RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE
EDUCATIE
Peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu
Plaats : Weesp
LRKP nummer : 192267036
Onderzoeksnummer : 290842
Datum onderzoek : 2 november 2016 Datum vaststelling : 8 december 2016
1 INLEIDING . . . 5
2 BEVINDINGEN . . . 7
3 CONCLUSIE. . . 13
4 REACTIE VAN DE HOUDER . . . 15
BIJLAGE 1 OORDELEN . . . 17
INHOUDSOPGAVE
Op 2 november 2016 heeft de inspectie peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu onderzocht. Het onderzoek is uitgevoerd vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve).
Peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu is opgenomen in een steekproef waarbij we gegevens verzamelen over de kwaliteit van de voorschoolse educatie ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt.
Deze indicatoren hebben betrekking op:
• De voorwaarden voor vve
• De ouders
• De kwaliteit van de educatie
◦ Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden
◦ Het pedagogisch klimaat
◦ Het educatief handelen
• De ontwikkeling, zorg en begeleiding
• De kwaliteitszorg
• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool
• De resultaten van vve.
Het onderzoek bestond uit een vve-locatiebezoek, waarbij:
• documenten over planning, begeleiding en zorg zijn bestudeerd;
• enkele groepsobservaties zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de 3+ groep;
• gesprekken met een ouder en de pedagogisch medewerkers (waarvan er twee tevens zitting hebben in het bestuur) zijn gevoerd.
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve 2010 en de werkinstructie toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie, maart 2014. Dit document is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl.
In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie.
In hoofdstuk 4 wordt de houder van de kinderopvanglocatie uitgenodigd om kort te reflecteren op de bevindingen van de inspectie en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover.
Toezichtkader
Opbouw rapport
Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten Condities, Ouders, Kwaliteit van de uitvoering van vve en Kwaliteitszorg.
Daarnaast zijn enkele verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten:
Ontwikkeling, begeleiding en zorg en de Doorgaande lijn.
Totaalbeeld
Peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu valt samen met peuterspeelzaal De Regenboog onder de Stichting Weesper Peuterklassen (SWP). Zij hebben gemengde groepen. Doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen zitten
gedurende twee dagdelen samen in een groep. De doelgroepkinderen komen op woensdagochtend (8.30-12.30u) een extra dagdeel in de 3+ groep. Er zitten niet meer dan 5 doelgroeppeuters op het totaal van 16 peuters in de 3+ groep.
De SWP heeft bewust gekozen voor deze constructie omdat dit in lijn is met het gemeentelijk spreidingsbeleid. De keuze van slechts 5 geïndiceerde peuters is een eigen invulling van dit beleid om de doelgroepkinderen zoveel mogelijk te laten samenspelen en communiceren met de reguliere groep waardoor zij zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Het bestuur wordt gevormd door twee pedagogisch medewerkers die ook op de groep draaien en een externe secretaris. Eén van de pedagogisch medewerkers is tevens gediplomeerd vve-coach. Alle pedagogisch medewerkers van de SWP zijn al langere tijd in dienst en hebben tal van extra scholingen gevolgd de afgelopen jaren.
De pedagogisch medewerkers verstaan het vak. Zij zorgen voor een
ontspannen, respectvolle sfeer waarin ze hoge verwachtingen uiten ten aanzien van de zelfstandigheid van de peuters, gedrag positief corrigeren, beschikbaar zijn en het spel verrijken van de kinderen. Duidelijk te zien is dat de kinderen precies weten wat er verwacht wordt, de pedagogisch medewerkers goed kennen en vertrouwd zijn met de gang van zaken en rituelen.
Elke groep werkt met het programma 'Puk en Ko' en de vve-geïndiceerde kinderen krijgen extra ondersteuning en begeleiding, die geïntensiveerd wordt in de 3+ groep.
In geregeld overleg evalueren de pedagogisch medewerkers hun verbeteracties en scholingsactiviteiten en stellen nieuwe doelen vast voor het volgende jaar en die leggen ze vast in beleidsplannen en notulen.
BEVINDINGEN
2
Een mooi voorbeeld is het recent vastgestelde ouderbeleid.
