• No results found

KDO De Bengels

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "KDO De Bengels"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE

EDUCATIE

KDO De Bengels

Plaats : 's Gravenmoer

LRKP nummer : 410064397

Onderzoeksnummer : 291535

Datum onderzoek : 17 november 2016 Datum vaststelling : 12 januari 2017

(2)
(3)

1 INLEIDING . . . 5

2 BEVINDINGEN . . . 7

3 CONCLUSIE. . . 13

BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 15

INHOUDSOPGAVE

(4)
(5)

Op 17 november 2016 hebben wij Kinderdagopvang (KDO) De Bengels

onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het signaalgestuurde toezicht op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

Bij het signaalgestuurde toezicht bepalen wij op basis van signalen over mogelijke risico’s in de kwaliteit van vve welke peuterspeelzalen en

kinderdagverblijven met voorschoolse educatie worden bezocht. Deze signalen zijn voornamelijk afkomstig van de GGD en/of de gemeente. Ook kunnen signalen afkomstig zijn van ouders en basisscholen.

Tijdens het onderzoek hebben we de kwaliteit van de vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee wij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kunnen beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op:

• De voorwaarden voor vve

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

• Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden

• Het pedagogisch klimaat

• Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van vve

Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij we:

• documenten over planning, begeleiding en zorg hebben bestudeerd;

• enkele groepsobservaties hebben uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de groep met kinderen in de leeftijd 0-4 jaar, maar waarbij de focus lag op de kinderen in de leeftijd 2-4 jaar (de peuters) binnen de kinderopvang;

INLEIDING 1

Onderzoeksopzet

(6)

• gesprekken met de ouders, pedagogisch medewerkers en de houder hebben gevoerd.

Wij hebben ons bij het onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader signaalgestuurd vve-toezicht. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.

In hoofdstuk 2 van dit rapport geven we onze bevindingen weer die naar voren zijn gekomen uit het onderzoek. Bij de geconstateerde verbeterpunten hebben we tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. In hoofdstuk 4 nodigen we de houder van de kinderopvanglocatie uit om kort te reflecteren op de bevindingen en zo mogelijk aan te geven welke

kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen daarover.

Toezichtkader

Opbouw rapport

(7)

Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de

vroegschoolse educatie op een aantal kwaliteitsaspecten vrijwel op orde is. Te weten: condities, ouders en het pedagogisch klimaat.

Maar we zien op andere kwaliteitsaspecten nog wel belangrijke verbeterpunten.

Dit geldt bijvoorbeeld voor de volgende aspecten: het aangeboden programma, het educatief handelen, ontwikkeling, begeleiding en zorg. De aspecten

doorgaande lijn en kwaliteitszorg zijn tijdens dit onderzoek niet beoordeeld. Wel is er in beschrijvende zin in het rapport tekst opgenomen over deze twee aspecten.

Vooraf

KDO De Bengels biedt voorschoolse educatie aan sinds januari 2016, het moment dat Stichting Peuterspeelzalen Dongen haar deuren sloot. Er zijn groepen met kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar en peutergroepen (leeftijd 2-4 jaar). Deze nieuwe ontwikkeling (vve-locatie en een andere leeftijdsgroep erbij) brengt dan ook de nodige veranderingen met zich mee. De houder realiseert zich dit, maar geeft tegelijkertijd aan dat nog niet alle gewenste veranderingen ingevoerd zijn.

Totaalbeeld

Het team is hecht en de pedagogisch medewerkers zijn goed op elkaar

ingespeeld. De sfeer in de groep is prettig. Ouders vinden dit een sterk punt van deze locatie. Daarnaast heeft het team in korte tijd het werken met kinderen in de leeftijd van 0-2 jaar voldoende eigen gemaakt.

Doordat er in korte tijd veel veranderingen doorgevoerd moeten worden, ligt de focus dit jaar vooral op:

• Het werken met een vve-programma in een groep met kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar;

• meer betrekken van ouders bij de locatie;

• het pedagogisch klimaat;

• de ontwikkeling, begeleiding en zorg voor kinderen die kwetsbaar zijn (vve-kinderen).

Ondanks deze positieve bevindingen, zien we (net als de houder zelf) nog wel veel kansen voor verdere verbetering.

