• No results found

Inleiding van uw bevalling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inleiding van uw bevalling"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INLEIDING VAN UW BEVALLING

(2)

Inleiding

Er is met u besproken om de bevalling eerder in te leiden. Deze afspraak wordt zoveel mogelijk met u afgestemd. Mocht uvóór de geplande datum klachten krijgen of begint de bevalling

eerder,dan kunt u contact opnemen met uw eigen

verloskundige of met onze polikliniek, afhankelijk waar uw controles plaatsvinden.

Bij een inleiding brengt men de bevalling kunstmatig op gang.

Er zijn verschillende indicaties en situaties waarbij inleiden van de bevalling kan worden overwogen.

Soms geeft uw gynaecoloog of verloskundige u andere

informatie of adviezen, bijvoorbeeld omdat uw situatie anders is. U volgt dan het advies van uw behandelaar.

Waarom wordt een bevalling ingeleid?

De gynaecoloog adviseert meestal een inleiding als hij verwacht dat de situatie voor uw kind buiten de baarmoeder gunstiger is dan daarbinnen. Ook ernstige klachten van uzelf kunnen een reden zijn om de bevalling in te leiden. Een aantal veel

voorkomende redenen voor een inleiding zijn: over tijd zijn, langdurig gebroken vliezen, groeivertraging van het kind, een verslechtering van het functioneren van de placenta,

zwangerschapsvergiftiging of suikerziekte.

Over tijd zijn (serotiniteit)

Als u twee weken na de uitgerekende datum niet bevallen bent, spreekt men van 'over tijd' zijn. De medische term hiervoor is serotiniteit. Er wordt met u besproken of u met 41 weken of bij 42 weken zou willen worden ingeleid. Als u tot 42 weken wenst af te wachten, wordt door uw behandelaar de hoeveelheid

vruchtwater beoordeeld door middel van echoscopisch onderzoek. Er wordt ook gekeken of uw kind goed lijkt te

groeien en of deze voldoende beweegt. Als uit deze onderzoeken blijkt dat de conditie van het kind mogelijk achteruitgaat, kan uw behandelaar adviseren de bevalling in te leiden.

Uitgebreidere informatie vindt u in onze folder over serotiniteit.

(3)

Langdurig gebroken vliezen

Het breken van de vliezen is vaak het eerste teken van het begin van de bevalling. Als de vliezen langer dan 24 uur

gebroken zijn, spreekt men van langdurig gebroken vliezen. De bevalling kan dan alsnog uit zichzelf op gang komen. Wel

adviseert men 24 uur na het breken van de vliezen een bevalling in het ziekenhuis, omdat de kans op een infectie iets groter is.

Een infectie kan worden aangetoond met een vaginale kweek en een bloedonderzoek.

Bij langdurig gebroken vliezen is het verstandig de temperatuur te meten. Bij koorts (lichaamstemperatuur hoger dan 38ºC) moet u contact opnemen met de verloskundige of gynaecoloog.

De gynaecoloog adviseert meestal een inleiding tussen 24 en 72 uur na het breken van de vliezen. Als de vliezen vóór de 37e week breken, wacht men vaak langer met een inleiding, zolang er geen tekenen van infectie zijn. Uw kind zal, als de vliezen langer dan 24 uur gebroken zijn, 12 uur ter observatie in ons ziekenhuis blijven.

Groeivertraging van het kind

Als uw behandelaar vindt dat uw kind voldoende groeit, dan onderzoekt men met een extra echo of dit inderdaad zo is.

Regelmatige echo’s kunnen informatie geven over de verdere groei van het kind. Zo nodig vindt ook controle van de conditie van het kind plaats met een CTG (hartfilmpje). Bij onvoldoende groei of dreigende achteruitgang van de conditie van uw kind, kan de gynaecoloog een inleiding adviseren.

Achteruitgaan van de functie van de placenta Het kind krijgt voeding en zuurstof via de placenta

(moederkoek). Bij bijvoorbeeld een te hoge bloeddruk of

suikerziekte tijdens de zwangerschap, kan de placenta minder goed gaan functioneren. Als het dan voor het kind beter lijkt om geboren te worden, wordt met u besproken om de bevalling in te leiden.

(4)

Andere redenen

Er zijn nog vele andere redenen om een bevalling in te leiden.

Deze kunnen te maken hebben met het verloop van de vorige bevalling of met andere bijkomende problemen tijdens de huidige zwangerschap.

De inleiding

Een inleiding verloopt in fasen. Om te beoordelen in welke fase u zich bevindt, vindt er een inwendig onderzoek plaats.

Fase 1

De baarmoedermond is nog onrijp (lang, stug, gesloten).

Fase 2

De baarmoedermand is rijp (kort, zacht, met 2 tot 3 centimeter ontsluiting).

Wanneer u zich in fase 1 bevindt, start er een behandeling. Deze behandeling noemen wij priming. Maar u moet zich realiseren dat het rijpingsproces tijd zal kosten. Het moment van bevallen is hierbij niet te voorspellen.

Wanneer u zich in fase 2 bevindt, heeft u een gunstige

uitgangspositie. De bevalling kan dan sneller van start gaan.

Over het algemeen moet u voor de inleiding van uw bevalling dezelfde spullen meenemen als bij een 'gewone' bevalling:

kleding voor uzelf voor tijdens en na de bevalling, toiletartikelen en babykleertjes. Ook is het verstandig wat ter ontspanning en tijdverdrijf mee te nemen. De eerste uren zijn er soms nog niet zoveel weeën. Afleiding kan dan fijn zijn.

De priming (fase 1)

Als de baarmoedermond niet rijp genoeg is om in te leiden, krijgt u een afspraak om te komen voor het primen. Houdt u er rekening mee dat u vaak niet op die dag al gaat bevallen. Het rijp maken van de baarmoedermond kan soms een paar dagen duren.

(5)

Hoe maak je een baarmoedermond rijp?

Om de baarmoedermond rijp te maken is het inbrengen van een ballonkatheter (een dun slangetje gevuld met water) in de

baarmoeder een mogelijkheid. Dit inbrengen gaat met behulp van een eendenbek (speculum) of via toucher (inwendig

onderzoek). Door de inwendige druk op de baarmoedermond door de ballonkatheter wordt er wat ontsluiting gemaakt. Voor en na het inbrengen van de ballonkatheter wordt de conditie van het kind met behulp van een CTG, de registratie van de hartslag, gecontroleerd. Daarnaast zorgt de druk ervoor dat het lichaam hormonen (prostaglandine) aanmaakt die de

baarmoedermond rijpen.

Vaak valt de ballonkatheter er vanzelf uit en kunnen de vliezen worden gebroken. U heeft dan zo’n 2-3 cm ontsluiting.

Gemiddeld duurt dit een dag, maar soms ook wel eens langer.

Deze periode kunt u meestal thuis afwachten en ondervindt u weinig hinder. U kunt gewoon rondlopen en douchen. Baden, inwendig spoelen of seksuele gemeenschap raden wij af in

verband met een verondersteld verhoogd risico op een infectie.

Het is mogelijk dat u wat menstruatieachtige buik-/rugpijn

ervaart en wat meer harde buiken. Het is ook normaal als u wat slijm of bloed verliest, vaak wat minder dan bij een

menstruatie.

De dag na de plaatsing van de ballonkatheter, wordt u opnieuw beoordeeld. Als de baarmoedermond rijp is, kunnen de vliezen gebroken worden en zal de bevalling opgestart worden. U krijgt dan ook een infuus met medicijnen om de weeën op te wekken.

(6)

Soms is de baarmoedermond nog niet rijp, dan wordt er

specifiek naar uw situatie gekeken. Het kan zijn dat de ballon opnieuw geplaatst wordt, of wordt er Misoprostol gegeven (zie onder). Als de vliezen gebroken worden of er Misoprostol

toegediend wordt, zult u opgenomen blijven in het ziekenhuis.

Wanneer moet ik bellen als ik thuis ben?

 Bij ongerustheid mag u altijd contact opnemen.

 Als u (veel) pijn ervaart.

 Als u uw kind minder voelt bewegen dan u gewend bent.

 Als de vliezen breken (let hierbij op de kleur van het vruchtwater) of als u regelmatige weeën heeft.

 Bij veel helderrood bloedverlies.

 Bij koorts ≥38 graden.

 Als de ballon er uitvalt en u heeft geen van de bovenstaande klachten, dan hoeft u geen contact met ons op te nemen.

Voorbereiden met Misoprostol (tabletten)

Soms is het niet mogelijk om de catheter in te brengen of heeft deze onvoldoende effect, dan kiezen we voor Misoprostol. U wordt hiervoor altijd opgenomen in het ziekenhuis. De conditie van het kind wordt eerst met behulp van een CTG

gecontroleerd. Daarna voert uw behandelaar inwendig onderzoek uit en krijgt u de tabletten.