Verbeterpunten liggen vooral bij het planmatig werken. De pedagogisch
medewerkers kennen de kinderen en doen veel 'intuïtief'. Dat geldt ook voor het stimuleren van praten, ontwikkeling van de woordenschat en extra begeleiding.
Door doelgericht en planmatig te werken, vastgelegd in bijvoorbeeld een dagplanning, kan beter geëvalueerd worden welke inspanningen of interventies effect hebben gehad.
Daarnaast is verbetering nodig bij de afstemming vve met de basisscholen. Het gaat dan om de doorgaande lijn in aanbod, pedagogisch handelen, omgang met ouders en het geven van zorg. Door personele veranderingen bij de gemeente is de regierol die zij hierbij heeft, verwaterd. De peuterspeelzaal garandeert een warme overdracht met de basisscholen waar kinderen naar toegaan.
Toelichting
Condities
Peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu voldoet aan alle vve-condities.
De pedagogisch medewerkers hebben zich in de afgelopen jaren op tal van vve- onderwerpen geschoold en gecertificeerd waaronder de taalnorm.
Ouders
Opvoeding en de educatie van de kinderen ziet SWP als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van pedagogisch medewerkers en ouders. Nadat de gemeente Weesp stopte met het programma VVE Thuis heeft de SWP haar ouderbeleid opnieuw onder de loep genomen en doelen geformuleerd voor de ouderparticipatie in het algemeen en voor doelgroepkinderen in het bijzonder.
De pedagogisch medewerkers kennen de ouders en de kinderen en hebben zicht op de kenmerken van haar ouderparticipatie. Bij kennismaking en de intake komen opvoedkundige zaken mondeling aan de orde, zeker bij
doelgroepkinderen. Bij de indeling in groepen houdt de vve-coördinator hier ook rekening mee. De stichting heeft haar ouderbeleid duidelijk vastgelegd maar een overzicht van de kenmerken van de doelgroepkinderen ontbreekt. Toch
waardeert de inspectie het ouderbeleid als voldoende omdat in het handelen van de pedagogisch medewerkers rekening wordt gehouden met de behoeften van de kinderen (indicator B1). Het is zaak om op korte termijn dit overzicht toe te voegen aan het document ouderbeleid. Bij de evaluatie is dan duidelijker te zien of er veranderingen optreden in de kenmerken van de populatie en hier
eventueel consequenties aan te verbinden.
Ouders krijgen vooraf en tijdens de intake voldoende informatie over de doelen en werkwijze van vve.
Het stimuleren om thuis zelf aan de gang te gaan met ontwikkelingsgerichte activiteiten en de wijze waarop de pedagogisch medewerkers informeren over de ontwikkeling van het kind zijn voorbeelden voor anderen (indicator B4 en B6).
De pedagogisch medewerkers hebben zelf materialen gemaakt en verzameld in tasjes voor doelgroepouders bij de thema's om thuis met hun kind te spelen, zingen en woorden te oefenen. Ze geven de ouders uitleg (één op één of in aparte bijeenkomsten) en evalueren hoe het thuis gaat. De deelname is hoog en ouders zijn tevreden. Er zijn al ouders die zelfs een filmpje insturen om te laten zien hoe goed het thuis ging. De ouder waarmee gesproken is, was ook tevreden over de materialen en de bijeenkomsten. Soms is er een thema-afsluiting met ouders, soms een uitstapje en ouders dragen geregeld bij door hand-en- spandiensten. Op Onder Moeders Paraplu is te zien dat de pedagogisch medewerkers ouderbetrokkenheid serieus nemen.
Ouders worden regelmatig geïnformeerd over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. De pedagogisch medewerkers bespreken hun observaties met de ouders in gesprekken en maken dan concrete afspraken over wat ouders zelf kunnen doen en waar de pedagogisch medewerkers op letten. Indien er zorgpunten zijn, bespreken de pedagogisch medewerkers dat direct met de ouders. Ook bij de inloop is er gelegenheid om informatie over de ontwikkeling van de peuter met elkaar te bespreken, indien nodig of als er vragen zijn.
