• No results found

Bijlage 1 De Europese publieke sfeer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1 De Europese publieke sfeer"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 De Europese publieke sfeer

Televisienieuws is geen autonoom fenomeen. Het functioneert binnen een veelheid aan media die steeds meer met elkaar verbonden zijn en elkaar beïnvloeden. Hoe, hoeveel en wat televisienieuws bericht over het Europees Parlement wordt deels bepaald binnen de brede context van het media-aanbod. Naast het nationale media-aanbod in Nederland is ook het pan-Europese audiovisuele spectrum belangrijk.

Jurgen Habermas’ definieerde zijn concept van de publieke sfeer in zijn vroege werk als: ‘an arena that exists outside the institutions of the state in which a range of views and opinions can be developed in relation to matters of public concern.’1 In zijn latere werk hanteerde Habermas een definitie die beter op de moderne maatschappij aansluit. In 1997 omschreef hij de publieke sfeer als: ‘a highly complex network that branches out into a multitude of overlapping international, national, regional, local and subcultural arenas,’ waarmee hij erkende dat de bindende factoren binnen een nationale publieke sfeer, etnische en linguïstische homogeniteit, niet langer geldig waren.2 De publieke sferen die zijn ontstaan onder invloed van globalisering en de opkomst van globale massamedia worden bepaald aan de hand van gedeelde culturele en politiek gebonden arena’s. 3 Habermas legde de nadruk op de rol van de massamedia binnen deze arena’s, aangezien deze grotendeels het directe contact tussen actoren in de publieke sferen vervangen. Op Europees niveau zijn de massamedia zelfs de belangrijkste schakel tussen ‘Europa’ en de burgers van de lidstaten, omdat direct en persoonlijk contact tussen burgers en de EU om praktische redenen moeilijk is.4

Binnen de literatuur aangaande het ontstaan van een Europese publieke sfeer bestaat een brede consensus: een Europese publieke sfeer ontbreekt vooralsnog.5 In het proces van steeds intensievere Europese samenwerking is langzamerhand een Europese politieke sfeer ontstaan, maar deze mag niet worden verward met een pan-Europese publieke sfeer: een egalitaire communicatieve ruimte, waarbinnen het electoraat, door middel van massamedia, bij het Europese besluitvormingsproces kan worden betrokken en een gefundeerde stem kan uitbrengen bij Europese verkiezingen. De communicatieve ruimte die op Europees niveau wel bestaat wordt gedomineerd door de Europese elite: de nationale en EU-politici, het bedrijfsleven in de vorm 1 Philip Schlesinger, ‘Changing Spaces of Political Communication: The Case of the European Union’, Political

Communication, 16: 264.

2 Schlesinger, 266. 3 Idem.

4 Ruud Koopmans et. al., The Transformation of Political Mobilization and Communication in European Public

Spheres. Executive Summary, 2001, 2.

(2)

van het uitgebreide Europese lobbycircuit en een aantal elitaire media, zoals The Financial Times, European Voice en EuroNews.

Voor het ontbreken van een werkelijke publieke Europese sfeer zijn twee belangrijke oorzaken te noemen, te weten: het gebrek aan werkelijk Europese populaire media en de nationale gerichtheid van politici en media binnen de EU-lidstaten.

Een belangrijke oorzaak van het ontbreken van een Europese publieke sfeer is de sterke nationale gerichtheid van de media en politici van de lidstaten. ‘Europa’ komt pas in het nieuws als er iets te winnen is voor de lidstaat. Dit verklaart de grote aandacht van nationale media voor Europese topontmoetingen, die in de televisiejournaals grofweg twee keer zoveel aandacht genereren als de EU in routineperiodes.6 Tijdens deze topontmoetingen worden de nationale belangen voor de lidstaten benadrukt in de berichtgeving van de nationale media. Dit leidt tot een sterk wedstrijdelement in de verslaggeving over de vergaderingen en het downplayen van bereikte compromissen waarbij nationale vertegenwoordigers betrokken zijn.7 Ook bij verkiezingen voor het Europees Parlement zijn het niet de Europese, maar nationale thema’s die de media-politieke agenda bepalen.8 NOS-correspondent Paul Sneijder onderkent dit mechanisme en stelt dat dit geldt voor alle EU-berichtgeving:

‘Onze eerste doelstelling bij al onze berichtgeving is altijd: what’s in it for Holland, waar gaat het in Nederland om, wat betekent dit? Europese berichtgeving is niet voor Europa an

sich. Het is altijd belangrijk wat het voor de lidstaten betekent. We proberen bij ieder

onderwerp, of het nou om vis of over kippen of de Euro of over de dienstenrichtlijn gaat, te vertalen naar Nederland.’ 9

De nationale gerichtheid van media in de lidstaten wordt niet in balans gebracht door invloedrijke Europa-wijde media. De internationale geschreven media die een Europees publiek aanspreken zijn gericht op de elite: Financial Times, Europan Voice en The Economist. Hetzelfde geldt voor de Europa-wijde audiovisuele media: Europe by Satellite en Euronews.10 De EU helpt volgens recent onderzoek mee met het in stand houden van de prominente positie van de op de elite gerichte media door deze een ‘voorkeursbehandeling’ te geven ten opzichte van meer populaire media.11

6 Jochen Peter en C1aes H. De Vreese. ‘In Search of Europe: A Cross-Nationa1 Comparative Study of the European Union in National Television News’, Harvard International Journal of Press&Politics 9 (2004) 4:13.

7 Schlesinger, 268. 8 Idem, 269.

9 Interview met Paul Sneijder, EU-correspondent NOS, 02-04-2007. 10 NOOT

(3)

Volgens Schlesinger is het met het Europese audiovisuele landschap slecht gesteld: de audiovisuele media zijn volgens hem ‘a tale of casualties.’12 EBS levert veelal live beelden van vergaderingen en persconferenties en is voornamelijk bedoeld als feed voor nationale tv-zenders, maar is ook via satelliet te bekijken. EBS is echter sinds 5 maart 2007 naar een andere satelliet verhuist, waardoor het potentiële aantal kijkers drastisch werd verminderd. De journalistieke onafhankelijkheid van de zender heeft de schijn tegen: EBS wordt volledig gefinancierd door de Europese Commissie. Euronews is bedoeld als massamedium, maar eigen onderzoek van de zender wees uit dat het kijkerspubliek uit een kleine groep hoog opgeleide, boven-modaal verdienende mannen bestaat; hetzelfde publiek dat door de pan-Europese geschreven media bediend wordt.13 Tekenend is dat de zender jaarlijks een subsidie van 5 miljoen euro ontvangt van de Europese Commissie.14 De voorgenoemde media hebben amper invloed op de nationale media, waardoor de politici van de lidstaten zelf de politieke agenda kunnen bepalen, die zich sterk richt op nationale thema’s. Paul Sneijder:

‘Haagse politici hebben vaak de neiging om hun eigen kippenhok het belangrijkst te vinden en dat is begrijpelijk, want daar hebben ze hun stemmen gehaald en daar scoren ze op en du moment dat ze moeten erkennen dat het machtscentrum is verschoven naar Europa en dat de beslissers in Europa belangrijker geworden zijn dan zijzelf, dan hebben ze natuurlijk een probleem.’ 15

Het ontbreken van een brede Europese publieke sfeer levert een aantal ernstige problemen op. Verschillende auteurs stellen dat het ontbreken van een Europese publieke sfeer een Europees ‘democratic deficit’ tot gevolg heeft; een veelgehoorde klacht over het lage democratische gehalte van de EU en dan in het bijzonder de kracht van het parlement, en daarnaast de complexiteit die het burgers moeilijk maakt het politieke proces te volgen. 16 Schlesinger stelt dat brede publieke sfeer een ‘vereiste’ is voor een werkende parlementaire democratie.17 Pippa Norris toont aan dat hoe meer informatie kiezers hebben, of dat nu negatief of positief is, hoe groter de kans dat ze deelnemen aan het politieke proces.18

12 Schlesinger, 271.

13 Euronews glossary, http://www.euronews.net/feedback/en/MP_2007_Eng.pdf, 29-04-2007.

14 Jan-Hein Visser, ‘Tv-zender over Europese Unie voor bijna niemand meer te zien’, Sattelitemagazine.com, 8

maart 2007. http://www.radio.nl/2003/home/medianieuws/010.archief/2007/03/117327.html, 08-05-2007.

15 Interview Paul Snijder.

16 European Communities, Democratic Deficit , http://europa.eu/scadplus/glossary/democratic_deficit_en.htm ,

17-05-2007.

17 Schlesinger, 266.

18 Pippa Norris, A Virtuous Cirle: Political Communications in Postindustrial Societies (Cambridge: Cambridge

(4)

In Nederland heeft het ontbreken van het debat over de EU verstrekkende gevolgen gehad, zo blijkt uit recent onderzoek.19 Bij het afwijzen van het Europese grondwettelijke verdrag in het referendum dat in 2005 in Nederland werd gehouden, speelde de geringe kennis van de kiezer over de EU een grote rol. Hoewel Nederlanders over het algemeen een positieve mening over de EU hadden, werd in een relatief korte periode voor het referendum het publiek sterk beïnvloed door negatieve sentimenten over de EU, die konden ontstaan vanwege die gebrekkige kennis. De meningen van burgers over de EU waren volgens het onderzoek ‘weinig uitgekristalliseerd’, vanwege het ontbreken van de EU in het normale politieke debat.20 Andere auteurs wijzen op het gebrek aan debat over Europa als oorzaak van de lage opkomst bij Europese verkiezingen.21 Persvoorlichter Jeroen Reijnen van de liberale ALDE-fractie, legt uit hoe dit mechanisme volgens hem uitpakt:

‘De wetgeving [vanuit de EU] is kaderwetgeving, wat betekent dat het dan nog nationaal wordt geïmplementeerd. Als het in Brussel wordt besloten, wordt het pas drie jaar later geïmplementeerd en dan pas ontstaat er een debatje in Nederland. Dat is te laat, want dan is het in Brussel al besloten. […] Journalisten en voorlichters zijn er genoeg in Brussel, maar zolang je geen discussie nationaal hebt in de Tweede Kamer over Europa, gaat het ons niet lukken voor mensen thuis om aan te geven waarom Europa wel of niet belangrijk is en te zorgen dat mensen een mening hebben over Europa.’22

19 Sociaal Cultureel Planbureau en Centraal Planbureau, Europese Verkenning 3: EUROPESE TIJDEN: De

publieke opinie over Europa / Arbeidstijden, vergeleken en verklaard. http://www.cpb.nl/nl/news/2005_33.html,

17-05-2007.

20 Idem.

21 Baun, M.J. 1996. An imperfect Union: The Maastricht Treaty and the New Politics of

European integration. Boulder, CO: Westview Press.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

zou de Hoge Raad in de huidige, sterk internationaal georiënteerde, samen- leving zich niet als een waarlijk Europese rechter moeten profileren en daarom, bij het uitoefenen van

De jury kijkt ook of de inwoners en vrijwilligers- organisaties bij natuur en milieu

Uit eerder onderzoek is gebleken dat er sprake is van een v-curve bij de mate van oppositie tegen immigranten, waarbij mensen met een hoog en een laag inkomen meer oppositie

Dat k o n haast niet anders, omdat steeds een beroep was gedaan op de nationale energie, op de nationale waarden en normen en glorie.. Het natio- nalisme en de anti-Duitse

De vraag is of een dergelijke ‘Europese’ houding ook van de nationale rechters (en in het bijzonder van de hoogste rechters) kan worden verwacht: zou de Hoge Raad in de

Maar daar staat tegenover dat juist deze mensen waarschijnlijk tekort zullen schieten als het gaat om de competentievoorwaarden voor het burgerschap in de directe

In î895 in Venlo geboren - zijn vader was wiskundeleraar aan wat toen nog de kweekschool (pedagogi- sche academie) werd genoemd - was Henri Gelissen, door zijn

Vervolgens illustreer ik het belang van het kader van de publieke sfeer voor de beoordeling van een beroep op de demonstratievrijheid aan de hand van twee recente casus