• No results found

Geneesmiddelen bij bipolaire stoornis: overzicht van de huidige veiligheidsgegevens tijdens de zwangerschap

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geneesmiddelen bij bipolaire stoornis: overzicht van de huidige veiligheidsgegevens tijdens de zwangerschap"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

doi: 10.2143/TVG.76.19.2003156

Overzicht

Geneesmiddelen bij bipolaire stoornis: overzicht van de huidige veiligheidsgegevens tijdens de zwangerschap

M. CeuleMans1, 4, 8, a. sMits2, 3, a. Vander Mijle4, a. Passier4, K. Van Calsteren3, 5, t. HoMPes6, 7

Samenvatting

Een onbehandelde bipolaire stoornis is geassocieerd met een verhoogd risico op negatieve zwan- gerschaps- en neonatale uitkomsten. Een goede ziektecontrole vooraf, tijdens en na de zwanger- schap vergt meestal een medicamenteuze aanpak. Wel werden er grote vraagtekens geplaatst bij de veiligheid van lithium en valproaat tijdens de zwangerschap. Momenteel wordt aangenomen dat lithiumgebruik de kans op (hart)afwijkingen licht vergroot, al lijkt het absolute risico lager dan in het verleden werd gerapporteerd. Valproaat geeft een twee- tot viermaal verhoogd risico op afwijkingen;

voor carbamazepine is het risico minder sterk verhoogd. Het gebruik van lamotrigine, quetiapine, olanzapine en aripiprazol tijdens de zwangerschap wordt momenteel niet geassocieerd met een toegenomen risico op congenitale afwijkingen. Voor risperidon kan een verhoogd risico (nog) niet worden uitgesloten. Het risico op afwijkingen bij het gebruik van lithium, valproaat en carbamazepine is dosisafhankelijk, daarom wordt geadviseerd om te streven naar de laagst mogelijke werkzame dosis. Het gebruik van lithium en antipsychotica tot kort voor de bevalling kan leiden tot neonatale complicaties. Een verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes door atypische antipsychotica kan niet worden uitgesloten. Wat langetermijneffecten betreft is valproaat geassocieerd met een ver- minderd cognitief functioneren en gedragsstoornissen bij het opgroeiende kind. De behandeling van een bipolaire stoornis tijdens de zwangerschap vraagt een individuele risico-batenafweging, waarbij de voordelen van een goed behandelde maternale aandoening vaak groter zijn dan de eventuele risico’s van het geneesmiddelengebruik voor het ontwikkelende kind.

Inleiding

De prevalentie van bipolaire stoornissen in de alge- mene populatie bedraagt ongeveer 1% (1). Bij vrou- wen komt een bipolaire stoornis typisch tot uiting

tijdens de reproductieve leeftijd (2). Bijgevolg is het gebruik van geneesmiddelen ter behandeling van een bipolaire stoornis tijdens en in de periodes voor en na een zwangerschap allesbehalve ondenkbaar, zeker aangezien de zwangerschap een periode is met een verhoogd risico op herval met zowel depressieve, manische als psychotische episodes (3, 4). Een medi- camenteuze behandeling kan noodzakelijk zijn om de gezondheid van de moeder en het kind te garanderen en om euthymie bij de zwangere vrouw te bereiken én te behouden. Een postpartum herval blijkt beduidend vaker voor te komen bij vrouwen met een bipolaire stoornis die geen geneesmiddelen namen tijdens de zwangerschap (66%) in vergelijking met vrouwen die profylactisch behandeld werden (23%) (3).

De zwangerschap is een bijzondere periode, waarin de voordelen van het maternaal gebruik van geneesmiddelen moeten worden afgewogen tegen de

1 Klinische Farmacologie en Farmacotherapie, KU Leuven.

2 Dienst neonatologie, UZ Leuven.

3 Departement ontwikkeling en regeneratie, KU Leuven.

4 Teratologie Informatie Service, Lareb, ’s Hertogenbosch, Nederland.

5 Dienst gynaecologie en verloskunde, UZ Leuven.

6 Dienst volwassenenpsychiatrie, UPC KU Leuven.

7 Departement neurowetenschappen, KU Leuven.

8 Correspondentieadres: dr. apr. Michael Ceulemans, klinische Farmacologie en Farmacotherapie, KU Leuven; Teratologie Informatie Service, Lareb,

’s Hertogenbosch Nederland, campus Gasthuisberg, ON2, Herestraat 49 bus 521, 3000 Leuven;

e-mail: michael.ceulemans@kuleuven.be

(2)

door het gebruik van valproaat tijdens de zwanger- schap. Zo heeft het Europese Geneesmiddelenagent- schap in 2018 nieuwe tegenaanwijzingen en een zwangerschapspreventieprogramma voor valproaat opgelegd. Als gevolg hiervan werd het gebruik van valproaat bij een bipolaire stoornis niet aangewezen tijdens een zwangerschap en wordt het gebruik bij meisjes en vrouwen in de vruchtbare leeftijd enkel nog toegestaan indien er voldaan is aan strikte voor- zorgsmaatregelen zoals beschreven in het zwanger- schapspreventieprogramma (bv. informeren over de risico’s, het gebruik van adequate anticonceptie, het uitvoeren van zwangerschapstesten, een jaarlijkse herevaluatie van de behandeling, ...) (14).

Om de gezondheid van de moeder en het kind te garanderen is het tijdig bespreken van een zwanger- schapswens (inclusief de opstart van foliumzuur) en een preconceptionele herevaluatie van het geneesmid- delengebruik bij vrouwen met een bipolaire stoornis sterk aan te raden. Een interdisciplinaire samenwer- king tussen psychiaters, gynaecologen, kinderartsen, huisartsen, psychotherapeuten, sociaal werkers en andere zorgverleners in de perinatale en psychiatrische zorg is cruciaal om deze complexe problematiek zo optimaal mogelijk aan te pakken. Om de zorgverleners te ondersteunen bij een rationele farmacotherapeuti- sche aanpak van een bipolaire stoornis tijdens de zwangerschap, wilt dit artikel een overzicht bieden van de huidige evidentie over de veiligheid van lithium, anti-epileptica en atypische antipsychotica tijdens de zwangerschap.

Bespreking

Een systematische screening van de literatuur wordt wekelijks uitgevoerd door medewerkers van de Tera- tologie Informatie Service van Lareb, het Nederlandse expertisecentrum rond het gebruik van geneesmidde- len tijdens de preconceptie, de zwangerschap en de borstvoeding, met als doel up-to-date informatie over dit onderwerp op hun website aan te bieden. Op basis van de beschikbare literatuur in de digitale Lareb-bi- bliotheek op 1 mei 2020 werd de huidige evidentie samengevat.

In wat volgt worden achtereenvolgens de veilig- heidsgegevens van het gebruik van lithium, de anti-epileptica valproaat, carbamazepine en lamotri- gine, en de atypische antipsychotica quetiapine, olan- zapine, aripiprazol en risperidon tijdens de zwanger- schap besproken. Gezien de centrale plaats van mogelijke nadelen voor het (ongeboren) kind (5).

Hierbij moet men niet enkel rekening houden met het risico op teratogene of farmacologische (neven)effec- ten bij de neonaat of een verstoorde ontwikkeling van het opgroeiende kind, maar ook met de mogelijk negatieve invloed van de onbehandelde of onvol- doende behandelde maternale aandoening. Een onbehandelde bipolaire stoornis is geassocieerd met een verhoogd risico op negatieve zwangerschaps- en neonatale uitkomsten (6). Verder is het belangrijk om te benadrukken dat bij elke zwangerschap, onafhan- kelijk van het gebruik van geneesmiddelen of het doormaken van infecties, er een basisrisico van 10 tot 15% is op een miskraam en van 2 tot 4% op het krijgen van een baby met een geboorteafwijking. Bij de vraag of een geneesmiddel veilig gebruikt kan worden tij- dens de zwangerschap wordt in (observationele) stu- dies onderzocht of deze risico’s groter zijn door het gebruik van een geneesmiddel (7). Een negatieve invloed van de onderliggende maternale aandoening op de zwangerschaps- en neonatale uitkomsten kan de interpretatie van de studieresultaten bemoeilijken („confounding by indication”), zeker als er geen con- trolegroep van onbehandelde bipolaire vrouwen met eenzelfde graad van ziekte in de analyses werd mee- genomen. Ook leiden bipolaire vrouwen vaak aan andere comorbiditeiten zoals obesitas, gebruiken ze andere (genees)middelen of roken ze, wat een cor- recte inschatting van het effect van de geneesmidde- len verder bemoeilijkt (8).

In het algemeen kunnen bij de behandeling van een bipolaire stoornis verschillende farmacothera- peutische klassen en geneesmiddelen worden gebruikt. Hoewel sinds jaren lithium aanzien wordt als de hoeksteen in de medicamenteuze behandeling van een bipolaire stoornis, hebben anti-epileptica en atypische antipsychotica ondertussen hun plaats in het behandelplan van deze aandoening verworven (9). Wat het gebruik van geneesmiddelen tijdens de zwangerschap betreft, staat de clinicus voor uitdagin- gen. Zo verschillen niet alleen de internationale richt- lijnen over de medicamenteuze behandeling van een bipolaire stoornis tijdens de zwangerschap en het peripartum momenteel sterk, er werden ook veilig- heidsproblemen met geneesmiddelen zoals lithium en valproaat gerapporteerd (10-12). Al in de jaren 1970 werden de eerste casussen gepubliceerd over de anomalie van Ebstein bij kinderen van wie de moeder tijdens de zwangerschap lithium had gebruikt (13).

Meer recent werd veel aandacht geschonken aan het risico op afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen

(3)

geboortegewicht tussen vrouwen met een stemmings- stoornis die wel of geen lithium tijdens de zwangerschap hadden gebruikt (16). Een andere recente studie vond ook geen verhoogd risico op pre-eclampsie, vroegge- boorte, groeivertraging en placentaloslating door het gebruik van stemmingsstabilisatoren tijdens de zwan- gerschap, waaronder lithium (20). In twee andere studies bleek het risico op obstetrische complicaties ook niet hoger te zijn bij vrouwen die lithium hadden gebruikt tijdens de zwangerschap in vergelijking met vrouwen die gestopt waren met lithium vooraf of tijdens de zwanger- schap (19).

Lithiumgebruik tijdens de zwangerschap wordt in verband gebracht met het optreden van neonatale complicaties. Zo toonde de recente meta-analyse een verhoogd risico aan op een neonatale ziekenhuisop- name in de eerste 28 levensdagen (16). Andere voor- beelden van complicaties die voornamelijk in patiën- tencasussen werden beschreven zijn een neonatale schildkliertoxiciteit, elektrolytstoornissen, hypoglyke- mie, een cardiovasculaire en renale disfunctie, nefro- gene diabetes insipidus en het „floppy infantsyn- droom” met als kenmerken onder andere hypotonie, lethargie, hypothermie, ademhalingsdepressie, cyanose, aritmieën en een verminderde zuigreflex.

Een postnatale observatie is in ieder geval op zijn plaats. Verschillende auteurs, inclusief de Neder- landse richtlijn rond psychiatrische problematiek tij- dens de zwangerschap, adviseren dan ook om de bevalling te laten plaatsvinden in een gespecialiseerd ziekenhuis met een neonatale intensieve zorgen afde- ling (1, 19, 21).

Tot slot zijn er onvoldoende humane gegevens om het risico van een intra-uteriene blootstelling aan lithium op de ontwikkeling van het opgroeiende kind in te schatten. Hoewel preklinische onderzoeken (met name dierstudies) wijzen op een mogelijk risico op een verstoorde ontwikkeling, wijst de beperkt beschikbare evidentie uit humane studies niet op een negatief effect (22). Meer onderzoek is nodig om een correcte inschat- ting te kunnen maken van de langetermijneffecten van prenataal lithiumgebruik.

Anti-epileptica

Valproaat (Depakine®) en carbamazepine (Tegretol®) Er is een ruime ervaring met het gebruik van valproaat (VPA) en carbamazepine (CBZ) tijdens de zwanger- schap (23, 24). De blootstelling aan een monotherapie met VPA in een dosering onder 1.500 mg per dag lithium bij de behandeling van een bipolaire stoornis,

wordt aan dit middel het meeste aandacht besteed bij de bespreking.

Lithium (Camcolit®, Maniprex®) Risico op aangeboren afwijkingen

Lithium passeert de placenta. De maternale en neonatale lithiumconcentraties zijn gelijk bij de geboorte (15). In de afgelopen jaren verschenen een heel aantal nieuwe publicaties rond lithiumgebruik tijdens de zwangerschap (16-18). Momenteel wordt aangenomen dat het gebruik van lithium in het eerste trimester de kans op (hart)afwijkingen licht vergroot.

Hoewel als gevolg van de beperkingen van de studies het exacte risico momenteel moeilijk in te schatten is, ligt het risico op aangeboren afwijkingen tot een paar procent hoger dan het basisrisico van 2 tot 4%. Het absolute risico op afwijkingen, waaronder de anoma- lie van Ebstein, lijkt alleszins lager te liggen dan in het verleden werd gerapporteerd (16, 17). In de literatuur wordt geadviseerd om een uitgebreide foetale echo(- cardio)grafie uit te voeren na het gebruik van lithium in het eerste trimester (1, 19). Aangezien een dosisaf- hankelijk effect op het risico op afwijkingen werd vastgesteld, wordt uit veiligheidsoverwegingen gead- viseerd om te streven naar de laagst mogelijke werk- zame dosis van lithium (17). De voorkeur gaat hierbij uit naar een specialiteit met een gereguleerde afgifte of naar het verdelen van de dagdosis over verschil- lende innamemomenten bij een specialiteit zonder verlengde werking (bv. Camcolit®). Studies die het risico op afwijkingen onderzoeken op basis van lithi- umspiegels, die trouwens sterk inter- en intra-indivi- dueel kunnen verschillen doorheen de zwangerschap, ontbreken tot dusver.

Zwangerschaps- en neonatale uitkomsten

De resultaten uit de studies die het effect van lithiumge- bruik tijdens de zwangerschap op zwangerschapsuit- komsten beschrijven zijn tegenstrijdig. Deze verschillen kunnen mogelijk worden verklaard door de onderlig- gende maternale aandoening en de methodologische tekortkomingen van de studies (6). Hoewel vrouwen met een bipolaire stoornis in het algemeen een verhoogd risico hebben op obstetrische complicaties, lijkt er geen associatie te zijn met het gebruik van lithium tijdens de zwangerschap (19). Een recente meta-analyse vond geen verhoogd risico op pre-eclampsie, zwangerschapsdiabe- tes, vroeggeboorte, foetale stress, keizersnede en laag

(4)

(Abilify®) tijdens de zwangerschap (31, 32). Op basis van de beschikbare gegevens wordt er geen verhoogd risico op aangeboren afwijkingen gezien. Met het gebruik van risperidon (Risperdal®) tijdens de zwan- gerschap is er tot dusver ook redelijk veel ervaring (31, 32). Er werd een licht verhoogd risico op aange- boren afwijkingen in één grote studie vastgesteld (31).

Meer onderzoek is nodig om het veiligheidsprofiel van risperidon correct te kunnen inschatten (32).

Risico op zwangerschapsdiabetes

Er is momenteel geen eenduidigheid over de invloed van het gebruik van atypische antipsychotica tijdens de zwangerschap op het ontwikkelen van zwanger- schapsdiabetes (GDM). Volgens een review uit 2019 is het gebruik van (atypische) antipsychotica niet geas- socieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van GDM (33). Daarentegen werd recent in een studie op basis van verzekerbaarheidsgegevens, die niet in de review was opgenomen, wel een verhoogd risico op GDM gezien bij vrouwen die olanzapine (relatief risico (RR) 1,61; 95%-betrouwbaarheidsinterval (95%- BI): 1,13-2,29) en quetiapine (RR 1,28; 95%-BI: 1,01- 1,62) gebruikten tijdens de zwangerschap, maar niet bij vrouwen die behandeld werden met aripiprazol (RR 0,82; 95%-BI: 0.50,1.33) of risperidon (RR 1,09;

95%-BI: 0,70-1,70) (34). De meest recente review en bijbehorende meta-analyse uit 2020 suggereert een verhoogd risico op zwangerschapsdiabetes als ze kij- ken naar de hele groep antipsychotica. Meer onder- zoek naar de specifieke middelen is nodig voor een correcte risico-inschatting (35). Gezien het theoreti- sche risico van atypische antipsychotica op het optre- den van metabole ongewenste effecten, is een ver- hoogd risico op GDM door het gebruik van (specifieke) atypische antipsychotica tijdens de zwangerschap in theorie mogelijk.

Risico op neonatale complicaties en langetermijneffecten

Het gebruik van (atypische) antipsychotica in het derde trimester kan aanleiding geven tot het optreden van neonatale complicaties die te wijten zijn aan ontwen- ningsverschijnselen of toxiciteit bij de neonaat (36).

Voorbeelden van mogelijke complicaties zijn extrapira- midale symptomen, een afwijkende spiertonus, slape- righeid, ademhalingsmoeilijkheden, agitatie en moei- lijkheden met voeden. De complicaties kunnen in ernst variëren en direct na de geboorte of binnen de eerste levensdagen of -weken optreden. In sommige gevallen verdwijnen de klachten spontaan binnen enkele uren tijdens het eerste trimester geeft een twee- tot viermaal

verhoogd risico op aangeboren afwijkingen (rond 10%).

Het risico op neurale-buisdefecten door VPA is onge- veer tien- tot twintigmaal verhoogd. Hoewel CBZ min- der teratogeen is dan VPA, is het risico op congenitale afwijkingen na een blootstelling in het eerste trimester verhoogd (rond 6%) (23, 24). Andere afwijkingen die door VPA en CBZ kunnen worden veroorzaakt zijn schisis, cardiale afwijkingen, afwijkingen aan de lede- maten, hypospadie en dysmorfe gezichtskenmerken.

Ook een intra-uteriene groeivertraging werd gerappor- teerd. Verder blijkt het risico op afwijkingen dosisaf- hankelijk te zijn. Het risico op afwijkingen door VPA stijgt tot boven 10% bij doseringen boven 700 mg per dag en tot boven 20% bij doseringen boven 1.500 mg per dag. Voor CBZ werd een verhoogd risico op afwij- kingen vastgesteld bij dosissen vanaf 400 mg (25, 26).

Naast een verhoogd risico op aangeboren afwijkingen is VPA-gebruik tijdens de zwangerschap geassocieerd met een verminderd cognitief functioneren en gedrags- stoornissen zoals autisme en ADHD bij het opgroei- ende kind (27, 28). In totaal wordt bij 30 tot 40% van de kinderen die intra-uterien werden blootgesteld aan VPA ontwikkelingsstoornissen vastgesteld. Daarmee heeft VPA het meest ongunstige veiligheidsprofiel van alle anti-epileptica voor de langetermijneffecten (29).

In de meeste studies werd geen negatieve invloed gezien van een maternaal gebruik van CBZ op de (vroege) ontwikkeling van het kind (28, 30). Verdere studies zijn echter nodig.

Lamotrigine (Lambipol®, Lamictal®)

Er is een ruime ervaring met het gebruik van lamo- trigine (LMT) tijdens de zwangerschap (23, 24). LMT wordt momenteel, samen met levetiracetam (Kep- pra®), beschouwd als het veiligste anti-epilepticum tijdens de zwangerschap. De beschikbare gegevens laten geen duidelijk verhoogd risico op aangeboren afwijkingen zien (23, 24). De beschikbare evidentie over het risico op ontwikkelingsstoornissen na een intra-uteriene blootstelling aan LMT is nog beperkt, maar wijst momenteel niet op een verhoogd risico (28, 30).

Atypische antipsychotica Risico op aangeboren afwijkingen

Binnen de groep van de atypische antipsychotica is er een ruime ervaring met het gebruik van quetiapine (Seroquel®), olanzapine (Zyprexa®) en aripiprazol

(5)

Over de langetermijneffecten zijn er momenteel onvoldoende gegevens om het eventuele risico van lithium, carbamazepine, lamotrigine en atypische antipsychotica op ontwikkelingsstoornissen bij het opgroeiende kind correct te kunnen inschatten, al wijst de beperkte evidentie momenteel niet op een duidelijk (blijvend) negatief effect. Valproaat daaren- tegen is geassocieerd met een verminderd cognitief functioneren en gedragsstoornissen bij het opgroei- ende kind en heeft veruit het meest ongunstige veilig- heidsprofiel van alle anti-epileptica.

In het algemeen vraagt de behandeling van een bipolaire stoornis tijdens de zwangerschap een indi- viduele risico-batenafweging, waarbij de voordelen van een goed behandelde maternale aandoening vaak groter zijn dan de eventuele risico’s van het gebruik van geneesmiddelen voor het ontwikkelende kind.

Dankwoord

De auteurs bedanken graag de medewerkers van de Teratolo- gie Informatie Service van Lareb voor de constructieve en fijne samenwerking.

Mededeling

Geen belangenconflict en geen financiële ondersteuning gemeld.

Abstract

Pharmacological treatment of bipolar disorder during pregnancy: an

overview of the current safety aspects An untreated bipolar disorder is associated with an increased risk of adverse pregnancy and neonatal outcomes. An optimal disease control often requires medication use in the pre- and peripartum period. However, safety concerns have been raised regarding the use of lithium and valproate during pregnancy. According to the current evidence, lithium may increase the risk of (cardiac) malformations, although the absolute risk is considered lower than previ- ously reported. Valproate is associated with a two- to fourfold increased risk of anomalies, while carbamazepine may slightly increase the  risk. Lamotrigine, quetiapine, olanzapine and aripiprazole have not been associated with an increased risk of congenital anomalies.

of dagen na de geboorte. In meer ernstige situaties kan een farmacologische ondersteuning in het ziekenhuis noodzakelijk zijn (37). Over de frequentie van het optreden van deze complicaties werd in een recente studie gerapporteerd dat 15% van de baby’s die intra-uterien werden blootgesteld aan antipsychotica ontwenningsverschijnselen had (38). In het algemeen ontbreken voldoende betrouwbare gegevens om een precieze inschatting te maken van de frequentie van deze complicaties. Het is nog onvoldoende duidelijk of het risico op neonatale complicaties verschillend is voor de atypische antipsychotica onderling. Wel wordt er in de literatuur gesuggereerd dat quetiapine in het voordeel zou kunnen zijn als gevolg van een beperktere transplacentaire passage in vergelijking met andere atypische antipsychotica (39).

Tot slot zijn de beschikbare gegevens over de invloed van een intra-uteriene blootstelling aan aty- pische antipsychotica op het optreden van (tijdelijke) ontwikkelingsstoornissen momenteel te beperkt om een correcte conclusie te kunnen maken (32). Wel werd in enkele studies een voorbijgaande vertraging in de ontwikkeling vastgesteld van kinderen die tij- dens de zwangerschap werden blootgesteld aan (aty- pische) antipsychotica (22).

Besluit

Hoewel het gebruik van lithium de kans op (hart)afwij- kingen licht vergroot, lijkt het absolute risico lager te liggen dan in het verleden werd gerapporteerd. Het gebruik van valproaat geeft een twee- tot viermaal ver- hoogd risico op afwijkingen, terwijl voor carbama- zepine het risico minder sterk verhoogd is. Het gebruik van lamotrigine, quetiapine, olanzapine en aripiprazol is niet geassocieerd met een toegenomen risico op aan- geboren afwijkingen. Voor risperidon kan een licht ver- hoogd risico (nog) niet worden uitgesloten.

Als gevolg van een dosisafhankelijk effect op het optreden van afwijkingen bij lithium, valproaat en carbamazepine, wordt geadviseerd om te streven naar de laagst mogelijke werkzame dosis. Hoewel er geen verband lijkt te zijn tussen het gebruik van lithium en het optreden van obstetrische complica- ties, kan het gebruik van lithium en antipsychotica tot kort voor de bevalling leiden tot neonatale complica- ties. Er is verder nog geen eenduidigheid over de invloed van atypische antipsychotica op het ontwik- kelen van zwangerschapsdiabetes. Een verhoogd risico is niet uit te sluiten.

(6)

12. Austin M-P, Highet N, Group EW. Mental health care in the perinatal period: Australian clinical practice guideline. Mel- bourne: Centre of Perinatal Excellence; 2017. (https://www.

clinicalguidelines.gov.au/portal/2586/mental-health-care- perinatal-period-australian-clinical-practice-guideline).

13. Nora JJ, Nora AH, Toews WH. Lithium, Ebstein’s anomaly, and other congenital heart defects. Lancet 1974; 2: 594-595.

14. BCFI. Valproïnezuur en het teratogene risico: bijkomende maatregelen om blootstelling in utero te vermijden. 2018.

(https://www.bcfi.be/nl/articles/query?number = F45N06F).

15. Newport DJ, Viguera AC, Beach AJ, Ritchie JC, Cohen LS, Stowe ZN. Lithium placental passage and obstetrical out- come: implications for clinical management during late preg- nancy. Am J Psychiatry 2005; 162: 2162-2170.

16. Munk-Olsen T, Liu X, Viktorin A, et al. Maternal and infant outcomes associated with lithium use in pregnancy:

an international collaborative meta-analysis of six cohort studies. Lancet Psychiat 2018; 5: 644-652.

17. Patorno E, Huybrechts KF, Bateman BT, et al. Lithium use in pregnancy and the risk of cardiac malformations. N Engl J Med 2017; 376: 2245-2254.

18. Fornaro M, Maritan E, Ferranti R, et al. Lithium expo- sure during pregnancy and the postpartum period: a system- atic review and meta-analysis of safety and efficacy out- comes. Am J Psychiatry 2020; 177: 76-92.

19. Poels EMP, Bijma HH, Galbally M, Bergink V. Lithium during pregnancy and after delivery: a review. Int J Bipolar Disord 2018; 6: 26.

20. Cohen JM, Huybrechts KF, Patorno E, et al. Anticonvul- sant mood stabilizer and lithium use and risk of adverse pregnancy outcomes. J Clin Psychiatry 2019; 80: 18.

21. Landelijk Kenniscentrum Psychiatrie en Zwangerschap. Pro- tocol psychofarmaca rondom de zwangerschap. (https://

lkpz.nl/docs/lkpz_pdf_1526547933.pdf).

22. Poels EMP, Schrijver L, Kamperman AM, et al. Long-term neurodevelopmental consequences of intrauterine exposure to lithium and antipsychotics: a systematic review and meta- analysis. Eur Child Adolesc Psychiatry 2018; 27: 1209-1230.

23. Weston J, Bromley R, Jackson CF, et al. Monotherapy treat- ment of epilepsy in pregnancy: congenital malformation out- comes in the child. Cochrane Database Syst Rev 2016: CD010224.

24. Veroniki AA, Cogo E, Rios P, et al. Comparative safety of anti-epileptic drugs during pregnancy: a systematic review and network meta-analysis of congenital malformations and prenatal outcomes. BMC Med 2017; 15: 95.

25. Tomson T, Battino D, Bonizzoni E, et al. Comparative risk of major congenital malformations with eight different antie- pileptic drugs: a prospective cohort study of the EURAP reg- istry. Lancet Neurol 2018; 17: 530-538.

26. Tomson T, Battino D, Bonizzoni E, et al. Dose-dependent risk of malformations with antiepileptic drugs: an analysis of data from the EURAP epilepsy and pregnancy registry. Lan- cet Neurol 2011; 10: 609-617.

27. Tomson T, Battino D, Perucca E. Teratogenicity of antie- pileptic drugs. Curr Opin Neurol 2019; 32: 246-252.

28. Huber-Mollema Y, van Iterson L, Oort FJ, Lindhout D, Rodenburg R. Neurocognition after prenatal levetiracetam, lamotrigine, carbamazepine or valproate exposure. J Neurol 2020; 267: 1724-1736.

29. Veroniki AA, Rios P, Cogo E, et al. Comparative safety of antiepileptic drugs for neurological development in children exposed during pregnancy and breast feeding: a systematic review and network meta-analysis. BMJ Open 2017; 7: e017248.

An increased risk can not be excluded for risp- eridone. Due to a dose-dependent effect, it is recommended to treat women with the mini- mal effective dose of lithium, valproate and car- bamazepine. The use of lithium and antipsy- chotics prior to the delivery can lead to neonatal complications, while an increased risk of gestational diabetes can not be excluded for atypical antipsychotics. According to develop- mental outcomes, valproate is associated with decreased cognitive functioning and behav- ioural problems in the offspring. Overall, the treatment of a bipolar disorder during preg- nancy requires an individual risk-benefit assess- ment, where the benefits of a well-treated maternal condition often outweigh the potential risks of medication use for the developing infant.

Literatuur

1. Hermann A, Gorun A, Benudis A. Lithium use and non-use for pregnant and postpartum women with bipolar disorder.

Curr Psychiatry Rep 2019; 21: 114.

2. Gentile S. Prophylactic treatment of bipolar disorder in pregnancy and breastfeeding: focus on emerging mood sta- bilizers. Bipolar Disord 2006; 8: 207-220.

3. Wesseloo R, Kamperman AM, Munk-Olsen T, Pop VJM, Kushner SA, Bergink V. Risk of postpartum relapse in bipo- lar disorder and postpartum psychosis: a systematic review and meta-analysis. Am J Psychiatry 2016; 173: 117-127.

4. Viguera AC, Whitfield T, Baldessarini RJ, et al. Risk of recurrence in women with bipolar disorder during preg- nancy: prospective study of mood stabilizer discontinuation.

Am J Psychiatry 2007; 164: 1817-1824.

5. Widnes SF, Schjott J. Risk perception regarding drug use in pregnancy. Am J Obstet Gynecol 2017; 216: 375-378.

6. Boden R, Lundgren M, Brandt L, Reutfors J, Andersen M, Kieler H. Risks of adverse pregnancy and birth outcomes in women treated or not treated with mood stabilisers for bipolar disorder: population based cohort study. BMJ 2012; 345: e7085.

