• No results found

DOODSOORZAKEN IN SURINAME 2010-2011

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DOODSOORZAKEN IN SURINAME 2010-2011"

Copied!
72
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BUREAU OPENBARE GEZONDHEIDSZORG MINISTERIE VAN VOLKSGEZONDHEID

JULI 2012

Drs. Widya Punwasi, Afd.Epidemiologie/

Biostatistiek/ BOG

DOODSOORZAKEN IN SURINAME

2010-2011

(2)

INHOUDSOPGAVE

Voorwoord pag. 4

Inleiding pag. 5

Vitale statistieken pag. 6

Overlijdenscertificaten naar leeftijdsgroep

en woondistrict pag. 7

Overlijdenscertificaten naar leefrijdsgroep en pag.8-10 gslacht en naar instelling van overlijden Tien belangrijkste doodsoorzaken 2010-2011

en de belangrijkste doodsorzaken naar geslacht pag.11-14 Gemiddelde en mediane leeftijd sterfte naar pag. 15 geslacht en van enkele belangrijke doodsoorzaken

Pahoshortlist 2010-2011 pag.16-17

Doodgeborenen, vroeg- en laat neonatale-,

zuigelingen sterfte en sterfte 0-4jr,2008-2009 pag.18-21 Doodsoorzaken 2010 naar leeftijdsgroep pag.22-24 Doodsoorzaken 2011 naar leeftijdsgroep pag.25-27 Doodsoorzaken 2010-2011 leeftijdsgroepen 15-44

en 20-49jr pag. 28

Nadere specificatie sterfte tgv hart- en

vaatziekten 2010-2011 pag.29-30

Nadere specificatie sterfte tgv diabetes

mellitus, 2010-2011 pag. 31

Nadere specificatie sterfte tgv maligne

neoplasma 2010-2011 pag.32-34 Sterfte tgv. Maligne neoplasma Creoolse

Bevolkingsgroep pag.35-36

Sterfte tgv. Maligne neoplasma Javaanse

bevolkingsgroep pag.37-38

Sterfte tgv. Mammaca pag. 39

Sterfte tgv.Prostaatca pag. 40

(3)

Sterfte tgv. Cervixca pag. 41

Sterfte tgv. Longca pag. 42

Sterfte tgv. Ca Rectum-sigmoid pag. 43

Nadere specificatie sterfte tgv

HIV/AIDS 2010-2011 pag. 44-46 Nadere specificatie sterfte externe oorzaken pag. 47-48

Nadere specificatie suicide pag. 49-51

Nadere specificatie moord pag. 52

Nadere specificatie externe oorzaken

met onbekende intentie pag. 53-54

Belangrijkste doodsoorzaken per district pag. 55-61 Belangrijkste doodsoorzaken verzorgings-

gebied Medische Zending pag. 62

Belangrijkste doodsoorzaken bij de

verschillende bevolkingsgroepen pag. 63-67 Belangrijkste doodsoorzaken naar instelling

van overlijden pag. 68

Definities sterftecijfers pag. 69

(4)

Voorwoord

Voor U ligt de BOG publicatie: ”Doodsoorzaken in Suriname 2010-2011”.

Zoals de vorige publicaties in deze reeks heeft ook deze uitgave tot doel de beleidsmakers in de gezondheidszorg in het bijzonder, maar ook de bevolking in het algemeen inzicht te verschaffen in de belangrijkste oorzaken die in ons land leiden tot sterfte.

Met dit verkregen inzicht kunnen doelgerichte programma’s opgesteld worden gericht op verbetering c.q. eliminatie van de risico factoren die leiden tot de belangrijkste doodsoorzaken.

Wij zijn wat later dan verwacht uitkomen met de mortaliteitsdata over 2010 omdat wij die wilden

combineren met de data van 2011 aangezien reeds 85% van de overlijdenscertificaten van 2011 binnen was.

Met enige voorzichtigheid kan gesteld worden dat de

stagnerende factoren bij de vergaring van de data bij met name de medische specialisten goeddeels zijn weggewerkt.

Wij hopen daarom dat in de komende jaren steeds tijdig dit jaarlijks overzicht van doodoorzaken in Suriname kan worden gepresenteerd.

Een voorlopige voorzichtige conclusie uit de

gepresenteerde sterfte cijfers over de jaren heen, laat zien dat vanaf 2005 een daling van het aandeel van de hart en vaatziekten aan het totaal aan sterfte laat zien.

Hier tegenover staat dat in dezelfde periode het aandeel van de externe oorzaken zoals (zelf)moorden en ongevallen een stijgende lijn vertoont.

In hoeverre en in welke mate deze huidige trend in sterfte invloed zal hebben op onze bevolking en haar kansen op sociale en economische ontwikkeling zal voer moeten zijn voor alle betrokken gouvernementele en non- gouvernementele organisaties voor verder diepgaand onderzoek en aanpak.

De uitdaging ligt nu op tafel voor onze research- en

beleidsvoorbereidende en beleidsmakende instituten om de redenen voor deze trend in al haar facetten te

onderzoeken en de gepaste aanpak voor de komende tijd vast te leggen.

Drs. L.E. Resida MSc.

(Directeur)

(5)

Inleiding

In Suriname is een medicus die een lijkschouwing doet bij wet verplicht een overlijdens-certificaat (het zgn.C- formulier) in te vullen en in een gesloten envelop (B- formulier) waaraan aangehecht een A-formulier waar de personalia van de overledene op staan, op te sturen naar het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB) voor aangifte van overlijden.

Nadat het overlijden geregistreerd is, doet het CBB de envelop met erin het C-formulier tesamen met een door het CBB ingevulde D-formulier waarop o.a. woondistrict en folionummer, toekomen aan de afdeling Epidemiologie/

Biostatistiek van het BOG.

Op deze afdeling wordt de informatie van het C-formulier gecodeerd en in een “Epi-info” file ingevoerd voor opslag en analyse.

De op het overlijdenscertificaat aangegeven doodsoorzaak wordtin Suriname sedert 1995 gecodeerd volgens de ICD10 (“International Classification for Diseases and related health problems”,10

e

revisie).

De analyse wordt aangevangen als tenminste 85% van de overlijdenscertificaten ontvangen is; enkele dagen nadat de analyse van 2010-2011 was voltooid werden nog 34 C-formulieren van 2011 ontvangen van de cardiologen van het Academisch Ziekenhuis, welke dus niet zijn meegenomen in de analyse. Dit heeft geleid tot onderrapportage van hart-en vaatziekten voor 2011.

Net als in de voorgaande publicatie is de analyse van de belangrijkste doodsoorzaken ook gedaan naar geslacht en etniciteit ook voor de leeftijdsgroepen 15-44 en 20-49 jaar.

Verder zijn de meest voorkomende vormen van neoplasma zoals o.a. mamma-, cervix- en longca- nader

gespecificeerd.

Ook zijn opgenomen de voornaamste doodsoorzaken per

district wat als basis zou kunnen dienen voor het

ontwikkelen van gezondheidszorg programmas voor de

districten.

(6)

MORTALITEITSANALYSE SURINAME 2010-2011

TABEL 1. VITALE STATISTIEKEN EN GEZONDHEIDSINDICATOREN IN SURINAME 2010-2011 2010 2010*na

correc- tie

2011 2011*na correc- tie Gemiddelde bevolking 531.170 539.910

Levend geboorten (CBB) 9712 9703

Levendgeb naar geslacht M 4997 V 4715

M 4932 V 4771 Levenlozen (*na correctie

met ZH-surveillance)

180 207* 146 182*

Sterfgevallen 3484 3441

Mannen 1999 2009

Vrouwen 1485 1432

Ruw geboortecijfer/1000 18.3 18

Ruw sterftetecijfer/1000 6.5 6

Perinatale sterftecijfer/

1000 totaalgeboorten

30.8 27.2

Zuigelingen sterftecijfer/

1000 levendgeboorten

20.4 15.1

Aantal maternale sterften (*na correctie met ZHsurv.)

6 7* 6 8*

Maternalesterftecijfer/

100.000 levendgeboorten

61.8 72 61.8 82.5

NC* Voor het aantal levenlozen en vroegneonatale sterften heeft correctie plaats met de surveillance gegevens van de Afd.Epidemiologie van het BOG.

Bronnen:

Geboorten en sterften: Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB, voorlopige cijfers).

Gemiddelde bevolking:Algemeen Bureau voor de Statistiek(ABS).

Maternale- en perinatale sterften: surveillancedata

ziekenhuizen Paramaribo en overlijdens certificaten van de

Afdeling Epidemiologie van het BOG.

(7)

TABEL 2. OVERLEDENEN MET OVERLIJDENSCERTIFICAAT 2010-2011 NAAR LEEFTIJDSGROEP

LEEFTIJDSGROEP |2010 Freq. % Cum% |2011 Freq. % Cum%

DOODGEB | 180 5.6% 5.6% | 146 4.8% 4.8%

VROEGNEONATAAL | 128 4.0% 9.6% | 87 2.9% 7.7%

LAATNEONATAAL | 22 0.7% 10.3% | 22 0.7% 8.4%

<1JR | 48 1.5% 11.8% | 38 1.3% 9.7%

1-4JR | 35 1.1% 12.9% | 23 0.8% 10.6%

5-9JR | 19 0.6% 13.5% | 8 0.3% 10.9%

10-14JR | 20 0.6% 14.1% | 13 0.4% 11.3%

15-19JR | 41 1.3% 15.4% | 39 1.3% 12.6%

20-24JR | 63 2.0% 17.4% | 80 2.6% 15.2%

25-29JR | 78 2.4% 19.8% | 74 2.4% 17.6%

30-34JR | 92 2.9% 22.7% | 83 2.7% 20.3%

35-39JR | 103 3.2% 25.9% | 90 3.0% 23.3%

40-44JR | 113 3.5% 29.4% | 131 4.3% 27.6%

45-49JR | 173 5.4% 34.8% | 174 5.7% 33.3%

50-54JR | 212 6.6% 41.4% | 182 6.0% 39.3%

55-59JR | 204 6.3% 47.7% | 187 6.2% 45.5%

60-64JR | 213 6.6% 54.3% | 220 7.2% 52.7%

65-69JR | 284 8.8% 63.1% | 261 8.6% 61.3%

70-74JR | 293 9.1% 72.2% | 315 10.4% 71.7%

75-79JR | 348 10.8% 83% | 286 9.4% 81.3%

80-84JR | 246 7.6% 90.5% | 270 8.9% 90.2%

85-89JR | 181 5.6% 96.1% | 194 6.4% 96.2%

90-94JR | 81 2.5% 98.5% | 81 2.7% 98.9%

95-99JR | 23 0.7% 99.2% | 12 0.4% 99.3 100+JR | 7 0.2% 99.3% | 5 0.2% 99.5%

ONBEKEND | 21 0.7% 100.0% | 15 0.5% 100.0%

TOTAAL | 3228 100.0% | 3036 100.0%

TABEL 3. OVERLIJDENSCERTIFICATEN 2010-2011 NAAR WOONDISTRICT

DISTRICTEN | 2010 Freq % | 2011 Freq % BROKOPONDO | 50 1.5% | 46 1.5%

COMMEWIJNE | 193 6.0% | 197 6.5%

CORONIE | 17 0.5% | 24 0.8%

MAROWIJNE | 57 1.8% | 54 1.8%

NICKERIE | 276 8.6% | 247 8.1%

PARA | 129 4.0% | 132 4.3%

PARAMARIBO | 1472 45.6% | 1352 44.5%

SARAMACCA | 95 2.9% | 99 3.3%

SIPALIWINI/MED.ZENDING | 94 2.9% | 50 1.6%

WANICA | 596 18.5% | 546 18.0%

BUITENLAND | 33 1.0% | 0

ONBEKEND | 216 6.7% | 289 9.5%

TOTAAL | 3228 100.0% | 3036 100.0%

Om enigszins een beeld te krijgen van doodsoorzaken in het district Sipaliwini zijn de overlijdenscertificaten van de Medische Zending waar geen woondistrict op was vermeld, toegevoegd aan die van Sipaliwini daar op vele C-formulieren

van de Medische Zending geen woondistrict vermeld staat.

(8)

TABEL 4. OVERLEDENEN MET OVERLIJDENSCERTIFICAAT 2010-2011 NAAR

LEEFTIJDSGROEP EN GESLACHT EN GEMIDDELDE EN MEDIANE LEEFTIJD NAAR GESLACHT LEEFTIJDSGROEP| 2010 Freq. M V Onb |2011 Freq. M V Onb DOODGEB | 180 92 86 2 | 146 83 60 3 VROEGNEONATAAL | 128 82 45 1 | 87 49 38 LAATNEONATAAL | 22 11 11 | 22 13 9

<1JR | 48 24 24 | 38 18 20 1-4JR | 35 23 12 | 23 16 7 5-9JR | 19 15 4 | 8 6 2 10-14JR | 20 7 13 | 13 4 9 15-19JR | 41 25 16 | 39 25 14 20-24JR | 63 43 20 | 80 51 29 25-29JR | 78 49 29 | 74 46 28 30-34JR | 92 60 32 | 83 54 29 35-39JR | 103 72 31 | 90 65 25 40-44JR | 113 72 41 | 131 83 48 45-49JR | 173 107 66 | 174 127 47 50-54JR | 212 135 77 | 182 121 61 55-59JR | 204 133 71 | 187 117 70 60-64JR | 213 136 77 | 220 135 85 65-69JR | 284 156 128 | 261 149 112 70-74JR | 293 172 121 | 315 172 143 75-79JR | 348 189 159 | 286 153 133 80-84JR | 246 127 119 | 270 128 142 85-89JR | 181 69 112 | 194 81 113 90-94JR | 81 33 48 | 81 36 45 95-99JR | 23 7 16 | 12 3 9 100+JR | 7 1 6 | 5 2 3 ONBEKEND | 21 13 8 | 15 10 5 TOTAAL | 3228 1853 1372 3 | 3036 1747 1286 3 GEMIDDELDE LFT. | 61.2 59 64 | 61.6 59.2 64.9 MEDIANE LFT. | 65 62 69 | 66 62 70

(9)

TABEL 5. RAPPORTAGE DOODSOORZAKEN MET EEN C-FORMULIER DOOR DE ZIEKENHUIZEN IN PARAMARIBO, 2010-2011

Overledenen (Rapportage door ZH)

Ontv.C-form % Ontv.

C-form

Geschatte rapportage

Geschatte rapportage 2010 2011 2010 2011 2010 2011 2010 2011 AZP 1299

LL 98

1305 LL 69

1403 LL85

1359 LL40

84.6% 99% 84.4% 83.9%

DH 236 LL 32

237 LL 27

218 LL25

187 LL21

81.7% 70% 81.7% 70%

LH 192 LL 72

187 LL 77

232 LL55

248 LL69

92.7% 95.7% 92.7% 95.2%

SVZ 176 LL 8

163 LL 16

159 LL 1

158 LL9

89.7% 91.4% 89.7% 91.4%

(*)Overlijdens in de SEH(respl 219 en 224, C-form voor 2010en 2011) en overledenen bij wie er een obductie gedaan is, worden niet bijgeteld bij die van het AZ; de C-formulieren worden wel afgehandeld door het AZ. Kinderen die voordat een ziekenhuisopname plaats had, levenloos ter wereld kwamen, worden niet meegerekend bij het totaal aantal levenlozen van dat ziekenhuis, terwijl het C-formulier wel wordt afgehandeld door het ziekenhuis. Hierdoor kan het voorkomen dat een ziekenhuis meer C- formulieren stuurt dan er overledenen zijn geregistreerd. Overigens is niet voor alle overlijdens binnen het ziekenhuis een C-formulier ontvangen.

Patiënten die op de barakken zijn opgenomen worden bij overlijden niet geregistreerd voor het LH hoewel het C-form door het LH wordt afgehandeld.

Voor 2010 en 2011 is de reeële aangifte van overlijden middels een C-formulier per ziekenhuis geschat, door het aantal C-formulieren van de levenlozen af te trekken en voor het Academisch Ziekenhuis ook die van de SEH.

TABEL 6. OVERLIJDENSCERTIFICATEN 2010-2011 NAAR PRAKTIJKADRES

PRAKTIJKADRES | 2010 Freq % |2011 Freq % ACADEMISCH ZIEKENHUIS | 1403 43.5% | 1359 44.8%

DIAKONESSENHUIS | 218 6.8% | 187 6.2%

ST VINCENTIUS ZIEKENHUIS | 159 4.9% | 158 5.2%

S’LANDS HOSPITAAL | 232 7.2% | 248 8.2%

PSYCHIATRISCH CENTRUM SURINAM | 25* 0.8% | 6 0.2%

STREEK ZIEKENHUIS NICKERIE | 140 4.3% | 108 3.6%

POLIKLINISCH | 966 29.9% | 944 31.1%

MEDISCHE ZENDING | 80 2.5% | 23 0.8%

ELDERS | 5 0.2% | 3 0.1%

TOTAAL | 3228 100.0% | 3036 100.0%

*Het toegenomen aantal overlijdens in het PCS in 2010 komt vermoedelijk omdat een aldaar werkzame arts ook op C-formulieren van personen die niet in het PCS zijn overleden, et PCS stempel gebruikt.

Grafiek 2. Geschatte percentage rapportage overlijdens met een C-form door ziekenhuizen 2010-2011

84.4 81.7

92.7 91.4

83.9

70

95.2 91.4

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

AZP DH LH RKZ

jr''10 jr'11

(10)

TABEL 7. OVERLIJDENSCERTIFICATEN 2010-2011 NAAR ETNISCHE GROEP EN GESLACHT ETNISCHE GROEP |2010 Freq M V Onb| 2011 Freq M V Onb GEMENGD | 256 138 118 0 | 206 118 87 1 CREOOL | 888 500 387 1 | 819 470 348 1 HINDOSTAAN | 957 580 376 1 | 970 563 407 JAVAAN | 495 263 232 0 | 476 266 210 CHINEES | 37 23 14 0 | 44 23 21 EUROPEAAN | 19 14 5 0 | 20 15 5 INDIAAN | 82 56 26 0 | 90 46 44

BOSL.CREOOL | 454 251 202 1 | 360 213 146 1 OVERIGE | 35 23 12 0 | 46 30 16

ONBEKEND | 5 4 1 0 | 5 3 2

TOTAAL | 3228 1852 1373 3 | 3036 1747 1286 3 TABEl 8. DOODSOORZAKEN 2010-2011 MET BIJBEHORENDE ICD10 LETTERCODE EN

BETEKENIS

LETTERCODE | 2010 Freq % | 2011 Freq % A INFECTIOUS DISEASES | 65 2.0% | 76 2.5%

B INFECTIOUS DISEASES | 143 4.4% | 121 4.0%

C MALIGNANT NEOPLASM | 374 11.6% | 391 12.9%

D INSITU/BENIGN NEOPLASM(+OTHER) | 16 0.5% | 11 0.4%

E ENDOCR/NUTRIT/ANDMETABOL/DISEASES | 250 7.7% | 277 9.1%

F MENTAL AND BEHAVIOURAL DISORDERS | 14 0.4% | 5 0.2%

G NERVOUSSYSTEM DISEASES | 49 1.5% | 40 1.3%

H DISEASES OF THE EYE AND ADNEXA | - - | - - I CIRCULATORY DISEASES | 870 27.0% | 767 25.3%

J RESPIRATORY DISEASES | 183 5.7% | 170 5.6%

K DIGESTIVE DISEASES | 147 4.6% | 155 5.1%

L SKIN AND SUBCUTANEOUSTISSUE DISEASES | 29 0.9% | 24 0.8%

M MUSCULOSKELETAL DISEASES | 12 0.4% | 12 0.4%

N GENITO-URINARYTRACT DISEASES | 72 2.2% | 74 2.4%

O MATERNAL DEATH CAUSES | 6 0.2% | 6 0.2%

P PERINATALPERIOD CAUSES | 292 9.0% | 236 7.8%

Q CONGENITAL DEFECTS | 49 1.5% | 37 1.2%

R ILLDEFINED CAUSES OF DEATH | 283 8.7% | 260 8.5%

V EXTERNAL DEATH CAUSES(TRANSPORTACC) | 88 2.7% | 94 3.1%

W EXTERNAL DEATH CAUSES | 43 1.3% | 50 1.6%

X EXTERNAL DEATH CAUSES | 186 5.7% | 183 6.0%

Y EXTERNAL DEATH CAUSES | 57 1.8% | 47 1.7%

TOTAAL | 3228 100.0%| 3036 100%

(11)

DE BELANGRIJKSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME,2010-2011

Tabel 9. DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME, OVER 2010

DOODSOORZAKEN aantal percentage

1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 870 27%

2. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 376 11.6%

3. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (V01-Y89) 374 11.6%

4. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 292 9%

5. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 222 6.8%

6. HIV /AIDS (B20-B24) 119 3.9%

7. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 113 3.5%

8. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 69 2.1%

9. LEVERCIRRHOSE EN CHR.AANDOENINGEN LEVER 49 1.5%

CONG.AFWIJKINGEN 49 1.5%

10. CHRONISCHE AAND.LAGERE LUCHTWEGEN (J40-J47) 43 1.3%

OVERIGE AANDOENINGEN 652 20.1%

TOTAAL 3228 100 %

Tabel 9.1 DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME, OVER 2010 NAAR GESLACHT

DOODSOORZAKEN aantal M V Onb.

1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 870 485 385

2. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 376 185 191

3. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (V01-Y89) 374 262 112

4. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 292 168 121

5. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 222 119 103

6. HIV /AIDS (B20-B24) 119 75 44

7. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 113 67 46 8. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 69 43 26 9. LEVERCIRRHOSE EN CHRONISCHE AANDOENINGEN LEVER 49 38 11

CONGENITALE AFWIJKINGEN 49 21 27

10. CHRONISCHE AAND.LAGERE LUCHTWEGEN (J40-J47) 43 29 14

OVERIGE AANDOENINGEN 656 361 292 3

TOTAAL 3228 1853 1372 3

Tabel 9.2 DE VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME BIJ DE MAN, 2010

DOODSOORZAKEN aantal percentage

1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 485 26.1%

2. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (V01-Y89) 262 14.2%

3. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 184 9.9%

4. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 168 9%

5. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 119 6.4%

6. HIV /AIDS (B20-B24) 75 4%

7. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 67 3.6%

8. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 43 2.3%

9. LEVERCIRRHOSE EN CHRONISCHE AANDOENINGEN LEVER 38 2%

10. CHRONISCHE AAND.LAGERE LUCHTWEGEN (J40-J47) 29 1.5%

OVERIGE AANDOENINGEN 361 19.4%

TOTAAL 1853 100 %

(12)

Tabel 9.3 DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME BIJ DE VROUW, 2010

DOODSOORZAKEN aantal percentage

1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 385 28%

2. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 189 13.7%

3. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 122 8.9%

4. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (V01-Y89) 112 8.2%

5. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 103 7.5%

6. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 46 3.3%

7. HIV /AIDS (B20-B24) 44 3.2%

8. CONGENITALE AFWIJKINGEN 27 1.9%

9. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 26 1.9%

10. SEPSIS excl.NEONATAAL 15 1%

OVERIGE AANDOENINGEN 294 21.3%

TOTAAL 1372 100 %

Tabel 10. DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME OVER 2011

DOODSOORZAKEN aantal percenta

ge 1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 767 25.3%

2. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 390 12.8%

3. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (T,V01-Y89) 374 12.5%

4. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 251 8.3%

5. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 236 7.7%

6. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 113 3.7%

7. HIV /AIDS (B20-B24) 105 3.4%

8. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 73 2.4%

9. LEVERCIRRHOSE EN CHRONISCHE AANDOENINGEN LEVER 63 2%

10.SEPSIS (excl.NEONATALE) 38 1.3%

OVERIGE AANDOENINGEN 621 20.4%

TOTAAL 3036 100 %

Grafiek 3. De zes voornaamste doodsoorzaken 2010 naar geslacht

485

262

185 168

119

75 385

112

191

121 103

44 0

100 200 300 400 500 600

Hart en vaatz. Ext.oorz. Ca Perinat.per. Diabetes AIDS

M

V

(13)

Tabel 10.1 DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME OVER 2011 NAAR GESLACHT

DOODSOORZAKEN

aantal M V Onb 1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 767 418 349

2. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 390 209 181

3. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (T,V01-Y89) 374 292 82

4. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 251 121 130

5. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 236 132 101 3

6. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 113 65 48

7. HIV /AIDS (B20-B24) 105 63 42

8. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 73 44 29 9. LEVERCIRRHOSE EN CHRONISCHE AANDOENINGEN LEVER 63 52 11

10.SEPSIS (excl.NEONATALE) 38 12 26

OVERIGE AANDOENINGEN 626 339 287

TOTAAL 3036 1747 1286 3

Tabel 10.2 DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME BIJ DE MAN 2011

DOODSOORZAKEN aantal percentage

1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 418 23.9%

2. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (T,V01-Y89) 292 16.9%

3. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 209 11.9%

4. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 132 7.5%

5. DIABETES MELLITUS (E10-E14) 121 6.9%

6. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 65 3.7%

7. HIV /AIDS (B20-B24) 63 3.6%

8. LEVERCIRRHOSE EN CHRONISCHE AANDOENINGEN LEVER 52 3%

9. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 44 2.5%

10.CHRONISCHE AANDOENINGEN LAGERE LUCHTWEGEN 27 1.5%

OVERIGE AANDOENINGEN 339 19.2%

TOTAAL 1747 100 %

(14)

Tabel 10.3 DE 10 VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME BIJ DE VROUW 2011

DOODSOORZAKEN aantal percentage

1. HART EN VAATZIEKTEN (IOO-I199) (incl.CVA)) 349 27.1%

2. MALIGNE NEOPLASMA (C00-C97) 181 14%

3. DABETES MELLITUS (E10-E14) 130 10.1%

4. PERINATALE PERIODE (P00- P96) 101 7.8%

5. EXTERNE OORZAKEN (ONGEVALLEN EN GEWELD) (T,V01-Y89) 82 6.4%

6. ACUTE LUCHTWEG INFECTIES (J00-J22) 48 3.7%

7. HIV /AIDS (B20-B24) 42 3.3%

8. AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 29 2.2%

5. CONGENITALE AFWIJKINGEN 14 1%

10.LEVERCIRRHOSE EN CHRONISCHE AANDOENINGEN LEVER 11 0.8%

AANDOENINGEN AAN DE URINEWEGEN (N00-N39) 11 0.8%

OVERIGE AANDOENINGEN 287 22.2%

TOTAAL 1286 100 %

Evenals in voorgaande jaren vormen hart- en vaatziekten (27%

in 2010 en 25.3% in 2011 ) de voornaamste doods-oorzaak in Suriname. Sedert 2005 is er een neergaande trend (Grafiek5) in de mortaliteit t.g.v. hart- en vaatziekten; in ‟05 was het percentage 29.4% dat daalde tot 25.3% in 2011.

NB.Er is een onderrapportage mbt hart- en vaatziekte sterfte in 2011 omdat er 34 C-form niet in de analyse zijn meegenomen (die werden enkele dagen voor de publicatie ontvangen).

Sterfte t.g.v.externe oorzaken vertoont een stijgende trend, van 11.3% in ‟05 naar 12.5% in 2011.

AIDS-sterfte vertoont een dalende trend (5.9% in ‟05 en 3.6%

in 2011)en is in dit jaar de 7

e

voornaamste doodsoorzaak,

voorafgegaan door sterfte t.g.v. acute luchtweg infecties op

de 6

e

plaats.

(15)

TABEL 11.DE GEMIDDELDE- EN MEDIANE LEEFTIJD BIJ STERFTE 2010-2011 NAAR GESLACHT

Gemiddelde Lft.

2010

Mediane Lft.

2010

Gemiddelde Lft.

2011

Mediane Lft.

2011

STERFTE IN SURINAME 61.2 65 61.6 66

STERFTE IN SURINAME, MAN 59 62 59.2 62

STERFTE IN SURINAME,VROUW 64 69 64.9 70

De gemiddelde leeftijd van sterfte voor Suriname voor 2010-2011 is 61.4 jaar, voor de mannen is het 59.1 en voor de vrouwen 64 jaar terwijl de mediane leeftijd respectievelijk 62.5 en 69 jaar bedraagt.

Het kan gesteld worden dat in Suriname de mannen gemiddeld ongeveer 5 jaar eerder overlijden dan de vrouwen en ook op jongere leeftijd.Dit was ook het beeld in de jaren daarvoor. Het groot aantal sterften op jonge leeftijd onder de mannen tgv AIDS en externe oorzaken zoals verkeersongevallen en suicide, is de waarschijnlijke verklaring hiervoor.

Bij de mannen zijn externe doodsoorzaken de tweede voornaamste doodsoorzaak en bij de vrouwen de vierde.

TABEL 12. GEMIDDELDE EN MEDIANE LEEFTIJD BIJ VEEL VOORKOMENDE DOODSOORZAKEN, 2010-2011

Sterfte Aant.2010

Gemidd.

Lft.2010

Mediane Lft.2010

Sterfte Aant.2011

Gemidd.

Lft.2011

Mediane Lft.2011 HART EN

VAATZ. 870 66.9 69 767 67.3 69

EXT.OORZAKEN 374 39.8 37 379 41.5 39

SUICIDE 137 38.5 36 127 37.9 36

NEOPLASMA 376 63.1 67 391 62.5 65

HIV/AIDS 119 41.8 41 105 41.7 41

DIABETES 222 66.4 68 251 65.5 67

Tabel 13. ICD10 PAHO shortlist (6/67) over 2010 EN 2011

(16)

jaar 2010 2011 Aantal Aantal

0.00 Symptoms, signs and ill-defined conditions (R00-R99) 283 260

1.00 Communicable diseases (A00-B99, G00-G03, J00-J22) Aantal Aantal

1.01 Intestinal infectious diseases (A00-A09) 9 11

1.02 Tuberculosis (A15-A19) 15 11

1.03 Certain vector-borne diseases and rabies (A20, A44, A75-A79,A82-A84, A85.2, A92-A98, B55-57) ( the numbers include malaria and dengue)

3 10

1.03a Dengue (A90-A91) 2 9

1.03b Malaria (B50-B54) 1 1

1.04 Certain diseases preventable by immunization (A33-A37, A80, B05, B06, B16, B17.0, B18.0- B18.1, B26)

2 1

1.05 Meningitis (A39, A87, G00-G03) 9 5

1.06 Septicemia, except neonatal (A40-A41) 30 38

1.07 HIV disease (AIDS) (B20-B24) 119 105

1.08 Acute respiratory infections (J00-J22) 113 113

1.09 Other infectious and parasitic diseases (remainder of A00-B99, i.e. A21-26, A28-A32, A38, A42- 43, A46-A74, A81, A85.0-A85.1, A85.8, A86, A88-A89, A99-B04, B07-B15,

B17.1-B17.8, B18.2-B19.9, B25, B27-B49, B58-B99) ( the numbers include leptospirosis)

30 21

1.09a Leptospirosis A27 3 1

Sub-Total Communicable diseases (A00-B99, G00-G03, J00-J22) 330 315

2.00 Neoplasms (C00-D48) Aantal Aantal

2.01 Malignant neoplasm of stomach (C16) 15 15

2.02 Malignant neoplasm of colon and rectosigmoid junction (C18- C19) 38 39 2.03 Malignant neoplasm of digestive organs and peritoneum, except stomach and colon

(C15, C17, C20-C26, C48)

62 43 2.04 Malignant neoplasm of trachea, bronchus and lung (C33-C34) 43 38 2.04 Malignant neoplasm of respiratory and intrathoracic organs, except trachea, bronchus

and lung (C30-C32, C37-C39)

3 5

2.06 Malignant neoplasm of female breast (C50 in women) 19 33

2.07 Malignant neoplasm of cervix uteri (C53) 27 33

2.08 Malignant neoplasm of corpus uteri(C54) 5 4

2.09 Malignant neoplasm of uterus, part unspecified (C55) 1 0

2.10 Malignant neoplasm of prostate (C61) 34 49

2.11 Malignant neoplasm of other genitourinary organs (C51-C52,C56-C57, C60, C62-C68) 34 23

2.12 Leukemia (C91-C95) 15 19

2.13 Malignant neoplasm of lymphoid, other hematopoietic and related tissue (C81-C90, C96) 18 16 2.14 Malignant neoplasm of other and unspecified sites (remainder of C00-C97, i.e. C00-C14,

C40-C47, C49, C50 in men, C58, C69-C80, C97)

57 72 2.15 Carcinoma in situ, benign neoplasms and neoplasms of uncertain or unknown behavior (D00-

D48)

4 2

Sub-Total 377 391

3.00 Aantal Aantal

(17)

STERFTE 0 - 4JR

LEVENLOZEN, VROEGNEONATALE-, LAATNEONATALE-, ZUIGELINGEN- EN KINDERSTERFTE STERFTE 2010-2011

Diseases of the circulatory system (I00-I99)

3.01 Acute rheumatic fever and chronic rheumatic heart diseases (I00-I09) 1 5

3.02 Hypertensive diseases (I10-I15) 78 101

3.03 Ischemic heart diseases (I20-I25) 291 236

3.04

Pulmonary heart disease, diseases of pulmonary circulation and other forms of heart disease (I26- I47-I49, I51) I45,

20 7

3.05 Cardiac arrest (I46) (*incl in all other diseases circulatory system) 0 1

3.06 Heart failure (I50) 52 51

3.07 Cerebrovascular diseases (I60-I69) 349 284

3.08 Atherosclerosis (I70) 11 8

3.09 All other diseases of the circulatory system (I71-I99) 68 75

Sub-Total 870 767

4.00 Certain conditions originating in the perinatal period (P00- P96) Aantal Aantal 4.01 Fetus and newborn affected by certain maternal conditions (P00, P04) 54 43 4.02 Fetus and newborn affected by obstetric complications, birth trauma (P01-P03, P10-P15) 31 44 4.03 Slow fetal growth, fetal malnutrition, short gestation, low birth weight (P05, P07) 68 41 4.04 Respiratory disorders specific to the perinatal period (P20-P28) 49 39

4.05 Bacterial sepsis of newborn (P36) 23 23

4.06 Remainder of certain conditions originating in the perinatal period (rest of P00-P96, i.e. P08, P29, P35, P37-P96)

67 46

Sub-Total 292 236

5.00 External causes (V01-Y89) Aantal Aantal

5.01 Land transport accidents (V01-V89) 85 89

5.02 Other and unspecified transport accidents (V90-V99) 3 5

5.03 Falls (W00-W19) 3 8

5.04 Accidents caused by firearm discharge (W32-W34) 0 0

5.05 Accidental drowning and submersion (W65-W74) 23 30

5.06 Accidental threats to breathing (W75-W84) 11 6

5.07 Exposure to electric current (W85-W87) 1 2

5.08 Exposure to smoke, fire and flames (X00-X09) 10 5

(18)

TABEL 14. STERFTE 0-4JR, 2010-2011 NAAR GESLACHT(C-formulieren)

LEEFTIJDSGROEP |2010 Tot. M V Onb |2011 Tot. M V Onb DOODGEB | 180 92 86 2 | 146 83 60 3 VROEGNEONATAAL | 128 82 45 1 | 87 49 38 LAATNEONATAAL | 22 11 11 | 22 13 9

<1JR | 48 24 24 | 38 18 20 1-4JR | 35 23 12 | 23 16 7

TABEL 14.1 AANTAL OVERLEDEN KINDEREN, 0-4 JR, 2010-2011 NAAR LEEFTIJDSGROEP NA CORRECTIE

LEEFTIJDSGROEP  \ JAAR 2010 2011 2010 NC* 2011 NC*

LEVENLOOS 180 146 203 180

VROEG- NEONATALESTERFTE (0- 7dgn) 128 87 128 87

LAAT- NEONATALESTERFTE (8-28dgn) 22 22 22 22

STERFTE 28dg – 1jr 48 38 48 38

ZUIGELINGENSTERFTE (0-1jr) 198 147 198 147

KINDERSTERFTE (1-4jr) 35 23 35 23

NC* Voor het aantal levenlozen en vroegneonatale sterften heeft correctie plaats met de ZH-surveillance gegevens van de Afd.Epidemiologie van het BOG.

LEVENLOZEN

TABEL 15.OORZAKEN DOODGEBOORTE 2010-2011

DOODSOORZAKEN | Freq. 2010 | Freq. 2011 MATERNALE CONDITIIES | 53 | 40 OBSTRETISCHECOMPLICATIIES | 27 | 37 TRAGE FOETALE GROEI | 26 | 15 CONGENITALE AFWIJKINGEN | 16 | 6 RESPIRATOIRE AFWIJKINGEN | 6 | 5 OVERIGE CONDITIES PERINATALE PERIODE | 52 | 43 TOTAAL | 180 | 146

OORZAKEN DOODGEBOORTE 2010-2011 NAAR GESLACHT 2010 (onb 2) (M 92) (V 86) | 2011(onb 3) M 83 V 60

DOODSOORZAKEN | Freq Freq | Freq Freq MATERNALE CONDITIES | 28 24 | 23 17 OBSTRETISCHE COMPLICATIES | 17 10 | 20 16 TRAGE FOETALE GROEI | 7 19 | 10 5 CONGENITALE AFWIJKINGEN | 4 9 | 5 1 RESPIRATOIRE AFWIJKINGEN | 3 3 | 4 1 OVERIGE COND. PERINAT.PERIODE | 33 19 | 21 20

TOTAAL | 92 86 | 83 60

VROEG- EN LAATNEONATALE STERFTE EN ZUIGELINGENSTERFTE

(19)

TABEL 16. OORZAKEN VROEGNEONATALE STERFTE 2010-2011 DOODSOORZAKEN

2010 (TOT128) 2011 (TOT.87) Tot.freq M V Tot.freg M V TRAGE FOETALE GROEI (1onb)41 22 18 23 14 9

RESPIRATOIRE AFWIJKINGEN 40 31 9 26 9 17

CONGENITALE AFWIJKINGEN (1onb)18 10 8 16 9 7 BACTERIELE SEPSIS 12 9 3 11 9 2 RESTERENDE CONDITIES PERINATALEPERIODE 9 6 3 1 0 1

MATERNALE CONDITIES 1 0 1 3 2 1

OBSTRETISCHE COMPLICATIES 4 2 2 7 6 1

SLECHT OMSCHREVEN DOODSOORZAKEN 3 1 2 0 0 0

TOTAAL (1onb)128 82 45 87 49 38

TABEL 17. OORZAKEN LAATNEONATALE STERFTE 2010-2011

VOORNAAMSTE DOODSOORZAKEN 2010 Freq M V Onb |2011 Freq M V BACTERIELE SEPSIS | 10 5 5 | 10 7 3 TRAGE FOETALE GROEI | 0 0 0 | 2 2 0 CONGENITALE AFWIJKINGEN | 3 1 2 | 2 1 1 SLECHT OMSCHREVEN DOODSOORZAKEN | 1 1 0 | 0 0 0 RESTERENDE CONDITIES PERIN.PERIODE| 4 2 2 | 1 0 1

HIV/AIDS | 0 0 0 | 0 0 0

RESPIRATOIRE AFWIJKINGEN | 3 2 1 | 4 1 3

EXTERNE OORZAKEN | 1 0 1 | 1 1 0

OVERIGE ZIEKTEN | 0 0 0 | 2 1 1

TOTAAL | 22 11 11 | 22 13 9

TABEL 18. BELANGRIJKSTE OORZAKEN ZUIGELINGENSTERFTE 2010-2011

2010(tot 198)Freq / 2011(tot147)Freq

1. ADEMHALINGSSTOORNIS 43 / 33

2. STERFTE PERINATALE PERIODE(foetale groeistoornis) 42 / 26

3. CONGENITALE AFWIJKINGEN 28 / 28

4. BACTERIELE SEPSIS 22 / 23

5. EXTERNE OORZAKEN 9 / 3

6. ACUTE BOVENSTE LUCHTWEG INFECTIE 7 / 0 BELANGRIJKSTE OORZAKEN ZUIGELINGENSTERFTE 2010-2011 NAAR GESLACHT

MAN 2010/ 2011 (totaal 117/80) VROUW 2010/ 2011 (totaal 80/67) 1. ADEMHALINGSSTOORNIS 33/11 ADEMHALINGSST/CONG.AFW. 10 / 22 2. STERFTE PERINATALE PERIODE 23/16 STERFTE PERINATALE PERIODE 18 /10 3. BACTERIELE SEPSIS 14/18 CONGENITALE AFWIJKINGEN 14 / 12 CONGENITALE AFWIJKINGEN 14/16 BACTERIELE SEPSIS 8 / 5 4. ACUTE BOV LUCHTWEG INF 5/0

5. EXT.OORZAKEN 2/2

STERFTE LEEFTIJDSGROEP 28 DG-1 JR EN 1-4 JR

TABEL 19. DOODSOORZAKEN KINDEREN 28dg-1jr 2010-2011

(20)

2010 (tot.48) M 24 V 24 | 2011 (Tot.38) M18 V20 DOODSOORZAKEN Totaal M V | Totaal M V CERTAINVECTORBORNDISEASE 0 0 0 | 1 1 0 ACUTE RESP. INF 6 4 2 | 0 0 0 REM.INF.DISEASES 2 1 1 | 0 0 0 NEOPLASMA ANDERE PLAATS 0 0 0 | 1 0 1

MENINGITIS 2 1 1 | 1 0 1

SEPSIS EXCL.NEONATALE 0 0 0 | 2 0 2 SLECHT OMSCHR.DOODSOORZAKEN 8 6 2 | 8 4 4

BACTERIELE SEPSIS 2 1 1 | 2 2 0

SLOW FETAL GROWTH 1 1 0 | 1 0 1

APPENDIX/ HERNIA/ ILEUS 2 1 1 | 1 1 0 REM.DIS.PERINAT.PERIOD 1 0 1 | 0 0 0 ONGENITALE AFWIJKINGEN 7 3 4 | 10 6 4 VOEDINGSDEFICIENTIES 2 1 1 | 0 0 0 ANDERE ZIEKTEN TR.DIGEST. 2 1 1 | 3 1 2 RESTERENDE ZIEKTEN 2 0 2 | 0 0 0

EXTERNE O0RZAKEN 8 2 6 | 2 1 1

ZIEKTEN CZS 1 0 1 | 1 0 1

ANDERE ZIEKTEN TR.RESPIRATORIUS 2 2 0 | 5 2 3

TABEL 20. DOODSOORZAKEN KINDEREN 1-4jr, 2010-2011 NAAR GESLACHT

2010 (tot.35 M 23 V 12 ) | 2011 (Tot.23 M16 V 7) DOODSOORZAKEN Totaal M V | Totaal M V ACUTE LUCHTWEG INF 2 2 0 | 3 3 0

HIVAIDS 2 0 2 | 0 0 0

MENINGITIS 1 1 0 | 0 0 0 SEPSIS EXCL NEONATALE 0 0 0 | 1 0 1 SLECHT OMSCHREVEN DOODSOORZAKEN 5 4 1 | 5 2 3 CONGENITALE AFWIJKINGEN 4 3 1 | 2 1 1 VOEDINGS DEFICIETIES 1 1 0 | 0 0 0 INTESTINALE INFECTIES 0 0 0 | 1 0 1 ANDERE ZIEKTEN TR. DIGESTIVUS 1 1 0 | 0 0 0 LEUKEMIE 1 1 0 | 3 3 0 NEOPLASM OTHSITES 0 0 0 | 1 1 0 DECOMPENSATIO CORDIS 3 1 2 | 0 0 0 EXTERNE OORZAKEN 11 7 4 | 5 5 0 ANDERE ZIEKTEN TR.RESPIRAT. 2 2 0 | 0 0 0 ZIEKTEN CENTRAAL ZENUW ZTELSEL 1 0 1 | 2 1 1 BACTERIELE SEPSIS 1 0 1 | 0 0 0

TABEL 21.NADERE SPECIFICATIE EXTERNE OORZAKEN LEEFTIJDSGROEP 0-4jr,2010-2011 EXTERNE OORZAKEN 2010 EXTERNE OORZAKEN 2011 TOTAAL MAN VROUW TOTAAL MAN VROUW

VERVOERSONGEVAL 2 0 2 0 0 0

BLOOTSTELLING ROOK/ 2 1 1 0 0 0

(21)

VUUR opzet niet bepaald

VERDRINKING 7 5 2 2 2 0

VERSTIKKING, ONGEVAL 7 3 4 0 0 0

VAL 0 0 0 2 2 0

MOORD 0 0 0 1 1 0

OVERIGE ONGEVALLEN 2 0 2 3 2 1

TOTAAL 20 9 11 8 7 1

In de leeftijds categorie 0- 4 jr zijn er in 2010 en 2011 resp. 20 en 8 overlijdens t.g.v. externe oorzaken.

TABEL 22. BELANGRIJKSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME NAAR LEEFTIJD EN GESLACHT (GECLASSIFICEERD VOLGENS DE PAHO

RANGLIJST ICD10

2010

NR

DOODSOORZAKEN

28 DG - 1 JAAR (TOTAAL 48)

(22)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 8 2. CONGENITALE AFWIJKINGEN 7 3. ACUTE BOV LUCHTWEG INF 6

MANNEN 24 AANTAL VROUWEN 24 AANTAL

1 2 3

ACUTE BOV LUCHTWEG INF CONGENITALE AFWIJKINGEN (Q00-Q99)/

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) OORZ.PERINATALE PERIODE

4 3 2 2

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) CONGENITALE AFWIJKINGEN

ACUTE BOV LUCHTWEG INF 6 4 2 1-4 JAAR ( totaal 35)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 11 2. CONGENITALE AFWIJKINGEN 4

3. HART EN VAATZIEKTEN 3

2. AIDS, Acute BLI 2 MANNEN 23 VROUWEN 12

1 2 3

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) CONGENITALE AFWIJKINGEN

ACUTE BOV LUCHTWEG INF 7 3 2

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) HART EN VAATZIEKTEN ACUTE BOV LUCHTWEG INF AIDS

4 2 2 2 5-9 JAAR (totaal 19)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 6 2. ZIEKTEN ZENUWSTELSEL 3 3. NEOPLASMA 2 MANNEN 15 VROUWEN 4 1

2 3

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) ZIEKTEN ZENUWSTELSEL NEOPLASMA

5 3 1

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) NEOPLASMA

1 1

10 -14 JAAR (totaal 20)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 11 2. NEOPLASMA 2 MANNEN 7 VROUWEN 13 1

2

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 3 EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) NEOPLASMA

8 2 . 15-19 JAAR (totaal 41)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 27 2. NEOPLASMA 4

MANNEN 25 VROUWEN 16

1 2

EXTERNE OORZ (V00-Y89) NEOPLASMA

17 3

EXT.OORZAKEN

10

20-24 JAAR (totaal 63) 1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 37 2.NEOPLASMA 5 3.ZIEKTEN ZENUWSTELSEL 3 HIV/AIDS/ Hart en Vaatz.

MANNEN 43 VROUWEN 20 1

2

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

NEOPLASMA/ ZIEKTEN ZENUWSTELSEL 28

3

EXT.OORZ.

HIV/AIDS NEOPLASMA

9 3 2 25-29 JAAR (totaal 78)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 37 2.HIV/AIDS 16

3.HART EN VAAT ZIEKTEN 7 4.NEOPLASMA 4

Vervolg tabel 20. leeftijdsgroep 25-29 jr

MANNEN 49 VROUWEN 29 1

2 3 4

EXTERNE OORZ (V00-Y89) HIV/AIDS

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

27 7 4 3

EXTERNE OORZ(V00-Y89) HIV/AIDS

HART EN VAATZIEKTEN

10 9 3 30-34JAAR (totaal92)

(23)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 33 2. HIV/AIDS 18

3. HART EN VAATZIEKTEN 16

4. NEOPLASMA 6

MANNEN 60 VROUWEN 32 1

2 3

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

HART EN VAAT ZIEKTEN HIV/AIDS

25 13 10

HIV/AIDS

HART EN VAAT ZIEKTEN

HART EN VAAT ZIEKTEN

8 8 5 35-39JAAR (totaal103)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 33 2. NEOPLASMA 15 3. HIV/AIDS 13 HART EN VAAT ZIEKTEN 13

MANNEN 72 VROUWEN 31 1

2 3

EXTERNE OORZ (V00-Y89) HIV/AIDS

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

28 9 9 6

NEOPLASMA

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

HART EN VAATZIEKTEN HIV/AIDS

9 5 4 4 40-44JAAR (totaal 113)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 23

2. HART EN VAAT ZIEKTEN 23 3. HIV/AIDS 18

4 NEOPLASMA 10 MANNEN 72 VROUWEN 41

1 2 3

EXTERNE OORZ (V00-Y89) HIV/AIDS

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

23 13 12 6

HART EN VAATZIEKTEN EXTERNE OORZAKEN HIV/AIDS

NEOPLASMA

11 9 5 4 45-49 JAAR (totaal 173)

1. HART EN VAAT ZIEKTEN 42 2. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 28

3. NEOPLASMA 24 4. HIV/AIDS 17

5. DIAB MELLITUS 9 MANNEN 107 VROUWEN 66 1

2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZ (V00-Y89)

HIV/AIDS NEOPLASMA

28 19 13 9

NEOPLASMA

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZAKEN

HIV/AIDS/DIABETES

15 14 9 4 50-54 JAAR ( totaal 212)

1. HART EN VAAT ZIEKTEN 71 2. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89)30 3. NEOPLASMA 29 4. DIABETES 17

5. HIV/AIDS 13 MANNEN 135 VROUWEN 77

1 2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZ (V00-Y89) DIABETES

NEOPLASMA/HIV/AIDS

43 25 12 11

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES/ EXTERNE OORZ

28 18 5

55-59 JAAR( totaal 204) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 71 2.NEOPLASMA 32

3.DIABETES 22 4.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 19

Vervolg tabel 20. leeftijdsgroep 55-59 jaar MANNEN 133 VROUWEN 71 1

2 3

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZ (V00-Y890)

DIABETES NEOPLASMA

46 15 15 14

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

25 18 7 4 60-64 JAAR (totaal 213)

(24)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 78 2.DIABETES 34 3.NEOPLASMA 29 4.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 9

5.LEVERCIRRHOSIS 8 MANNEN 136 VROUWEN 77

1 2 3 4 5

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

NEOPLASMA LEVERCIRRHOSIS

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

51 21 18 7 6

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

NEOPLASMA

27 13 11

65-69 JAAR (t13otaal 284) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 108 2.NEOPLASMA 47 3.DIABETES 31

4.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89)17 MANNEN 156 VROUWEN 128

1 2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

60 20 16 13

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

45 27 15 70-74 JAAR (totaal 293)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 116 2.NEOPLASMA 50 3.DIABETES 31

4.BOV.LUCHTWEG INF 14 MANNEN 172 VROUWEN 121

1 2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

BOV.LUCHTWEG INF

65 31 14 8

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

BOV.LUCHTWEG INF

51 19 17 6 75-79 JAAR (totaal 348)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 132 2.NEOPLASMA 50 3.DIABETES 35

4.BOV.LUCHTWEG INF 20

MANNEN 189 VROUWEN 159 1

2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES)

BOV.LUCHTWEG INF

79 22 15 12

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

BOV.LUCHTWEG INF

53 28 20 8 80-84 JAAR (totaal 246)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 85 2.NEOPLASMA 38 3.DIABETES 22 4.ACUTE LUCHTWEG INF 13

MANNEN 127 VROUWEN 119 1

2 3

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

BOV.LUCHTWEG INF

37 21 10 10

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

48 17 12

> = 85 JAAR (totaal 292) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 94

2.NEOPLASMA 20 3.ACUTE LUCHTWEG INF 18 4.ZIEKTEN URINEWEGEN 10

5. DIABETES 9 MANNEN 110 VROUWEN 182

1 2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

ZIEKTEN URINEWEGEN ACUTE LUCHTWEG INF

29 12 8 7

HART EN VAAT ZIEKTEN ACUTE LUCHTWEG INF

NEOPLASMA

65 11 8

(25)

TABEL 23. BELANGRIJKSTE DOODSOORZAKEN IN SURINAME NAAR LEEFTIJD EN GESLACHT (GECLASSIFICEERD VOLGENS DE PAHO

RANGLIJST ICD10

2011

NR

DOODSOORZAKEN

28 DG - 1 JAAR (TOTAAL 38) 1.CONGENITALE AFWIJKINGEN 10 2. ANDERE ZIEKTEN TR.RESP 5 3.EXTERNE OORZAKEN 6

NR MANNEN 18 AANTAL VROUWEN 20 AANTAL

1 2

CONGENITALE AFWIJKINGEN ANDERE ZIEKTEN TR.RESP BACTERIELE SEPSIS

6 2 2

CONGENITALE AFWIJKINGEN ANDERE ZIEKTEN TR.RESP SEPSIS EXC.NEONATALE

4 3 2 1-4 JAAR ( totaal 23)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 5

2. ACUTE INF BOV LUCHTWEGEN 3 NEOPLASMA 3 MANNEN 16 VROUWEN 7

1 2 3

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) NEOPLASMA

ACUTE LUCHTWEGINFECTIES CONGENITALE AFWIJKINGEN

5 3 3 2

INTESTINALE INF

CONGENITALE AFWIJKINGEN SEPSIS EXC.NEONATALE ZIEKTEN CZS

1 1 1 1 5-9 JAAR (totaal 8)

1.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89)/ 3 2. NEOPLASMA /SEPSIS 2

MANNEN 6 VROUWEN 2

1 EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89)/ 2 EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89)/

ANDERE INF.ZIEKTEN 1 1 10 -14 JAAR (totaal 13)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 7

