• No results found

Registratie 2015 Moeders Informeren Moeders

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Registratie 2015 Moeders Informeren Moeders"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Registratie 2015

Moeders Informeren Moeders (MIM)

(2)

Registratie 2015

Moeders Informeren Moeders (MIM)

Samenwerkingsverband MIM Nederlands Jeugdinstituut

Juni 2016

(3)

3

© 2016 Nederlands Jeugdinstituut

Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming.

Auteurs:

Jolyn Berns Klaas Kooijman

Fotograaf:

Inferis

De publicatie is te downloaden van www.moedersinformerenmoeders.nl en www.nji.nl/publicaties

(4)

Inleiding ... 5

Samenvatting ... 6

Algemeen ... 7

Aantal MIM locaties in Nederland 2011–2015 ... 8

MIM doelgroep ... 8

Financiering MIM ... 8

Uitvoeringsvariant ... 8

De kwaliteit van MIM ... 8

Samenwerkingsverband Moeders Informeren Moeders ... 9

MIM-coördinatoren ... 10

Aantal en formatie in uren ... 10

Ervaring en opleiding MIM ... 10

MIM-moeders... 11

Achtergrond moeders………..11

Leeftijd MIM-moeders ... 11

Opleidingsniveau MIM-moeders ... 12

Gezinssamenstelling ... 12

Inkomen ... 13

Specifieke omstandigheden ... 13

Voltooiing en beëindiging programma... 15

Vrijwilligsters ... 16

Achtergrond vrijwilligsters ... 16

Leeftijd vrijwilligsters ... 16

Doorstroming vrijwilligsters ... 17

Vergoeding voor vrijwilligers ... 18

Ervaring en opleiding ... 18

Landelijke ondersteuning MIM ... 19

MIM over vijf registratiejaren bekeken ... 20

(5)

Inleiding

In deze zestiende landelijke registratie van het programma Moeders Informeren Moeders (MIM) vindt u de gegevens van de 23 locaties waar MIM gedurende 2015 werd uitgevoerd.

Deze registratie geeft inzicht in het bereik, de omvang en enkele kenmerken van het

programma in 2015. Daarbij wordt op onderdelen een vergelijking gemaakt met de gegevens van voorgaande jaren.

Een uitgebreide beschrijving van het programma, de werkwijze en de uitvoering van MIM is te vinden op www.moedersinformerenmoeders.nl.

Enkele opvallende kenmerken van MIM zijn:

1. MIM helpt in gemeenten om een brug te slaan tussen professionele en informele opvoedingsondersteuning. Daarmee draagt MIM bij aan het ‘ontzorgen en

normaliseren’ van opvoedingsvragen en aan het versterken van sociale netwerken en eigen kracht rond kinderen en gezinnen.

2. MIM is goed in het bereiken van een zeer diverse groep gezinnen. Van de MIM-

moeders is 67% van allochtone afkomst en van de vrijwilligsters is dat 39%. Dit draagt bij aan maatschappelijke participatie van deze groepen en aan het doorbreken van sociaal isolement. Ook opleidingsniveau en leeftijd van zowel de MIM-moeders als de vrijwilligsters kennen een grote spreiding.

3. MIM is al jaren goed ingebed in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), en kan ook dicht tegen wijk- en eerstelijnsvoorzieningen worden georganiseerd. MIM kan

daarmee bijdragen aan versterken van het gewone opvoeden en opgroeien in de wijk.

Deze registratie biedt aan de uitvoerende organisaties de mogelijkheid om cijfers van de eigen locatie af te zetten tegen de landelijke gegevens. Ook voor overleg met gemeenten en andere instanties kunnen de gegevens uit de registratie gebruikt worden om de uitvoering van MIM zo transparant mogelijk te maken.

Wij danken de MIM-coördinatoren. Door het bijhouden en aanleveren van hun lokale gegevens maken zij het mogelijk deze registratie op landelijke schaal samen te stellen.

Samenwerkingsverband Moeders Informeren Moeders Klaas Kooijman

(6)

Samenvatting

Moeders Informeren Moeders (MIM) is een programma dat door middel van vrijwillige inzet de eigen kracht van gezinnen stimuleert. Het sluit daarmee goed aan bij de opdracht van gemeenten die in het kader van de transitie en transformatie van de jeugdzorg de ‘voorkant’

van de lokale jeugdzorg of het CJG willen versterken. MIM is één van de programma’s die gemeenten daarbij kunnen inzetten.

