• No results found

Procesevaluatie Curriculum.nu

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Procesevaluatie Curriculum.nu"

Copied!
56
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Procesevaluatie Curriculum.nu

Bevindingen 4 de ontwikkelsessie en

consultatie

(2)

- vierde tussenrapport -

Auteur

Jacob van der Wel

Amsterdam, 25 februari 2019 Publicatienr. 17197d

© 2019 Regioplan, in opdracht van Curriculum.nu

Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/

of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Regioplan. Regioplan aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.

Procesevaluatie Curriculum.nu

Bevindingen 4 de ontwikkelsessie en consultatie

(3)

1 Inleiding 1

1.1 De vierde ontwikkelsessie 1

1.2 Korte terugblik op de bevindingen uit de vorige sessies 1

1.3 Dataverzameling onder de ontwikkelteams 3

1.4 Dataverzameling onder de ontwikkelscholen 5

2 In gesprek met ontwikkelscholen (3) 9

2.1 Inleiding 9

2.2 Gesprekken met ontwikkelscholen 9

3 Bevindingen uit de procesthermometer (4) 13

3.1 Inleiding 13

3.2 De bevindingen uit de procesthermometer 13

3.3 Opmerkingen en suggesties 16

4 Bevindingen verdiepende interviews (4) 19

4.1 Inleiding 19

4.2 Bouwstenen 19

4.3 Begrijpelijkheid voor leraren 20

4.4 Wisselwerking 21

5 De ervaringen van de ontwikkelscholen (4) 25

5.1 Inleiding 25

5.2 De bevindingen 25

5.3 Opmerkingen en suggesties 27

6 Conclusies 31

6.1 Conclusies 31

Bijlage 1 – Gemiddelde scores, N en SD (OT) 35

Bijlage 2 – Antwoorden op de open vragen (OT) 41 Bijlage 3: Antwoorden op de open vragen (OS) 47

Inhoudsopgave

(4)

Inleiding

(5)

1

1.1 De vierde ontwikkelsessie

Tijdens de vierde ontwikkelsessie (12-14 december 2018) werken de ontwikkelteams in Egmond aan Zee aan het vaststellen van de grote opdrachten op basis van de ontvangen feedback. Daarnaast zijn ze be- gonnen aan het uitwerken van de bouwstenen in kennis en vaardigheden. Deze kennis en vaardigheden zijn voor alle leerlingen van belang in de verschillende fases van het primair en voortgezet onderwijs.

Hierbij is de samenhang met de andere leergebieden een belangrijk aandachtspunt.1 Na de vierde ont- wikkelsessie volgt een consultatiefase waarin verschillende partijen, waaronder de ontwikkelscholen, feedback geven op het product van de ontwikkelteams.

Direct na de ontwikkelsessie nodigden we, via Basecamp, de leraren en schoolleiders van de ontwikkel- teams uit om een korte vragenlijst in te vullen. In de vragenlijst leggen we een aantal stellingen over as- pecten voor en vragen we in welke mate ze het met de stellingen eens zijn. In hoofdstuk 3 doen we ver- slag van onze bevindingen uit deze vierde meting.

Na een tussentijdse analyse van de bevindingen hebben we in overleg met Curriculum.nu enkele thema’s uitgekozen voor duiding en verdieping. Hierover hebben we gesproken met een selectie van leden uit de ontwikkelteams (zie hoofdstuk 4).

Begin februari 2019 benaderden we vervolgens de ontwikkelscholen met het verzoek om een vragenlijst in te vullen. De bevindingen uit deze vragenlijst presenteren we in hoofdstuk 5.

In de volgende paragraaf kijken we kort terug op de bevindingen van de eerste drie metingen. Daarna beschrijven we de dataverzameling na de vierde ontwikkelsessie. In de volgende hoofdstukken gaan we in op de bevindingen uit deze metingen.

1.2 Korte terugblik op de bevindingen uit de vorige sessies

De eerste ontwikkelsessie en de daaropvolgende consultatie

Half maart 2018 vond de eerste ontwikkelsessie plaats. De negen ontwikkelteams werkten in deze sessie aan de formulering van de visie voor hun eigen leergebied:

De ontwikkelteams beschrijven de algemene uitgangspunten en de bijdrage van het leergebied aan de hoofddoelen van het onderwijs: hoe draagt het leergebied bij aan kennisontwikkeling en maat- schappelijke toerusting? Hoe kijken zij naar het leren van leerlingen en op welke wijze draagt het leergebied bij aan de ontwikkeling van leerlingen? De betrokken vakverenigingen brengen de ontwik- kelteams op de hoogte van recente ontwikkelingen, visies per leergebied.

(zie roadmap Curriculum.nu)

Na deze eerste ontwikkelsessie was er een consultatiefase waarin verschillende partijen, waaronder ontwikkelscholen, feedback gaven op het eerste product van de ontwikkelteams (de conceptvisies per leergebied).

De belangrijkste conclusie uit de eerste meting onder leden van ontwikkelteams is dat de leraren en schoolleiders in grote lijnen tevreden zijn over het verloop van de eerste ontwikkelsessie. Van elf van de vijftien aspecten waarnaar is gevraagd vinden de leden van de ontwikkelteams dat deze stellingen in be- langrijke mate opgaan. Wel zijn er zorgen over de tijd die beschikbaar is om de curriculumherziening uit te voeren2 en zijn er vanuit enkele ontwikkelteams klachten over de voorzieningen.