Ten eerste kan er verder geïnvesteerd worden in het werken met het vve- programma. Vooral het werken met een doelgerichte planning en het differentiëren binnen het aanbod verdient aandacht.

BEVINDINGEN

2

(8)

Ten tweede liggen er kansen om bewuster en effectiever om te gaan met de taalactiviteiten en deze beter af te stemmen op de verschillen in ontwikkeling tussen de kinderen in de groep.

Ten derde kan het volgen van de brede ontwikkeling van kinderen een stevige impuls krijgen. Er zijn observatielijsten, maar deze schieten in de praktijk tekort.

Ze brengen namelijk nu niet voor alle peuters de (brede) ontwikkeling in beeld.

Ten vierde zien we kansen om de doorgaande lijn met de basisschool beter (inhoudelijk) op elkaar af te stemmen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen op het gebied van pedagogisch en educatief handelen en ook op ouderbeleid.

Ten slotte signaleren we dat de pedagogisch medewerkers er nog onvoldoende in slagen om met behulp van een concrete planning in een bepaalde periode voor peuters met speciale ontwikkelingsvragen (bijvoorbeeld de vve-kinderen) gericht aan doelen te werken.

Toelichting

Hieronder lichten we de oordelen verder toe.

Condities

KDO De Bengels voldoet aan bijna alle VVE-condities. De GGD heeft dit vastgesteld in haar rapport van 8 september 2016. Zij voldoet echter niet aan de wettelijke eis dat alle pedagogisch medewerksters VVE-geschoold zijn.

Slechts drie van de vier pedagogisch medewerkers, die werkzaam zijn op KDO De Bengels, zijn nu vve-geschoold. De locatie wil hier wel op korte termijn verandering in brengen. De houder is dan ook druk bezig met het zoeken naar een passende vve-scholing.

Ouders

De ouders zijn positief over de pedagogisch medewerkers en de locatie. Ze waarderen de eerlijkheid en openheid naar ouders toe en zijn erg te spreken over de positieve sfeer in de groepen. Het team brengt de ouders op de hoogte van het actuele thema met een ouderbrief. Hierin staan bijvoorbeeld de woorden die belangrijk zijn binnen het thema en de themaliedjes. Wat de pedagogisch medewerkers ook goed doen, is de ouders op de hoogte houden van de

ontwikkeling van hun kind. Met alle ouders hebben ze een gesprek als hun kind drie jaar wordt en als hij/zij de overstap naar de basisschool maakt. Als er sprake is van (extra) zorg vinden de pedagogisch medewerkers het heel gewoon dat er meer contactmomenten met ouders ingepland worden. Wij vinden dat het team de ouders dan ook goed informeert over de ontwikkeling van hun kind en hiermee een goed voorbeeld is voor anderen.

Er liggen nog wel kansen om ouders meer uit te dagen om thuis geregeld een ontwikkelingsstimulerende activiteit te doen. Dit gebeurt al wel, maar nog niet

(9)

structureel. De pedagogisch medewerkers zien hier zelf ook een kans en om die reden werken ze sinds kort met een 'oudermap' die hoort bij hun vve-methode.

In deze oudermap staan tal van voorbeelden hoe je ouders meer kan betrekken.

De pedagogisch medewerkers zijn enthousiast over de oudermap en hebben al een aantal initiatieven uitgeprobeerd. Het is nu zaak om hier goede afspraken over te maken, zodat elk thema altijd een aantal van dergelijke activiteiten bevat.

Verder is er nog geen ouderbeleid dat zich specifiek richt op vve. Op

beleidsniveau moet het ouderbeleid dan ook verder uitgewerkt worden. Daar hoort een analyse van de vve-ouderpopulatie aan vooraf te gaan. We vinden het daarbij nodig dat het team zichzelf de vraag stelt wat de (huidige) oudergroep, en dus ook de peuters, nu precies van ze vraagt aan ondersteuning en

begeleiding. En wat dit vervolgens betekent voor het werken met de (vve)peuters in de dagelijkse praktijk.

