Inlichtingen bij dhr. R.B. Verhoeff, telefoonnummer (026) 359 91 66 e-mailadres: post@gelderland.nl
Antwoord op Statenvragen PS2018-280 Arnhem, 22 mei 2018 zaaknr. 2018-006431
De leden van Provinciale Staten Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid M. Faber
( PVV ) over de Jaarstukken 2017
Ingevolge het bepaalde in artikel 39 van het Reglement van Orde Provinciale Staten van Gelderland 2017 doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid M. Faber toekomen.
Inleiding van de vragensteller:
n.a.v. de jaarstukken 2017 (PS2018-192) heeft de PVV fractie enige vragen aan het college.
Vraag 1 :
Betreffende verbonden partijen:
(Blz. 176) Interregionale Alliantie voor de Rijn-Alpen Corridor (EGTS)
De provincie en de overige leden zijn voor gelijke delen aansprakelijk voor de schulden, ongeacht de aard van de schulden.
Is er sprake van schulden? En in hoeverre heeft de provincie invloed op het wel dan niet aangaan van schulden door EGTS? In hoeverre kan de provincie verantwoordelijk gesteld worden voor het
aangaan van schulden waar zij te weinig invloed op heeft gehad?
(Blz. 177) Association of European Border Regions (AEBR)
Bij een faillissement van de organisatie moeten de leden het tekort aanzuiveren In hoeverre heeft de provincie invloed op het veroorzaken van eventuele tekorten?
In hoeverre kan de provincie verantwoordelijk gesteld worden voor het veroorzaken van tekorten waar zij te weinig invloed op heeft gehad?
Antwoord:
De EGTS Interregionale Alliantie voor de Rijn-Alpen Corridor heeft geen schulden. De begroting moet door de leden van de EGTS in de ledenvergadering worden goedgekeurd en er is een restrictief uitgavenbeleid afgesproken. Omdat Gelderland thans het voorzitterschap vervult van deze organisatie is er momenteel veel invloed op beleid en uitvoering daarvan. Dit beleid is er nadrukkelijk op gericht risico’s te mijden.
Bij de Werkgemeenschap van Europese grensregio’s (AEBR) wordt de begroting eveneens door de leden in de Algemene Vergadering vastgesteld. Daarmee wordt het kader voor het doen van uitgaven gecreëerd. De uitvoering daarvan ligt in handen van de secretaris-generaal en het presidium
(voorzitter, penningmeester en vicevoorzitters). Via het lidmaatschap van het dagelijks en algemeen bestuur wordt door onze vertegenwoordiger permanent aandacht gevraagd voor een gezonde financiële huishouding van de organisatie.
Voor beide organisaties geldt het Duitse recht. Ook zijn voor beide organisaties in de statuten regels opgenomen over de verdeling van schulden, mocht de organisatie niet meer aan de verplichtingen kunnen voldoen. De verdeling van de schulden richt zich daarbij naar de relatieve bijdrage die de organisatie aan de begroting levert.
2 Vraag 2 :
Doorlopend contract NS Reizigers
Blz. 248 onder niet uit balans blijkende verplichtingen staat een post:
Doorlopend contract NS Reizigers; Vergoeding kaartautomaten € 6.759.000,-
Waarom moet de provincie dit bedrag betalen voor kaartautomaten? Is dit niet een kostenpost voor de NS?
Antwoord:
Ten behoeve van de kaartverkoop op de regionale stations aan de regionale spoorlijnen in Gelderland heeft de provincie een overeenkomst met NS voor de huur en exploitatie van de NS-kaartautomaten op de regionale stations. Omdat wij hier uitgaan van doorlopende lasten gaan we uit van het jaartarief
* 15 jaar.
Vraag 3 : Klimaat Blz. 30
Maar daarnaast zullen we ons ook moeten aanpassen aan de effecten van klimaatverandering (klimaatadaptatie) waardoor de kwetsbaarheid van de samenleving voor de effecten van klimaatverandering vermindert met als doel: minder slachtoffers en kosten.
Wanneer is iemand een slachtoffer van het klimaat? En hoeveel slachtoffers vallen er in Gelderland en in Nederland door het klimaat? En met welk aantal verwacht het college dit te verminderen?
Hoe hoog zijn de kosten nu van de door u aangegeven klimaatverandering? En in welke mate worden deze kosten verlaagd?
Antwoord:
Iemand is slachtoffer van klimaatverandering als hij/zij getroffen wordt door de gevolgen van klimaatverandering.
Niet elk slachtoffer meldt zich of wordt gemeld. Wel is duidelijk dat klimaatverandering tot extreme weersituaties leidt, zoals hoosbuien, hagelbuien met extreem grote hagelstenen, lange perioden van droogte, hittestress en overstromingsrisico vanuit zee en rivieren. De kans op slachtoffers neemt daarom toe.
Doel is om het aantal zo veel mogelijk te beperken door te helpen de provincie aan te passen aan klimaatverandering (klimaatadaptatie). Aanpassen kan bijvoorbeeld door ruimte te reserveren voor water en groen, zodat het minder snel tot schade aan woningen, bedrijven en landbouwgronden leidt.
Door landbouwgewassen te telen die minder gevoelig zijn voor droogte en natuur minder kwetsbaar te maken voor extreme droogte. En door bij onze ruimtelijke ordening rekening te houden met
overstromingsrisico’s en na te denken over vluchtwegen.
Er zijn in de afgelopen jaren meerdere voorbeelden van schades door extreem weer, zoals bijvoorbeeld in Kockengen in 2014 en in Brabant en Limburg in 2016. In Gelderland zijn geen
gegevens over hoogten van schade. Financiële instellingen, zoals DNB en Verbond van Verzekeraars maken zich zorgen over hun investeringen. Premies voor verzekeringen kunnen als gevolg van de klimaatverandering fors stijgen.
Door klimaatadaptatie kunnen we de schade zo veel mogelijk beperken. In welke mate is moeilijk te zeggen omdat nog niet duidelijk is tot welke extreem weersituaties de klimaatverandering precies zal leiden.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris