Emergency Pneumatics.
Gebruiksaanwijzing
Buis-afdicht- en bypasskussen FS
voor brandweer en hulpdiensten
Inhoudsopgave
1. Inleiding . . . .3
1.1 Gebruikte symbolen . . . .3
1.2 Beoogd gebruik . . . .4
2. Veiligheidsaanwijzing . . . .4
2.1 Algemene instructies . . . .4
2.2 Veiligheidsinstructies . . . .5
2.3 Waarschuwingsaanduidingen . . . .5
3. Gebruik van het buis-afdicht- en bypasskussen FS. . . .6
3.1 Gebruik met besturingselement, vulslang en persluchtfles . . .6
3.2 Gebruik met besturingselement, vulslang en andere persluchtbronnen . . . .7
3.3 Gebruik voetluchtpomp 1,5 bar met veiligheidsventiel . . . .8
4. Gebruik van het buis-afdicht- en bypasskussen . . . .8
4.1 Voorbereidingen voor het gebruik . . . .8
4.2 Ondersteuning . . . .9
4.3 Afbakenen van een buisleiding . . . 10
4.4 Buisleiding legen . . . 11
4.5 Bouw van een provisorische omleiding . . . 11
5. Onderhoud, onderhoudsintervallen en opslag . . . 12
5.1 Onderhoud . . . 12
5.2 Onderhoudsintervallen . . . 12
5.3 Opslagruimte . . . 13
6. VETTER buis-afdichtkussen 1,5 bar FS . . . 14
6.1 Beschrijving . . . 14
6.2 Technische gegevens buis-afdichtkussen 1,5 bar FS . . . 14
7. VETTER bypasskussen 1,5 bar FS . . . 16
7.1 Beschrijving . . . 16
7.2 Technische gegevens bypasskussen 1,5 bar FS . . . 16
8. Materiaal- en bestendigheidslijst . . . 17
8.1 Materiaallijst . . . 17
8.2 Temperatuurbestendigheid . . . 17
8.3 Bestendigheidslijst . . . 18
Belangrijke aanwijzing
Om de verzending te vereenvoudigen, is de lucht volledig uit het afdichtkussen gezogen.
In deze toestand mag het kussen echter NIET opgeslagen worden.
Steek wanneer u het kussen uitpakt, de ontluchtingsnippel op de koppeling, waar- door er weer lucht in kan lopen. Hiermee krijgt het kussen zijn normale cilinder- vorm terug.
Indien noodzakelijk, moet het kussen aanvullend met perslucht gevuld worden, maar slechts zover dat het de normale vorm krijgt.
1. Inleiding
Voorwaarde voor veilige omgang en storingsvrij gebruik van het Vetter buis- en bypass-afdichtkussen is de kennis en navolging van deze gebruiksaanwijzing en de veiligheidsaanwijzingen.
Bij langdurige opslag moet de DIN 7716 in acht worden genomen.
Daarnaast moeten de van toepassing zijnde regels voor arbeidsbescherming en -veiligheid en de voorschriften voor ongevallenpreventie worden opgevolgd eve- nals de algemeen erkende regels der techniek.
Deze gebruiksaanwijzing moet worden beschouwd als onderdeel van het product en moet gedurende de levensduur van het product worden bewaard. Bij het door- geven van het product moet ook de gebruiksaanwijzing aan de volgende gebrui- ker doorgegeven worden.
1.1 Gebruikte symbolen
In de tekst worden voor gevaren en waarschuwingen de volgende symbolen ge- bruikt:
Dit symbool betekent een onmiddellijk dreigend gevaar. Wanneer dit niet wordt voorkomen, zijn dood of ernstig letsel het gevolg.
Dit symbool betekent een mogelijk gevaarlijke situatie. Wanneer deze niet wordt voorkomen, kunnen dood of ernstig letsel het gevolg zijn.
Dit symbool betekent een mogelijk gevaarlijke situatie. Wanneer deze niet wordt voorkomen, kunnen lichte of kleine verwondingen het ge- volg zijn.
Dit symbool betekent een mogelijk schadelijke situatie. Wanneer deze niet wordt voorkomen,
1.2 Beoogd gebruik
Vetter buis- en bypass-afdichtkussens mogen, afhankelijk van het gebruiksdoel, alleen met perslucht en alleen met de originele vu- larmaturen van het bijbehorende drukniveau worden gevuld.
Een vulling met niet originele vularmaturen geldt als niet beoogd gebruik.
Ze worden uitsluitend voor het afsluiten van daarvoor bestemde buizen en voor het maken van een omleiding (bypass) ingezet.
Een ander, verder gaand gebruik geldt als oneigenlijk, niet toege- laten gebruik.
Een niet beoogd gebruik van het Vetter buis- en bypass-afdicht- kussen bevat:
9 onjuist gebruiken, bedienen of onderhouden van het buis- en bypass-afdichtkussen.
9 gebruiken van het Vetter buis- en bypass-afdichtkussen met defecte veiligheidsvoorzieningen of niet correct aangebrach- te of niet goed functionerende vularmaturen.
9 het niet opvolgen van de aanwijzingen in de bedieningshand- leiding met betrekking tot opslag, gebruik en onderhoud van het buis- en bypass-afdichtkussen.
9 onvoldoende controle van toebehoren/onderdelen, die aan slijtage onderhevig zijn.
9 onjuist uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden.
Tot het gebruik volgens voorschrift behoren ook
9 de naleving van alle aanwijzingen in deze bedieningshand- leiding.
9 het aanhouden van de in hoofdstuk „Onderhoud en verzor- ging“ genoemde termijnen voor het onderhoud en de verzor- ging.
2. Veiligheidsaanwijzing
Het gebruik van het Vetter buis- en bypass-afdichtkussen vereist de kennis en naleving van de bedieningshandleiding.
2.1 Algemene instructies
Voorwaarde is de naleving van alle van toepassing zijnde regels voor arbeidsbescherming en veiligheid, de voorschriften voor ongevallenpreventie (bijv. veiligheidsregels van TBG, GUV (Duitse Arbo)) en de algemeen erkende regels der techniek.
Vóót het inzetten van het buis- en bypass-afdichtkussen moet de buisleiding op beschadigingen gecontroleerd worden. Het ge- bied in de buis voor het buis- en bypass-afdichtkussen moet vrij van afzettingen, vervuiling en vreemde delen zijn, bijv. scherven, scherpe voorwerpen.
De voor de uitvoering noodzakelijke persoonlijke beschermings- middelen, beschermende kleding, handschoenen, helm, gezichts- en/of oogbescherming, moet worden gedragen.
Het buis- en bypass-afdichtkussen moet in volle lengte in de buis- leiding en met het afdichtvlak tegen der buisbinnenwand liggen.
Alle buis- en bypass-afdichtkussens moeten kracht- en vormslui- tend in de buisleidingen ingezet en ingebouwd worden .
2.2 Veiligheidsinstructies
Veranderingen en ombouwingen aan afdichtkussen, vularmatu- ren en vulslangen zijn niet toegestaan. Het gebruik van het Vetter buis- en bypasskussen is alleen met originele Vetter vularmaturen en vulslangen toegestaan. Bij extern geleverde onderdelen kan de veiligheid beïnvloed worden.
De buis- en bypass-afdichtkussens zijn van een sterk rekbaar ma- teriaal gemaakt. Worden deze boven hun maximaal toegestane bereik uitgerekt, kan dit tot barsten leiden. Tijdens de inzet mo- gen er geen personen in het arbeidsbereik zijn.
Na het positioneren van het buis- en/of bypass-afdichtkussen moet zekergesteld worden, dat niemand tijdens de vul-, contro- le- en leegvoortgang zich in de schacht of voor de buis bevindt.
Zorg ervoor dat vóór het verwijderen van de ondersteuning, de buisleiding drukloos en volledig geleegd is.
2.3 Waarschuwingsaanduidingen
Voor en na elk gebruik moet worden gecontroleerd of het buis- en/of bypass-afdichtkussen en het toebehoren in goede staat zijn. Buiten buisleidingen mogen Vetter buis- en bypass-afdicht- kussens 1,5 bar voor de visuele controle alleen tot maximaal 0,5 bar worden gevuld.
Alle besturingselementen zijn met een veiligheidsventiel uitgevo- erd, dat overeenstemt met de maximaal toegestane bedrijfsover- druk van het buis- of bypass-afdichtkussen. Bij het overschrijden van de maximale bedrijfsoverdruk van 1,5 bar wordt deze afge- bouwd via het veiligheidsventiel. De tolerantie voor het openen en sluiten van de veiligheidsventielen mag maximaal ± 10 % be- dragen. De ingestelde druk mag niet worden gewijzigd. Mocht de verzegeling aan het bovendeel van het ventiel verwijderd zijn, is een veilige functie niet meer gewaarborgd en moet het veilig- heidsventiel moet dan worden vervangen. De ingangsdruk bij de besturingselementen (aangegeven op de ingangskoppeling) mag niet worden overschreden.
3. Gebruik van het buis-afdicht- en bypasskussen FS
In dit hoofdstuk verneemt u, met welke persluchtbronnen u de Vetter buis- en bypass-afdichtkussen kan gebruiken.
Let bij het gebruik van de buis- en
bypass-afdichtkussens op het betreffende drukniveau.
3.1 Gebruik met besturingselement, vulslang en persluchtfles
Aanwijzing! De volgende afbeeldingen geven de volgorde van handelen voor het drukniveau van 1,5 bar weer. Voor andere drukniveaus en andere luchtbronnen moeten het bijbehorende kussen en toebehoren
worden gebruikt.
Buis- afdicht- of bypasskussen
9 Stap 1
Buis-afdicht- of bypasskussen 1,5 bar met de vulslang verbinden.
Vulslang
9 Stap 2
Vulslang met het besturingselement 1,5 bar verbinden.
Der vulslang, het afdichtkussen en het
besturingselement moeten het gelijke drukniveau hebben.
Besturingselement
9 Stap 3
Aansluitslang van de drukregelaar met de
ingangskoppeling van het besturingselement verbinden.
Neem daarbij altijd de toelaatbare ingangsdruk besturingselement in acht.
Drukregelaar
9 Stap 4
Schroefdraadaansluiting van de drukregelaar in de inwendige schroefdraad van het ventiel van de persluchtfles schroeven.
Persluchtfles
3.2 Gebruik met besturingselement, vulslang en andere persluchtbronnen
Neem de maximale ingangsdrukken van de persluchtbronnen voor de verschillende drukniveaus in acht (zie onderstaande tabel).
Gebruikt drukniveau Maximale ingangsdruk van de persluchtbron
0,5 bar 2 bar
1,0 bar 2 bar
1,5 bar 2 bar
2,5 bar 4 bar
Overgangsstukken van de adapterset
De adapterset bevat overgangsstukken voor volgende perslucht- bronnen:
Persluchtaansluiting vrachtwagen en blinde koppeling
Sluit de besturingsleiding af met de blinde koppeling.Vast lokaal persluchtnet
Aansluiting aan de uitgangskoppeling van een persluchtnet.
Ventiel van een vrachtwagenband
Voor het vullen met een gangbare hand- of voetluchtpomp.
Ventielaansluiting van een vrachtwagenband
Voor de luchtextractie uit een reservewiel.Luchttoevoerslang, 10 m met afsluitkraan
Der luchttoevoerslang met afsluitkraan kan als verlengstuk tussen de luchtbron en het besturingselement gebruikt worden.
Persluchtaansluiting vrachtwagen
Blinde koppeling
Hand- en voetluchtpomp
Hand- of voetluchtpomp met 2 m aansluitslang voor de aansluiting aan de ingangskoppeling van een besturingselement. De hand- en voet- luchtpomp horen niet bij de leveringsomvang van de adapterset
3.3 Gebruik voetluchtpomp 1,5 bar met veiligheidsventiel
Voetluchtpomp 1,5 bar met veiligheidsventiel en 2 m aansluitslang voor het vullen van afdichtkussens in combinatie met een vulslang.4. Gebruik van het buis-afdicht- en bypasskussen
In dit hoofdstuk verneemt u, hoe de buis- en bypass-afdichtkussens van Vetter worden toegepast.
Neem bij het gebruik van het buis-afdicht- en bypasskussen de veiligheidsaanwijzingen alsook de van toepassing zijnde regels voor arbeidsbescherming en veiligheid, de
voorschriften voor ongevallenpreventie (bijv.
veiligheidsregels van TBG, GUV (Duitse Arbo)) en de algemeen erkende regels der techniek.
4.1 Voorbereidingen voor het gebruik
9 zorg ervoor, dat zich alleen daartoe bevoegde personen in het werk- gebied/gevarenzone bevinden.
9 selecteer een geschikt buis-afdicht- en/of bypasskussen overeen- komstig de eisen.
9 controleer het kussen en het te gebruiken toebehoren op volledig- heid en beschadigingen.
9 beschadigde kussens en toebehoren mogen niet gebruikt worden!
9 de kussendiameter moet kleiner zijn dan de binnendiameter van de buisleiding.
9 vulslang en besturingselement moeten reeds met het afdichtkussen verbonden zijn.
9 markeer het werkgebied.
9 plaats het kussen in zijn gehele lengte in de buis.
9 het in de buis bevindende kussen moet ondersteund worden.
9 afdichtkussen tot aan de ondersteuning aantrekken en zover vullen, dat het in de buisleiding nog te bewegen is.
9 het afdichtkussen aanvullende met een werklijn zekeren, om terugglijden van het kussen bij het legen te voorkomen.
9 de ondersteuning moet zo geplaatst worden, dat het afdicht- kussen zo uitgebreid mogelijk ondersteund wordt.
9 schacht en/of buisleiding verlaten.
9 vergewis u ervan, dat zich geen personen in de gevarenzone bevinden.
9 het afdichtkussen van gezekerde positie tot de maximaal toe- gestane bedrijfsoverdruk vullen.
Gevaar door plotseling uitglijdend afdichtkussen. De druk of de waterkolom binnen de buisleiding moet volledig afgebouwd zijn vóór de ondersteuning verwijderd wordt. Het afdichtkussen kan er anders uit geslingerd worden. Na beëindigde werzaamheden dient de drukontlasting via de vulslang (ontluchtingsnippel) of het besturingselement (drukontlasting via de gekartelde schroef van het veiligheidsventiel) uitgevoerd te worden. Dit moet princi- pieel van buiten de buisleiding resp. de schacht gebeuren.
9 is het water compleet uit schacht/de buisleiding gelopen, de perslucht uit het kussen laten lopen.
9 verwijder nu de ondersteuning en haal het kussen uit de schacht/de buisleiding.
4.2 Ondersteuning
De wijze van de vereiste ondersteuning is afhankelijk van de con- structievoorwaarden in de buis, de buis zelf en de te verwachten tegendruk. De volgende ondersteuningsmogelijkheden zijn daa- rom slechts geschetst en schematisch als voorbeelden weergege- ven.
Ondersteuning algemeen (schematisch weergegeven)
1 Centrum kussen2 Opblaasbare kussenhoes
Ondersteuningsvoorstel voor een uitgraving
(schematisch weergegeven)Ondersteuningsvoorstel voor een rioleringsschacht
(schematisch weergegeven)Ondersteuningsvoorstel voor een buismond aan een bu-
itenwand
(schematisch weergegeven) 1 Buitenwand met buismond
4.3 Afbakenen van een buisleiding
De ondersteuning van een onder druk staande buisleiding mag nooit worden verwijderd. Buis-afdicht- en/of bypasskussen kan er plotseling uit geslingerd worden. Tijdens een druktest mag er nie- mand in de schacht, in de buurt van of in de onder druk staande buisleiding zijn.
9 Vetter buis-afdicht- en bypasskussens zijn in verschillende buisdiameters inzetbaar (identificatie op het afdichtkussen in acht nemen).
9 buis-afdichtkussen, vulslang, besturingselement en lucht- bron selecteren.
9 In het af te bakenen buisbereik mogen geen aftakkingen, hu- isaansluitingen of dergelijke zijn.
9 wanneer het buis-afdichtkussen in doorstroomrichting ge- bruikt wordt, kan de beveiliging bijv. door een werklijn plaats- vinden.
9 buis-afdicht- en/of bypasskussen met vulslang en besturings- element verbinden en in de buis plaatsen.
9 beveiliging in doorstroomrichting met werklijnen of tegen de doorstroomrichting met passende ondersteuning.
9 buis-afdichtkussen vanuit beveiligde positie met de maximaal toegestane bedrijfsdruk vullen.
9 indien een buisleiding met buis-afdicht- en/of bypasskussen afgebakend wordt, moet bedrijfsoverdruk over het algemeen met het besturingselement worden bewaakt (bijv. mogelijke drukveranderingen door temperatuurschommelingen).
Drukregelaar Besturingselement
Werklijn
4.4 Buisleiding legen
9 vóór het legen van de buisleiding moet zekergesteld worden, dat niemand in schacht of buis is.
9 het gezekerde afdichtkussen via het besturingselement zo- ver legen, dat de opgehoopte vloeistof langzaam langs het afdichtkussen en de ondersteuning kan afvloeien.
9 de ondersteuning van een onder druk staande buisleiding mag nooit worden verwijderd. Buis-afdicht- en/of bypasskus- sen kan er plotseling uit geslingerd worden.
4.5 Bouw van een provisorische omleiding
Wanneer personen door een plotselinge waterinbreuk risico lo- pen, moet het toepassingsgebied door een aanvullend buis-af- dichtkussen (2) worden beveiligd.
De veiligheidsregels en -informatie van de GUV moeten aange- houden worden!
Bouw van een provisorische omleiding (bypass)
(schematische weergave)Ondersteuning en werklijnen zijn op weergavegronden schema- tisch/vereenvoudigd weergegeven.
9 voor het omleiden het bypass-afdichtkussen met het desbe- treffende toebehoren uitrusten.
9 Bypass-kussen (1) boven de inzetplaats in de buis plaatsen.
Kussen vormsluitend ondersteunen. Kussen aanvullend met een werklijn beveiligen.
9 storz-koppeling (A resp. B) via een zuigslang met de boven de grond geïnstalleerde zuigpomp verbinden.
9 neem in acht, dat de stuwhoogte van de opgehoogde vloei- stof 5 m WS niet overschrijdt.
5. Onderhoud, onderhoudsintervallen en opslag
In dit hoofdstuk verneemt u, hoe u de Vetter buis-afdicht- en bypass- kussen moet verzorgen en welke onderhoudsintervallen u moet aan- houden.
5.1 Onderhoud
Na elk gebruik moet de afdichtkussenuitrusting schoongemaakt wor- den. De reiniging gebeurt in de regel met handwarm water en zeepop- lossing.
In geen geval mag de reiniging met chemische reinigingsmiddelen en ook nooit met zog.
hogedruk-heetwaterapparaten uitgevoerd worden.
De droging gebeurt bij kamertemperatuur.
5.2 Onderhoudsintervallen
Functietest van het veiligeheidsventiel mag alleen zonder buis -of by- pass-afdichtkussen gebeuren. Overdrukbereik!
Een functietest van het veiligheidsventielmet buis -of bypass-afdicht- kussen buiten een buisleiding kan tot barsten van het kussen leiden.
De functiecontrole van het buis- en bypass-afdichtkussen met volledige bedrijfsdruk in de maximaal toegestane buisdiameter mag alleen in een sterke buis plaatsvinden. Een te zwakke buis wordt door het met volledi- ge bedrijfsdruk opgeblazen kussen vernield!
Wanneer? Wat? Wat te doen?
Na elk ge-
bruik Buis- en bypass- afdichtkussen en toebehoren
Op volledigheid en goede staat en werking controleren.
Visuele inspectie en controle van de wer- king.
Buis- en bypass-afdichtkussen met warm water, neutraal reinigingsmiddel en evt. met wasborstel schoonmaken. Vervolgens bij kamertemperatuur laten drogen.
Ten minste eenmaal per jaar
Besturingselemen-
ten Visuele inspectie en controle van de wer- king.
Functionering van de koppelingen, nippels, manometer en veiligheidsventielen contro- leren.
Ten minste eenmaal per jaar
Vulslangen Visuele inspectie en controle van de wer- king.
Functionering en dichtheid van de aansluit- nippels en koppelingen controleren.
Ten minste eenmaal per jaar
Afdichtkussen Visuele inspectie en controle van de wer- king.
Functionering van de aansluitkoppeling controleren.
Controle op scheuren en/of sneden, schuur- plekken, veranderingen van de oppervlak- ken door chemische inwerkingen.
5.3 Opslagruimte
Rubber-producten behouden bij een deskundige opslag en behandeling gedurende een lange periode hun
eigenschappen. Bij een ondeskundige behandeling en ongunstige
opslagomstandigheden wijzigen hun fysieke eigenschappen en/of verkort hun levensduur!
Neem de volgende opslagomstandigheden in acht:
De opslagplaats moet koel, droog, stofvrij en matig geventileerd worden.
De opslagtemperatuur moet ca. 15 °C bedragen en in geen geval 25 °C overschrijden.
De temperatuur mag ook niet onder -10 °C zakken.
Indien verwarmingselementen en leidingen in de opslagruimte voorhanden zijn, moeten deze dienovereenkomstig geïsoleerd zijn, zodat een temperatuur van 25 °C niet overschreden wordt.
De minimumafstand tussen verwarmingselement en de opgesla- gen goederen moet 1 m bedragen.
Rubber-producten mogen niet in vochtige opslagruimtes be- waard worden. De luchtvochtigheid moet minder dan 65 % be- dragen.
Rubber-producten moeten tegen licht (direct zonlicht, kunstlicht met hoog UV-aandeel) beschermd worden. De ramen van de ops- lagruimte moeten verduisterd worden.
Er moet voor gezorgd worden, dat er geen ozon veroorzakende inrichtingen in de opslagruimte aanwezig zijn.
De opslagruimte moet vrij zijn van oplosmiddelen, brandstoffen, smeermiddelen, chemicaliën, zuren enz.
Rubber-producten mogen niet blootgesteld worden aan druk, tractie of dergelijke krachten, omdat dit blijvende vervormingen of scheurvorming in de hand kan werken.
Ook sommige metalen, bijv. koper en mangaan, zijn schadelijk voor Rubber-producten.
Raadpleeg DIN 7716 voor meer informatie.
6. VETTER buis-afdichtkussen 1,5 bar FS
6.1 Beschrijving
VETTER buis-afdichtkussens 1,5 bar FS kunnen voor het afsluiten van buis- en kanaalleiding ingezet worden, bijv. voor het tegenhouden van bluswater.
9 neem bij de selectie van het buis-afdichtkussen de max. toegestane tegendruk in acht (zie technische gegevens).
9 verbind de vulslang met het buis-afdichtkussen en het enkele- besturingselement van het drukniveau 1,5 bar.
9 plaats het buis-afdichtkussen in zijn totale lengte in de buisleiding en borg deze, afhankelijk van de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden, met geschikte middelen, bijv. met een ondersteu- ning.
