• No results found

En toch is Paars een bijzonder kind

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "En toch is Paars een bijzonder kind "

Copied!
68
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MAANDBLAD VAN DE WIARD I BECKMAN STICHTING

JAARGANG

S8

I I I I 2

200. 1

En toch is Paars een bijzonder kind

H. VAN MIERLO

N eemt Frankrijk afscheid van Rousseau?

S. ROZEMOND

DOES BLAIR DELIVER?

'Welfare to Work' : Nederland-Engeland 1-4

T. LIVI US

DeDerde Weg

ontsp~ord

R. PINTO

I

w. DE KOK

De Europese uitbreiding blijft riskant

P. DANKERT

Waarom ik verkiezings- campagnes haat

R. CUPERUS

Tegen situaties van verzuim Bij de dood van Harry de Lange

H. NOORDEGRAAF

(2)

,,

SOCIALISME

&..

DEMOCRATIE

MAANDBLAD VAN DE WIARD! BECKMAN

TICHTING

DENKTANK VAN DE PART!) VAN DE ARBEID

JAARGANG 5"8

NUMMER 11/12 2001

ISSN OOJ7-81J5

INHOUD

R. 1T HART

Riskante retoriek 48 S

H. VAN MIERLO

En toch is Paars een bijzonder kind 48 7

S. ROZEMOND

Neemt Frankrijk afscheid van Rouss au?

490

DOES BLAIR DELIVER?

T. LIVIUS

'Welfare to Work': Nederland-Engeland

I -4 496

R. PINTO SCHOLTBACH & W. DE KOK

De ontsporing van Blair's Derde Weg so s

P. DANKERT

Naar een Europabrede Unie?

509

DE HETE HANGIJZERS VAN VERKIEZINGSJAAR 2oo2 R. CUPERUS

Waarom ik verkiezingscampagnes haat s

I

4

H. NOORDEGRAAF

Tegen situaties van verzuim

Bij de dood van Harry de Lange

s2o

PEN OP PAPIER

S. DIJKSMA

Een reactie op Tromp

s

2 8

Poezie 53

2-

s 33

Boeken

De ideologische impasse van Gorbatsjov

s 34 Hoofden

&

Zinnen

Tony Blair en 'the politics

if

globalisation'

s

3 9

Een avond met Manuel Castells

542

REGISTER 200 I

544

Briif a an de lezers

s 48

Ji

Ql

p ti

S<

t<

t<

p d

0

d t<

eJ

ir

"'

rr d t< rr

st

R ri

eJ

rr 'n

0

t< rr

"' c

T A B }j

Ia p rr

VI

gt g : g

c,

Vt

(3)

s&..Dll/122oot

Jimmy Carter was in 1979 eigenlijk het eerste politieke slachtoffer avant Ia lettre van de wereld na 1 1 september. Eerst werd zijn favoriete potentaat, de Sjah, 'opgevolgd' door een islamitisch-fundamentalis- tische dictatuur (sji'ietische variant). Vervolgens plukte Saddam Hoes- sein in Irak de vruchten van zijn jarenlang voorbereidde couppoging toen hij ook officieel als president werd aangewezen. Aan het eind van 1979 intervenieerde de Sovjet-Unie in Afghanistan. Hier werd het zit- tende communistische regime meer en meer door een islamitische op- positie bedreigd waarvan een substantieel gedeelte werd gei'nspireerd door een soennitische variant van het fundamentalisme. Carter steunde overigens deze oppositie sinds de zomer van '79 al clandestien. (Han- denwrijvende reactie van veiligheidsadviseur Brzezinski: 'Krijgen wij toch onze zin; hebben de Sovjets eindelijk hun "Vietnam'")

Opvolger Ronald Reagan was vervolgens, afwisselend in 't geniep en openlijk blij met Saddam's agressieoorlog tegen het nieuwe regime in Teheran. De Sovjet-Unie bleef natuurlijk wei de aartsvijand en dus was Amerikaanse steun aan de oppositie in Afghanistan ook in zijn ogen meer dan gerechtvaardigd. Reagan legde hierbij een voorkeur aan de dag voor de meer fundamentalistische strijdgroepen (waaronder de toenmalige Saoedische 'gastsoldaat' Osama bin Laden). Over het de- mocratische gehalte van deze groeperingen kon toen al geen misver- stand hebben bestaan. Oat dit alles afbreuk deed aan de juist door Reagan - en Iaten we ook Carter niet vergeten- fors aangezette reto- riek over vrijheid en democratie werd door hem niet als problematisch ervaren. Oat gold evenzeer voor Vader Bush die, geheel in tegenspraak met deze ook door hem gebruikte retoriek, in 199 1 verzuimde om het regime van Saddam Hoessein te verwijderen.

Na de I I september barbarij verdienen de Amerikanen uiteraard onze steun en solidariteit, maar de luchtaanvallen van de Verenigde Sta- ten op het Taliban-regime in Afghanistan zijn inrniddels wel hun tweede maand ingegaan. Over daadwerkerkelijke resultaten valt momenteel weinig te zeggen. Nog onduidelijker is het einddoel van deze akties.

De dood of de arrestatie van Bin Laden c.s.? Het verwijderen van het Taliban-regime met of zonder machtsoverdracht aan de Noordelijke Alliantie? Voor zover er publieke uitspraken van Amerikaanse (en Britse) regeringsfunctionarissen over zijn op te tekenen zijn ze onder- ling niet consistent. Dit is een veeg teken want bij de noodzaak van een langdurige bestrijding van het terrorisme hoort bijvoorbeeld ook een plan voor de wederopbouw van Afghanistan dat een logisch gevolg zou moeten zijn van de Amerikaanse vrijheid-en-democratie-retoriek.

Er blijft echter een gevoel van onbehagen hangen vanwege de hoge verwachtingen die door opeenvolgende regeringen in Washington zijn gewekt. In hoeverre zijn ze bereid en in staat om hun wereldwijde 'pro- gramma' vrijheid en democratie voor allen ten uitvoer te brengen? De nei- ging van Washington om deze retoriek niet geheel serieus te nemen c.q. de onmogelijkheid om deze hooggestemde idealen werkelijk te verwezenlijken, zouden na 1 1 september wel eens opnieuw rampzalige gevolgen kunnen hebben.

Riskante r e torie k

RICHARD 'T HART Boekenredacteur s &.P

(4)

Eo zi ie

v~

ni m

e~

Zo

e~

A te D

te hc se de

m

ni

Ql V(

nc

w p, P; p, ni st

Cl

do

w

(5)

s&...o 11/12 2oo1

En toch is Paars een bijzonder

kind

Eerste zinnen van een hoek zijn altijd van belang. In

De tweede gold de vraag of het binnenwerk van de democratie, het ieder geval voor de schrij-

ver. Een eerste zin hoeft niet waar te zijn, maar hij moet het verlangen naar een tweede zin oproepen.

Zeven jaar paars heeft als eerste zin: 'De Partij van de Arbeid heeft een afkeer van terugkijken ontwikkeld .' Oat is waarschijnlijk waar.

HANS VAN MIERLO maatschappelijk veld, zich zou will en orienteren op de paarse partijen. Oat bin- nenwerk had zich in de loop van die 8o jaar voor de ze- kerheid maar volledig ge- richt op die ene machtsfac- tor, die altijd terug kwam in welke coalitie dan ook, het

CDA. Zou dat binnenwerk

s &.P drukt hier de rede

cif,

die Hans van Mierlo

op 16 oktober 2001 in Perscentrum Nieuwspoort in Den Haaa hield bij het in ontvanast nemen van het eerste exemplaar van 'Zeven jaar paars.

Het tweeiintwintiaste jaarboek voor het democratisch socialisme', een uitaave van

De Arbeiderspers en de WBS.

De tweede zin had moe-

ten zijn: Daar staat tegenover dat zij een groot talent heeft ontwikkeld voor herdenken. Het verschil tus- sen terugkijken en herdenken is meestal een overle- dene en dus past hier waakzaamheid-een woord dat niemand zo mooi uit kan spreken als Wim Kok. We moeten ervoor waken een herdenking te houden ex ante. Oat wil zeggen: een herdenking van iets dat nog volop in Ieven is. Eerbied voor het Ieven zou je kun- nen zeggen.

Laat ik vooropstellen dat ik niet de indruk wil wekken dat o66 het vaderschap wil claimen van Paars. Er zijn vele factoren buiten ons, zonder welke Paars er niet gekomen zou zijn. Maar het is waar:

Paars zou er in ieder geval niet gekomen zijn als D 66 niet stug geweigerd had mee te werken aan de tot- standkorning van iedere andere meerderheid -van centrum-links tot centrum-rechts.

Oat was nog niet eens zo eenvoudig, omdat ie- dere fatsoenlijke partij zich moreel aangesproken gaat voelen als na verloop van tijd een dreigende on- regeerbaarheid in zicht komt, en zich dan afvraagt hoe lang je 'nee' kunt blijven zeggen tegen andere oplossingen als de meest gewenste niet mogelijk is.

Ik kan u zeggen dat het een keer kantje boord is ge- weest.

Er waren twee onzekerheden. De een was of we na So jaar, zonder het CDA, de bestuurders zouden kunnen leveren die hetland nodig heeft. Daarin had ik zelf veel vertrouwen, maar de onzekerheid hier- over- vooral bij anderen- was groot.

nu mee willen draaien en nieuwe kanalen will en gra- ven naar de macht? Daarover was ik wel onzeker en dat heb ik ook, lang voor de campagne begon, in in- terviews uiteengezet. En d;\.t was ook de grootste verrassing, die al na een paar maanden manifest werd, het gemak waarmee dat binnenwerk zich naadloos aansloot bij de nieuwe machtsconstellatie.

Zoals vaker, bleek de maatschappij veel verder gee- volueerd dan de politici.

Waar kwam het vertrouwen uit voort dat de twee denkrichtingen, die elkaar altijd hadden uitge- sloten en vaak hun verschillende opvattingen diame- traal tegenover elkaar hadden geformuleerd in vlammende tegenstellingen - dat die twee richtin- gen nu tot compromissen konden komen en tot sa- menwerking?

Het antwoord is tweeledig: in de eerste plaats uit de meer theoretische overtuiging dat die tegenstel- lingen in hun onhanteerbare mate opgefokt waren en alleen opgespeeld om zo pregnant mogelijk de discussie te voeren voor de kiezers, ten behoeve van de bruidskeuze van de confessionele partijen. Die konden daardoor ook de vanzelfsprekende en per- manente machtspositie innemen en uitbuiten, en dat 8o jaar lang.

In de tweede plaats konden we dat vertrouwen hebben omdat D 66 zelf paarse geboortepapieren heeft. De oprichters en daarna de toestromende leden, bleken voor een groot deel afkomstig te zijn van vvo en PvdA. En voorzover dat niet formeel

(6)

S&_.011/I2200I

was, bleken ze vaak het liberale dan wei sociaal-de- mocratische gedachtegoed aan te hangen. Maar beide categorieen zagen het liberalisme en de soci- aal-democratie als gesloten ideologieen, ongeschikt om de maatschappij echt te besturen en ze weiger- den beide benaderingen als tegenstellingen te zien:

integendeel, als aanvullingen op elkaar. En dus voel- den zij zich niet Ianger meer thuis in de opstelling van de daarbij behorende partijen.

Binnen de nieuwe partij vonden ze elkaar in de behoefte om samen een liberaal-sociaal-democra- tisch beleid te bedenken. En omdat zij - binnen hun staatsrechtelijke opvattingen - ook nog vonden dat in principe concessies op het programma niet na, maar v66r de verkiezingen gedaan moesten worden, neigden zij ertoe om programma's te maken die al een grote haalbaarheid had den. Met een paar uitzon- deringen, waarin radicale en pressure group-achtige standpunten werden ingenomen op gebieden, waar we toen nagenoeg alleen in stonden, of waarop een tahoe rustte: staatsrechtelijke vernieuwing, milieu en nie~we immateriele waarden.

Zo legden we bij de oprichting van o 66 zonder het te weten de kiel van een boot, die pas 2 8 jaar later zou gaan varen. En dus was onze vasthoudend- heid niet meer dan een noblesse oblige: die ene keer dat de partij een disproportion eel hoog aantal zetels haalt, waardoor hij de vervulling van een hoofddoel- stelling kan afdwingen, dwingt hem om redenen van eer en opportuniteit, die rol te spelen en bovenal die rol. En dat zeker als een keer voor dat doel vol- doende is.

Ik herinner hieraan omdat daar de verklaring ligt voor, zoals ik zei, het vertrouwen dat je met sociaal- democratie en liberalisme ook iets anders kunt doen dan ze belijdend tegenover elkaar te zetten.

Tegelijkertijd verklaart het waarom het zo moei- lijk is voor o 66 om zich als partij zichtbaar te maken in een grotere context van een coalitie, die in wezen een kopie is van jezelf. Maar dat is 6nze zorg en inhe- rent aan het avontuur dat we begonnen zijn.

Oppositie bestaat niet

Zo gemakkelijk als kabinet en maatschappij elkaar vonden, zo moeilijk was het voor het CDA om een overtuigende oppositierol te vinden. Dat lag niet ai- leen aan het feit dat gaandeweg het ongestoorde bezit van de macht de belangrijkste raison d'etre was geworden, die een gat naliet dat niet met een sterke politieke identiteit kon worden gevuld. Het lag ook aan de omstandigheden die Balkenende scherp om-

schrijft in zijn bijdrage aan Zeven jaar paars en aan de omstandigheid dat juist door de nieuwe situatie zichtbaar werd hoe vals en oneigenlijk het begrip op- positie is in de Nederlandse verhoudingen.

In feite betekent het niet meer dan: niet-rege- ringspartij. Pas als alle niet-regeringspartijen 66k een akkoord zouden sluiten met een paar hoofdpun- ten waarop ze een gezamenlijk beleid tegenover het regeringsbeleid zouden voeren, zou je van een op- positie kunnen spreken, maar het ligt natuurlijk niet voor de hand dat dit gebeurt, gezien de totale onge- lijksoortigheid van partijen. En dus wekt het woord oppositie een valse verwachting van iets dat een al- ternatief zou kunnen zijn voor het regerings-beleid.

Q:jod non. Dat was vroeger al zo, toen bij een centrumrechtse beleidsdaad de illusie van een cen- trumlinks alternatief altijd in de Kamer zat. En bij centrum-links omgekeerd. Het leek alsof het alter- natieve regeringsbeleid in de Kamer zat, terwijl het in werkelijkheid niet meer was dan een mogelijke andere regeringspartner van het co A. Een nogal ste- vige vervalsing van het door sommigen bewonderde Angelsaksische model.

lk beschouw het zelf als een verademing dat door Paars onder andere een einde is gekomen aan die il-

lusie-vervalsing. Ook al moet ik toegeven dat daar- door het parlementaire de bat minder hoog oploopt, ook minder demagogisch is en dus ook minder spec- taculair. Voor het CDA met zijn geschiedenis en sig- natuur is het dus extra moeilijk om een sterk alter- natief te ton en voor het gepresenteerde beleid, dat per definitie al een compromis is.

Het is eigenlijk zo'n vernederende onzin om Ka- merleden te dwingen om het vak van volksvertegen- woordiger uit te oefenen binnen het imperatief van Of de regering

a

tout prix te steunen Of haar zoveel mogelijk schade te berokkenen. Aan deze hoofdrol wordt immers de constitutionele controle op de re- gering ondergeschikt gemaakt.

Maar wie dat wil veranderen, zal ons staatsrech- telijke systeem moeten veranderen dat een dualisti- sche pretentie heeft, maar door het parlementair stelsel onverbiddelijk monistisch uitpakt. Zonder regeerakkoorden en zonder andere nadere afspra- ken tussen regeringspartijen is regeren in Nederland onmogelijk, met hoeveel verachting men ook het woord 'achterkamertjespolitiek' uitspreekt.

Paars is toe aan een check-up

Paars is wei degelijk toe aan een check-up. En daar- voor Ievert Zeven jaar paars vee] nuttig materiaal. Het

d e d d

tl v 0

g

n

g

li

v

'

d

t r

c 1:

•r

'

t

~ r

\

(7)

•e-

6k

In- let lp- )et Ire-

,

lrd

~l­

id.

!en :n-

•bij

b r-

1et jke

te-

lde I lor

il- ar-

pt,

-C-

ig- er-

~at

Ca-

~n-

7an eel irol re-

:h-

;ti- :air ::ler ra-

md

het

ar- -let

s&..o t t / 1 2 loot

is een bedachtzaam en soms geleerd hoek. Met aca- demische tred betreden de essayisten de paarse tuin en de onderscheiden beleidsterreinen. Vaak wordt de vinger op een zere plek gelegd, de ene keer be- deesd, de andere keer met vreugde.

Een aantal schrijvers refereert aan de grote pre- tenties waarmee Paars begon. Ik kan me daar niets van herinneren. Ik had voornamelijk vraagtekens en onzekerheid en ook de overtuiging dat het moest gebeuren. Maar ik ken wei de niet ongebruikelijke neiging in de politiek om de pretenties in terugblik groter te maken dan ze waren om dan de teleurstel- lingen ook groter te kunnen maken.

Vanzelfsprekend overheerst de kritische noot.

Maar door alles heen is vaak een teneur voelbaar, die van het hoek een zeer Nederlands product maakt.

Want op enkele uitzonderingen na lijken de stukken doortrokken van een verlangen succes van zijn glans te beroven, resultaten te relativeren, en bovenal aan te tonen dat eigenlijk alles wat gelukt is, verklaard moet worden uit de economische welvaart, dan wei in aanleg door vorige kabinetten is ingezet en dat er dus niets bijzonders aan de hand was, wat het beleid betreft.

Nou, voor een dee! is dat natuurlijk waar, maar soms kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat met een te grote hartstocht de verf van de resultaten wordt afgekrabd. Het is natuurlijk waar dat de resul- taten op het gebied van de staatsrechtelijke vernieu- wing mager zijn- maar ik geefhet jete doen met een grote regeringspartij die op dit punt eigenlijk hele- maal niets wil. Bovendien moet je - of je het leuk vindt of niet- constateren dater voor het eerst be- weging is gekomen in het conservatiefste staatsrecht van Europa: en op het referendum en op het punt van de gekozen burgemeester. Er is onomstotelijk een weg ingeslagen. Daarop gaat een slak, maar hij gaatwel.

En het is natuurlijk waar dat voorgaande kabinet- ten eerste stappen hebben gezet op het terrein van immateriele waarden. Maar die zijn allemaal gezet onder grote druk van de oppositie, die met initiatie- ven kwam of dreigde en ik acht het uitgesloten dat een kabinet met het c D A met de verdergaande voor- stellen van Paars, die nu zijn gerealiseerd, zou zijn gekomen.

En het is het natuurlijk waar dat we het geluk hebben gehad van de bloeiende economie, maar het is geen schande je te realiseren dat het geluk alleen met hen is die er goed mee omgaan.

We moeten de resultaten van Paars zeker niet overdrijven, maar het zou aardig zijn als we de angst daarvoor op een andere manier konden beteugelen dan door ze te verkleinen.

Paars in twee-

if

driedelig kostuum?

Wat de toekomst zal brengen is onzekerder dan ooit.

Niet te voorspellen is wat voor nieuwe gevoelens zich onder burgerij en politici gaan ontwikkelen sinds de gruwel van de elfde september en haar na- sleep. Wordt de democratie op de proef gesteld, worden we bang en waar gaan we dan naar verlan- gen? Naar terug of naar anders?

lk vind dat Paars het redelijk goed heeft gedaan.

In het beleid zal er zeker wat moeten veranderen. De collectieve sector moet sterker worden ten opzichte van de private. Als dat kan in Paars (in twee of drie- delig kostuum) zou dat mooi zijn. Maar Paars is geen must meer. Dat was de eerste keer, toen bewezen moest worden dat zonder het c D A minstens zo goed en mogelijkerwijs beter geregeerd kon worden.

Toen is tot stand gebracht de kwalitatieve (en niet de kwantitatieve zoals door een drukfout in de laat- ste regel van Zeven jaar paars staat), de kwalitatieve gelijkheid van de politieke partijen, Toen is gebro- ken- niet met de macht van het midden (het CDA)

maar met de vanze!fsprekendheid van de macht. Zo- zeer zelfs dat ook het CDA weer een gewone partij is geworden en niemand meer weet wat nog bijzon- der is.

De angst voor het bijzondere is inderdaad van Nederlandse aard. lk vrees dat het niet voortkomt uit een verlangen naar eenvoud. Preciezer gedefi- nieerd is het de angst dat de ander denkt dat jij denkt dat je bijzonder bent. En dat was het dat de minister- president van aile Nederlanders al bij de geboorte van paars dreef tot de geruststellende mededeling dat dit helemaal geen bijzonder, maar een doodge- woon kabinet was. En zeven jaar later neemt het Tweeiintwintigste jaarboek de laatste verdenking weg dat we ons niet aan dat woord hebben gehouden.

Maar als aile illusies weg zijn, en het doodstil is geworden en je heel goed luistert, dan hoor je in dit land altijd nog zwakjes de stem van de vader van Dik Trom: 'En toch is het een bijzonder kind- en dat

. .

,

1s 1e .

HANS VAN MIERLO

Mede-oprichter en voormalig politiek ]eider van D66;

was tijdens Paars 1 minister van Buitenlandse Zaken.

(8)

490

s &.o ll/12 2oo1

Neemt Frankrijk afscheid van

Rousseau?

Begin september stelde Jean-Pierre Chevenement, eerder tot drie maal toe mi-

Ieider van de Mouvement des citoyens (MDC), zich nog ie- mand anders als rechtzin- nister en telkens eigener

beweging opgestapt, zich officieel kandidaat voor de presidentsverkiezingen van komend jaar. Sceptici voor- zagen dat hij daarmee vooral stemmen bijeen zou harken van bekrompen na- tionalisten. Le Fi9aro daar-

SAM ROZEMOND nig republikeins kandidaat gaat aandienen. Wellicht zal de ultra-Gaullist Char- les Pasqua, die eveneens met dit predikaat pronkt, vanwege duistere praktij- ken met partijfondsen bui- ten de wedren blijven.

Doch ook de overige ge- In Frankrijk doet zich een controverse voor over

de wondsla9en van de republiek. Sam Rozemond beschouwt de twistpunten: Vichy, Corsica, horifddoekjes en Europa. Hij constateert dat de

Franse al9emene wil sprin9levend is, maar in verwarrin9 verkeert.

entegen verwachtte van deze stap juist een welkome opleving in de na vijf jaar van cohabitatie uitge- doofde' politieke ideeenstrijd. Van zijn kant was de hoofdredacteur van Le Monde, Jean-Marie Colom- bani, al eerder op zo'n debat vooruitgelopen door een felle aanval in boekvorm' te lanceren op Cheve- nement en op diens dwepen met de 'republiek', een woord dat overigens niet aileen deze politicus in de mond bestorven ligt. Wat moeten we ons bij zo'n controverse over de grondslagen van de Franse re- publiek voorstellen?

De connotaties van het in Frans staatkundig den- ken centrale begrip 'republikeins' moeten wei aan menigeen in het buitenland ontgaan. Net als 'fede- raal' betekent het immers overal wat anders. In een monarchie denkt men aan de tegenhanger van een erfelijk staatshoofd (ook al zijn er nu in de wereld vier republieken - Indonesie, Noord-Korea, Syrie en de vs- waar de vader van de president eerder hetzelfde ambt bekleedde). In Amerika verwijst re- publikeins vooral naar een grote partij, in Ulster naar een pan-Ierse loyaliteit en in Duitsland naar de extreme groepering der Republikaner. Voor Fran- sen schuilt achter het begrip evenwel een heel a parte denkwereld met een beladen historie. In principe ligt de zaak heel eenvoudig. In de Larousse staat re- publiek gelijk aan volkssoevereiniteit en bij Rous- seau heet die volkssoevereiniteit onvervreemdbaar.

De doorwerking van een en ander in de praktijk komt zo straks ter sprake.

Onzeker is nog ofbehalve Chevenement, partij-

gadigden voor het hoogste ambt kunnen zich in hun retoriek niet onbetuigd Iaten.

Wat bedoelen nu figuren uiteenlopend van Regis Debray ter linkerzijde tot Philippe Seguin in het rechtse kamp, wanneer zij de republiek zoal niet hoven dan toch tegenover de democratie plaatsen?

Het daaraan ten grondslag liggende waardenstelsel laat zich het best benaderen vanuit enkele strijdpun- ten in de Franse politiek. Het gaat dan om elkaar ten dele overlappende thema's rond dat begrip repu- bliek, te weten '. historische continwteit (Vichy),

2. staatsrechtelijke eenheid (Corsica), 3. levensbe- schouwelijke neutraliteit (hoofddoekjes), 4· poli- tiek primaat Qustitie) en 5. nationale soevereiniteit (Europa).

In felle debatten vliegen, naar goed Frans ge- bruik, namen en data uit vervlogen eeuwen om de oren, evenals verwijten aan tegenstanders dat zij hun land onder het Angelsaksische juk willen Iaten bui- gen dan wel zich Iaten leiden door nostalgisch chau- vinisme. Tot de prominente deelnemers behoren, behalve de genoemde politici Chevenement, Seguin en Pasqua, ook een aantal kopstukken uit de wereld van wetenschap en publicistiek. Zo spiegel en zich ter ener zijde sociaal-historicus Pierre Rosanvallon en, uit de hoofdredactie van het dagblad Le Monde, Co- lombani en Andre Fontaine a~ het anti-centralisme van de girondijnen van weleer. Zij vinden tegenover zich in een zogeheten jacobijns kamp etatistische in- tellectuelen als Regis Debray, Pierre Bourdieu en Jacques Julliard, en Alain-Gerard Slama van de Fi-

8

v v v

J, e r

. .

(9)

des ie- in- at

~ht

ar-

ms kt, tij- ui-

e n.

, re- :un

I gis 1et iet .n?

sel

ln-

len u-

y),

le- ,)j_

eit

•e-

'

de un ui- LU-

!n, .lin :ld :er :n,

: o-

ne 'Cr n- en Fi-

S&_OII/122001

aaro. Verwant met deze laatsten voelen zich, deels verzameld rond het weekblad Marianne onder aan- voering van Jean-Fran.yois Kahn, nogal wat Fransen van joodse en Noordafrikaanse komaf en geassimi- leerde immigranten van elders die vrezen dat ze, bij een om zich heen grijpend communautarisme, tegen wil en dank zullen worden geperst in aparte cultu- rele hokken, ieder in een eigen collectieve groep- sidentiteit. Maar eerst die twistpunten.

Twistpunten

Vichy. Als gezegd gaat het hierbij om het continuum van de republiek. Vallen haar als zodanig de zwarte bladzijden uit het Franse verleden aan te rekenen, waaronder de revolutionaire terreur en het kolonia- lisme? Chevenement noemt de staat van dienst na eeuwen republiek per saldo positieP en zijn geest- verwanten werpen anderen voor de voeten dat zij alle wandaden uit de geschiedenis juist op de repu- bliek pogen af te schuiven, terwijl de civiele maat- schappij eeuwig de vermoorde onschuld mag spe- len.3

Maar hier komt in dit geval nog iets bij. A Is het in 1940 de republiek was die na de nederlaag tegen Duitsland ging collaboreren, dan was dus het verzet binnenslands en vanuit Londen geen belichaming van de republiek. Ziet men deze laatste daarentegen bovenal als een stelsel van onvergankelijke waarden, dan kon zij per defmitie niet ontsporen. En dan was het de parlementaire democratic die in juli r 940 verraad pleegde met haar volmachten voor maar- schalk Petain.

Meer juridisch en doctrinair gesproken: het af- staan van soevereiniteit aan de overwinnaar was van de aanvang af nietig omdat immers de republiek niet abdiceren kan.

Corsica. Deze kwestie draait vooral om twee vragen:

herbergt het eiland een afzonderlijk volk, en zo ja verdient dit dan ook een van overige regio's afwij- kend rechtsstatuut? Weliswaar hebben voorman- nen, van Robespierre tot Mitterrand, het woord peuple in de mond genomen en kent Corsica al een eigen vertegenwoordigend lichaam zoals dat elders in hetland niet voorkomt. Maar ver over de schreef ging in veler ogen president Mitterrand toen hij een wetstekst ontwierp waarin de Corsicanen een 'volk'

heetten als onderdeel van het Franse 'volk'. 4 Dit let- terlijk dubbelzinnige woordgebruik leek immers de Franse natie op een lijn te stellen met een soort stamverband. Daar stak de constitutionele raad toen een stokje voor. Andre Fontaine intussen ziet hier geen enkel probleem, net zo goed als er naast een Duits ook een Beiers of Saksisch volk blijkt te kun- nen bestaan.S

De zaken zijn intussen weer op scherp gekomen door het plan van de regering-Jospin om het eiland een- weliswaar zeer beperkte en afgeleide- wetge- vende bevoegdheid te verlenen. Niet aileen is dit te zien als een concessie aan separatistisch geweld.

Vooral maakt het inbreuk op de Franse eenheid en rechtsgelijkheid en opent het de deur voor soortge- lijke eisen uit andere perifere gebieden, zoals Bre- tagne of Bas ken! and.

Hocifddoekjes. Het dragen hiervan op scholen zorgdc jarenlang voor verhitte discussie. Het komt dan aan op de lai'citeit, de levensbeschouwelijke neutraliteit van het openbaar onderwijs, dat vanaf de 19e eeuw is gekoesterd als de plaats waar ook andere republi- keinse waarden worden aangekweekt, voorop de vrijdom van dwang voor het individu en integratie van minderheden. Volgens republikeinen was de snelle verbreiding van de hoofddoek bedoeld als waarschuwing dat moslimvrouwen buiten de inte- gratie en in het bijzonder buiten de open huwelijks- markt dienen te blijven. Dit terwijl Frankrijk zich juist altijd beroemt op het hoge aantal gemengde hu- welijken van immigranten, ook Noordafrikaanse, vergeleken bij elders. Andre Glucksmann noemde ooit de hoofddoek een Atlantic Wall, een Berlijnse Muur tegen integratie van moslimmeisjes. 6 En elke onverbloemde inbreuk op de vrije partnerkeuze in het huwelijk verbinden Fransen a! gauw met het schrikbeeld van Moliere's Tartrdfe.

De levensbeschouwelijkc neutralitcit van de staat komt voor republikeinen niet aileen in gevaar bij opzichtig vertoon op openbare scholen van reli- gieuze kentekenen, maar ook wanneer over prote- stanten, joden, moslims wordt gesproken in termen van 'gemeenschappen'. Toch hebben de presidenten Mitterrand en Chirac dit woord met betrekking tot joden en moslims binnen Frankrijk in de mond ge- nomen, wat ook in de kring van betrokkenen niet

1. Les irifortunes de Ia Republique (Grasset 2ooo)

2. 'son bilan est bon', Le Monde 24/11 /oo

3. Alain Finkielkraut. 'un Etat toujours coupable et une societe civile toujours innocente', Le Monde 27-7-o 1.

'peuple corse, composantc du peuplc

fran~ais'

Le Monde 21-s-o1 6. fExpress, 24-11-94

491

(10)

s&..D11/122ool

steeds op prijs werd gesteld: een vooraanstaande

fi-

guur als Simone Weil verklaarde zich ronduit ge- schokt.

Hierbij valt te bedenken dat, indien men zich op grond van afkomst tot gemeenschap mag uitroepen, dit zelfde ook de aanhang van extreem rechts vrij- staat voor de toch nog altijd driekwart van aile Fran- sen zonder een enkele allochtone grootouder.

Justitie. Republikeinen volgen hier stipt de Franse grondwet, en dus de opvatting van Rousseau in plaats van die van Montesquieu, door de magistra- tuur niet als een 'macht' op gelijke voet met de wet- gever aan te merken, maar slechts als een gewone, immers niet direct op de volkswil terug te voeren overheidsfunctie. Het belang hiervan staat aan ieder weer extra voor ogen nu onderzoeksrechters, aldan niet onder druk van of in samenspel met de media, van een reeks politici de loopbaan zijn gaan door- kruisen, soms a! na een Iichte verdenking. Terwijl onlangs de minister van justitie zichzelf in afzonder- lijke zaken van strafvervolging op afstand heeft gezet, gaat een aantal met de titel van rechter ge- tooide ambtenaren, die uiteraard niet zoals collega's in de v s via de stem bus zijn verkozen, in de ogen van republikeinen vaak eigengereid en overijverig te werk. In zijn optreden op 14 juli jl. verwees ook pre- sident Chirac nog eens fijntjes naar het feit dat rech- ters geen direct kiezersmandaat bezitten, maar dit was wei voordat hij twee maanden later door een hof procedureel voor een keer in het gelijk werd ge- steld.

Doordat het verschijnsel van gerechtelijk onder- zoek tegen politici intussen zo verbreid is, daalt wel- iswaar de politiek als zodanig nog verder in de ach- ting, maar blijkens opiniepeilingen nauwelijks de verdachte in kwestie zelf, tenzij die extra de aan- dacht op zich vestigt door spontaan terwille van de zuiverheid terug te treden. Wat de grondwet in hoofdzaak bepaalt over de justitie is dat de onafhan- kelijkheid ervan wordt gewaarborgd door de presi- dent van de republiek en door de Constitutionele Raad. Dat Chirac en de voorzitter van die Raad, Ro- land Dumas, dan jarenlang hun ambt ongestoord zijn blijven uitoefenen ondanks zware aantijgingen aan hun adres komt de rechtsstatelijke legitirniteit als zodanig natuurlijk niet ten goede.

Daarnaast willen republikeinen de rechters graag binden aan hun rol van wetshandhavers en niet gebruiken als een soort maatschappelijke bemidde- laars in zaken waaraan de politiek de vingers niet wenst te branden. Dit te minder omdat Frankrijk toch al geen land is voor het compromis7, laat staan buiten elke volksvertegenwoordiging om.

Europa. Dit thema komt van republikeinse kant het scherpst naar voren bij de rechtse soevereinist Pasqua. Maar ook veel progressieven keren zich tegen de macht uit Brussel, al was het maar omdat die- zo meent men- de Franse natie minder weer- baar maakt tegenover de mondialisering, die op haar beurt weer wordt aangedreven door Angelsaksisch kapitalisme. Republikeinen slaan met afschuw gade hoe Europa bezig is de staat als expressie van de volkswil uit te hollen. En dit terwijl de Franse natie, die destijds is gegroeid uit het staatsverband en niet andersom, meer dan in vergelijkbare Ianden een strak institution eel kader behoeft voor haar cohesie.

Bovendien raakt, aldus de republikeinen, Frank- rijk via Europa alleen maar in verkeerd gezelschap, omdat daar volken met een communautaristische kijk op de maatschappij de toon aangeven. Als bijko- mend bewijs geldt hier het gemak waarmee de Raad van Europa bij verdrag denkt te moeten voorschrij- ven dat lidstaten, op gevaar van burgeroorlog af, hun etnische, culturele en taalrelevante minderheden dienen te stimuleren in het markeren van een eigen identiteit. 8 Vooral in de jaren '90 gaven veel Fransen zich er opeens rekenschap van dat tussen de bevol- kingen van hun provincies onderling grotere ver- schillen bestaan dan bijvoorbeeld tussen Serven en Kroaten verderop in Europa. Hier komt dan nog bij, dat de drempel naar secessie steeds lager wordt, sinds landstreken vanuit economisch oogpunt dena- tionaal beheerde markt niet meer nodig hebben voor hun afzet. 9

Voorts leeft de indruk dat het beginsel van subsi- diariteit, bedoeld om Brussel en Straatsburg tot be- scheidenheid te manen, in zijn tegendeel is omgesla- gen, omdat na eenmaking van de munt, na verschuiving van het primaat bij de rechten van de mens naar Europese rechtspraak en na sluipende in- ternationalisering van de defensie, het eigen staats- verband alleen nog voor minqere zaken aanvullend

7. Alain Duhamel, ' .. Ia France, dont Ia culture politique prepare si mal aux compromis', Les peurs jranfaises (Flam marion 1993), p. 2 2o.

8. Andre-Gerard Slama, 'Ce serait prendre un billet pour les Balkans, ou pour le Liban .', La rearession democratique (Fayard 1995), p. 81.

Pierre Rosanvallon, La democratie inachevee- Histoire de la souverainece du peuple en France (Gallimard 2oo 1 ),

42o.

m: va lis a a

D: te ha D et ee Et 'r N in m zc

Z\

ui

V1

bi 'g' sc tr d! rr Ia ti

d

Zl

li d Ia

Sf

al l<

ii

li z: b

(11)

trs et e- et jk

et ,st

:h

:at .r- ar

:h

le le e, et m e.

/(-

p,

~e )-

id j- m

~n

in :n

J- r- :n j, t,

1-

i-

t-

l-

ta

!e

1-

s-

d

S&__DII/122001

mag optreden. De teloorgang van hun soevereiniteit valt de Fransen uiteraard temeer op omdathet Gaul- lisme decennia lang een overmaat aan voluntarisme aan de dag had gelegd.

Waarden

Oat voor rechtzinnige republikeinen de soeverini- teit van het volk onvervreemdbaar is, betekent der- halve dat zij niet kan worden overgedragen aan een Duitse overwinnaar, noch ook aan een samenstel van etnocentrische of religieuze verbanden, noch aan een onafhankelijke rechterlijke macht, noch aan Europesc instanties. (Om maar te zwijgen van een 'republiek van belangengroepen' zoals onlangs in Nederland aangeprezen door Rinus van Schendelen, in de Volkskrant van 24 september jl.). Want wat zijn nude republikeinse waarden die hoven al het andere zouden prevaleren?

We hoeven dan niet helemaal terug te gaan tot de exaltatie over het burgerschap bij Jean-Jacques Rousseau, al wordt Chevenement door tegenstan- ders wei spottend le citoyen Che genoemd. Wat voor zware lading Rousseau aan het begrip gaf, spreekt uit zijn Emile, waar hij verwijst naar een Spartaanse vrouw die niet benieuwd was hoeveel van haar zoons bij een veldslag waren omgekomen, maar of de slag gewonnen was. 'Ziedaar de burgeres!', roept de schrijver uit, daarmee aansluitend bij een literaire traditie van Corneillc via Voltaire tot Marmontel, die in de Encyclopedie elke toneelclaus van ouders die met graagte hun kinderen opofferen voor het vader- land zelfs uitriep tot de schoonheid ten top. Esthe- tiek en burgerschap ineen.

Waar het echter nog wei om gaat is een verbin- ding tussen het 1 8e eeuwse individualisme en het zelfs uit de vroegere koningstijd stammende centra- lisme, beide samenkomend in een revolutionair decreet van 1791 hetwelk voortaan slechts twee be- langen erkende: het private belang van ieder per- soonlijk en het algemene belang. '0 Hiermee werden aile intermediaire organisaties door de politick voor lange tijd uitgebannen.

Subnationale groeperingen vallen echter uiteen in twee soorten: enerzijds die berustend op vrijwil- lige toetreding van meerderjarige burgers, ander- zijds veronderstelde entiteiten op basis van ge- boorte. Aanvankelijk werd die scheiding niet

helder getrokken. Zo zag in de 19e eeuw de Repu- bliek er tegenop naast de in verkiezingen worte- lende staatsmacht zaken te legitimeren als onafhan- kelijke rechtspraak, vrijheid voor betogingen in open bare ruimten, vakbonden en politieke partijen, en zelfs persvrijheid. Van deze afwijzende houding is uiteraard weinig meer over.

Heel anders ligt dit bij die veronderstelde enti- teiten op grond van geboorte. Politieke erkenning van territoriale, etnocentrische en religieuze ge- meenschappen binnen de ene natie treedt in wedij- ver met de algemene volkswil. Dit speelt in het geval van Corsica, maar ook bij indeling van immigranten naar herkomst en achtergrond, en bij alle identitaire pretenties en kentekenen die het besef van een ver- enigd nationaal burgerschap ondermijnen. De alge- mene wil functioneert aileen wanneer de burgers mogen vertrouwen dat de wet geldt voor allen on- geacht de betrekkingen die ieder persoonlijk onder- houdt, en werkt niet bij een doorlopend publicitaire krachtmeting tussen allerlei zichzelf tot spreekbuis van individuen opwerpende verbanden. De these dat de civiele maatschappij op die manier de demo- cratic nuttig aanvult, wordt volgens rechtgeaarde republikeinen aileen al hierdoor weersproken dat die collectieven zelf zelden volgens een interne de- mocratic opereren. Oak de opvatting dat de staat nu eenmaal vanuit de samenleving tegenwichten be- hoeft wordt door een Seguin van tafel geveegd als verdacht, aangezien die staat van zichzelf al even- wichtig genoeg zou zijn opgebouwd. 1 1

Alaemene wil

Het mag verbazen dat de no tie van een algemene wil als politick sleutelbegrip links en rechts nog steeds zoveel aftrek vindt. Er zijn diverse redenen om hier- van op te kijken.

Om te beginnen had Rousseau, naar eigen zeg- gen, voor zij,n rechtstreekse beslissingsmacht van het volk eenheden voor ogen ter grootte van een kleine stad. In zijn schets van een grondwet voor een onafhankelijk Corsica vond hij het eiland met toen r 2o.ooo inwoners (sindsdien verdubbeld) eigenlijk al een maat te groot.

Verder zag al bijna twee eeuwen terug Benjamin Constant in Rousseau's leerstuk van de algemene wil een opstap naar despotendom; en intussen is, na

10. 'il n'y a plus que !'interet particulier de chaque individu et I' interet general'

1 1. Deux France? (Pion 1994), p. 247

49 3

(12)

494

s&..o 11/12 2oo1

communisme en nazisme, de manier waarop de oude denker het menselijk wenspatroon dacht te kneden nog beter herkenbaar als rondweg totalitair, wat bovenal spreekt uit zijn niet staatkundige ge- schriften (Emile, Nouvelle Heloise). 12

Bovendien heeft de Franse politiek vanaf de revo- lutie van 1789 rusteloos gezocht naar instrumenten om de spanning op te heffen tussen enerzijds een volkswil die zich direct laat gel den en anderzijds een zich verzelfstandigende verkozen elite. '3 Tot de tal- rijke beproefde middelen ter aanvulling van het al- gemeen kiesrecht behoren plebisciet en referen- dum, opiniepeilingen, en rechtstreekse verkiezing van het staatshoofd. Hiertegenover hoopten ande- ren juist de volkswil in toom te houden met metho- den als censuskiesrecht, theatraal beroep op uitzon- derlijke omstandigheden, inperking van het terrein van de politiek en, meer recent, pogingen de burger in diens rol van kiezer uit te spelen tegen zichzelf in de rol van consument of belegger, en Europese dis- cipline teneinde het nationale parlement te beletten zijn oor te Iaten hangen naar een spilzieke achterban.

En ten· slotte: aangezien de zuivere volkswil ge- acht wordt immuun te zijn voor dwaling of schisma, is het fictieve karakter ervan zo mogelijk nog duide- lijker dan bij de leer van het maatschappelijk ver- drag. Oat Rousseau de algemene wil onfeilbaar achtte wordt wei ontkend '4, maar berust op een misverstand. Voor hem immers verdient die wil ai- leen zijn naam zolang zich geen organisaties tot woordvoerders van de burgers opwerpen; maar dan kan het ook niet mis gaan.

Wanneer onder ling verschillende figuren als De- bray, Seguin, Slama om beurten voor Frankrijk fun- damenteel gewicht toekennen aan een tegenstelling tussen republiek en democratie' S, wat verstaan zij dan onder democratie? Van dit begrip is in de loop van de laatste eeuwen de betekenis danig verscho- ven. Tijdens en nogna de Franse revolutie stond het, evenals bij Rousseau, voor wat wij nu aanduiden met directe democratie. Maar al bij Tocqueville, die de term overigens in velerlei zin gebruikt, en vooral in de 2 oe eeuw evolueerde de inhoud langzaamaan in Angelsaksische richting. Of zo men wil in oud- Franse richting, want al Condorcet had in zijn schets voor de grondwet van 1793 gepleit voor een aparte waakhondfunctie tegen6ver de soevereine staat.

Hoe dan ook, bij de invulling van de term kwam de nadruk meer te vall en op meerderheidsvorming, op macht en tegenmacht, op bescherming van vrijhe- den, en uiteindelijk op vormen van pluralism e. Maar bij dit alles bleef de staat tot voor kort onbetwist de hoogste arbiter.

Even afgezien van de terminologie klinkt het Franse debat over een in hoofdzaak parlementaire tegenover een meer pluralistische democratie bij ons bekend in de oren, overgewaaid van politicolo- gen uit de Verenigde Staten. In Frankrijk is die bron van inspiratie zelden aanwijsbaar. Enerzijds is het na- tuurlijk zo dat intellectuelen daar, die wei degelijk hun transatlantische voorbeelden paraat hebben, toch liever verwijzen naar eigen klassieken als Tur- got, Condorcet of Tocqueville. Tegelijk mag men niet onderschatten dat het Franse republikeinen niet zozeer te doen is om het meest doelmatige en eer- lijke stelsel van institutionele of maatschappelijke besluitvorming, maar om politiek als kader voor de samenhang van de Franse natie, en die laatste weer als basis voor haar rol in Europa en in de wereld. Met een verwijzing naar Jean Jaures noemt Chevene- ment die natie een hoeksteen van internationalisme en een bolwerk tegen vreemdelingenhaat. I 6

Vooruitblik

Hoeveel gewicht voor de nabije toekomst republi- keinen in de schaal zullen werpen valt nog te bezien.

Waarschijnlijk brengt geen van hen het volgend jaar tot president of premier. Toch kunnen zij ter linker- zijde het Jospin lastig maken. Dit temeer omdat, naar Franse begrippen en voor iemand van zijn gene- ratie, de premier over een wat lichte ideele bagage beschikt. Zo haalde hij in een parlementair debat eind 1998, naar aaf)leiding van de affaire Dreyfus, de linkse grootheden ·Gambetta en Clemenceau door elkaar. En eerder dit jaar bestond hij het op te mer- ken dat hij met zijn protestantse achtergrond het niet zo nauw hoefde te nemen met de waarheid over het eigen verleden, omdat die geloofsrichting im- mers geen biecht kent.

Een ander effect kan optreden ter rechterzijde. Zou de invoering van de euro minder glad verlopen dan gehoopt, dan is het zaak wind uit de zeilen te nemen van extreem rechts en daarbij kan een krach- tig accent op de waarden van ,de republiek betere

I 2. Zie bv. Lester G. Crocker, 'Oocilite et duplicite chez Jean-Jacques Rousseau', in: Revue d'Histoire littbaire de/a France 1968 (68-3-4), p. 448-469

I 3. Rosanvallon, op. cit.

I 4· Slama, op. cit., p. 6 S

p. 46; Slama, Le Monde 2 7-7-o 1 I 6. In weekblad Marianne, 4-1 o september 2 ooo

Is. Na Oebray in Le Nouvel Observateur

I 989; Seguin, Deux France? (Pion I 994,

die.

der

'7o naa pol kijl vra eer be~ hij pie gin nis nie de Jea rna

in< ge' ten he{ ker

twl

Fra Wij aH be1 ge2 his· en age pre me var Fra cal sat

bel Co zel hij dat

I7. Ko• Neci Hm

!8.

(13)

l e

·p

IT

,e

l-

t,

n :t

e

r

s&..o rt/12 2oo1

diensten bewijzen dan oppervlakkig Europese gelui- den vanuit een toestand van gespleten cohabitatie.

Paul Scheffer beschreef eens hoe hij eind jaren '70, als correspondent te Parijs 'waar verwijzingen naar de nationale geschiedenis zo talrijk zijn in het politieke debat', hoogst verwonderd began aan te kijken tegen zijn Nederland dat zichzelf zo weinig af- vraagt over de eigen plaats in tijd en omgeving. In een vee! besproken artikel voor NRC Handelsblad van begin vorig jaar rand het multiculturele drama was hij nog niet van die verbazing bekomen. 17 Daar be- pleitte hij een vorrn van inburgering die ermee be- gint zelf de nationale ingredienten taal en geschiede- nis serieus te nemen en ze onbeschroomd aan nieuwkomers door te geven. Bijna gaat hij zo ver als de Franse republikein en immigratiedeskundige Jean-Claude Barreau voor wie een immigrant ie- mand is die van historie verandert. 1 8

Maar hoe is het Scheffer nu te moede wanneer hij in omgekeerde richting naar Frankrijk kijkt? Toege- geven, als mogendheid van formaat met immigran- ten uit overzees gebied waar het Frans nog leeft, heeft dat land minder moeite zijn sternpel te druk- ken. Zo spreekt een ruime meerderheid van de tweede generatie Noord-Afrikanen enkel nog Frans. En ondanks aile klaagzangen steekt het onder-

• wijs in geschiedenis en Uteratuur nog altijd redelijk afbij het onze. Maar hoe resistent is er het nationaal besef? In Jospin heeft men een premier die, even af- gezien van leemten in zijn kennis van de vaderlandse historie, aanstuurt op een aparte status voor Corsica en al als minister van onderwijs ontspannen re- ageerde op hoofddoekjes in de school. Evenmin als president Chirac maakt hij een groat probleem van meer overdracht van soevereiniteit aan Europa en van de erkenning dat Vichy wel degelijk een stuk Frankrijk belichaamde. Voltrekt zich thans een radi- cale omslag en, internationaal gezien, een normali- satie?

Meest tekenend is in dit verband tach het aan het begin al even genoemde hoek van hoofdredacteur Colombani van Le Monde. Die voelt geen enkele aar- zeling bij een uitzonderingspositie voor Corsica; dat hij zelf van dat eiland komt zegt niet genoeg, want dat geldt ook voor Pasqua in het andere kamp. Bo-

vendi en wijsthij erop dat volgens de huidige plannen Corsica altijd nog minder afwijkingen zal vertonen dan de Elzas ( ook a! vloeien daar sommige van de ei- genaardigheden voort uit het feit dater nog een oud concordaat geldt, doordat het, bij de opzegging daarvan door Parijs, buiten Frankrijk's grenzen vie!). Maar hij wil ook elders in hetland de rol van Parijs terugdringen ten gunste van zelfstandig met elkaar communicerende regia's. Voorts pleit hij er- voor de justitie tot een heuse 'macht' te verheffen en haar meer op Amerikaanse leest te schoeien. Zeals hij er ook niet voor terugschrikt de democratie te benaderen in termen van checks and balances en zelfs een veelheid van 'machten' in het kader van een plu- ralistische democratie te erkennen: bankiers en on- dernemers, intellectuelen en media, net zo goed als magistraten en advocaten. 19 Oat geldt allemaal als vloeken in het Pantheon. En de klap op de vuurpijl komt waar hij meldt dat het presidentschap van de republiek eigenlijk al zijn bestaansrecht, het bewa- ren van het evenwicht in het hele stelsel, heeft verlo- ren. 20

Nog niet zo lang geleden waarschuwde menig- een in Nederland dat dit zich niet moest verbeelden zijn vertrouwde model van verregaande machts- spreiding te kunnen exporteren en projecteren op Europa. Als het even we! aan Colombani en de zijnen ligt, wordt het hierin straks nog door de Fransen in- gehaald.

Acht jaar terug noemde Pierre Nora, historicus en beroemd projectleider bij een groats opgezette boekstaving van het erfgoed van de Republiek, voGr Frankrijk een strijdlustige eensgezindheid tegen- over gevaar van binnenuit of van buitenaf een eerste levensbehoefte. 21 lnmiddels is van die behoefte aan een afweerhouding wellicht weinig over. Wanneer de kiezers volgend jaar bet gedachtegoed van Chevenement naar de marge verwijzen, dan zal Frankrijk op een mod erne democratie zijn uitgeko- men, dat wil zeggen op een bestel waar iedereen de macht in hand en van anderen waant.

SAM ROZEMOND

was onder meer directielid/ onderzoeker van lnstituut Clineendael en voorzitter s &_p redactieraad

17. resp. 'Land zonder spiegel', in:

Koen Koch & Paul Scheffer Het nut van Nederland (Bert Bakker, 1 996) en NRC Handelsblad 29-1 -2ooo

lieu geographique, c' est changer d' Histoire.', La France va-t-elle disparaltre? (Grasset 1997), p. 115

20. idem, p. 91

2 1. 'La Republique a so if d 'unanimite combative', 'De Ia Republiquc

a

Ia

Nation', in: Les lieux de memoire (Gallimard 1997), deell, p s6o 18. 'lmmigrer, ce n'est pas changer de

1 Colombani, op. cit., p. 17 1: 'les pouvoirs de Ia France plurielle'

495

(14)

S &_0 I 1/1 2 200 I

DOES BLAIR DELIVER?

'Welfare to work'·

Nederland- Eng eland

Groot-Brittannie is voor sommige sociaal-democra- ten het perf'ide Albion vol conservatief-liberalen, die archai'sche instituties ver- enigen met een blind geloof in de werking van de markt.

Een land bovendien, dat zich weigert open te stellen voor de zegeningen van het Europese federalisme on-.

der het motto Foa in the Channel. Europe is cut

rdJ.

Jarenlang vormde het aan de machi: zijn van de Conservatieven voldoende grond voor dit oordeel.

Het werd ingewikkelder

TITUS LIVIUS 1

teristic of the Thatcher era'. 3 In het tweede dee!

van dit artikel wordt op basis van deze beschrijving een aantallessen getrokken ten behoeve van het Neder- landse werkgelegenheids- beleid en wordt ingegaan op de opvattingen van de PvdA over de rol van de markt en overheid bij de uitvoering van publieke ta- ken.

Premier Blair 9inB zijn tweede reaeerperiode in met het motto 'DeliverinB, DeliverinB, Deliverina'· Hiermee beloc!fde hij aan de Britse

kiezer dat na zijn eerste reaeerperiode, waarin arote beleidsnota's en initiatieven waren aeJanceerd, nu de tijd WaS aanaebroken VOOr het

uitvoeren van ideeiin en projecten. Op de vraaa c!f de reaerina Blair de aedane belcift.en aan de kiezers kan inlossen, publiceert

s 8tP hier twee teaenaestelde antwoorden.

Welfare to Work: de plannen en de uitvoerinB Al ruim voor de verkiezin- toen in I 997 Labour de verkiezingen won, vol vita-

liteit en beloftes om hetland te moderniseren. AI na korte tijd echter werd premier Blair, met zijn Derde Weg, door velen eerder gezien als een gelikte voor- vechter van het Britse conservatief-liberalisme dan als de verhoopte bestrijder ervan.

Vanzelfsprekend geldt dit weinig genuanceerde oordeel niet de lezer van Socialisme &..Democratie. AI jaren wordt in dit blad aandacht besteed aan 'New' Labour en de Derde Weg. Toch is ook in s&P een aantal keren betwijfeld of dit gedachtegoed nog wei een sociaal-democratisch stempel 'verdient', waar- bij protagonist Blair bij voorkeur werd afgezet tegen de Franse premier Jospin. Kalma constateerde dat deze critici van Blair c.s. hen teveel beoordelen op wat ze zeggen en te weinig op wat ze in de praktijk doen. 2 In lijn met deze benadering om vooral ook te kijken naar de 'daden' van de regering-Blair, bevat dit artikel een beschrijving van het Welfare to Work- programma dat Labour tijdens zijn eerste regeerpe- riode heeft uitgevoerd. Het Welfare to Work-pro- gramma drukt volgens parlementarier John Healey Labour's moderne axioma uit: 'work is good ' en moet worden gezien als 'Labour's grand plan in Government, just as privatisation appeared charac-

gen van I997 werd binnen Labour gewerkt aan het definieren van de belang- rijkste problemen rond werkloosheid en armoede en het ontwikkelen van vernieuwende benaderin- gen. Dit gebeurde in samenwerking met een aantal academici van de London School of Economics, zoals Richard Layard en Paul Gregg. Binnen Labour's Shadow Social Justice Commission speelde Gordon Brown als 'schaduw-minister' van Financien een centrale rol, bijgestaan door een aantal getrouwen.

De kern van een tweede team bestond uit de 'scha- duw-minister' van Onderwijs en Werkgelegenheid, David Blunkett en 'schaduw-staatssecretaris' And- rew Smith. Zij kwamen tot de analyse dat het groot- ste probleem dat de Conservatieve regering zou ach- terlaten bestond uit de jeugdwerkloosheid, die met

I 3 procent twee maal hoger was dan de gerniddelde werkloosheid. Ook constateerden zij dat achter het officiele werkloosheidscijfer van I

,s

miljoen een vee! groter aantal 'economisch inactieven' schuil- ging, zo'n 4 rniljoen. De Conservatieven hadden deze alleenstaande ouders, oud.ere werklozen en ar- beidsgehandicapten min of meer aan hun lot overge- laten. Door de I age lonen was het voor deze groepen ook nauwelijks aantrekkelijk om te gaan werken. In

2o procent van de Britse huishoudens had niemand

een tie' we1 we1

Wal

gra me·

nie· Seel de Oo fits

bet stet

geft pag bot zijn de' gen het loft jeu, (NI Ult

.

nan een win zen we1 ten tiOJ weJ het rin, te · pre fim hei we: wo gra

ne~

nis1 rna ker Zo1 tee

(15)

el p

• g

n

l-

l- 1 n

I>

'

rl rl

r

t

s&...o I I / t 2 loot

een betaalde baan en Labour verweet de Conserva- tieven dat zij zich daarbij hadden neergelegd.

De Conservatieven hadden wei enig verweer. De werkgelegenheid groeide al bijna vier jaar en de werkloosheid daalde sinds twee jaar. Bovendien waren er enkele heldere werkgelegenheidspro- gramma's opgezet, met regelmatige gesprekken met werkzoekenden en sancties voor degenen die niet meewerkten. De belangrijkste daarvan, de Job Seekers Aareement (J SA) vormt nog steeds de basis van de dienstverlening van de Employment Service.

Ook waren de twee uitvoeringsmolochen, de Bene- fits Aaency en de Employment Service, aangespoord om

beter sam en te werken en een aantal taken uit te be- steden aan private dienstverleners.4

Labour ging de verkiezingen in met vijf bon dig geformuleerde 'pledges'. Dit was een nieuw cam- pagne-instrument en een groot succes volgens La- bour-pollster Philip Gould.> Twee van die beloften zijn voor dit betoog relevant. Allereerst betreft dit de belofte om de inkomstenbelasting niet te verho- gen, die cruciaal werd geacht voor het winnen van het vertrouwen van het electoraat. De tweede be- lofte betrof het aan het werk helpen van 2)o.ooo jeugdige werklozen via de New Deal for Youna People (NDYP). Dit werkgelegenheidsprogramma kwam ' uit de koker van het team van Brown. Het werd gefi-

nancierd met een speciale heffmg op de winsten van een aantal geprivatiseerde overheidsbedrijven, de winc!Jall levy. Labour schotelde de jeugdige werklo- zen vier opties voor gericht op scholing, training en

werkervarin~, waaruit verplicht gekozen zou moe- ten worden. Niet meewerken zou worden gesanc- tioneerd.

Het verkiezingsprogramma bevatte ook andere werkgelegenheidsplannen, waaronder een idee van het team van Blunkett om overheidsgeld voor uitke- ringen en werkgelegenheidsprogramma's in een pot te doen. Dit idee was ontleend aan vergelijkbare projecten in de Verenigde Staten.7 Beoogd werd het financieren van op maat gesneden werkgelegen- heidstrajecten te vereenvoudigen en te bereiken dat werkweigeraars sneller uit de uitkering zouden worden gezet. Blunkett zag dit als een geschikt pro- gramma voor oudere werkzoekenden, en wilde het neerzetten als deN ew Deal 2

.s+,

maar schaduw-mi- nister Brown was niet bereid hiervoor geld vrij te maken. De oplossing werd gevonden in het beper- ken van het programma tot een aantal Employment Zones, sterk verarmde regio's waar geexperimen- teerd zou mogen worden.

Na de verkiezingen had de nieuwe regering een jaar nodig voor het uitwerken van de plannen met de sociale zekerheid en werkgelegenheid. Een belang- rijk discussiepunt was andermaal in hoeverre naast de jeugdige werklozen ook andere groepen uitke- ringsgerechtigden zouden worden 'geactiveerd' met werkgelegen-heidsprogramma's. De beperking van uitkeringsrechten van alleenstaande ouders en arbeidsgehandicapten in de Welfare Reform & Pen- sions Billleidde tot veel politieke weerstand binnen Labour en daarbuiten. Na de ingreep in de uitkerin- gen was er weinig bereidheid om deze groepen meer arbeidsverplichtingen op te leggen. In mind ere mate gold dit ook de langdurig werklozen: velen binnen Labour voelden er weinig voor om deze 'ex-mijn- werkers' al te dwingend de gang naar het arbeidsbu- reau te Iaten maken.

Het programma van de regering bestond uit een reeks maatregelen, waaronder de introductie van een nationaal minimurnloon, belastingkortingen voor werkenden en drie werkgelegenheidspro- gramma's die hierna worden toegelicht: de New Deals, de Employment Zones en ONE. 8 De rege- ring stelde zich ten doel volledige werkgelegenheid te bereiken, niet door het aanbieden van banen- voor-het-leven, maar door een ieder in staat te stel- len gedurende zijn of haar werkzame Ieven een ge- schikte baan te vinden door het aanbieden van training, opleiding of werkervaring. Onderstaand schema geeft een overzicht van de belangrijkste pro- gramma's en spelers.

Spelers en proaramma's

Regie +-o _ _ _ _ _::To::::nLy ::::BI_::air:...:e::::n...::G:::o:._::rd::::on::_B:::;r.::_ow::.:n;__ _ _ _ _ _ -+

Uitkerinaen Beleid

• Department or

~ocial security (DSS, Alistair Darling)

Uitvoering

• Benefits Agency

• Lokale overheden

Mengvorm

• Employment Zones Department of Education and Employment, Dfcc)

• ONE (DS en Dfee)

• Employment Service

• Prol'it-organisatics

• Non-profit-organisaties

• Lokale overheden

Werkaelcacnheid, met nome )SA en New Deals

• DffiE (David Blunkett)

• Treasury (Gordon Brown)

• Employment Service

• Profit-organisaties

• Non-profit-organisaties

• Lokale overheden

Na juni 2001 Beleid

• Department for Work and Pensions (Alistair Darling)

Uitvoering

• New Agency I jobcenters Plus

• (non-)profit-organisaties en lokale overheden

497

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op welke manier heeft de politie in loop der tijd het voorspellen van criminaliteit steeds verder omarmd en welke knelpunten kunnen bij de implementatie van predictive

Als het aantal sigaretten dat een roker per dag rookt normaal verdeeld is is de kans dat een willekeurige roker meer dan 20 sigaretten per dag rookt gelijk aan normalcdf(20, 10 99

Steeds meer waarnemingen An- derzijds duiden deze gegevens, samen met alle andere waarnemingen, ontegenspreke- lijk op lokale vestiging – terwijl we daarover, tot minder dan

Bij bunzing is er weliswaar nog geen sprake van inteelt, maar bunzings uit West- Vlaanderen vertonen wel een lagere genetische diversiteit dan bunzings uit Limburg!. Op vlak

Begin 2017 zijn afspraken gemaakt om cliënten met ambulante begeleiding uit te laten stromen uit MO en BW naar sociale huurwoningen. Verenigde woningcorporaties hebben toegezegd

Een voorwaarde voor de toepassing van deze formule is dat de stationaire toestand niet bereikt is. De berekening is uitgevoerd voor alle waarne- mingen en het resultaat is verzameld

Dat bij de 2-tands machine geen metingen werden verricht werd veroorzaakt doordat het gehalte van methylbromide in de lucht hoger was dam het meetbereik van de gebruikte

Door de invoering van de WNRA behouden werknemers wel de arbeidsvoorwaarden die voortvloeien uit de thans geldende cao, maar de WNRA regelt niet dat werknemers automatisch