• No results found

Vraag nr. 76 van 17 januari 2003 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 76 van 17 januari 2003 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 76 van 17 januari 2003

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Onthaalbeleid – Welzijns- en gezondheidsaspecten Het onthaalbeleid heeft tot nu toe vooral aandacht voor taal, onderwijs en werk. Een onthaalbeleid is echter meer dan dit. Heel wat nieuwkomers zijn bezig met een verwerkingsproces, hebben te maken met gezondheidsvragen, hebben nood aan begelei-ding.

1. Welke stimuli werden deze legislatuur reeds ge-geven aan de welzijns- en gezondheidssector om op deze moeilijkere problemen in te gaan ? 2. Werden hiervoor specifieke middelen

uitgetrok-ken ? Welke ?

Antwoord

Integrale benadering van inburgering

Nieuwkomers moeten zich op een volwaardige ma-nier kunnen ontplooien in onze maatschappij. H e t inburgeringsbeleid wil hen hierbij ondersteunen. Het primaire trajectdeel binnen het inburgerings-beleid moet de nieuwkomer aan de drempel van de reguliere voorzieningen brengen door redzaam-heid te verhogen Er worden drie dimensies van zelfredzaamheid onderscheiden.

1° De sociale zelfredzaamheid : deze is bereikt wanneer de betrokkene voldoende vertrouwd is met onze samenleving om er zelfstandig zijn weg te vinden.

2° De professionele zelfredzaamheid : deze is be-reikt wanneer de betrokkene kan instromen in de arbeidsmarkt met het oog op duurzame te-werkstelling of in staat is een beroepsopleiding te volgen.

3° De educatieve zelfredzaamheid : deze is bereikt wanneer de betrokkene in staat is om aan het reguliere onderwijsaanbod deel te nemen. E d u-catieve redzaamheid kan na het behalen van het diploma leiden tot professionele zelfredzaam-heid.

Iedereen die het primair inburgeringstraject door-lopen heeft moet een zekere mate van sociale zelf-redzaamheid bereikt hebben, naast de keuze om prioritair te werken aan educatieve of professione-le zelfredzaamheid.

Binnen het primaire traject kan de nieuwkomer zijn of haar levensloopbaan verder uitbouwen. D i t impliceert dat er aandacht is voor de verschillende "levensrollen" van de nieuwkomer zoals bijvoor-beeld de nieuwkomer als ouder, s t u d e n t , w e r k n e-m e r, v r i j e t i j d s e-m e n s, h u l p v r a g e r, c l i ë n t ,e n z o v o o r t . Nieuwkomers worden immers met tal van proble-men van allerlei aard geconfronteerd in hun nieu-we omgeving. Voor het nieu-welslagen van het traject van de nieuwkomer is het daarom van groot belang dat nieuwkomers met elke hulpvraag ergens te-rechtkunnen.

Dit houdt in dat men gebruik kan maken van alge-mene maatschappelijke voorzieningen, w a a r o n d e r ook welzijns- en socio-culturele voorzieningen. Hiertoe is een goed uitgebouwd dienst- en hulpver-leningsaanbod nodig waar de nieuwkomers hun weg naartoe kunnen vinden en dat bovendien openstaat voor hen. Het inburgerinsgtraject wil de nieuwkomer hierin helpen via het aanbieden van een trajectbegeleiding en een educatief program-ma.

1. Trajectbegeleiding

De methodiek die gedurende de eerste fase van de inburgering moet gehanteerd worden is die van de trajectbegeleiding.

De trajectbegeleider heeft, naast het uitstippelen van een educatief traject voor de nieuwkomer en het voorbereiden van een eventuele warme over-dracht naar de V DAB of lokale werkwinkel, o o k oog voor het "welzijn" van de nieuwkomer. N i e u w-komers moeten met al hun vragen en problemen bij de trajectbegeleider terecht kunnen. De traject-begeleider geeft informatie en zoekt naar een op-lossing.

Deze individuele ondersteuning heeft tot doel spe-cifieke administratieve, s o c i a l e, psychische of fysi-sche problemen en / of specifieke interesses door te nemen en te zorgen voor een gerichte doorver-wijzing van de personen naar reguliere voorzienin-g e n . De trajectbevoorzienin-geleider dient zich te beperken tot die ondersteuning die noodzakelijk is voor de vertrouwensrelatie en het doorverwijzen voor alle elementen die door de reguliere sector worden op-genomen.

(2)

regu-liere voorzieningen. Om een kwalitatieve doorver-wijzing mogelijk te maken is het nodig dat een ont-haalbureau met tal van diensten en organisaties sa-menwerkingsverbanden aangaat en een stevig net-werk uitbouwt.

Bepaalde welzijns- en gezondheidsvragen raken echter niet in één-t w e e-drie opgelost. De zelfred-zaamheid van de nieuwkomers is in sommige ge-vallen nog te beperkt na het primaire traject waar-door een langere opvolging van het traject van de nieuwkomer in bepaalde gevallen aangewezen b l i j k t . Daarom is het van belang dat er ook tijdens het secundaire traject oog is voor een integrale be-nadering van de nieuwkomer.

Aangezien er niet voor alle secundaire trajecten één zichtbare partner wordt aangesteld blijft het onthaalbureau het aanspreekpunt voor gerichte doorverwijzingen naar welzijns- en gezondheids-voorzieningen en voor de verdere opvolging van en bijsturing van het traject. De trajectbegeleiding wordt geleidelijk afgebouwd op basis van de over-dracht van de deelaspecten (bv. het aspect rond ar-beidsbegeleiding kan reeds overgedragen worden aan de V DA B ) . In het ontwerp van inburgerings-decreet dat momenteel ter stemming voorligt in het Vlaams Parlement, wordt rekening gehouden met deze "gefaseerde trajectbegeleiding" waarbij het primaire inburgeringstraject pas afgesloten wordt bij de volledige overdracht van de nieuwko-mer van het onthaalbureau aan de reguliere voor-z i e n i n g e n . Hierdoor blijven we oog hebben voor de eventuele welzijnsvragen van de nieuwkomers. 2. Educatief programma

Met het oog op de zelfredzaamheid van de nieuw-komer is de cursus m a a t s chappelijke oriëntatie (MO) ook van groot belang. Het welzijnsaspect neemt in de cursus MO een belangrijke plaats in ( o. m . in de leeromgevingen verzorgingsstaat, g e-z o n d h e i d s e-z o r g, vrije tijd en gee-zinssituatie.) De cur-sus maakt de nieuwkomer wegwijs, geeft inzicht in het reilen en zeilen van onze samenleving en geeft een antwoord op een heleboel vragen waar de nieuwkomer mee zit of in de toekomst mee zal ge-confronteerd geraken ; MO heeft dus ook een pre-ventief karakter. Nieuwkomers komen tijdens de cursus voor het eerst in contact met een aantal re-guliere voorzieningen. Gastsprekers komen naar de les of de cursisten gaan zelf op bezoek bij enke-le diensten en organisaties. De cursus MO heeft dus ook een drempelverlagend karakter.

De basiscursus Nederlands als Tweede Ta a l tot slot heeft ook een zeer belangrijke functie binnen het welzijnsaspect van de nieuwkomer. Het beheersen

van de taal betekent immers een belangrijke meer-waarde voor de nieuwkomer wanneer hij een be-roep wenst te doen op het dienst- en hulpverle-ningsaanbod.

Inburgering als een wederkerig proces

Inburgering wordt beschouwd als een interactief en reflexief proces waaraan in twee richtingen ge-werkt wordt : zowel de belangen van de nieuwko-mer als van de ontvangende samenleving worden in rekening gebracht. Deze wederkerigheid impli-ceert dat o. m . de verschillende maatschappelijke voorzieningen ook openstaan voor de doelgroep van het inburgeringsbeleid.

Het onthaalbureau dient netwerken uit te bouwen, zodat de reguliere verder wordt gestimuleerd en ondersteund om zijn verantwoordelijkheid naar de individuele nieuwkomer op te nemen. Deze op-dracht echter, met name het stimuleren van de voorzieningen om ze toegankelijker maken voor etnisch-culturele minderheden, kadert ruimer bin-nen het minderhedenbeleid.

Binnen het beleid dat ik voer op het vlak van de emancipatie en participatie van etnisch-c u l t u r e l e m i n d e r h e d e n , wil ik de maatschappelijke voorzie-ningen voor etnisch-culturele minderheden ook toegankelijker maken, zodat de nieuwkomers menswaardig opgevangen en begeleid worden bin-nen o. m . de welzijns- en gezondheidsvoorzienin-g e n . Deze dienstverlenende voorzieningezondheidsvoorzienin-gen worden vaak geconfronteerd met taalproblemen, h e t g e e n natuurlijk frustrerend is, zowel voor de cliënt als voor de hulpverlener en fnuikend voor de dienst-verlening zelf. Want precies de communicatie is een belangrijke voorwaarde om mensen adequaat op te vangen en te begeleiden.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze optie gaf de mogelijkheid via het instrument sociale werkplaatsen voor een bepaalde doelgroep en bepaalde activiteiten reeds gedeeltelijk een structureel antwoord te

Een deontologische code moet dan in heldere be- woordingen aangeven dat gelijke kansen, n o n-d i s- criminatie en diversiteit prioriteiten zijn, zowel in de interne samenwerking als

Dat mijn eigen diensten (in casu de diensten van Ruimtelijke Ordening) openstaan voor initiatieven inzake doelgroependiversiteit in de tewerkstelling behoeft geen betoog. Zo zijn

Concluderend kan bijgevolg gesteld worden dat onder verantwoordelijkheid van de Vlaamse re- gering er door de Vlaams Bouwmeester en zijn team een centrale kwaliteitsaansturing met

Alle gemeenten, ook deze waarvan de inventaris nog niet is afgerond, kunnen dan een beroep doen op de cel Monumenten en Landschappen voor de uitbouw van hun monumenten en onroerend-e

1 Besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het Ministerie van de Vlaamse Ge m e e n s c h a p en de regeling van de rechtspositie van het personeel

De minister verklaarde in het Vlaams Parlement een onderzoek te doen naar het aantal personen met een handicap dat wel op de bus wil, maar er niet op kan door een gebrek

Men tracht wel vrouwen en jongeren aan te trek- k e n , door hen expliciet te vragen om deel te nemen telkens er nieuwe leden gezocht worden, maar dit gebeurt zonder veel