Kwaliteit van de uitvoering van vve
Het pedagogisch- en educatief handelen is op alle onderzochte indicatoren minimaal als voldoende beoordeeld, en op meerdere punten als goed. Hieruit blijkt dat de pedagogisch medewerkers het vak verstaan. Ze tonen warmte en enthousiasme naar de ouders en kinderen. Te zien is dat de kinderen welkom zijn en dat de pedagogisch medewerkers aandacht schenken aan het
welbevinden van de kinderen. Zo is er een uitzwaairaam waar de pedagogisch medewerker samen met de peuter afscheid kan nemen van de ouder en indien nodig kan troosten.
De pedagogisch medewerkers gaan respectvol met de kinderen om zoals bijvoorbeeld te zien is bij het betrekken van de kinderen bij de keuze van een liedje en het geven van opdrachten. Indien nodig corrigeren ze het gedrag van peuters op een positieve manier en helpen ze kinderen om samen iets op te lossen en rekening met elkaar te houden.
De pedagogisch medewerkers geven de kinderen veel ruimte en stimuleren bewust de zelfstandigheid.
Ze geven de kinderen aanwijzingen hoe ze zelf een probleem kunnen oplossen en laten de peuter het eerst zelf proberen, bijvoorbeeld bij het pellen van een mandarijn en bij het openen van ritsen.
De begeleiding van doelgroepkinderen gaat spelenderwijs bij het maken van een puzzel, bij de thematafel of door mee te spelen waarbij aandacht is voor de themawoorden. Ook tijdens de kringactiviteiten krijgen de doelgroeppeuters bewust beurten.
Ontwikkeling, begeleiding en zorg
De pedagogisch medewerkers volgen in voldoende mate de ontwikkeling van de kinderen met een observatieformulier, door dagelijks aantekeningen te maken en via peutertoetsen.
Ze weten welke peuters voor ondersteunende activiteiten in aanmerking komen.
Deze begeleiding wordt ook uitgevoerd. De inspectie heeft hier voorbeelden van gezien tijdens het onderzoek. Maar de pedagogisch medewerkers stellen nog geen plan op waarop duidelijk de beginsituatie vermeld staat (naar aanleiding van de observatielijsten) en de doelen die de leidsters voor een peuter willen bereiken (bijvoorbeeld de ontwikkeling van de woordenschat). De planmatigheid waarmee de pedagogisch medewerkers aan de ontwikkeling werken, is daarom nog een ontwikkelpunt.
Ook de evaluatie van het effect van de extra begeleiding verdient nog aandacht.
Omdat niet altijd duidelijk staat beschreven welke doelen de leidsters voor ogen hebben, is het achteraf moeilijk om te bepalen of die begeleiding succes heeft gehad.
De leidsters weten welke kinderen zorg nodig hebben en in aanmerking komen voor nadere bespreking of externe hulpverlening. De lijnen met het
consultatiebureau zijn kort en effectief. Hierdoor heeft de vve-coördinator al snel contact met de GGD om vroegtijdig actie te ondernemen als dat nodig lijkt. De pedagogisch medewerkers zijn hier tevreden over.
Kwaliteitszorg
De pedagogisch medewerkers werken al lange tijd samen en hebben zich gezamenlijk geschoold in het vve-programma. Ze volgen jaarlijks cursussen of trainingen en de vve-coördinator is ook opgeleid tot vve-coach. Jaarlijks evalueren ze de onderdelen van vve in relatie tot het gemeentelijk beleid en de eigen verbeterpunten. Vervolgens stellen ze nieuwe verbeterpunten op of stellen verbeterdoelen. Tussentijds evalueren ze de thema's en leggen de bevindingen vast in verslagen en notulen. Er zijn protocollen en formulieren, er is een pedagogisch beleidsplan en een ouderbeleid.
Om de gang van zaken te borgen komen de pedagogisch medewerkers bij elkaar in de groep en bij ziekte of afwezigheid is er altijd een vaste kracht aanwezig op de groep.
Daarnaast brengen zij ook de resultaten van de doelgroepkinderen in kaart. Ze vergelijken de scores van de verschillende toetsmomenten en berekenen het leerrendement tussen twee peutertoetsen. Omdat de gemeente Weesp niet meer systematisch bijhoudt wat de resultaten van de voorscholen zijn, is er het afgelopen jaar geen rapportage gemaakt. Maar desgevraagd kan de
peuterspeelzaal wel inzage geven in de resultaten van de doelgroepkinderen.
Daarom is ook indicator E3 als voldoende beoordeeld.