Deze behandeling kan maximaal 4x op een dag worden verricht tot het rijpingsproces voltooid is. Ook dit proces kan meerdere dagen duren.

Het is mogelijk dat u wat menstruatieachtige buik-/rugpijn

ervaart en wat meer harde buiken. Het is ook normaal als u wat slijm of bloed (gelijk aan een menstruatie) verliest.

(7)

Het opwekken van de weeën (fase 2)

Als de baarmoedermond rijp is, kunnen de vliezen gebroken worden en krijgt u een infuus. U krijgt medicijnen (Oxytocine) toegediend om de weeën op gang te brengen. De dosering gaat stapsgewijs omhoog, waarna de weeën zullen beginnen.

Controle van het kind en de weeën

Tijdens deze fase (de bevalling) controleren wij continu de conditie van uw kind met een CTG. Dit kan zowel inwendig als uitwendig plaatsvinden. Ook registreren wij uw weeën.

Hoe gaat de bevalling verder?

Na het starten van de inleiding is het verloop in principe hetzelfde als bij een 'normale' bevalling. De weeën worden

langzamerhand heviger en pijnlijker. Over het algemeen heeft u de vrijheid om de weeën op uw eigen manier op te vangen:

zittend in een stoel, staand naast het bed, of liggend of zittend in bed.

Ook kunnen wij de conditie van uw kind en uw weeën draadloos monitoren. Hierdoor bent u mobiel en heeft u de

bewegingsvrijheid om bijvoorbeeld te gaan douchen.

De uitdrijving (het persen) en de geboorte van het kind en de placenta gaan hetzelfde als bij een 'normale' bevalling. De geboorte van het kind vindt over het algemeen binnen 24 uur plaats na het breken van de vliezen.

Hoe rijper de baarmoedermond is, hoe sneller de ontsluiting vaak gaat. Ook gaat de bevalling van een volgend kind meestal sneller dan die van een eerste.

Zijn de ontsluitingsweeën te pijnlijk, dan kunt u om pijnstilling vragen. U vindt onze informatie over onze pijnstilling (Pethidine, Remifentanil, ruggenprik) in onze folder over pijnstilling. Vraag uw behandelaar naar deze folder.

(8)

Na de bevalling

Na de geboorte onderzoekt de behandelaar uw kind. Als daar een reden voor is, doet de kinderarts dit. Ongeveer een uur na de geboorte van de placenta verwijdert de verpleegkundige het infuus. Als uw controles goed zijn, mag u spoedig naar huis.

Soms adviseren wij u om langer te blijven, zoals bij langdurig gebroken vliezen of bij een hoge bloeddruk. Hoe lang u in dat geval moet blijven, hangt af van de medische situatie.

Soms is er een indicatie dat uw kind wordt opgenomen op de babyafdeling (de neonatologie). Afhankelijk van de duur kunt u daar mogelijk ook verblijven (rooming in) of gebruik maken van de afdeling ‘mother care. U zal de informatie(folder) van uw behandelaar krijgen.

Wie zijn er bij de bevalling?

Als u wordt ingeleid, heeft u een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. Een klinisch verloskundige of arts

begeleidt de bevalling. Zij werken onder verantwoordelijkheid van de gynaecoloog. Daarbij kunnen naast verpleegkundigen ook leerling-verpleegkundigen, verloskunde studenten of co- assistenten (medische studenten) aanwezig zijn. Heeft u hier bezwaar tegen dan kunt u dit aangeven.

Bij en na ontslag

Bij uw ontslag uit ons ziekenhuis krijgt u van de verpleegkundige of kraamverzorgende:

 adviezen voor uw herstel na uw bevalling;

 (borst)voedingsadviezen;

 overdracht papieren voor de kraamzorg en verloskundige;

 een eventuele controleafspraak met uw behandelaar;

Na ontslag bezoekt de verloskundige u enkele keren thuis om uw conditie in de gaten te houden. 5 tot 6 weken na de

bevalling heeft u een (telefonische) controleafspraak. Deze is óf bij uw verloskundige, of in het ziekenhuis indien dit medisch noodzakelijk is.

(9)

Risico’s en mogelijke problemen

Bij elke bevalling kunnen problemen optreden. Wij bespreken enkele mogelijke risico’s die bij een inleiding kunnen

samenhangen:

Langdurige bevalling. Als men met de inleiding begint terwijl de baarmoedermond nog niet goed rijp is, bestaat er een

grotere kans op een langdurige bevalling. Soms wordt geen volledige ontsluiting bereikt en is een keizersnede noodzakelijk.

