• No results found

UMC [t~ St Radboud

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "UMC [t~ St Radboud "

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UMC [t~ St Radboud

'IN$.·~

Universitair Medisch Centrum

Bloktoets Datum Aanvang

SLAB V laboratoriumvaardigheden ** herhaaltoets""

02 mei 2008 10.00 uur

Deze tentamenset kunt u na afloop meenemen

Het ANDERE deel ingevuld inleveren bij uw surveillant( el

Faculteit der Medische Wetenschappen

Het betreft een "gesloten boektentam en", alleen het gebruik van een Casio fx-82 MS rekenapparaat is WEL toegestaan.

ALGEMENE AANWIJZINGEN:

Dit tentamen bestaat uit 7 open vragen en hebben de volgende wegingsfactoren:

vraag wegingsfactoren

1 35%

' lf

2 10%

$

3 10%

4 10%

5 10%

y )

6 15%

I~

7 10%

J

De beschikbare lijd is 2 uur .

Controleer of uw tentamenset compleet is .

Vermeld op het antwoordformulier duidelijk uw naam en studentnummer .

Beantwoord de vragen op de antwoordformulieren in de daarvoor open gelaten ruimten . Lees de vragen zorgvuldig alvorens uw antwoord te formuleren .

Beantwoord de vragen volledig, maar zo beknopt mogelijk;

vermijd onnodige uitweidingen.

Voor beantwoording van de vragen eventueel de achterkant van het formulier gebruiken, niet het commentaarformulierl

Schrijf duidelijk leesbaar en gebruik geen afkortingen . Onleesbaar beantwoorde vragen worden fout gerekend .

VEEL SUCCES!

LET OP!!

ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP

ELK

ANTWOORDFORMULIER!

(2)

Vraag 1

Verpleegkundige zorgzwaarte en delier

Bij een recent onderzoek uitgevoerd in het Radboudziekenhuis is men nagegaan wat het effect is van delier op de verpleegkundige zorgzwaarte van een patiênt. Daartoe heeft men bij 549 volwassen klinische patiênten de gemiddelde verpleegkundige zorgtijd per

verpleegdag gemeten: dit is per patiënt de totale zorgtijd (in uren} gedeeld door zijn/haar opnameduur (in dagen}.

61 patiênten ontwikkelden tijdens hun opnameduur een delier.

Geef een puntschatting en 95% betrouwbaarheidsinterval voor de incidentie van delier tijdens een opname in het ziekenhuis.

De gemiddelde zorgtijd per verpleegdag bij patiënten die geen delier hebben doorgemaakt bedroeg: 2,4uur. (sd = 0,7 uur, n=498}.

De gemiddelde zorgtijd per verpleegdag bij patiënten bij wie wel een delier is vastgestel bedroeg

3,3 uur (sd = 0,8 uur, n=51 }.

Dit geeft een verschil van gemiddeld 0,84 uur per verpleegdag.

Vraag A:

Met welke statistische procedure kan nagegaan worden of dit verschil door het toeval kan worden verklaard?

Toepassing van deze procedure levert een 95% betrouwbaarheidsinteval (95%BI) voor het werkelijke verschil dat loopt van 0,64 tot 1,04 uur.

Vraag B:

Berust het gevonden verschil op toeval? Waarom wel, cq niet?

Vraag C:

Is het verschil significant? Waarom wel, cq niet?

Bij nadere bestudering van de gegevens blijkt dat 7,6% van de niet-detier patiênten tijdens hun opname een ernstige decubitus heeft ontwikkeld. Bij de delierpatiënten was dit percentage fors hoger: 29,4%.

Vraag D:

Met welke statistische procedure kan nagegaan worden of dit verschil in percentage significant is?

Onafhankelijk van de vraag op het decubitus percentage significant verschillend is tussen de lier en niet delier patiënten realiseerden de onderzoekers zich dat het gevonden verschil in zorgzwaarte tussen delirante en niet delirante patiënten, zijnde 0,84 uur per dag,

mogelijkerwijs vertekend is doordat de delirant groep veel meer te lijden heeft gehad van decubitus. Decubitus vergt namelijk heel wat extra zorg van de verpleegkundige.

Om dit nader uit te zoeken zijn de gegevens als volgt in een tabel weergegeven:

(3)

Gemiddelde verpleegkundige zorgtijd per opnamedag in uren, met standaard deviatie en I'

aantaf pa 1ënten:

Decubitus: nee Decubitus: ja

I

totaal

Delier: nee Gem=2,3 Gem=3,5 Gem=2,4

Sd=0,6 Sd=0,8 Sd=O..l

N=460 N=38 N=498

I

Delier: ja Gem-3,1 Gem=3,6 Gem=3,3

Sd=0,7 Sd=0,9 Sd=0.23

N=36 N=15 N=1

totaal Gem=2,4 Gem=3,5

I

Gem=2,5

Sd= 0.,6 Sd= 0,8

I

Sd= 0,7

N= 496

-

N= 53 N=549

Bestudeer de tabel aandachtig en beantwoord dan de volgende vragen:

Vraag E:

Lijkt decubitus een confaunder te zijn voor de relatie tussen het al dan niet ontwikkelen van delier en verpleegkundige zorgzwaarte?

Beargumenteer

uw

antwoord.

Vraag F:

Lijkt decubitus een effectmodificator te zijn voor de relatie tussen het al dan niet ontwikkelen van delier en verpleegkundige zorgzwaarte?

Beargumenteer uw antwoord. Vraag G:

Met welke statistische procedure kunnen de gegevens uit bovenstaande tabel het best worden geanalyseerd?

Analyse van de gegevens met de onder de vraag G bedoelde techniek geeft een p-waarde met betrekking tot interactie: p=0,0018.

Vraag H:

Is er sprake van een significant synergetisch effect tussen delier en decubitus wat betreft zorgzwaarte?

Beargumenteer uw antwoord.

Vraag 1:

Is er sprake van een significant antagonistsiche effect tussen delier en decubitus wat betreft zorg zwaarte?

Beargumenteer uw antwoord. Vraag J:

Geef in eigen woorden, dus zonder gebruik te maken van statistisch jargon, het resultaat van dit onderzoek weer.

I

(4)

Vraag 2

Wat gebeurt er met de lichtsterkte {helderheid) als:

a Het velddiafragma dicht gedraaid wordt?

b. De condensor omhoog gedrraaid wordt?

c. Het oculair wordt gedraaid?

d. De apertuurdiafragma open draait?

e. De m1scroscoop niet goed is gecentreerd.

Vraag 3

Leg uit hoe een mengsel van de stoffen A en B in ademlucht kan worden gescheiden op de kolom van een gaschromatograaf. Gegeven zijn de retenlielijden: Stof A: 6 minuten, Stof B: 8 minuten.

Maak desgewenst een schematische tekening om uw uitleg toe te lichten.

Vraag 4

Wat wordt verstaan onder klaring?

Vraag 5

Geef aan in het onderstaand schema wat je nodig hebt bij de beoordeling van een sediment of een bloeduitstrijkje.

vergroting vergroting eindvergroting Immersieolie kleuring

oculair obieetiel weUniet . --:---

Sediment

.. x .. x .. x

wel/ niet wel/ niet

Uitstrijkje 0 0

x .. x .. x

wel/niet wel/ niet

I

(5)

Vraag 6

Het hieronder geschetste ECG bevat nogal wat storing. Het is de bedoeling de signaal-ruis verhouding te verbeteren door filtering.

0

·O.S

; i' I

\ \

... ...__

.,L---~----~----L----Á----~----L---~----~----L-~~

0 200 400 600 600 1000 1200 1400 1600 1900 2000

a. Raadt u een high-pass of een low-pass filter aan? Verklaar uw antwoord.

b. Schets de amplitudekarakteristiek van het door u gebruikte filter.

Wat staat er bij een amplitudekarakteristiek langs de verticale as?

Vraag 7

Op een laboratorium wordt 15 dagen lang dezelfde test op twee monsters (A en B)

uitgevoerd en uitgezet in youden grafiek. De resultaten van deze twee monster worden tegen elkaar uitgezet. Je ziet dat er twee paren resultaten (o) buiten het cluster vallen (x). Hoe noem je het type fout van (1) als zowel (2) en noem van elk één mogelijk oorzaak.

A

0(2) 1)

x x x

B

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

zullen de onderzoekers in 95% van de gevallen een verschil tussen de steekproefgemiddeldes vinden van maximaal de standard error?. zullen twee onderzoekers in 95% van de

geconcludeerd worden dat de ex-patiënten een hoger gemiddelde hebben dan de patiënten maar dat dit verschil niet significant is.. geconcludeerd worden dat de ex-patiënten

Als Je hebt vastgesteld <131 hm liiOchlóffOf good udcmt (door middef v3n kijkOI\, vodon oo •.ns.toren).. Hoetl u een tintelendol dof gmoO()IIn

Het fonocardiogram is een registratie van het geluid dat het hart produceert (hetzelfde dus als wat je met een stethoscoop hoort). Het sluiten van een hartklep geeft een geluid

'Lean body mass' en 'Fat free body mass' zijn verschillende termen voor hetzelfde begrip.. Het verschil tussen lean body mass en fat free body mass is de hoeveelheld 'essent ial

glutathionconjugatie, en deze metaboliet wordt verder omgezet tot een cysteineconjugaat. Dit laatste conjugaat is zeer toxisch voor de nier. a) Betreft dit selectieve

Bedenk ten aanzien van terminale sedatie tenminste één intemalistisch en tenminste één extemalistisch gemiënteerde onderzoeksvraag en beargumenteer waarom deze vragen

In het onderzoek is geen significant verschil gevonden tussen verslavingszorg patiënten en forensische patiënten voor elk van de vijf domeinen (Neuroticisme, Extraversie,