Doorgaande lijn
Alle voorscholen in de gemeente Weesp gebruiken hetzelfde programma, maar bij de basisscholen ligt dit anders. Daarom is het voor de peuterspeelzaal vaak lastig om de themaplanning en het aanbod af te stemmen met de basisscholen waar de meeste peuters naar uitstromen. De kinderen van Onder Moeders Paraplu stromen uit naar meerdere basisscholen. De gemeente voert bewust een spreidingsbeleid om de doelgroepkinderen over de basisscholen te verdelen. De afspraken in het kader van de spreiding liggen vast. Dat geldt niet voor
afspraken over afstemming van het aanbod, het pedagogisch klimaat en het educatief handelen, afstemming over ouderparticipatie en extra begeleiding en zorg tussen de voor- en vroegscholen. Deze onderdelen zijn dan ook niet gewaardeerd in dit onderzoek en niet opgenomen in dit rapport. Dit zijn wel ontwikkelpunten voor de vve in de gemeente Weesp.
De vve-coördinator heeft altijd mondeling contact met de basisschool waar de peuter naar uitstroomt. Alle doelgroepkinderen en zorgpeuters worden warm overgedragen waarbij de coördinator het overdrachtsformulier verder toelicht, eventueel met gegevens uit het peuterdossier. Ouders zijn hier altijd bij betrokken.
Opbrengsten
De gemeente Weesp had tot voor kort duidelijke afspraken over de resultaten van vve op de voorschool. Omdat de gemeente deze gegevens niet meer systematisch verzamelt, heeft de inspectie de recente resultaten van peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu niet onderzocht.
De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie op peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locatie nauwelijks tekortkomingen kent.
CONCLUSIE
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de educatie op peuterspeelzaal Onder Moeders Paraplu. Daarnaast heeft de inspectie de peuterspeelzaal gevraagd te reflecteren op de uitkomsten van het onderzoek en zo mogelijk aan te geven welke kwaliteitsontwikkelingen hieraan verbonden worden.
Hieronder geeft de houder haar reactie.
Na aanleiding van ons inspectierapport hebben wij de volgende verbeterpunten:
Het verbeterpunt bij planmatigwerken:
Wij gaan hiermee aan de slag, vanaf januari 2017 gaan wij werken met een weekplanning, waarin elk VVE-kind een eigendoelstelling krijgt.
Het verbeterpunt bij de afstemming basisschool:
Dit loopt momenteel vast, omdat vanuit de gemeente (Weesp-Breed) geen regie is. Wij proberen hierover nieuwe afspraken te maken.
Het verbeterpunt kenmerk van de doelgroepkinderen in ons ouderbeleid:
Wij voegen een bijlage toe, waarin dit vermeld wordt.
De tip om de motorische vaardigheden toe te voegen aan ons registratieformulier is inmiddels gedaan.
REACTIE VAN DE HOUDER
4
In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid.
De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is.
Legenda:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig. Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk. Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen. Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.
BIJLAGE 1 OORDELEN
Condities 1 2 3 4
•
•
• Voldoende vve-tijd
• Kwaliteit pedagogisch medewerkers
•
•
•
• A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar
A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting")
A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool
A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)
A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan
Ouders 1 2 3 4
•
•
•
•
• B1 Gericht vve-ouderbeleid
B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd
B3 Intake
B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen
B5 Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool
Kwaliteit van de uitvoering van vve 1 2 3 4 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat
•
•
•
•
• Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen
•
•
•
•
•
•
• C1.1 Een integraal vve-programma
C1.2 Werken met een doelgerichte planning
C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd
C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is respectvol
C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen
C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen
C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind
C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend
C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/
leerkrachten is goed op elkaar afgestemd
C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd
C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen
C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken
C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten
met de kinderen is responsief
C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep
Ontwikkeling, begeleiding en zorg 1 2 3 4
•
•
•
• Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen
•
•
• D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen
D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind
D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding
en zorg
D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de
ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool 1 2 3 4
•
•
•
•
• E1 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool
E2 De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig
E3 De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve E4 De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vve-
verbetermaatregelen
E5 De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vve- educatie
Doorgaande lijn 1 2 3 4
•
•
• F1 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool
F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool
F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht