• No results found

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) voor het wetsvoorstel aandelenoptieregeling

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) voor het wetsvoorstel aandelenoptieregeling"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) voor het wetsvoorstel aandelenoptieregeling

1. Wat is de aanleiding?

Er wordt gevolg gegeven aan de toezegging in de Fiscale beleidsagenda 20191 en de

aankondiging in de brief van 15 september 20202 dat de fiscale regeling voor aandelenopties aangepast wordt. Met dit wetsvoorstel wordt de fiscale regeling voor aandelenopties gewijzigd om het aantrekkelijker te maken om aandelenopties te verstrekken. Als gevolg van dit voorstel wordt het heffingsmoment van uitoefening van een aandelenoptierecht in beginsel verschoven naar het moment waarop de bij uitoefening van het aandelenoptierecht verkregen aandelen verhandelbaar zijn en er dus liquide middelen voorhanden kunnen zijn om de verschuldigde belasting te voldoen.

2. Wie zijn betrokken?

Werkgevers die een werknemer een aandelenoptierecht aanbieden en diens werknemers worden geraakt door het wetsvoorstel.

Bij de ontwikkeling van dit wetsvoorstel zijn de volgende partijen betrokken geweest:

- Techleap.NL, alsmede de door Techleap.NL aangedragen experts, - De Belastingdienst, en

- het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

3. Wat is het probleem?

Het probleem is dat op het huidige heffingsmoment van uitoefening van een aandelenoptierecht er niet altijd (voldoende) liquide middelen beschikbaar zijn om de verschuldigde belasting te voldoen.

4. Wat is het doel?

Het doel is bij de heffing zoveel als mogelijk aan te sluiten bij het moment waarop liquide middelen beschikbaar (kunnen) zijn. De nieuwe maatregel zal er naar verwachting toe leiden dat het inzetten van aandelenoptierechten om personeel aan te trekken en te behouden veelvuldiger zal plaatsvinden en de concurrentiepositie van Nederland ten opzichte van onder meer de ons omringende landen wordt bevorderd.

5. Wat rechtvaardigt overheidsinterventie?

Het huidige heffingsmoment kan tot liquiditeitsproblemen leiden. De wetgever wenst een dergelijke probleem waar mogelijk te voorkomen. Voor het aanpassen van het heffingsmoment is wijziging van de wet noodzakelijk.

6. Wat is het beste instrument?

Aanpassing van de bestaande wetgeving is de enige mogelijkheid om het heffingsmoment van aandelenoptierechten te wijzigen.

7. Wat zijn de gevolgen voor burgers, bedrijven, overheid en milieu?

De maatregel voor aandelenoptierechten heeft een beperkt effect op de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Als een werknemer gebruikmaakt van de keuzeregeling moet de werknemer deze keuze schriftelijk kenbaar maken aan de inhoudingsplichtige en dient de inhoudingsplichtige deze keuze te administreren en te bewaren bij zijn loonadministratie.

1 Kamerstukken II 2018/19, 32140, nr. 51, pag. 14, zie ook de brief van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 3 juni 2019, Kamerstukken II 2018/19, 32637, nr. 374, pag. 5 en 6.

2 Kamerstukken II 2020/21, 35 572, nr. 5, pag. 10 en 11.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ervan uitgaande dat deelname aan studiekeuzeactiviteiten in het belang is van elke student, wordt met deze wetswijziging geregeld dat (aspirant-)studenten met een diploma van een

Met dit wetsontwerp worden wijzigingen doorgevoerd in de Faillissementswet om te zorgen voor een betere aansluiting tussen het gemeentelijke schuldhulpverleningstraject en

waarderingskaders geen instrumenten om iets te zeggen over de kwaliteitszorg en financiële situatie van het bestuur, terwijl de inspectie terug wil gaan treden als deze op orde

Dit beeld is essentieel voor OCW om te kunnen komen tot een juiste beleidsvoorbereiding, raming van de onderwijsarbeidsmarkt en evaluatie van eerder ingezet beleid.. Zo kan

De Minister van BZK heeft onderzoek laten uitvoeren door DGMR naar de wijze waarop de prestatieklassen (na de Europese wijzigingen) het beste kunnen worden verwerkt in de

Deze afhankelijkheden kunnen de betrokkene gevoelig maken voor bijvoorbeeld chantage of omkoping en vormen daarmee een risico voor de integriteit van de politie.. Voorts gaat het om

Aanleiding hiervoor is de eis uit de herziene Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen (EPBD, 2010/31/EU) dat uiterlijk 31 december 2020 alle nieuwe gebouwen

Hierdoor komt de continuïteit van de postvoorziening onder druk te staan en kwetsbare gebruikers, met name gebruikers voor wie digitale alternatieven op dit moment minder