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL BANEN
280
270
250
240 240
220 230 240 250 260 270 280 290
2011 2012 2013 2014 2015
AANTAL VESTIGINGEN