• No results found

Weergave van Dijken van Nederland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Weergave van Dijken van Nederland"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

erIC-JAN pLeIJSter eN CeeS VAN Der VeeKeN (reD.)

DIJKEN VAN NEDERLAND

Rotterdam (nai010 uitgevers) 2015, 344 pp., 735 ills. in kleur, ISbN 978 94 6208 150 5, € 49,95 Onder de titel Dutch Dikes is het boek ook in het Engels uitgebracht (ISbN 978 94 6208 151 2).

Eveneens is het als e-book verkrijgbaar in het Nederlands (ISbN 978 94 6208 214 4) en het Engels (ISbN 978 94 6208 215 1).

BULLETIN KNOB 20171

61

meerbladige ‘dijkenkaart’. In de tekst wordt het be-

zienswaardige karakter van dat zestigtal echter niet nader toegelicht.

Het eerste hoofdstuk draagt als titel ‘Dijkenkaart’.

Naast een meerbladige ‘dijkenkaart’ bevat dat hoofd- stuk een overzicht in kaartbeelden van de opbouw en samenhang van het Nederlandse dijkenstelsel. Elk van die kaartbeelden wordt vervolgens toegelicht. Bij de opbouw gaat het onder andere om de ligging van de primaire en regionale waterkeringen, maar ook de overige dijken, de verdwenen dijken en de waterlinie- dijken worden in kaart gebracht. Daarnaast wordt in kaarten aangegeven hoe het Nederlandse dijkenstel- sel samenhangt met natuurlijke factoren zoals de hoogteligging, de bodemgesteldheid en het klimaat.

Het beeld is bekend, maar een kaart waarop staat aan- gegeven welk deel van Nederland door overstromin- gen wordt bedreigd, imponeert telkens weer. Ook is er een kaart opgenomen waarop staat afgebeeld wat het werkingsgebied is van de 23 waterschappen die Neder- land op dit moment telt.

Het tweede hoofdstuk geeft een beknopt overzicht van de Nederlandse bedijkingsgeschiedenis. In grote stappen wordt door twintig eeuwen heen gelopen en worden verschillende aspecten van de dijkaanleg en sluisbouw, landverlies en landaanwinst, dijkverzwa- ring en kustverdediging belicht. De technische aspec- ten van de dijkbouw worden in het volgende hoofdstuk besproken. Daarin wordt ook stilgestaan bij zowel de waterkerende als de niet-waterkerende kustwerken en aan enkele bijzondere waterkerende constructies. In het vierde hoofdstuk worden enkele toekomstscena- Zonder dijken zou Nederland er anders uitzien, onher-

kenbaar anders. Toch bestaat er geen overzicht van al- le dijken in ons land. Dit boek wil in die lacune voor- zien en geeft tevens een typologie van de verschillende soorten dijken. De inhoudsopgave doet wat ontoegan- kelijk aan en maakt niet meteen duidelijk hoe het boek is opgebouwd. Volgens de Introductie bevat het boek vijf hoofdstukken en vier essays, en worden er veertig ‘exemplarische’ dijken besproken. Titels wor- den er echter niet genoemd en daardoor is het verband met de inhoudsopgave moeilijk te leggen. Waar moet je als lezer beginnen?

De ruggengraat van het boek wordt gevormd door een beschrijving van die veertig ‘exemplarische’ dij- ken. Die ‘dijkportretten’ staan in vier blokken ver- spreid door het boek. Van elk van die dijken wordt het achterliggende verhaal verteld en de huidige staat en functie geschetst. Het gaat daarin niet om uitvoerige beschrijvingen, maar om een beknopte en zakelijke karakteristiek van de meest relevante aspecten uit de geschiedenis van deze objecten. De ligging van elk van die dijken wordt in een kaartje nader aangeduid. Daar- naast wordt de oudst bekende vermelding genoemd en aangegeven wat de hoogte van de kruin is ten opzichte van het voor- en achterland. Waar de tand des tijds de sporen heeft aangetast, wordt vermeld wat er nu nog is te zien.

Die groep van veertig ‘exemplarische’ dijken maakt

onderdeel uit van een verzameling van honderd dijken

die als ‘bezienswaardig’ worden aangemerkt. De lig-

ging van de zestig dijken die niet zijn geportretteerd,

wordt aangegeven op een overzichtskaart en op de

(2)

INgeborg De rooDe eN MArJAN groot (reD.)

WONEN IN DE AMSTERDAMSE SCHOOL

ONTWERPEN VOOR HET INTERIEUR 1910-1930

Bussum (Uitgeverij Thoth)/Amsterdam (Stedelijk Museum Amsterdam) 2016, 304 pp., ills. in kleur en z/w, ISbN 978 90 6868 698 2, € 24,95 (softcover) en

€ 32,50 (hardcover)

BULLETIN KNOB 20171

62

besproken dijken. Bijzonder is echter de aandacht die wordt geschonken aan de opmerkelijke aspecten in de hedendaagse verschijningsvorm van deze dijken.

Daardoor is het boek vooral een cultuurhistorische reisgids, maar dan van een degelijkheid die navolging verdient en de lezer van harte aanbevolen kan worden.

Met uitzondering van de verdronken dijk bij Texel zijn het allemaal dijken die de moeite waard zijn om een keer te bekijken en daarvoor bij gelegenheid een stuk- je om te rijden.

gUUS J. borger

meubelen, lampen en klokken, net als de tentoonstel- ling in het Stedelijk Museum Amsterdam naar aanlei- ding waarvan het boek is verschenen. Woningtextiel van de Amsterdamse School was al eens eerder onder- werp van een tentoonstelling en boek (Nederlands Textielmuseum, 1999), maar dat is geen argument om de rest van het interieur dan maar buiten beschou- wing en te laten – enkele ontwerpen voor behangsels zoals die van L. Zwiers en Jac. Jongert daargelaten. Dat getuigt eerder van een ‘blinde vlek’ voor ruimtelijk ont- werp en context. Nergens is er dus iets te vinden over de karakteristieke ruimtebepalende plafonds, of over de relatie tussen plastische vormen en druppelorna- mentiek in kamerbetimmeringen en meubelen of over rio’s geschetst en toegelicht, terwijl in het laatste

hoofdstuk een uitgebreide typologie van de Neder- landse zee-, rivier- en binnendijken wordt ontvouwd.

Op grond van de opbouw, functie, het ontstaan en regi- onale ligging worden 43 dijktypen onderscheiden. Het boek wordt afgesloten met een verklarende woorden- lijst en een register op plaats- en dijknamen.

Het boek is zeer rijk voorzien van kaarten en vaak fraaie afbeeldingen. Het is echter vooral een aanwinst voor de Nederlandse waterstaatsgeschiedenis vanwe- ge de meestal trefzeker geschetste ‘dijkportretten’. In alle beknoptheid wordt daarin recht gedaan aan de ge- schiedenis en de waterstaatkundige aspecten van de

Het boek Wonen in de Amsterdamse School. Ontwerpen voor het interieur 1910-1930, dat vorig jaar verscheen, gaat niet over interieur in de betekenis van de binnen- kant van de architectuur, maar over meubelen en an- dere voorwerpen die ontworpen zijn om interieurs mee in te richten. Althans voor het overgrote deel, want er is ook wel wat te lezen over glas-in-loodramen en er zijn enkele interieurfoto’s van nog bestaande ge- bouwen opgenomen, zoals het bekende voormalige Scheepvaarthuis en bioscoop Tuschinski in Amster- dam en het voormalige hoofdpostkantoor van Utrecht, maar dat zijn dan net weer geen woonhuizen. De titel van het boek is dus enigszins misleidend.

Het boek is vooral objectgericht met de nadruk op

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Zeeuwse waterschappen en Rijkswaterstaat hebben afgelopen zomer hard gewerkt aan de dijken langs de Oosterschelde en de Westerschelde.. Met goed resultaat: ruim twintig

In dit rapport wordt ingegaan op het ruimtelijk en financieel instrumentarium dat nodig is om – rekening houdend met de diverse belangen van de omgeving – de ruimte voor veilige

3.2 Hoogtekaart van een groot deel van landgoed De Dorth in het noorden van de Graafschap met een grote verscheidenheid aan rabatpercelen (Bron PDOK AHN3, maaiveld, dynamische

Als er in Nederland geen duinen of dijken zouden zijn zou laag Nederland onder water staan.. Zoals je op het plaatje kunt zien is dat bijna de helft

Zonder stevige dijken en dijken die hoog genoeg zijn zouden we niet veilig achter de dijken kunnen wonen.. De kelders zouden onder water staan en bij extreem hoogwater zou de

Dijk is niet geschikt voor grootschalige, aaneengesloten PV-systemen die de lijn van de dijk in.. het

1) Grootte van de openingen in het filtermateriaal: hoe groter hoe ongunstiger. Bij een filter van geokunststof worden de openingsafmetingen beschreven door de

Op basis van deze gegevens kunnen de cases in het onderzoek op eenzelfde manier benaderd worden, doordat elke fase in elke case eenzelfde begin en eindpunt kent, dezelfde