Uitgezakte navelstreng. Bij het breken van de vliezen kan de navelstreng uitzakken langs het hoofd van het kind als het kind niet goed is ingedaald, of bij een stuitligging langs de stuit. Een keizersnede is dan noodzakelijk.

Hyperstimulatie. Hierbij komen er te veel weeën te snel achter elkaar. Meestal is het mogelijk hyperstimulatie te

verhelpen door de stand van de infuuspomp te verlagen. Soms is een weeënremmend medicijn noodzakelijk. Daardoor keren de weeën weer met normale pauzes terug.

Infectie van de baarmoeder. Als de vliezen gedurende lange tijd gebroken zijn, is er een iets groter risico op een infectie van de baarmoeder tijdens en na de bevalling. Dit is eigenlijk ook geen echte complicatie van de inleiding zelf, maar hangt samen met de reden van de inleiding.

De meeste inleidingen verlopen zonder problemen en de risico's van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling. Maar door bovenstaande risico’s is er een grotere kans op een kunstmatige bevalling. Wel is het

noodzakelijk dat een inleiding onder goede controle en begeleiding plaatsvindt.

(10)

K

unt u zelf wat doen om de bevalling op gang te brengen?

Een veelgestelde vraag is of u zelf wat kunt doen om de

bevalling op gang te brengen. U heeft niet veel invloed op de start van de bevalling.

Een mogelijkheid om de bevalling zonder inleiding op gang te brengen, is door te 'strippen'. Uw behandelaar maakt dan met de vingers tijdens het inwendig onderzoek de baarmoedermond los van de vliezen. Dit kan pijnlijk zijn. Daarna treedt nogal eens bloedverlies op. Dit kan geen kwaad. Bij een onrijpe

baarmoedermond heeft strippen weinig zin, gezien de kans dat een bevalling daarna spontaan begint klein is.

Mocht u bezwaren hebben tegen een inleiding, bespreek dit dan met uw behandelaar. Soms is er een alternatief mogelijk, zoals het nauwkeurig controleren van de conditie van het kind terwijl u afwacht tot de bevalling uit zichzelf op gang komt.

Uw afspraak

U krijgt een afspraak mee met een tijdstip en locatie waarop u verwacht wordt voor het plaatsen van de ballonkatheter. Ook krijgt u instructies voor wanneer u zich kan melden op

verloskamers op de dag na de plaatsing.

Vragen

Voor algemene vragen over de inleiding van uw bevalling kunt u contact met ons opnemen via de onderstaande

telefoonnummers.

Franciscus Gasthuis (Rotterdam)

Tijdens kantooruren 8.00 - 16.30: 010 – 461 6202 Bij bevallingen en spoed 24 uur: 010 – 461 6505 Franciscus Vlietland (Schiedam)

Tijdens kantooruren 8.00-16.30: 010 – 893 2141 Bij bevallingen en spoed 24 uur: 010 – 893 2100

Juli 2021 1203

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zijn de vliezen langer dan 24 uur gebroken, maar komt de bevalling niet op gang.. Dan spreken we van langdurig

Ook als er tijdens één van de controles aanwijzingen zijn voor een infectie, wordt de bevalling ingeleid. Bij elke controle wordt de afweging gemaakt tussen afwachten

Als de vliezen gebroken zijn en er is voldoende ontsluiting, kan de verloskundig zorgverlener tijdens de inleiding een elektrode (draadje) plaatsen op het hoofdje van uw baby?.

Na het gips is het raadzaam nog minimaal vier tot acht weken (afhankelijk van de ernst van de breuk) te wachten voordat sport en/of gymnastiek wordt hervat (afhankelijk van de soort

Als de vliezen langer dan achttien uur gebroken zijn en u krijgt geen weeën, wordt u ook altijd doorverwezen naar de gynaecoloog.. Een inleiding wordt meestal geadviseerd vanaf

Daarom komt voor controle naar Tergooi locatie Blaricum.. In Tergooi controleren we de conditie van uw

Deze interactieve lezing van José Koster gaat niet over wat je moet doen als opvoeder maar over wie jij bent als ouder. Wat betekent ouder zijn voor

Omdat uw baby te vroeg geboren is, blijft u een aantal dagen bij Rhena, zodat we goed in de gaten kunnen houden of uw baby goed drinkt en niet geel wordt.. Als het goed blijft