MANNEN 4 VROUWEN 9

1 EXTERNE OORZ (V00-Y89) 2 EXT.OORZAKEN 5

15-19 JAAR (totaal 39) 1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 25 2. NEOPLASMA 5 3.INTESTINALE INF 2 MANNEN 25 VROUWEN 14 1

2

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

NEOPLASMA

17 3

EXT.OORZAKEN

NEOPLASMA

8 2 20-24 JAAR (totaal 80)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 44 2. HIV AIDS 7 NEOPLASMA 7 3.ACUTE LUCHTWEG INF 3 MANNEN 51 VROUWEN 29 1

2 3

EXTERNE OORZ (V00-Y89) NEOPLASMA

HIV AIDS

35 6 2

EXT.OORZAKEN HIV AIDS

ACUTE LUCHTWEG INF

9 5 2 25-29 JAAR (totaal 74)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 42 2.HIV/AIDS 11 3.NEOPLASMA 4

MANNEN 46 VROUWEN 28 1

2 3

EXTERNE OORZ (V00-Y89) HIV/AIDS

NEOPLASMA

31 5 3

HIV/AIDS

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

11 6 30-34JAAR (totaal 83)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 31 2. HIV/AIDS 17 3. HART EN VAAT ZIEKTEN 7 4. NEOPLASMA 6

(26)

Vervolg tabel 23, 30-34JAAR MANNEN 54 VROUWEN 29 1

2 3

EXTERNE OORZ (V00-Y89) HIV/AIDS

HART EN VAAT ZIEKTEN

25 11 5

HIV/AIDS EXTERNE OORZ NEOPLASMA

6 6 3 35-39JAAR (totaal90)

1.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 36 2.HART EN VAAT ZIEKTEN 13 HIV/AIDS 13

3.NEOPLASMA 7 MANNEN 65 VROUWEN 25

1 2 3 4

EXTERNE OORZ (V00-Y89) HIV/AIDS

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

29 11 9 3

EXTERNE OORZ (V00-89

)

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA HIV/AIDS

7 4 4 2 40-44JAAR (totaal 131)

1. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 32

2. HART EN VAAT ZIEKTEN 23 3. HIV/AIDS 18

4. NEOPLASMA 15 5. DIABETES 10

MANNEN 83 VROUWEN 48 1

2 3 4 5

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

HART EN VAAT ZIEKTEN HIV/AIDS

NEOPLASMA DIABETES

32 23 18 15 10

HIV/AIDS NEOPLASMA

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

EXTERNE OORZ (V00-Y89

10 12 9 6 3 45-49 JAAR (totaal 174)

1. HART EN VAAT ZIEKTEN 46 2. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 31 3. NEOPLASMA 28 4. DIABETES 14

5. HIV/AIDS 12

MANNEN 127 VROUWEN 47 1

2 3 4 5

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZ (V00-Y89)

NEOPLASMA DIABETES HIV/AIDS

35 29 15 9 7

NEOPLASMA

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

HIV/AIDS

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

13 11 5 5 2 50-54 JAAR (totaal 182)

1. HART EN VAAT ZIEKTEN 57

2. NEOPLASMA 30 3. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89)23 4. DIABETES 16

5. HIV/AIDS 12 MANNEN 121 VROUWEN 61 1

2 3 4 5

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZ (V00-Y89)

NEOPLASMA DIABETES HIV/AIDS

43 16 12 12 9

NEOPLASMA

HART EN VAAT ZIEKTEN EXTERNE OORZ (V00-Y89)

DIABETES

ZIEKTEN URINEWEGEN

18 14 7 4 4 55-59 JAAR (totaal 187)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 65 2.NEOPLASMA 35

3.DIABETES 20 4.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 15

5.LEVERCIRRHOSIS 9 MANNEN 117 VROUWEN 70 1

2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

EXTERNE OORZ (V00-Y89) DIABETES

39 17 11 11

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

26 18 9 60-64 JAAR (totaal 220)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 72 2.NEOPLASMA 39 3.DIABETES 38 4.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 20

MANNEN 135 VROUWEN 85 1

2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

NEOPLASMA

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

44 19 17 17

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

28 22 19 3

(27)

Vervolg tabel 23, 65-69 JAAR (totaal 261) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 102 2. NEOPLASMA 47 3. DIABETES 36 EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 14

4. ZIEKTEN URINEWEGEN 9 MANNEN 149 VROUWEN 112

1 2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

EXTERNE OORZ (V00-Y89)

55 28 19 12

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

ZIEKTEN URINEWEGEN

47 19 17 5 70-74 JAAR (totaal 315)

1.HART EN VAAT ZIEKTEN 105 2.NEOPLASMA 59 3.DIABETES 37 4.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 15 5.ACUTE BOVENSTE LUCHTWEGINF 13

6.ZIEKTEN URINEWEGEN 12 LEVERCIRRHOSIS 12

MANNEN 172 VROUWEN 143 1

2 3 4 5 6

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

ACUTE BOVENSTE LUCHTWEGINF LEVERCIRRHOSIS

ZIEKTEN URINEWEGEN EXTERNE OORZ (V00-Y89DIABETES

60 29 19 10 10 9 8

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

ACUTE BOVENSTE LUCHTWEGINF

45 30 18 4

75-79 JAAR (totaal 286) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 105

2.NEOPLASMA 46 3.DIABETES 28 4.ACUTE BOVENSTE LUCHTWEGINF 11

5.EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 10 MANNEN 153 VROUWEN 133

1 2 3 4 5 6

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

DIABETES

EXTERNE OORZ (V00-Y89DIABETES ACUTE BOVENSTE LUCHTWEGINF ZIEKTEN URINEWEGEN

50 30 11 8 7 7

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

NEOPLASMA

ACUTE BOVENSTE LUCHTWEGINF

55 17 16 4

80-84 JAAR(totaal 270) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 90 2.NEOPLASMA 33 3. DIABETES 19 4.ACUTE BOV LUCHTWEGINF 15

5. EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) 10 MANNEN 128 VROUWEN 142

1 2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

EXTERNE OORZAKEN (V01-Y89) ZIEKTEN URINEWEGEN

32 20 7 7

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

NEOPLASMA

ACUTE BOV LUCHTWEGINF

58 14 13 11

>= 85 JAAR (totaal 292) 1.HART EN VAAT ZIEKTEN 71 2.ACUTE LUCHTWEG INF 29

3.DIABETES 22 4.NEOPLASMA 20

4.ZIEKTEN URINEWEGEN 13

MANNEN 122 VROUWEN 170 1

2 3 4

HART EN VAAT ZIEKTEN NEOPLASMA

ACUTE LUCHTWEG INF ZIEKTEN URINEWEGEN

24 15 14 8

HART EN VAAT ZIEKTEN DIABETES

ACUTE LUCHTWEG INF

NEOPLASMA/ ZIEKTEN URINEWEGEN 47 16 15 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zuurstofrijk bloed stroomt vanuit het hart door het lichaam en voorziet hierbij al onze organen en weefsels van zuurstof.. Op de terugweg neemt het bloed

In een aantal producten zit al veel zout, maar ook wordt vaak zout aan het eten toegevoegd. Daarom is het advies voor iedereen om voorzichtig te zijn met het gebruik

Hart­ en vaatziekten blijven de belangrijkste doodsoorzaak bij de Belgen, zelfs al daalt hun

1) Inzage in de overeenkomsten en verschillen 2) EfficienGere discussie

De Fransche gemeente was eerlang talrijk genoeg ge- worden om ter hoofdplaats Paramaribo eene Waalsche kerk te doen verrijzen, en eene kleinere aan de samen- vloeiing van Cottica

[r]

Dit document is ter beschikking gesteld via de website van het Nederlands Huisartsen Genootschap of via de NHG-digitale leer- en werkomgeving en mag worden aangepast voor eigen

Het jaar 1910 geeft het eerste hoogtepunt van afkondigingen en bekendmakingen van Staatsbladen te zien, welk aantal in de oorlogsjaren 1914-1918 afneemt, om in 1920 weder een