9 de vulling van het buis-bypasskussen kan dan zoals in hoofdstuk 4 beschreven plaatsvinden.
6.2 Technische gegevens buis-afdichtkussen 1,5 bar FS
Art.nr. 1482000700 1482000800 1482000900
Art.nr. met geïnteg-
reerde slang 1482000100 1482000200 1482000300
Benaming RDK 7/15 FS RDK 10/20 FS RDK 20/40 FS
Buisdiameter cm 7 - 15 10 - 20 20 - 40
inch 3 - 6 4 - 8 8 - 16
Diameter cm 6,8 9 19,5
inch 2,7 3,5 7,7
Cilinderlengte cm 30 51 65,5
inch 12 20 25,8
Totale lengte cm 34,5 55,5 70,5
inch 13,6 21,9 27,8
Luchtverbruik l 9,5 28,8 160
cu.ft. 0,3 1 5,7
Gewicht, ca. kg 0,5 0,9 3,5
lbs 1,1 2 7,7
Gewicht, ca. met geïntegreerde vulslang, 10 m
kg 3,3 3,5 6,1
lbs 7,3 7,7 13,4
Bedrijfsdruk : 1,5 bar (21,75 psi) Testdruk: 1,95 bar (28,28 psi) Testtegendruk: 5 m WS (7,25 psi)
Art.nr. 1482001000 1482001100 1482001200 Art.nr. met geïnteg-
reerde slang 1482000400 1482000500 1482000600
Benaming RDK 30/60 FS RDK 50/100 FS RDK 80/140 FS
Buisdiameter cm 30 - 60 50 - 100 80 - 140
inch 12 - 24 20 - 40 32 - 55
Diameter cm 29,5 45 78,5
inch 11,6 17,7 30,9
Cilinderlengte cm 73,5 111 181
inch 28,9 43,7 71,3
Totale lengte cm 78 117 185,5
inch 30,7 46,1 73
Luchtverbruik l 362,5 1525 3125
cu.ft. 12,8 53,8 110,3
Gewicht, ca. kg 7,3 16,5 48
lbs 16,1 36,4 105,8
Gewicht, ca. met geïntegreerde vulslang, 10 m
kg 9,6 21,3 53,6
lbs 21,2 47 118,2
Bedrijfsdruk: 1,5 bar (21,75 psi) Testdruk: 1,95 bar (28,28 psi) Testtegendruk: 5 m WS (7,25 psi)
Technische wijzigingen in het kader van productverbetering voorbehouden.
7. VETTER bypasskussen 1,5 bar FS
7.1 Beschrijving
Vetter bypasskussens 1,5 bar kunnen bijv. voor gericht omleiden of afpompen van bluswater gebruikt worden.
9 neem bij gebruik van het bypasskussen de maximaal toegesta- ne tegendruk van 5 m WS resp. 0,5 bar.
9 verbinden de vulslang 1,5 bar met het bypasskussen en het en- kele-besturingselement 1,5 bar fitting.
9 plaats het bypasskussen in de volle lengte in de buisleiding en zeker het met geschikte middelen, bijv. een ondersteuning, te- gen wegslippen.
9 de vulling van het bypasskussen kan dan zoals in hoofdstuk 4 beschreven plaatsvinden.
7.2 Technische gegevens bypasskussen 1,5 bar FS
Art.nr. 1483002200 1483001400 1483001500
Art.nr. met geïnteg-
reerde slang 1483002100 1483001100 1483001200
Benaming BK 7/15 FS BK 10/20 FS BK 20/50 FS
Bypassgrootte 1“ 2 1/2“ 4“
Buisdiameter cm 7 - 15 10 - 20 20 - 50
inch 3 - 6 4 - 8 8 - 20
Diameter cm 6,8 9,7 19,5
inch 2,7 3,8 7,7
Cilinderlengte cm 30 48,5 55
inch 12 19,1 21,7
Totale lengte cm 36 55,5 67
inch 14,2 21,9 26,4
Luchtverbruik l 6,4 22,5 157,5
cu.ft. 0,2 0,8 5,6
Gewicht, ca. kg 3,4 3,4 9,4
lbs 7,5 7,5 20,7
Gewicht, ca. met geïntegreerde vulslang, 10 m
kg 6,2 6,2 12,2
lbs 13,7 13,7 26,9
Bedrijfsdruk: 1,5 bar (21,75 psi) Testdruk: 1,95 bar (28,28 psi) Testtegendruk: 5 m WS (7,25 psi)
Art.nr. 1483001600 1483003400 Art.nr. met geïntegreerde
slang 1483001300
Benaming BK 50/120 FS BK 80/140 FS
Bypassgrootte 4“ 2“
Buisdiameter cm 50 - 120 80 - 140
inch 20 - 47 32 - 55
Diameter cm 45 78,5
inch 17,7 30,9
Cilinderlengte cm 92 181
inch 36,2 71,3
Totale lengte cm 94 193
inch 37 76
Luchtverbruik l 1420 3075
cu.ft. 50,1 108,6
Gewicht, ca. kg 52,2 69
lbs 115,1 152,2
Gewicht, ca. met geïntegreerde vulslang, 10 m
kg 55,0 74,6
lbs 121,3 164,5
Bedrijfsdruk: 1,5 bar (21,75 psi) Testdruk: 1,95 bar (28,28 psi) Testtegendruk: 5 m WS (7,25 psi)
Technische wijzigingen in het kader van productverbetering voorbehouden.
8. Materiaal- en bestendigheidslijst
8.1 Materiaallijst
Producten Materiaal Steunmateriaal Fabricage Buis-afdicht- en bypass-
kussen 1,5 bar brandweer CR Nylonkoord/aramide heet gevulkani-seerd Vulslangen en luchttoevo-
erslangen EPDM Polyester -
8.2 Temperatuurbestendigheid
Producten Koubes-
tendig flexibel
bij kou hittebestendig
langdurig hittebestendig kortstondig Heet gevulkaniseerde
producten -40 °C -20 °C +90 °C +115 °C
Rubberen slangen -40 °C -30 °C +90 °C
Besturingselementen -20 °C +55 °C
8.3 Bestendigheidslijst
Materiaal
Chemicaliën CR NR EPDM
Aceton o + -
Acetyleen + + -
Aluin, waterig + + -
Aluminiumchloride + + +
Aniline - g.o. g.o.
ASTM-olie 1 o - -
Benzine o - g.o.
Benzol - - -
Boorzuur + + +
Broom (vochtig) - - -
Boterzuur - - g.o.
Chloorgas (vochtig) - - g.o.
Chloor (nat) o - o
Dieselbrandstof o - -
IJzerchloride + + +
Aardolie o - -
Azijnzuur o + o
Vetzuren + o -
Formaldehyde + + +
Glucose + + +
Stookolie + - -
Kaliumchloride + + +
Calciumchloride + + +
Calciumnitraat + + +
Koolstofdioxide + + +
Koolstofmonoxide + + +
Kopersulfaat + + +
Lijm + + +
Methylchloride - - o
Zeewater + + g.o.
Minerale oliën + - -
Natriumcarbonaat + + -
Ozon + - +
Paraffine + - -
Perchloorzuur o g.o. +
Fenol (waterig) - - +
Fosforzuur (geconcentreerd) - - -
Kwikzilver + + +
Salpeterzuur (rokend) - - -
Zwaveloxide (droog) - o g.o.
Zwavelzuur (50%) + - -
Stikstof + + +
Tetrachloorkoolstof - - -
Dierlijke vetten + - +
Toluol - - -
+ bestendig 0 beperkt bestendig - niet-bestendig g.o. geen opgave
Vetter GmbH
A Unit of IDEX Corporation Verkoop Wij helpen u gegarandeerd verder.