In 2015 wordt MIM op 23 locaties in Nederland aangeboden. Op 22 locaties in CJG-verband (door een zorgorganisatie of GGD) en op één locatie door het landelijk werkende Humanitas.

In Nederland werken in 2015 14MIM-coördinatoren. Deze 14 coördinatoren begeleiden in totaal 415 vrijwilligsters. Eén coördinator begeleidt hiermee gemiddeld 30 vrijwilligsters. De coördinatoren hebben minimaal 3 uur en maximaal 28 uur per week beschikbaar voor de coördinatie van MIM.

De 415 vrijwilligsters bezoeken in 2015 898 MIM-moeders, wat betekent dat één vrijwilligster gemiddeld ongeveer 2 MIM-moeders begeleidt.

Het bereik van MIM-moeders met een andere etnische achtergrond dan de Nederlandse ligt op 67%. Van de vrijwilligsters heeft 39% een andere etnische achtergrond.

MIM is op vrijwel alle locaties in de eerste plaats gericht op moeders van een eerste kind, waarbij ofwel de moeder met specifieke omstandigheden te kampen heeft (zoals onzekerheid over het moederschap, een gebrekkig sociaal netwerk of een slechte beheersing van de Nederlandse taal), ofwel het kind speciale aandacht behoeft (bijvoorbeeld als gevolg van veel huilen, slecht slapen of eten). Uit de registratie van 2015 blijkt dat deze groepen moeders goed bereikt worden met het MIM-programma. Daarnaast zien we een tendens dat moeders van een tweede kind in toenemende mate ook deelnemen aan MIM1.

MIM heeft in de Databank Effectieve Jeugdinterventies de kwaliteitsstatus van ‘goed onderbouwd’ programma gekregen. Deze beoordeling is verkregen in 2006 en is door de Erkenningscommissie van de DEJ in 2014 vernieuwd. Voor de beschrijving van MIM in deze databank, zie http://www.nji.nl/nl/Databank/Erkende-interventies-Moeders-Informeren- Moeders-(MIM).

(7)

7

Algemeen

In 2015 kunnen op 23 locaties in Nederland moeders die hun eerste kind hebben gekregen meedoen met MIM. In 2014 waren dit 26 locaties.

Zes organisaties bieden in 2015 MIM op 22 locaties aan in CJG-verband (Careyn Jeugd en Gezin, CJG Rijnmond, GGD Groningen, Icare Jeugdgezondheidszorg, Jong Florence, ZuidZorg). Op één locatie (’s-Hertogenbosch) is Humanitas de aanbieder. Eind 2015 werd duidelijk dat CJG Rijnmond vanaf 2016 MIM ook zal gaan aanbieden in enkele wijken in Rotterdam

In alfabetische volgorde gaat het om de volgende locaties (met daarachter de aanbieders):

1. Barneveld Icare Jeugdgezondheidszorg

2. Best ZuidZorg

3. Den Haag

(Escamp en Ypenburg) Jong Florence 4. Den Haag

(Laak, Moerwijk en Haagse Hout) Jong Florence 5. Den Haag (Transvaal,

Segbroek en Scheveningen) Jong Florence

6. Dordrecht Careyn Jeugd en Gezin

7. Dronten Icare Jeugdgezondheidszorg

8. Ede Icare Jeugdgezondheidszorg

9. Elburg Icare Jeugdgezondheidszorg

10. Ermelo Icare Jeugdgezondheidszorg

11. Groningen GGD Groningen

12. Harderwijk Icare Jeugdgezondheidszorg

13. Lelystad Icare Jeugdgezondheidszorg

14. Nijkerk Icare Jeugdgezondheidszorg

15. Nunspeet Icare Jeugdgezondheidszorg

16. Oldebroek Icare Jeugdgezondheidszorg

17. Putten Icare Jeugdgezondheidszorg

18. Scherpenzeel Icare Jeugdgezondheidszorg 19. ’s-Hertogenbosch Humanitas

20. Schiedam CJG Rijnmond

21. Vlaardingen CJG Rijnmond

22. Zeewolde Icare Jeugdgezondheidszorg

23. Zwijndrecht Careyn Jeugd en Gezin

De registratie beslaat de periode van het kalenderjaar 2015 en betreft gegevens van alle bovengenoemde 23 locaties.

(8)

Aantal MIM locaties in Nederland in de afgelopen 5 jaar

Het aantal MIM locaties fluctueert door de jaren heen. Al met al is sprake van een lichte stijging over de afgelopen vijf jaar (van 17 naar 23 locaties).

MIM doelgroep

MIM is op vrijwel alle locaties bedoeld voor moeders van een eerste kind, waarbij ofwel de moeder met specifieke omstandigheden te kampen heeft (zoals onzekerheid over het moederschap, een gebrekkig sociaal netwerk, slechte beheersing van de Nederlandse taal of alleenstaand ouderschap), ofwel het kind speciale zorg behoeft (bijvoorbeeld als gevolg van veel huilen, slecht slapen of eten).

Daarnaast zien we een tendens dat meer moeders van een tweede kind deelnemen aan MIM.

Bijvoorbeeld in gevallen dat bij deze moeders sprake is van sociaal isolement en/of slechte beheersing van de Nederlandse taal. In 2015 zien we dit bij 19 van de 23 locaties. Het varieert van 4 tot 66 procent van de moeders op die locaties. In totaal gaat het om ongeveer 236 moeders van een tweede kind. Dit is 26 procent van alle MIM-moeders (in 2014 was dit nog 18 procent).

Financiering MIM

MIM wordt op de helft van de locaties gefinancierd uit maatwerkgelden. Organisaties onderhandelen met de gemeente over de inhoud van het maatwerkdeel van het basispakket voor de jeugdgezondheidszorg en de plaats van MIM daarin. Daarnaast vindt financiering van MIM plaats vanuit subsidie door de gemeente, zoals in Den Haag en ’s-Hertogenbosch, maar ook vanuit subsidie door de provincie, zoals in Elburg en Ermelo.

Uitvoeringsvariant

De meeste locaties voeren een regulier MIM-programma uit met behulp van vrijwilligsters.

’s-Hertogenbosch biedt MIM in combinatie met Home-Start aan. In Dordrecht is MIM gekoppeld aan het programma Boekenpret, voor gezinnen waar weinig of geen leescultuur bestaat. In Groningen wordt gekoppeld aan MIM ook MIZ (Moeders Informeren

Zwangeren) uitgevoerd.

De kwaliteit van MIM

MIM heeft in de Databank Effectieve Jeugdinterventies (DEJ) de kwaliteitsstatus van een theoretisch goed onderbouwd programma gekregen. Deze beoordeling is verkregen in 2006 en is door de Erkenningscommissie van de DEJ in 2014 vernieuwd. Zie voor meer informatie:

http://www.nji.nl/nl/Databank/Erkende-interventies-Moeders-Informeren-Moeders- (MIM).

0 5 10 15 20 25

2011 2012 2013 2014 2015

Aantal MIM locaties in Nederland

(9)

9

Samenwerkingsverband Moeders Informeren Moeders

De organisaties die MIM uitvoeren vormen samen met het Nederlands Jeugdinstituut het Samenwerkingsverband MIM. Doel van deze samenwerking is de voortgang te bewaken van de implementatie van het programma MIM en de inhoudelijke kwaliteit van MIM te beheren en verder te ontwikkelen. Organisaties die deel uitmaken van het samenwerkingsverband krijgen, tegen betaling van een financiële contributie, ondersteuning door het Nederlands Jeugdinstituut bij de uitvoering en kwaliteitsbewaking van MIM.

(10)

MIM-coördinatoren Aantal en formatie in uren

In totaal zijn er in 2015 14 MIM-coördinatoren (4 minder dan in 2014). Uit de beschikbare gegevens wordt duidelijk dat de coördinatoren minimaal 3 uur en maximaal 28 uur per week hebben voor de coördinatie. Deze tijd besteden zij, naast de werving en begeleiding van vrijwilligers, de werving van MIM-moeders en de koppeling van vrijwilligers en MIM- moeders, ook aan taken op het gebied van p.r., netwerkoverleg, scholing en begeleiding van de vrijwilligers, landelijk overleg en reistijd.

Gemiddeld begeleidt één coördinator ongeveer 30 vrijwilligsters (zie paragraaf Vrijwilligsters).

Op de meeste locaties werken de coördinatoren als solofunctionaris in deze functie. Sommige coördinatoren werken met z’n tweeën op één locatie (‘s-Hertogenbosch) of samen met

collega-coördinatoren in het werkgebied (Den Haag, Noord-Veluwe).

Ervaring en opleiding MIM-coördinatoren

Veel MIM-coördinatoren hebben ervaring in de jeugdgezondheidszorg. Andere

ervaringsgebieden zijn de jeugdhulpverlening en jeugdzorg, verstandelijk gehandicaptenzorg, MKD, kraamzorg, kinderopvang, psychiatrie, psychosociale hulpverlening, kinderafdeling algemeen ziekenhuis, onderwijs, en PR-medewerker.

Steeds meer coördinatoren hebben een andere dan verpleegkundige opleiding (HBO-V of verpleegkunde aangevuld met MGZ). Andere (aanvullende) opleidingen zijn: Niveau 4 kraamzorg, Pedagogiek, HBO Verloskunde, Sportacademie, Coachingsopleiding, HBO-J (jeugdwelzijnswerk), HBO SPH, post HBO IAG, HBO Psychologie, Marketing Management.

(11)

11

MIM-moeders

In totaal bereikt MIM in 2015 898 moeders. Het aantal MIM-moeders varieert per locatie tussen de 337 (Den Haag) en 2 (Nunspeet).

Achtergrond moeders

Het percentage MIM-moeders met een allochtone achtergrond is 67%. De diversiteit in nationale achtergronden is groot; MIM heeft in Den Haag bijvoorbeeld te maken met meer dan 60 verschillende nationaliteiten. MIM-moeders komen uit alle delen van de wereld, van China, Burundi en Mexico tot Taiwan, Vietnam, Sudan en Iran.

33% van de MIM-moeders is van Nederlandse afkomst. In totaal heeft 5% van de MIM- moeders een Turkse achtergrond en 4% een Marokkaanse achtergrond. Het aantal moeders met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond is respectievelijk 2%. De overige MIM- moeders hebben hun wortels in diverse landen in Europa (23%), Afrika (13%), Azië (11%), Midden-Oosten (4%) en Noord-, Zuid- en Midden-Amerika (4%).

Leeftijd MIM-moeders

De groepen MIM-moeders in de leeftijd van 25 - 29 jaar en 30 - 34 jaar zijn gelijk aan elkaar en het grootst, namelijk 30%. Daarop volgt de leeftijdsgroep 35 – 40 jaar (20%) en daarna de leeftijdsgroep 20 – 24 jaar (14%). De groep moeders jonger dan 20 jaar beslaat 3% evenals de groep ouder dan 40 jaar (3%).

33%

2% 5%

4% 2%

13% 23%

11%

4% 3%

0%

Achtergrond MIM-moeders Nederland

Turkije Suriname Antillen Marokko Europa Afrika Azië

N/M/Z Amerika Midden-Oosten Niet gespecificeerd

(12)

Opleidingsniveau MIM-moeders

De meeste MIM-moeders (36%) hebben qua opleidingsniveau middelbaar beroepsonderwijs.

34% van de moeders heeft een opleiding op HBO niveau. Het percentage MIM-moeders dat lager beroepsonderwijs of lager heeft gevolgd is 30%.

Gezinssamenstelling

Het overgrote deel van de MIM-moeders woont (al dan niet gehuwd) samen, namelijk 73%.

22% van de moeders is alleenstaand. De overige MIM-moeders wonen in bij ouders (2%) of bij iemand anders (3%).

0 50 100 150 200 250 300

jonger dan 20 20 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 40 ouder dan 40

Leeftijd MIM-moeders

240 250 260 270 280 290 300 310 320 330

LBO MBO HBO

Opleidingsniveau MIM-moeders

(13)

13

Inkomen

Bij 33% van de moeders is het inkomen van de partner de inkomensbron, in 32% van de huishoudens is er sprake van een gezamenlijk inkomen. In 12% van de huishoudens komen twee uitkeringen binnen en in 8% komt één uitkering binnen. In 6% van de huishoudens komt één inkomen en één uitkering binnen. Van de MIM-moeders heeft 9% een eigen inkomen.

Specifieke omstandigheden

MIM biedt ondersteuning aan moeders die in specifieke omstandigheden verkeren. Ook is er regelmatig sprake van specifieke omstandigheden van de baby.

Bij de specifieke omstandigheden van de moeder wordt een gebrekkig sociaal netwerk het vaakst genoemd (561 moeders, dit is 27%). Andere omstandigheden die vaak voorkomen zijn:

0 100 200 300 400 500 600 700

gehuwd /

samenwonend alleenwonend inwonend bij ouders inwonend bij anderen

Gezinssamenstelling MIM-moeders

32%

9%

33%

6%

12% 8%

Inkomen

Gezamenlijk inkomen Eigen inkomen Inkomen partner

Eén inkomen en één uitkering Twee uitkeringen

Eén uitkering

(14)

de taal niet goed spreken en/of onzeker zijn in Nederland (368 moeders, 18%) en onzeker zijn in het moederschap (325 moeders, 16%).

Bij de specifieke omstandigheden van de baby worden slaapproblemen het meest genoemd (86 baby’s). Andere omstandigheden die vaak voorkomen zijn: voedingsproblemen (67 baby’s) en een huilbaby (52).

Per MIM-moeder en -baby zijn meerdere specifieke omstandigheden geregistreerd als dit van toepassing was.

0 100 200 300 400 500 600

Gebrekkigsociaal netwerk Alleenstaandmoederschap Onzeker inmoederschap Gebrekkige NLtaal Tienermoeder Fysiekeproblemen Psychischeproblemen LVB Zorgelijkeopvoeding Anders

Specifieke omstandigheden MIM-moeder

0 20 40 60 80 100 120

Couveusebaby Tweeling Gehandicaptebaby Huilbaby (Chronisch)zieke baby Slaapproblemen Voedingsproblemen Anders

Specifieke omstandigheden MIM-baby

(15)

15

Voltooiing en beëindiging programma

In 2015 beëindigden 457 moeders het programma. Moeders hadden één of meerdere redenen om te stoppen met het programma. Voor 41% (205 moeders) was de reden dat zij het gehele MIM-traject van anderhalf jaar hadden doorlopen. Dat betekent dat de overige 59% van de gestopte moeders, het programma niet geheel heeft gevolgd. Redenen om het programma eerder te beëindigen zijn: voldoende vooruitgang (16%), verhuizing (10%), geen behoefte meer aan het programma (10%), geen tijd meer (6%), een baan gevonden (4%) of een

opleiding gestart (4%). Andere redenen die genoemd worden zijn: lastig te koppelen, moeder niet meer bereikbaar, koppeling (nog) niet gelukt, vrijwilliger stopt, kindje uit huis geplaatst, doorverwezen naar professionele hulpverlening, moeder wil hogere bezoekfrequentie door vrijwilliger, MIM teveel naast alle andere professionele hulpverlening die ook al in het gezin aanwezig is, moeder wil meer andere moeders ontmoeten en is in speelgroep ingestroomd.

41%

10% 16%

6%

10%

4% 4% 9%

Voltooiing en beëindiging programma

einde MIM programma voldoende vooruitgang geen behoefte meer geen tijd

verhuizing baan gevonden opleiding gestart anders

(16)

Vrijwilligsters

In totaal zijn er in Nederland in 2015 415 vrijwilligsters actief in het MIM-programma. Er zijn 14 MIM-coördinatoren, dus gemiddeld begeleidt één coördinator ongeveer 30

vrijwilligsters. In 2014 lag deze verhouding met vier meer coördinatoren (18) op 1:27. Een vrijwilligster begeleidt gemiddeld ongeveer 2 MIM-moeders. 14% van de vrijwilligsters (58) heeft voordien zelf als MIM-moeder aan MIM deelgenomen. Deze vrijwilligsters bezitten dus extra aanvullende ervaringskennis.

Achtergrond vrijwilligsters

De meeste vrijwilligsters hebben een Nederlandse achtergrond, namelijk 61%. Het

percentage vrijwilligsters met een allochtone achtergrond bedraagt dus 39%. De percentages vrijwilligsters met een Turkse en Marokkaanse achtergrond zijn respectievelijk 4% en 11%. In 2015 is er een percentage van 6% Europese vrijwilligsters, 5% Afrikaanse vrijwilligsters, 4%

Aziatisch, 3% Surinaamse en Amerikaanse, en 1% Midden-Oosten. Er waren geen vrijwilligsters waarvan de nationaliteit niet gespecificeerd is (0%).

Leeftijd vrijwilligsters

Het grootste deel van de vrijwilligsters is ouder dan 40 jaar (35%). Daarop volgt de

leeftijdsgroep 35-40 jaar (26%) en daarna de leeftijdsgroepen 30-34 jaar (23%), 25-29 jaar (13%) en 20-24 jaar (3%). Er zijn geen vrijwilligsters die jonger zijn dan 20 jaar.

61%

4%

3%

2%

6%

11%

5% 4% 3%

1%

0%

Achtergrond vrijwilligsters

Nederland Turkije Suriname Antillen Marokko Europa Afrika Azië Amerika Midden-Oosten Niet gespecificeerd

(17)

17

Doorstroming vrijwilligsters

Het werven van vrijwilligsters is een voortdurend proces. Het verloop was in 2015 iets lager dan in 2014. Toen stopten 98 vrijwilligsters, in 2015 waren dat er 95. Redenen voor

beëindiging die het meest genoemd worden zijn: geen tijd meer (25%), eigen problemen (17%), baan gevonden (15%) en afspraken niet nagekomen (13%).

0 20 40 60 80 100 120 140 160

jonger dan 20 20 - 24 25 - 29 30 - 34 35 - 40 ouder dan 40

Leeftijd vrijwilligsters

0 5 10 15 20 25 30

Geen tijdmeer Baangevonden Verhuizing Gestartmetopleiding Andervrijwilligerswerk Haalt ergeenvoldoeninguit Eigenproblemen Afsprakennietnagekomen Anders

Reden beëindiging

(18)

Vergoeding voor vrijwilligsters

De meeste instellingen die met vrijwilligsters werken geven een tegemoetkoming in de onkosten die zij maken, de meeste in de vorm van reiskostenvergoeding. Waar geen

reiskostenvergoeding wordt geboden krijgen de vrijwilligsters wel een vast bedrag per MIM- moeder per maand of per bezoek of worden de telefoonkosten vergoed. Bij één instelling worden oppaskosten vergoed en één instelling biedt de vrijwilligsters een kerstpakket. Bij een enkele instelling ontvangen de vrijwilligsters geen tegemoetkoming.

Zes van de zeven organisaties hebben een vrijwilligersstatuut en/of een

vrijwilligersovereenkomst, waarin faciliteiten, verzekering en verwachtingen en verplichtingen vastliggen. Drie van zeven organisaties vragen vrijwilligsters ook een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) bij aanvang van het vrijwilligerswerk.

Ervaring en opleiding

Vrijwilligsters hebben zeer vaak werkervaring in de zorg. De werkervaring ligt ook vaak in commercie, administratief werk en onderwijs. Daarnaast wordt ander vrijwilligerswerk regelmatig genoemd.

42% van de vrijwilligsters heeft hoger beroepsonderwijs of hoger gevolgd, 42% heeft middelbaar beroepsonderwijs gevolgd. 16 % van de vrijwilligsters heeft lager

beroepsonderwijs of lager gevolgd.

Vrijwilligsters leggen soms niet alleen huisbezoeken af. Steeds vaker zijn zij ook actief in diverse ontmoetingsgroepen (bijvoorbeeld voor Engelstalige, Poolse of Somalische moeders of moeder-babygroepen, mama-cafés) of in sociale media (bijvoorbeeld lokale MIM-facebook groepen). Deze groepsgewijze werkwijzen worden gefaciliteerd en begeleid door de

coördinatoren.

16%

42%

42%

Opleidingsniveau vrijwilligsters

LBO MBO HBO

(19)

19

Landelijke ondersteuning MIM

De uitvoering van MIM wordt landelijk ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). Allereerst worden er per jaar drie bijeenkomsten voor MIM-coördinatoren

georganiseerd. Deze bijeenkomsten hebben enerzijds tot doel om informatie, tips en ervaringen uit te wisselen ter verbetering van de lokale uitvoering van MIM. Anderzijds hebben zij tot doel om de verdere ontwikkeling en actualisering van MIM te stimuleren.

Ten tweede wordt er een- of tweejaarlijks een managers-overleg van het

Samenwerkingsverband MIM georganiseerd. Het doel van dit overleg is het volgen van de landelijke ontwikkeling van MIM en beleidsbepaling voor de toekomst.

Bij de start van een nieuwe locatie wordt de nieuwe MIM-coördinator van informatie voorzien over het programma.

Ook het onderhouden van de website www.moedersinformerenmoeders.nl, lezingen geven over MIM en het jaarlijks maken van een landelijk registratierapport behoren tot de ondersteuning van het Nederlands Jeugdinstituut.

In 2015 heeft het NJi als landelijke vraagbaak diverse gemeentes en/of CJG’s die

belangstelling hebben voor het eventueel opstarten van MIM van informatie voorzien over het programma. Er is behoefte aan informatie over de methodiek, de wijze van organisatie, kosten, training en begeleiding, het maken van een projectplan, de selectie van de doelgroep, etc.

Naast deze gebruikelijke activiteiten heeft het Nederlands Jeugdinstituut enkele aanvullende activiteiten ontwikkeld ter ondersteuning van MIM.

- In 2015 is een nieuwe werkmap voor vrijwilligers gemaakt en is de bestaande, verouderde, coördinatorenhandleiding vernieuwd. Daarnaast zijn vijf filmpjes over MIM gemaakt, waarvan drie specifiek bedoeld zijn voor de training van de vrijwilligers, en twee bedoeld voor meer algemene voorlichting aan moeders en vrijwilligers, maar ook ten behoeve van bekendmaking aan organisaties en gemeenten. Al deze materialen zijn verspreid onder de coördinatoren en vrijwilligers. Tot slot is ook een landelijk bruikbaar format voor

registratie in Excel ontwikkeld. De uitvoering van dit project kon plaatsvinden dankzij financiële ondersteuning van Stichting Kinderpostzegels Nederland. Aan de

totstandkoming van materiaal is meegewerkt door diverse coördinatoren en voor de filmpjes is veel medewerking verleend door Jong Florence Den Haag.

- Met stichting Babywerk is besproken hoe door hen ontwikkeld digitaal

voorlichtingsmateriaal voor ouders (project ‘Een kindje krijgen’) ingezet kan worden binnen MIM. Tevens is informatie over het bereik van MIM onder o.a.

vluchtelinggezinnen verstrekt aan expertisecentrum Pharos. De vrijwillige inzet bij het ondersteunen van vluchtelinggezinnen zal in 2016 verder in de

coördinatorenbijeenkomsten worden besproken.

(20)

MIM over vijf registratiejaren bekeken

MIM registratie 2011 2012 2013 2014 2015

Locaties* 17 15 20 26 23

MIM-moeders 842 813 836 841 898

Percentage MIM-moeders met een allochtone achtergrond

66% 67% 67% 69% 67%

Vrijwilligsters 405 396 385 385 415

Percentage vrijwilligsters met een allochtone achtergrond

46% 41% 39% 37% 39%

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toen Wauhuta thuiskwam en gilde: "Waar zijn ze gebleven?" hielden de posten hun mond, maar de papegaai schreeuwde: "Ervandoor, in een korjaal." Wauhuta rende naar

Als Moeder Schildpad uit wilde gaan, boodschappen moest doen, naar een feestie wilde, dan paste Moeder Hagedis op de beide kleintjes en als Moeder Hagedis uit wilde gaan,

Zo hebben zij allemaal een slechte relatie met hun vader: Sam neemt zijn vader niet serieus en heeft het gevoel dat zijn vader niets begrijpt van zijn leven, Eus’ vader is

Over de perceptie van moeders en hun kinderen op de periode tijdens het partnergeweld kunnen we concluderen dat er vooral verschillen in de verhalen tussen moeders en kinderen

De ene moeder heeft bijvoorbeeld als ideaal dat haar kind opgroeit tot een zelfstandig individu met voldoende zelfvertrouwen, terwijl de andere moeder veel meer aandacht besteedt aan

In onze Studie worden twee soorten ondersteunmg gegeven, beide als het kmd tussen de 7 en 11 maanden oud is. Een deel van de moeders knjgt video-mterventie, een vorm van

Nu moet het beleid ook voor het hele gezin gelden en moet bekeken worden of er uitzonderingen gemaakt kunnen worden.. Als er uitzonderingen worden gemaakt voor het gezin dan

Kind, zegt Moeder alle dagen, Kniel toch dikwijls voor Hem neêr:. Bidden is een welbehagen, Dank een offer aan