• No results found

Aspecten leefmilieu

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aspecten leefmilieu"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 164 van 19 maart 1999

van de heer JOHAN DE ROO

Natuurgebieden – Recreatieve en educatieve voor-zieningen

De Vlaamse regering voert een actief aankoopbe-leid met betrekking tot waardevolle natuurgebie-den en ondersteunt terreinbeherende verenigingen met hetzelfde doel. Natuur is er voor iedereen, zo stelt ook de grootste terreinbeherende vereniging in Vlaanderen. Daarom moeten de natuurgebie-den, voorzover als mogelijk, openstaan voor kers, wandelaars en fietsers. Wanneer deze bezoe-kers kunnen gebruikmaken van observatiehutten, bezoekerscentra en infopanelen, kan het natuurre-creatieve aspect bijkomend worden gekoppeld aan een educatieve meerwaarde. Dit alles kan het draagvlak voor een verder actief natuurbeleid van de regering maximaal ten goede komen.

In deze context rijzen niettemin volgende vragen. 1. Aan welke regelgeving is de toegankelijkheid

van natuurgebieden gebonden ? Welke instantie neemt hierover de eindbeslissing ?

2. Welke reglementaire bepalingen gelden met be-trekking tot de aanleg van (natuur)recreatieve voet- of fietswegen, observatiehutten en bezoe-kerscentra in natuurgebied ?

Bestaan er algemene richtlijnen die bepalen wanneer de aanleg ervan wel of niet aanvaard-baar is ? Welke instantie maakt deze afweging en in welk openbaar document is dit vervat ? 3. Ook op bouwtechnisch vlak blijken er zich

gere-geld problemen voor te doen.

Fietsverenigingen zoals de Fietsersbond hame-ren steeds op een degelijke verharding voor fietspaden. In het bijzonder wanneer fietspaden zijn gelegen in vochtige gebieden, of wanneer de weg ook moet worden gebruikt voor dienst-voertuigen of landbouwdienst-voertuigen, blijkt een verharding in dolomiet niet steeds bruikbaar. Voor welke verharding wordt in deze gevallen geopteerd ?

N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening.

Gecoördineerd antwoord

Aspecten leefmilieu

Het decreet van 21 oktober 1997 op het natuurbe-houd en het natuurlijk milieu (het natuurdecreet) stelt in artikel 14 een algemene zorgplicht in voor de natuur. Iedereen, zowel de verschillende over-heden als de natuurlijke personen en de privaat-rechtelijke rechtspersonen, is ongeacht de ruimte-lijke bestemming of het gebruik van de grond ver-plicht om schade aan de natuur te voorkomen, te beperken en te herstellen. Die bepalingen gelden uiteraard ook voor het aanleggen en gebruiken van de recreatieve of de educatieve voorzieningen in de natuurgebieden.

De overheden zijn op grond van artikel 16, § 1 van het natuurdecreet ertoe gehouden om bij elke indi-viduele vergunning, toestemming, melding of ken-nisgeving die op grond van een wet, decreet of be-sluit vereist is, rekening te houden met de natuur ; de betrokken overheid moet door het opleggen van voorwaarden of het weigeren van de vergun-ning of de toestemming er zorg voor dragen dat geen vermijdbare schade aan de natuur ontstaat. De bepalingen van artikel 16 van het natuurde-creet zijn van toepassing op de vergunningen of de machtigingen die betrekking hebben op de toegang tot de natuurgebieden en de aanleg van de infra-structuur daarvoor in het kader van welke wetge-ving dan ook. Dat zal bijvoorbeeld het geval zijn voor inzonderheid het Bosdecreet of de wetgeving inzake ruimtelijke ordening, maar ook bijvoor-beeld toestemmingen die vereist zijn op grond van de wetgeving betreffende de onbevaarbare water-lopen, of op grond van een politiereglement voor een domein.

In natuurreservaten die zijn ingesteld overeenkom-stig de natuurwetgeving vermeldt het beheersplan de maatregelen die worden getroffen voor de in-richting en het beheer van het gebied : volgens arti-kel 34 van het natuurdecreet worden in het be-heersplan ook bepalingen inzake het recreatieve en educatieve medegebruik opgenomen voorzover dit medegebruik inpasbaar is in de doelstelling van het natuurreservaat. In eerste instantie beslist de eigenaar of beheerder van een natuurreservaat over de toegankelijkheid van het natuurreservaat en de passende maatregelen daarvoor. De eindbe-slissing komt mij toe, bij delegatie aan de door mij gemachtigde ambtenaar, in het kader van de goed-keuring van beheersplannen voor de natuurreser-vaten.

(2)

het Bosdecreet worden toegangsborden opgeno-men die de specifieke toegankelijkheid van voet-gangers, fietsers en ruiters tot de bossen regelen. Naargelang het eigendomsstatuut van het bos wordt de toegangsregeling bekrachtigd door de ge-meenteraad, de provincieraad of de woudmeester van de afdeling Bos en Groen.

Aspecten ruimtelijke ordening

1. De toegankelijkheid van natuurgebieden wordt niet geregeld in of beperkt door de wetgeving inzake de ruimtelijke ordening.

2. Artikel 13 van het koninklijk besluit van 28 de-cember 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen luidt :

"4.3. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.

4.3.1. De natuurgebieden omvatten de bossen, wouden, venen, heiden, moerassen, duinen, rot-sen, aanslibbingen, stranden en andere dergelij-ke gebieden.

In deze gebieden mogen jagers- en vissershut-ten worden gebouwd voor zover deze niet kun-nen gebruikt worden als woonverblijf, al ware het maar tijdelijk.

4.3.2. De natuurgebieden met wetenschappelij-ke waarde of natuurreservaten zijn de gebieden die in hun staat bewaard moeten worden we-gens hun wetenschappelijke of pedagogische waarde. In deze gebieden zijn enkel de hande-lingen en werken toegestaan, welke nodig zijn voor de actieve of passieve bescherming van het gebied."

In principe zijn de aanleg van (natuur)recreatie-ve voet- of fietswegen, observatiehutten en be-zoekerscentra in natuurgebied strijdig met deze voorschriften.

Dit wordt trouwens bevestigd in de reeds twin-tig jaar bestaande toelichting bij het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de in-richting en de toepassing van de ontwerpge-westplannen en de geontwerpge-westplannen, waarvan de officiële coördinatie verscheen in het Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1997.

Nochtans dien ik ook te wijzen op artikel 20 van hetzelfde koninklijk besluit, dat luidt :

"Bouwwerken voor openbare diensten en ge-meenschapsvoorzieningen kunnen ook buiten de daarvoor speciaal bestemde gebieden wor-den toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de algemene bestemming en met het archi-tectonisch karakter van het betrokken gebied." Mij lijkt dit artikel mogelijkheden te bieden om infrastructuur die noodzakelijk is voor de ont-sluiting van het natuurgebied effectief te ver-gunnen. Hierbij moet evenwel aan de voorwaar-den van het artikel voldaan zijn :

a) de werken moeten verenigbaar zijn met de alge-mene bestemming.

Dit betekent dat ze moeten afgestemd zijn op de bestemming natuurgebied. Met verharde fietspaden moet men dus voorzichtig zijn ; na-tuurgebied is nu eenmaal geen recreatiegebied ; b) de werken moeten verenigbaar zijn met het

ar-chitectonisch karakter van het gebied.

Dit betekent dat gebouwen met enige omvang in een natuurgebied uit den boze zijn. Het zou immers strijdig zijn met het open en onbebouw-de karakter van het gebied.

Een bezoekerscentrum wordt dus best opge-trokken in een zone die voor bebouwing in aan-merking komt en aan de rand van het natuurbied. In sommige natuurgebieden zijn oude ge-bouwen aanwezig (bijvoorbeeld oude boerderij-en). Een omschakeling van die gebouwen naar (niet-commercieel en niet-recreatief) bezoe-kerscentrum uit oogpunt van artikel 20 kan ui-teraard ook in overweging worden genomen. Het is de vergunningverlenende overheid die deze afweging moet maken. Het advies van de afdeling Natuur zal hierbij uiteraard zeer be-langrijk zijn, mede gelet op de eisen die het na-tuurbehouddecreet (21 oktober 1997) in artikel 16, § 1 stelt.

3. In mijn antwoord op vraag 2 heb ik reeds enig voorbehoud ten opzichte van verharde fietspa-den geformuleerd. Uiteraard dient bouwaan-vraag per bouwaanbouwaan-vraag een afweging te wor-den gemaakt.

(3)

zijn zij belangrijk.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Fietsen op Aruba is nog geen algemeen verschijnsel, maar mountain biken daarentegen wel, omdat het landschap zich daar uitstekend voor leent. Er is meer dan 200 kilometer

Should the room thermostat (RTR) fail, despite the last sent actuating value being 0%, all valves remain closed, irrespective of the continued temperature characteristic curve.

Wat de procedure betreft, is de aanleg van "de banaan" volgens het indicatief driejarenpro- gramma voor de wegen reeds geprogrammeerd voor 1999?. Is de aanleg van

▪ het autovrij en fietsvrij maken van delen van het centrum bijdragen aan het veiliger en prettiger kunnen verblijven in het centrum (voorkomen fietsen over de Hovel en in ieder

Deze reactie betreft ook niet rechtstreeks de inhoud van deze regeling over het aanwijzen van de gebieden, maar andere elementen van het wettelijk stelsel. Het ministerie zal

Behalve op het vlak van deeltijds werken, heeft de openbare sector de afgelopen decennia geen voor- trekkersrol meer gespeeld inzake sociale vooruit- gang.. Meer nog, op diverse

De procedure type controleert voor elk van deze evaluaties van f of deze van het als tweede argument opgegeven type zijn (symbol respectievelijk procedure).. Maple-constanten zoals

Voor de uitwerking van de wijze van calculeren - beperkt tot de kapitaalslasten - verwijzen wij naar de blz. van Kosten en kostprijs. In deze uitwerking volgens de