7. Lareb, Teratologie Informatie Service. (https://www.

lareb.nl/teratologie-nl).

8. Galbally M, Frayne J, Watson SJ, Snellen M. Psychophar- macological prescribing practices in pregnancy for women with severe mental illness: a multicentre study. Eur Neu- ropsychopharmacol 2019; 29: 57-65.

9. Grunze H, Vieta E, Goodwin GM, et al. The World Federa- tion of Societies of Biological Psychiatry guidelines for the biological treatment of bipolar disorders: update 2012 on the long-term treatment of bipolar disorder. World J Biol Psy- chiatry 2013; 14: 154-219.

10. NICE. Antenatal and postnatal mental health: clinical man- agement and service guidance. 2014. (https://www.nice.org.

uk/guidance/cg192).

11. Trimbos-instituut. Multidisciplinaire richtlijn bipolaire stoornissen. Utrecht: De Tijdstroom, 2015.

(7)

and the risk of gestational diabetes mellitus: a systematic review and meta-analysis. Psychol Med 2020. [epub ahed of print]

36. Kallen B, Borg N, Reis M. The use of central nervous sys- tem active drugs during pregnancy. Pharmaceuticals 2013; 6:

1221-1286.

37. Lau C, Watson H, Cheong J. Poor neonatal adaptation fol- lowing in-utero exposure to quetiapine and lamotrigine.

J Obstet Gynaecol 2015; 35: 646.

38. Kulkarni J, Worsley R, Gilbert H, et al. A prospective cohort study of antipsychotic medications in pregnancy: the first 147 pregnancies and 100 one year old babies. PloS One 2014; 9: e94788.

39. Newport DJ, Calamaras MR, DeVane, CL et al. Atypical antipsychotic administration during late pregnancy: placen- tal passage and obstetrical outcomes. Am J Psychiatry 2007;

164: 1214-1220.

30. Bromley RL, Baker GA. Fetal antiepileptic drug exposure and cognitive outcomes. Seizure. 2017; 44: 225-231.

31. Huybrechts KF, Hernandez-Diaz S, Patorno E, et al.

Antipsychotic use in pregnancy and the risk for congenital malformations. JAMA Psychiatry 2016; 73: 938-946.

32. Damkier P, Videbech P. The safety of second-generation antipsychotics during pregnancy: a clinically focused review.

CNS Drugs 2018; 32: 351-366.

33. Uguz F. Antipsychotic use during pregnancy and the risk of gestational diabetes mellitus: a systematic review. J Clin Psy- chopharmacol 2019; 39: 162-167.

34. Park Y, Hernandez-Diaz S, Bateman BT, et al. Continua- tion of atypical antipsychotic medication during early preg- nancy and the risk of gestational diabetes. Am J Psychiatry 2018; 175: 564-574.

35. Wang Z, Wong ICK, Man KKC, Alfageh BH, Mongkhon P, Brauer R. The use of antipsychotic agents during pregnancy

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De eerste zes weken na de keizersnede kun je beter niet sporten.. Het is goed om na een paar weken voorzichtig te starten met het intrekken van

Er worden dan antistoffen tegen de schildklier gemaakt, waarbij er eerst klach- ten kunnen ontstaan door het vrijkomen van teveel schildklierhormonen en er later weer een tekort

Tijdens een zwangerschap heeft uw lichaam extra ijzer nodig.. IJzer is een noodzakelijke stof in

• 2008 UCP, IDS 65, MDQ hoog risico bipolaire stoornis, diagnose unipolaire depressieve stoornis. • Alle behandel mogelijkheden

Hoe meer antistoffen er zijn, hoe meer antistoffen in het bloed van het kind terecht kunnen komen en hoe meer het bloed van het kind wordt afgebroken.. Het kind krijgt

Vrouwen met een verhoogde kans op het krijgen van hoge bloeddruk in de zwangerschap of op een baby die niet goed groeit tijdens de zwangerschap komen in aanmerking voor het gebruik

Hoe vaak u uw baby voelt bewegen, hangt niet alleen af van uw baby, maar ook van uw eigen houding en

U bent in behandeling bij de gynaecoloog van Noordwest Ziekenhuisgroep omdat u last heeft van overmatige misselijkheid en/of overgeven tijdens de zwangerschap?. In deze folder vindt u