Kwaliteit van de uitvoering van vve

Het team werkt al een aantal jaar met een vve-methode, ook toen ze nog geen vve-locatie was. Deze methode wordt nu zowel bij de kinderopvang (0 tot 4 jaar) als bij de peutergroepen (2-4 jaar) ingezet. De pedagogisch medewerkers zijn nog wel zoekende naar de manier van werken met deze methode in de groepen waar de kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar bij elkaar zitten. De verschillen in ontwikkeling binnen deze leeftijdsgroep zijn namelijk groot en het blijft een uitdaging en organisatie om de peuteractiviteiten goed uit te voeren.

De planning binnen het VVE-thema is nu vooral activiteitgericht. Het is beter om binnen de planning meer in ‘te bereiken doelen’ te gaan denken dan in (losse) activiteiten. Nu vindt er bijvoorbeeld nog (te) vaak een activiteit in de grote kring plaats, waarbij je je kunt afvragen of dat wel voldoende effectief is en het beoogde doel voor ieder kind op deze manier haalbaar is.

Ontwikkeling, begeleiding en zorg

Vrijwel alle onderdelen van dit aspect vinden we nog van onvoldoende niveau.

Twee onderdelen niet, namelijk het overzicht van zorg die de locatie niet kan leveren en het aanmelden van kinderen met extra zorg. Er valt dan ook nog veel te winnen binnen dit aspect.

De pedagogisch medewerkers zouden veel meer volgens een goed doordachte planning aan de slag moeten gaan. Zeker voor peuters die extra zorg nodig hebben is het belangrijk dat het vooraf helder is aan welke doelen de

aankomende periode gewerkt wordt. Ook de evaluatie (is het nu wel gelukt of niet) is een belangrijk moment, dat nu nog niet altijd goed tot zijn recht komt. Mogelijk lukt het de pedagogisch medewerkers nog niet om op deze

(10)

manier te werken met de peuters die extra zorg nodig hebben, omdat de brede ontwikkeling nog niet van alle peuters goed in beeld is. Hierdoor is de volgende stap in ontwikkeling ook niet altijd duidelijk en specifiek genoeg in beeld.

Kwaliteitszorg

Dit aspect beoordelen wij niet, zo is overeengekomen met de houder.

Zeker gezien het feit dat KDO De Bengels nog niet zo heel lang een vve-locatie is, is het begrijpelijk dat er binnen dit aspect vele verbeterpunten liggen. Vooral beleidsmatig vraagt dit namelijk een aanpassing, maar ook bewustwording. Op dit moment is die focus op vve binnen de totale kwaliteitszorg niet gerealiseerd.

Een eerste stap zou kunnen zijn om een helder plan te maken van vve- verbetermaatregelen. Waar wordt in de aankomende periode precies aan gewerkt en met welk doel? Vervolgens is het belangrijk om gemaakte afspraken vast te leggen en te borgen. Ten slotte is het van belang om vaste

evaluatiemomenten in te plannen. Doen we de dingen nog zoals eerder afgesproken en zijn we hier nog tevreden over? Of moeten er misschien aanpassingen plaatsvinden?

Wel is het duidelijk wie binnen het team verantwoordelijk is voor de vve- coördinatie en deze taak op zich neemt.

Doorgaande lijn

Ook dit aspect beoordelen we niet, zo is overeengekomen met de houder van de locatie.

Er liggen echter wel belangrijke verbeterpunten om de doorgaande lijn tussen KDO De Bengels en de beide basisscholen in het dorp te versterken. Zeker omdat binnen nu en twee jaar er een nieuw gebouw komt, waarin alle drie de locaties gehuisvest gaan worden (Integraal Kind Centrum), vinden wij dit een groot punt van aandacht. De doorgaande lijn kan zowel op het gebied van pedagogisch en educatief handelen, het ouderbeleid als ook op het gebied van zorg en begeleiding versterkt worden. Hier zijn nu geen heldere en duidelijke afspraken over gemaakt met de beide basisscholen, die ook regelmatig

geëvalueerd worden en indien nodig bijgesteld. Een eerste stap zou kunnen zijn om alle activiteiten met ouders gezamenlijk in kaart te brengen. Dit geldt ook voor het uitwisselen van het, nu afzonderlijk, gevoerde beleid rondom het pedagogisch klimaat en het educatief handelen op zowel KDO De Bengels als de basisscholen.

Wat al wel goed gebeurt, is het verzorgen van de overdracht als de peuters de overstap maken naar de basisschool. Alle vve-kinderen krijgen een warme overdracht als ze de stap maken naar één van de twee basisscholen (gesprek en

(11)

overdrachtsformulier). De overige kinderen dragen de pedagogisch medewerkers schriftelijk over met behulp van een overdrachtsformulier.

Opbrengsten

Op gemeenteniveau zijn er afspraken gemaakt over de opbrengsten van vve. De praktijk is echter weerbarstig. We zijn van mening dat dit terecht een belangrijk aandachts- en gesprekspunt is in het overleg met de gemeente. Wij geven nu dan ook geen oordeel over de opbrengsten van vve.

(12)
(13)

De inspectie heeft een onderzoek gedaan naar de kwaliteit van voor en vroegschoolse educatie na een signaal van de GGD. Wij constateren dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op KDO De Bengels op een beperkt aantal onderdelen op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve- locatie op een aantal gebieden ook tekortkomingen kent. Het is daarom

noodzakelijk dat de locatie in samenwerking met de gemeente inventariseert wat zij wil bereiken met vve, hoe dit moet worden vormgegeven en waar deze activiteiten toe moeten leiden.

REACTIE VAN DE HOUDER

Dit rapport beschrijft onze oordelen over de kwaliteit van het onderwijs op KDO De Bengels. Daarnaast nodigen wij KDO De Bengels uit te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke

kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.

Hieronder geeft de houder haar reactie:

Graag zou ik een opmerking willen plaatsen dat de pedagogischmedewerkers de scholing Kijk hebben gevolgd, waardoor ze een gericht aanbod kunnen gaan geven en kinderen goed in beeld hebben. Ze kunnen nu de vorderingen duidelijk zien en met ouders bespreken waar ze aan gaan werken.

CONCLUSIE

3

(14)
(15)

In de onderstaande tabellen vermelden wij welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De

bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.

Legenda:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er echt iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende.

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

BIJLAGE 1 OORDELEN

Condities 1 2 3 4

Voldoende vve-tijd

Kwaliteit pedagogisch medewerkers

• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")

A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan

Ouders 1 2 3 4

• B1 Gericht vve-ouderbeleid

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd

B3 Intake

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen

B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind

(16)

Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

• C1.1 Een integraal vve-programma

C1.2 Werken met een doelgerichte planning

C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd

C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd

C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is respectvol

C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen

C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen

C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind

C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend

C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/

leerkrachten is goed op elkaar afgestemd

C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd

C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken

C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten

met de kinderen is responsief

C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

(17)

Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4

Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen

D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding

en zorg

D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de

ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit houdt in dat het team, samen met u, zoveel mogelijk rekening houdt met de behoeften van uw baby als klein mensje in ontwikkeling.. Bijvoorbeeld door te zorgen voor zo min

Wanneer kinderen deze fase helemaal niet zouden doormaken, kunnen ze later moeite krijgen met grenzen, bazig gedrag laten zien en moeite hebben met de omgang met

Gelukkig maar dat hij zelf Bissy het veegkonijn de klokhuizen al heeft opgeruimd.. Ze ook appels gekocht

We zijn er ons van bewust dat er ouderen zijn in onze gemeente die zich in maatschappelijk kwetsbare situaties bevinden en die niet of ontoereikend bereikt worden door het

De kosten voor de gemeente kunnen ongeveer € 180.000 per jaar lager zijn, als besloten wordt dat alle ouders voor alle uren moeten betalen en er dus geen ‘gratis’ uren en

Het organiseren van een vve-aanbod voor peuters in de asielopvang brengt extra kosten met zich mee en het is belangrijk om hier bij aanvang een realistische calculatie van te

gezwommen. Maciej is als een echte waterrat door het zwembad heen gegaan. Ook Faisel heeft mega genoten samen met zijn grote vriend leiding Alex. Tussen het zwemmen door hebben de

Kinderen van hoogopgeleide ouders krijgen bijna 2x zo vaak volledige borstvoeding als kinderen van laagopgeleide ouders (39% versus 19%).. Bijna de helft van de kinderen