Ook de vertegenwoordigers van ontwikkelscholen zijn behoorlijk positief. De gemiddelde waardering voor het werken aan de curriculumontwikkeling binnen de scholen is een 7,4. Het reflecteren op het tus- senproduct van het ontwikkelteam scoort gemiddeld een 7,1. De laagste gemiddelde score op de deel- aspecten is een 3,4 (op een schaal van 5) bij de stelling ‘We zijn tevreden over de mate waarin we er tot

1 Zie https://curriculum.nu/actueel/terugblik-vierde-ontwikkelsessie/

2 De coördinatiegroep (CG) heeft mede hierom besloten dat er nog een extra ontwikkelsessie komt in februari 2019. Daarnaast is de opleverdatum opgerekt naar 18 april 2019.

1 Inleiding

(6)

2 nog toe in zijn geslaagd om het tussenproduct van het ontwikkelteam te verbinden met onze eigen plan- nen voor curriculumontwikkeling’. In de praktijk blijken ontwikkelscholen bovendien moeite te hebben met het consulteren van leerlingen, ouders en bedrijfsleven. Tijdens de gesprekken met drie ontwikkel- scholen is daarop ingezoomd.

De tweede ontwikkelsessie en de daaropvolgende consultatie

Eind mei 2018 hebben de ontwikkelteams in de tweede ontwikkelsessie hun conceptvisies op het leer- gebied bijgesteld en hebben ze een start gemaakt met het formuleren van de grote opdrachten.

Grote opdrachten beschrijven de essentie van wat leerlingen vanuit het perspectief van het leerge- bied nodig hebben om de wereld te kunnen begrijpen (kennis) en om in die wereld adequaat te kun- nen handelen (vaardigheden). Op basis van deze feedback worden de grote opdrachten verder aan- gescherpt tijdens de ontwikkelsessie in oktober. Tevens zullen de teams, waar mogelijk, de grote op- drachten verder uitwerken in de kennis en vaardigheden die voor alle leerlingen van belang zijn in de verschillende fases van het primair en voortgezet onderwijs.3

Opnieuw blijken de leden van de ontwikkelteams behoorlijk tevreden over de gang van zaken tijdens de ontwikkelsessie. Wel ligt de gemiddelde score met 7,6 wat lager dan de 7,9 tijdens de eerste meting.

Ook tijdens de tweede meting maken de leden van de ontwikkelteams zich zorgen over de beschikbare tijd. Opvallende bevindingen zijn verder dat de wisselwerking met andere teams relatief een lagere score kreeg. Uit de gesprekken met enkele teamleden maken we op dat ze dit een belangrijk onderdeel van Curriculum.nu vinden en dat er op dit terrein nog veel werk te verzetten is. Verder kost de verwer- king van het materiaal uit de consultatiefase veel tijd. Een van de ontwikkelteams is nog niet klaar met het formuleren van grote opdrachten. Dat is ook zichtbaar in de score van dat team op dit aspect.

De vertegenwoordigers van ontwikkelscholen zijn opnieuw redelijk tevreden over het werken aan curri- culumontwikkeling binnen de school (gemiddelde score 7,2) en over de reflectie op het tussenproduct van het ontwikkelteam (gemiddelde score 6,8). Het verschil met de vorige meting is klein.

Ontwikkelscholen zijn gemotiveerd om te werken aan de curriculumontwikkeling in de school en menen dat ze bekwaam genoeg zijn om bruikbare reflectie te kunnen leveren op de grote opdrachten die het ontwikkelteam heeft geformuleerd. Het organiseren van feedback van ouders en, in wat mindere mate, leerlingen kunnen ze lastig vinden, ook doordat de zomervakantie zo kort op de consultatiefase volgt.

Een van de ontwikkelscholen uit het leergebied dat nog niet klaar is met het formuleren van de grote opdrachten heeft de consultatiebijeenkomst met ouders en leerlingen om deze reden moeten afzeggen.

De derde ontwikkelsessie en de daaropvolgende consultatie

De derde ontwikkelsessie vond plaats begin oktober 2018. De ontwikkelteams werkten hierin aan het aanscherpen van de grote opdrachten en keken naar de samenhang van grote opdrachten tussen leerge- bieden.4

Het gemiddeld cijfer (‘totaaloordeel’) dat de leden van de ontwikkelteams geven aan de derde ontwik- kelsessie is een 7,8. Dat is iets hoger dan na de tweede ontwikkelsessie. Net als in de beide vorige metin- gen blijft de score bij het aspect tijd met een gemiddelde score van 3,2 (op een schaal van 5) achter bij de andere aspecten. Hoewel het aspect nog steeds matig scoort, is dit wel een flinke verbetering ten op- zichte van de vorige sessie. Ook het aspect wisselwerking scoort met een gemiddelde score van 3,3 wat lager. Verschillende leden van ontwikkelteams zijn niet zo tevreden over de stappen die hierbij zijn ge- zet. In de interviews noemen teamleden als oorzaak dat niet alle ontwikkelteams ver genoeg zijn met het formuleren van de grote opdrachten om al afspraken over de samenhang te kunnen maken. Een en- kele keer is er ook twijfel aan de bereidheid bij individuele leden van andere ontwikkelteams om afspra- ken te maken. Op zichzelf ervaren de respondenten de wisselwerking als interessant en zinvol.

Over de hele linie lijken de leden van ontwikkelteams na de derde ontwikkelsessie tevredener dan na de tweede sessie. De gemiddelde score ligt bij de meeste aspecten op een vergelijkbaar niveau of iets

3 Zie https://curriculum.nu/ontvangen-feedback/

4 Zie https://curriculum.nu/ontvangen-feedback-3/

(7)

3 hoger dan de vorige meting. Alleen het aspect voorzieningen (locatie, eten, drinken, et cetera) scoort lager dan na de tweede sessie, maar doet het met een 4,1 nog steeds goed. Bij dertien van de negentien aspecten is de gemiddelde score 4,0 of hoger.

Leden van ontwikkelteams voelen zich erg betrokken bij hun team en vinden het bijzonder dat ze be- trokken zijn bij de curriculumherziening. Vanuit hun betrokkenheid willen zij graag dat het traject suc- cesvol verloopt. Juist daarom kunnen ze op onderdelen weleens kritisch uit de hoek komen.

Ontwikkelscholen zijn redelijk tevreden over het werken aan curriculumontwikkeling binnen de school en de reflectie op het tussenproduct van het ontwikkelteam (in dit stadium de ‘bijgestelde grote op- drachten’). Het eerste waarderen ze met het cijfer 7,2, de reflectie met 6,9. Het verschil met de vorige meting is klein. De ontwikkelscholen uit het voortgezet onderwijs zijn minder tevreden dan de ontwik- kelscholen uit het basisonderwijs. Dat zien we ook terug bij hun beoordelingen op de verschillende as- pecten. In hoofdstuk 3 vindt u een beknopt verslag van interviews met drie ontwikkelscholen naar aan- leiding van de bevindingen uit de derde consultatieronde.

1.3 Dataverzameling onder de ontwikkelteams

De vierde vragenlijst voor ontwikkelteams

De vragenlijst na de vierde sessie omvatte de volgende vragen/stellingen:

 Ben je leraar of schoolleider?

 In welke onderwijssector werk je?

 Bij welk leergebied ben je betrokken?

1. De doelstelling voor deze ontwikkelsessie was duidelijk.

2. Binnen mijn team is voldoende expertise aanwezig om de doelstelling te realiseren.

3. De externe feedback stelde ons in staat om ons product verder aan te scherpen.

4. De consultatiefase heeft ons gebracht wat ik ervan verwachtte.

5. We zijn erin geslaagd om de feedback uit de consultatiefase afdoende te verwerken.

 Mocht je een toelichting willen geven over het verloop van de consultatiefase dan kan dat hier- onder.

6. Er was voldoende tijd beschikbaar om de doelstelling van deze sessie te realiseren.

7. Ik ben tevreden over de voorzieningen tijdens deze sessie (locatie, eten, drinken, et cetera).

 Mocht je een toelichting willen geven over de voorzieningen tijdens deze sessie dan kan dat hier.

8. Ik krijg van mijn school voldoende uren om mijn werkzaamheden voor het ontwikkelteam te kunnen uitvoeren.

9. Ik ben tevreden over de gekozen werkvormen.

10. Het perspectief van de onderwijssector waarin ik werk, kwam voldoende tot zijn recht.

11. Ik ben tevreden over wat ik zelf heb kunnen bijdragen tijdens deze ontwikkelsessie.

12. De ondersteuning vanuit het ondersteuningsteam is toereikend.

13. Ik sta achter het resultaat van deze ontwikkelsessie.

14. Ik verwacht dat leraren het resultaat van deze ontwikkelsessie begrijpen.

15. Het perspectief van de leerling komt goed tot zijn recht in het resultaat.

16. Het resultaat van de ontwikkelsessie is toekomstgericht.

17. We zijn erin geslaagd om keuzes te maken rondom de kern van het curriculum.

18. We besteden voldoende aandacht aan brede vaardigheden.

19. Ik ben tevreden over de mate waarin mijn ontwikkelteam erin is geslaagd om op basis van de ont- vangen feedback de grote opdrachten vast te stellen.

20. Ik ben tevreden over de mate waarin mijn ontwikkelteam erin is geslaagd om de grote opdrachten uit te werken in bouwstenen van kennis en vaardigheden.

21. Ik ben tevreden over de wisselwerking met andere teams.

 Mocht je een toelichting willen geven over het bereiken van de doelstellingen tijdens de ontwik- kelsessie dan kan dat hieronder.

22. In hoeverre heb je geleerd over je eigen functioneren in het team?

23. In hoeverre heeft het proces je nieuwe inzichten over ontwikkeling van het curriculum gebracht?

(8)

4 24. Hoe waardeer je, over het geheel bezien, deze ontwikkelsessie? Geef een rapportcijfer (1-10).

 Ruimte voor opmerkingen, suggesties.

 Mochten we naar aanleiding van je antwoorden nog vragen hebben, mogen we dan telefonisch con- tact met je opnemen?

 Op welk telefoonnummer kunnen we je dan bereiken?

 Wat is een geschikt moment om contact met je op te nemen?

Het aantal wijzigingen ten opzichte van de vorige meting is beperkt. Stelling 12 (‘De ondersteuning van- uit het ondersteuningsteam is toereikend’) is weer terug en vervangt de twee stellingen uit de derde meting over het functioneren van de begeleiding. De vraag over de mate waarin het team erin is ge- slaagd om de doelstelling van de ontwikkelsessie te realiseren hebben we in deze meting uitgesplitst (in stelling 19 en 20), omdat de ervaring uit de vorige metingen is dat ook de mate waarin deze doelen wor- den gerealiseerd door de ontwikkelteams nogal uiteenlopen.

Respons op de vragenlijst voor ontwikkelteams

De vragenlijst is ingevuld door 13 schoolleiders en 86 leraren. Het voortgezet onderwijs is iets sterker vertegenwoordigd dan het basisonderwijs.

Figuur 1.1 Respons per onderwijssector

Na de vierde ontwikkelsessie hebben 99 leden van de ontwikkelteams de digitale vragenlijst ingevuld.

De vierde ontwikkelsessie vond kort voor de kerstvakantie plaats. Wellicht is dat van invloed geweest op de respons, die is wat minder dan we gewend zijn uit de vorige metingen. In tabel 1.1 geven we een overzicht van de respons per leergebied.

45

2 3 48

1

Basisonderwijs Speciaal basisonderwijs (Voortgezet) speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Onbekend

(9)

5 Tabel 1.1 Respons ontwikkelteams per leergebied

Leraren Schoolleiders

Bewegen & Sport 10 2

Burgerschap 6 1

Digitale geletterdheid 11 1

Engels & Moderne vreemde talen 11 1

Kunst & Cultuur 9 1

Mens & Maatschappij 8 2

Mens & Natuur 12 1

Nederlands 10 2

Rekenen & Wiskunde 9 2

Totaal 86 13

Ongeveer een derde van de respondenten heeft de vragenlijst direct na de ontwikkelsessie of nog op de avond na de sessie ingevuld. Twee derde van de respondenten was binnen vijf minuten klaar met het beantwoorden van de vragen. De tijd die respondenten nodig hadden om de vragen te beantwoorden is vergelijkbaar met de vorige metingen.

Van de 99 respondenten waren er 58 bereid om mee te werken aan een verdiepend telefonisch inter- view. Met twaalf van hen hebben we contact opgenomen voor een kort telefonisch interview.

Telefonische interviews met leden van ontwikkelteams

In de interviews met twaalf leden van de ontwikkelteams hebben we gesproken over hun ervaringen met (de uitwerking van) de bouwstenen, de begrijpelijkheid van de producten van het team voor leraren en de wisselwerking tussen de teams.

We spraken met drie leden van de ontwikkelteams Digitale geletterdheid en Engels & Moderne vreemde talen. Van de ontwikkelteams Burgerschap, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur hebben we van elk team met twee teamleden gesproken. Van de in totaal twaalf teamleden komen er vier uit het basisonderwijs en acht uit het voortgezet onderwijs. De gesprekken duurden tussen de 15 en 30 mi- nuten.

1.4 Dataverzameling onder de ontwikkelscholen

Telefonische interviews met vertegenwoordigers van ontwikkelscholen

In januari 2019 is contact gezocht met drie ontwikkelscholen om te praten over hun ervaringen bij het ophalen van feedback, de aansluiting van Curriculum.nu met het schooleigen initiatief en over de wissel- werking met het ontwikkelteam. Bij de keuze van deze onderwerpen is gebruikgemaakt van de bevindin- gen uit de derde vragenlijst die door ontwikkelscholen is ingevuld. De ontwikkelscholen reflecteerden daarin op de derde consultatiefase. Ook deze gesprekken duurden tussen de 15 en 30 minuten.

De vierde vragenlijst voor ontwikkelscholen

Op maandag 4 februari 2019 nodigden we de ontwikkelscholen uit om via Basecamp de vierde vragen- lijst in te vullen. In vergelijking met de derde meting zijn er enkele aanpassingen, met name om te voor- komen dat ontwikkelscholen uit de leergebieden Mens & Maatschappij en Mens & Natuur vragen krij- gen voorgelegd waar ze op dit moment nog niet aan toe zijn.

De vierde vragenlijst voor ontwikkelscholen bevatte de volgende vragen/stellingen:

 Wie zijn er bij het invullen van deze vragenlijst aanwezig?

 Wat is de naam van jullie school?

 Onder welke sector valt jullie school?

 Bij welk leergebied van Curriculum.nu is jullie school betrokken?

 Op welke schoolsoort(en) is het ontwikkeltraject binnen jullie school van toepassing? (alleen voort- gezet onderwijs)

(10)

6

 Op welke bouw heeft de curriculumontwikkeling (het schooleigen initiatief) betrekking? (basisonder- wijs en voortgezet onderwijs)

1. Ons team is gemotiveerd om aan deze curriculumontwikkeling binnen de school te werken.

2. We kunnen onze taken bij de curriculumontwikkeling binnen onze school goed combineren met de dagelijkse praktijk.

3. We staan achter wat we de afgelopen periode hebben bereikt met de curriculumontwikkeling bin- nen onze school.

4. We weten als team wat we in de komende maanden ten minste willen bereiken.

5. We worden voldoende gefaciliteerd om uit te kunnen voeren wat we willen bereiken.

6. We weten wat er door Curriculum.nu van onze school als ontwikkelschool verwacht wordt ten aan- zien van het leveren van input op het raamwerk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam.

7. We zijn voldoende op de hoogte van de inhoud van het raamwerk voor bouwstenen, de bouw- ste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen die het ontwikkelteam in de vierde ontwikkelsessie heeft geformuleerd.

8. Binnen onze school is voldoende expertise aanwezig om te kunnen reflecteren op het raamwerk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam.

9. We hebben voldoende tijd ingepland om te reflecteren op het raamwerk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam. (niet voorgelegd aan ontwik- kelscholen uit de leergebieden M&M en M&N)

10. We zijn in de gelegenheid geweest om aanwezig te zijn bij een bijeenkomst met het ontwikkelteam.

(alleen voorgelegd aan ontwikkelscholen uit de leergebieden M&M en M&N)

11. We verwachten dat het raamwerk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelin- gen van het ontwikkelteam een meerwaarde hebben voor onze eigen school.

 Mochten jullie een toelichting willen geven op de meerwaarde van het raamwerk voor bouwste- nen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam dan kan dat hieron- der.

12. De inbreng van buiten de school heeft een meerwaarde voor de curriculumontwikkeling binnen onze school.

13. We hebben de feedback van de leerlingen goed kunnen organiseren. (niet voorgelegd aan ontwikkel- scholen uit de leergebieden M&M en M&N)

14. We hebben de feedback van de ouders goed kunnen organiseren. (niet voorgelegd aan ontwikkel- scholen uit de leergebieden M&M en M&N)

 Mochten jullie een toelichting willen geven op het benutten van de inbreng van buiten dan kan dat hieronder.

15. We zijn tevreden over de mate waarin we er tot nog toe in zijn geslaagd om het raamwerk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam te verbinden met onze eigen initiatieven voor curriculumontwikkeling.

 Mochten jullie een toelichting willen geven op het verbinden van het raamwerk voor bouwste- nen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam met jullie eigen ini- tiatieven dan kan dat hieronder.

16. Vanuit onze ervaring met het werken aan onze eigen initiatieven voor curriculumontwikkeling heb- ben we iets kunnen toevoegen aan het werk van het ontwikkelteam.

17. We verwachten dat onze reflectie op het raamwerk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en even- tueel aanbevelingen van het ontwikkelteam bruikbaar is voor het ontwikkelteam.

18. Hoe waarderen jullie, over het geheel bezien, het werken aan curriculumontwikkeling binnen jullie school?

19. Hoe waarderen jullie, over het geheel bezien, het reflecteren op de tussenresultaten uit het ontwik- kelteam?

 Ruimte voor opmerkingen, suggesties.

 Mochten we naar aanleiding van jullie antwoorden nog vragen hebben, mogen we dan telefonisch contact met één van jullie opnemen?

 Op welk telefoonnummer kunnen we deze ‘contactpersoon’ dan bereiken?

 Wat is een geschikt moment om contact met deze contactpersoon op te nemen?

(11)

7 Bij de stellingen en vragen waarin wordt verwezen naar het product van de ontwikkelteams is dat geac- tualiseerd (de opbrengst van de vierde ontwikkelsessie zijn ‘het raamwerk voor bouwstenen, de bouw- ste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam’). Om beter te kunnen vaststellen of vanuit de ontwikkelscholen verschillende respondenten de vragenlijst invullen vragen we sinds de vorige meting naar de naam van de school.

Respons op de vragenlijst voor ontwikkelscholen

De vierde vragenlijst voor ontwikkelscholen is ingevuld door 64 respondenten. Van drie ontwikkelscho- len ontvingen we twee ingevulde vragenlijsten. Deze respondenten hebben we een weegfactor (van 0,5) meegegeven, zodat deze ontwikkelscholen maar één keer (als één school) meetellen in de analyse. De analyse heeft daardoor betrekking op 61 ‘unieke’ ontwikkelscholen.

Ongeveer drie kwart procent van de 84 ontwikkelscholen heeft gerespondeerd. Vanuit het speciaal on- derwijs (so en vso) heeft één school (van de drie) gerespondeerd.

Tabel 1.2 Respons ontwikkelscholen per leergebied (na weging) Basisonderwijs

(incl. sbo) (Voortgezet) speciaal onder-

wijs

Voortgezet on-

derwijs Totaal per leer- gebied

Bewegen & Sport 6 0 4 10

Burgerschap 4 0 5 9

Digitale geletterdheid 3 0 2 5

Engels & Moderne vreemde talen 3 0 4 7

Kunst & Cultuur 2 0 3 5

Mens & Maatschappij 3 1 3 7

Mens & Natuur 2 0 4 6

Nederlands 4 0 3 7

Rekenen & Wiskunde 4 0 1 5

Totaal 31 1 29 59

(12)

In gesprek met ont-

wikkelscholen (3 de

consultatiefase)

(13)

9

2.1 Inleiding

In november 2018 is de derde korte vragenlijst onder de ontwikkelscholen uitgezet. Over de bevindin- gen uit die vragenlijst rapporteerden we in onze vorige tussenrapportage. Op grond van deze bevindin- gen is, na overleg met Curriculum.nu, besloten dat we in januari 2019 contact opnemen met enkele ont- wikkelscholen om te praten over:

 het ophalen van feedback bij ouders en leerlingen. De scores lopen wat terug. Wat is er gewijzigd sinds de eerste consultatiefase?

 het schooleigen initiatief: Hoe ervaren de scholen de verbinding van de taken voor Curriculum.nu met het schooleigen initiatief?

 de wisselwerking tussen ontwikkelteam en ontwikkelschool: Hoe beleven ontwikkelscholen de wis- selwerking tussen ontwikkelteam en ontwikkelschool? Wat is de meerwaarde(n) van het traject voor de ontwikkelscholen?

Bij de selectie van de scholen letten we erop dat zowel basis- als voortgezet onderwijs vertegenwoor- digd is, dat er spreiding is over de leergebieden (ook ten opzichte van de vorige metingen) en dat er tus- sen scholen verschillen zijn in waardering voor het traject.

Tabel 2.1 Overzicht respondenten verdiepende interviews ontwikkelscholen

Leergebied Sector Consultatie

leerlingen

Consultatie ouders

Waardering curriculum- ontwikkeling eigen school

Waardering reflectie ont- wikkelteam Engels & Moderne

vreemde talen po Ja Ja 7 6

Kunst & Cultuur po Ja Ja 8 8

Digitale geletterdheid vo Ja Ja 9 6

2.2 Gesprekken met ontwikkelscholen

Het ophalen van feedback

De eerste basisschool is betrokken bij het leergebied Engels & Moderne vreemde talen. Bij zowel ouders als leerlingen maakt de school gebruik van een klankbordgroep. In de klankbordgroep voor ouders zitten 5 à 6 ouders die meepraten over het product van het ontwikkelteam. Het lukt niet altijd om ze tijdig bij elkaar te krijgen, bijvoorbeeld omdat een vakantieperiode in de weg zit. De consequentie daarvan is dat de school geen feedback van ouders ontvangt. In de klankbordgroep voor leerlingen zitten leerlingen uit de verschillende klassen. Dat is voor de school relatief makkelijk te organiseren. Een aandachtspunt is wel de vraagstelling. Het kost de school veel tijd om de vragen aan het niveau van de leerlingen aan te passen. Voor de start van de consultatiefase bespreekt de school met de contactpersoon van SLO de tussenproducten en de wijze waarop ze in de consultatiefase feedback kunnen vragen aan hun leraren.

Ze hebben het er ook met andere ontwikkelscholen over gehad en ervaringen en tips uitgewisseld over hoe je feedback kunt verzamelen.

De basisschool die als ontwikkelschool betrokken is bij het leergebied Kunst & Cultuur verzamelde in eerste instantie feedback onder alle ouders. Inmiddels benaderen ze alleen de leden van de ouderraad en vragen hun om scores te geven aan de onderdelen. Ook is de school ertoe overgegaan om alleen de bovenbouwleerlingen van de leerlingenraad te consulteren. De schoolleider heeft haar twijfels over het nut van het consulteren van ouders en leerlingen. Ze merkt op dat de taal erg lastig is, te veel onderwijs- jargon, en daardoor niet erg toegankelijk voor leerlingen en ouders. De collega-teamleden kruisen indi- vidueel aan wat ze belangrijk vinden in het product van het ontwikkelteam. Vervolgens bespreekt het team het product in het teamoverleg. Op basis van feedback van de ouders, leerlingen en teamleden formuleert de schoolleider de feedback van de school. Zij voert de feedback ook in in het digitale formu- lier. Ze vindt het bezwaarlijk dat haar interpretatie van de inbreng van ouders en leerlingen zo’n sterke rol speelt in de feedback. Ook vindt ze de wijze van consulteren omslachtig. Haar suggestie is om een eenvoudigere vragenlijst aan ouders, leerlingen en teamleden voor te leggen. De resultaten daarvan

2 In gesprek met ontwikkelscholen (3)

(14)

10 kunnen door Curriculum.nu op schoolniveau bij de ontwikkelscholen terug worden gelegd. Het school- team bespreekt dan de resultaten en de reactie van het team op de resultaten kan als feedback worden doorgegeven aan het ontwikkelteam.

De ervaring van de ontwikkelschool voor voortgezet onderwijs (leergebied Digitale geletterdheid) is dat de vragenlijst niet zonder meer kan worden voorgelegd aan ouders en leerlingen. De eerste keer heeft de school dat wel gedaan, maar hoorde vervolgens van het ontwikkelteam dat het team behoefte had aan andere informatie. In de daaropvolgende consultaties heeft de school het anders aangepakt. Voor de start van de consultatiefase neemt de school de vragen door met de contactpersoon van SLO. Vervol- gens bespreekt de school de producten van het ontwikkelteam met ouders en leerlingen en verwerkt ze de reacties van de ouders en leerlingen daarop in haar feedback aan het ontwikkelteam.

Verbinding van het product van het ontwikkelteam met het schooleigen initiatief

De eerste basisschool (Engels & Moderne vreemde talen) neemt deel aan een bijeenkomst waarin de ontwikkelscholen binnen het leergebied bij elkaar komen. Tijdens deze bijeenkomst kan de school haar ervaringen vergelijken met andere ontwikkelscholen (zowel de po- als vo-scholen). Ook zijn er leden van het ontwikkelteam aanwezig. Door deze ontmoeting ontstaat er een verbinding tussen wat de school doet en waar het ontwikkelteam mee bezig is. De school is nu twee keer bij zo’n bijeenkomst geweest en vindt deze bijeenkomsten erg nuttig.

De tweede basisschool (Kunst & Cultuur) besteedt een dagdeel in de week aan kunst, cultuur en bewe- ging. Veel van de grote opdrachten zijn verwerkt in de workshops die in dat kader zijn georganiseerd.

Deze ontwikkelschool kijkt breder, niet alleen naar K&C, maar ook naar Mens & Maatschappij en Bewe- gen & Sport. Het voordeel van de rol van de school als ontwikkelschool is dat ze er bewuster mee bezig zijn, zich beter realiseren waar het naartoe gaat. De schoolleider vindt met name de grote opdrachten daarbij nuttig:

We groeien erin mee. Met de grote opdrachten kijk je breder, breder dan de leerlijnen. Je vraagt je ook af wat er nog meer bij komt kijken.

Bij de school voor voortgezet onderwijs is de verbinding tussen het schooleigen initiatief en de inbreng van het ontwikkelteam Digitale geletterdheid minder sterk. Waar het ontwikkelteam mee bezig is sluit niet aan bij waar de school mee bezig is. De docent van deze school heeft de indruk dat haar school wat op de ontwikkelingen vooruitloopt. De vragen die het ontwikkelteam voorlegt aan het veld zijn dan soms ook mosterd na de maaltijd. De school heeft zelf al veel onderzoek gedaan en is nu bezig om haar bevindingen uit dat onderzoek een plaats te geven in haar eigen curriculum. Deelname aan Curricu- lum.nu en het leveren van feedback aan het ontwikkelteam ziet de docent daardoor eerder als een los- staand project.

Wisselwerking tussen ontwikkelteam en ontwikkelschool

Voor de basisschool die bezig is met Engels & Moderne vreemde talen zit de wisselwerking met name in de bijeenkomst met de andere ontwikkelscholen en (enkele) leden van het ontwikkelteam (zie ook hier- boven).

Ook de andere basisschool (Kunst & Cultuur) bezoekt een dergelijke bijeenkomst. De schoolleider van deze school vindt het heel belangrijk om bij deze bijeenkomsten aanwezig te zijn en meent dat het noodzakelijk is voor het goede verloop van het traject. Door het contact met het ontwikkelteam begrijpt haar school beter waar het ontwikkelteam mee bezig is en hoe ze tot hun producten komen. Voorheen was de richting (visie) bijvoorbeeld wel duidelijk, maar bleef het onbekend wat erachter zat. Ze vindt de uitwerking in grote opdrachten interessant, omdat dit input geeft voor de invulling van het onderwijs.

De docente van de vo-school gaat binnenkort voor het eerst naar een bijeenkomst met het ontwikkel- team Digitale geletterdheid. Bij een eerdere bijeenkomst kon ze niet aanwezig zijn. Ze is erg benieuwd.

Direct contact met het ontwikkelteam heeft eigenlijk haar voorkeur (boven contact via een formulier).

Het lijkt haar ook interessant om ervaringen uit te wisselen met andere ontwikkelscholen.

(15)

11 Conclusie

De drie ontwikkelscholen hebben alle drie in de loop van het traject de verzameling van feedback onder ouders, leerlingen en teamleden aangepast. Ze lijken hierbij pragmatische keuzes te hebben gemaakt.

Ontwikkelscholen bespreken de consultatie met een contactpersoon van het SLO. De vragen die vanuit het ontwikkelteam komen, vinden ze onvoldoende toegankelijk voor leerlingen en ouders.

De twee basisscholen waren bij een of meer bijeenkomsten met ontwikkelteams en ontwikkelscholen.

De school voor het voortgezet onderwijs gaat binnenkort voor het eerst naar zo’n bijeenkomst. De bij- eenkomsten zijn erg belangrijk voor de ontwikkelscholen. Ze bieden scholen de gelegenheid om ervarin- gen uit te wisselen met andere ontwikkelscholen. De twee basisscholen stellen dat ook hun begrip voor waar het ontwikkelteam mee bezig is, is toegenomen door de contacten met leden van de ontwikkel- teams. Bij de ontwikkelschool uit het voortgezet onderwijs lijkt de betrokkenheid met het ontwikkel- team nog niet zo groot. Wellicht dat dit groeit nadat deze school naar de bijeenkomst is geweest.

Afsluitend

De contactpersonen van de drie ontwikkelscholen vonden de thema’s goed gekozen, ze sluiten aan bij de vragen die op hun scholen leven. Een van de twee basisscholen vroeg zich af hoe het vervolg eruit gaat zien. Op deze school loopt de curriculumontwikkeling door na de laatste ontwikkelsessie. De school vraagt zich af in hoeverre ze daarna nog ondersteuning van Curriculum.nu kunnen verwachten en of ontwikkelscholen na het sluiten van de werkzaamheden door ontwikkelteams nog subsidie ontvangen.

(16)

Bevindingen uit de procesthermome-

ter (4 de sessie)

(17)

13

3.1 Inleiding

Aan de leraren en schoolleiders van de ontwikkelteams hebben we gevraagd om na afloop van de vierde ontwikkelsessie een korte vragenlijst in te vullen. Net als na de vorige metingen zijn de vragen bedoeld om inzicht te krijgen in hoe de teamleden de sessie hebben beleefd, welke lessen we uit hun ervaringen kunnen trekken en om vast te stellen of de belangrijkste doelstellingen van de sessie zijn gerealiseerd.

De vragenlijst is ingevuld door 99 personen. In de volgende paragrafen beschrijven we de belangrijkste bevindingen uit de vragenlijst.

3.2 De bevindingen uit de procesthermometer

Totaaloordeel over vierde ontwikkelsessie (cijfer van 1 tot 10)

Het gemiddelde cijfer van de negen teams gezamenlijk is 7,8. Eén van de in totaal 99 responderende teamleden beoordeelt de vierde ontwikkelsessie met een onvoldoende (5). Het hoogste gemiddelde (8,2) scoren de ontwikkelteams Mens & Natuur (8,3), Nederlands (8,3) en Digitale geletterdheid (8,2), het laagste gemiddelde zien we bij het ontwikkelteam Engels & Moderne vreemde talen (7,2).

Figuur 3.1 Totaaloordeel ontwikkelsessie 4

Bewegen &

Sport (n

=12) Burgers

chap (n

=7) Digitale

gele tterdhe

id (n

=12) Engels & M

oderne vreem

de talen (n=12) Kunst &

Cultuu r (n=10) Mens & M

aatscha ppij (n=10)

Mens &

Natuur (n

=13) Nederla

nds (n=

12) Rekenen & W

iskunde (n=11)

Totaal (n

=99)

Totaaloordeel (rapportcijfer) 7,6 7,9 8,2 7,2 7,8 7,6 8,3 8,3 7,8 7,8

Vergelijking met de vorige ontwikkelsessies

Na de vierde sessie gaven de leden van ontwikkelteams de sessie gemiddeld een 7,8. Dat komt overeen met het gemiddelde cijfer dat ze na de vorige ontwikkelsessie gaven. Op een enkele uitschieter na (Mens & Maatschappij) blijft de marge tussen de hoogste en laagste gemeten score lager dan 1 punt (zie figuur 3.2).

Het ontwikkelteam Burgerschap laat een opvallende stijging zien, van 7,2 na de derde sessie naar 7,9 na de vierde sessie. Ook bij de ontwikkelteams Mens & Natuur en Nederlands is de score na de vierde ses- sie hoger dan na de derde sessie. Bij het ontwikkelteam Engels & Moderne vreemde talen en Rekenen &

Wiskunde ligt de gemiddelde score juist wat lager dan na de derde sessie.

3 Bevindingen uit de procesthermometer (4)

(18)

14 Figuur 3.2 Vergelijking gemiddelde scores sessie 1 (n=137), sessie 2 (n=112), sessie 3 (n=112) en sessie 4

(n=99)

Gemiddelde scores naar leergebied

In figuur 3.3 presenteren we per leergebied (verticaal) wat de gemiddelde score van de leden uit dat ontwikkelteam is op de verschillende onderdelen. De maximale score is een 5. Dat betekent dat de stel- ling volledig wordt onderschreven (‘Helemaal mee eens’). Hoe lager de score, hoe minder sterk een stel- ling wordt onderschreven.5 We onderscheiden drie categorieën:

 score hoger dan 3,5 (donkergroen, met vinkje);

 score tussen 2,5 en 3,5 (licht oranje, met een uitroepteken);

 score lager dan 2,5 (oranje, met kruisje).

Conclusies naar aanleiding van de gemiddelde scores:

 Van de 21 aspecten waarnaar is gevraagd, scoren er twaalf een gemiddelde van 4 of hoger (op een schaal van 5).

 De totaalscore per team varieert van 3,7 tot 4,3. Dat is vergelijkbaar met de meting na de derde ses- sie.

 Over het geheel gezien zien we één rood signaal: bij het ontwikkelteam Mens & Maatschappij bij het aspect bouwstenen (‘Ik ben tevreden over de mate waarin mijn ontwikkelteam erin is geslaagd om de grote opdrachten uit te werken in bouwstenen van kennis en vaardigheden’).

 Leden van de ontwikkelteams zijn heel positief over de voorzieningen (‘Ik ben tevreden over de voor- zieningen tijdens deze sessie’). Het aspect scoort een gemiddelde van 4,6. Ook de ondersteuning (‘De ondersteuning vanuit het ondersteuningsteam is toereikend’) en het aanpassen van de grote opdrachten (‘Ik ben tevreden over de mate waarin mijn ontwikkelteam erin is geslaagd om op basis

5 In bijlage 1 presenteren we deze gegevens in vijf tabellen. Hierbij hebben we het aantal respondenten (N) en de standaarddevia- tie meegenomen.

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9

ontwikkelsessie 1 (n=137) ontwikkelsessie 2 (n=112) ontwikkelsessie 3 (n=112) ontwikkelsessie 4 (n=99)

(19)

15 van de ontvangen feedback de grote opdrachten vast te stellen’) scoren met een gemiddelde score van 4,4 hoog.

 Ook de aspecten doelstelling (‘De doelstelling voor deze ontwikkelsessie was duidelijk’), expertise (‘Binnen mijn team is voldoende expertise aanwezig om de doelstelling te realiseren’) en externe feedback (‘De externe feedback stelde ons in staat om ons product verder aan te scherpen’) scoren met een gemiddelde van 4,3 hoog.

 De aspecten tijd (‘Er was voldoende tijd beschikbaar om de doelstelling van deze sessie te realise- ren’) en wisselwerking (‘Ik ben tevreden over de wisselwerking met andere teams’) scoren het laagst met een gemiddelde van 3,2.

Figuur 3.3 Gemiddelde scores per aspect naar leergebied (met randgemiddelden)*

Bewegen &

Sport (n

=12) Burgerscha

p (n=7) Digitale

gele tterdhe

id (n

=12) Engels & M

oderne vreem

de talen (n=

12) Kunst &

Cultuu r (n=10) Mens & M

aatscha ppij (n=

10) Mens &

Natuur (n

=13) Nederla

nds (n=12) Rekenen & W

iskunde (n=11)

Totaal (n=99)

1. Doelstelling 4,4 4,4 4,5 4,2 4,5 3,9 3,8 4,3 4,5 4,3

2. Expertise 4,4 4,6 4,3 3,8 4,5 4,1 4,7 4,0 4,5 4,3

3. Externe feedback 4,2 4,7 3,8 4,3 4,3 4,7 4,4 4,6 4,0 4,3

4. Consultatiefase 3,6 4,2 3,8 3,4 4,1 4,0 3,8 4,3 3,5 3,8

5. Verwerken feedback 4,3 4,3 4,3 4,3 3,7 4,2 4,5 4,4 3,7 4,2

6. Tijd (sessie) 3,2 3,7 4,2 2,5 2,8 3,5 2,8 3,4 3,2 3,2

7. Voorzieningen 4,8 4,0 4,6 4,6 4,5 4,7 4,9 4,3 4,7 4,6

8. Voldoende uren 4,3 3,7 3,9 3,8 3,6 4,1 3,8 3,9 4,0 3,9

9. Werkvormen 4,3 4,0 4,5 3,5 4,2 3,7 4,5 4,2 4,2 4,1

10. Perspectief sector 4,6 4,7 4,1 3,9 4,4 4,0 4,5 4,0 4,0 4,2

11. Eigen bijdrage 4,1 4,4 4,3 3,8 4,1 4,0 4,4 3,9 4,3 4,1

12. Ondersteuning 4,7 4,4 4,2 4,0 4,5 4,5 4,6 4,3 4,5 4,4

13. Resultaat 4,2 4,4 4,4 3,7 3,8 4,2 4,3 4,0 4,1 4,1

14. Begrijpelijk voor leraren 3,6 3,8 3,9 3,3 3,9 3,3 2,8 3,3 3,8 3,5

15. Leerlingperspectief 4,4 4,0 3,9 3,7 3,9 3,6 3,7 4,1 3,8 3,9

16. Toekomstgericht 4,6 4,3 4,3 3,9 4,3 4,0 4,3 4,3 3,9 4,2

17. Kernkeuzes 4,5 4,4 4,2 3,4 4,0 3,8 3,9 3,9 3,5 3,9

18. Brede vaardigheden 3,9 4,6 4,0 3,5 4,1 3,8 4,0 4,0 3,8 3,9

19. Aanpassen grote opdrachten 4,3 4,7 4,3 4,2 4,3 4,3 4,4 4,8 4,0 4,4

20. Vaststellen bouwstenen 3,6 3,9 4,3 2,8 3,4 2,3 2,8 3,7 3,9 3,4

21. Wisselwerking 3,4 4,0 3,0 3,2 3,1 3,2 2,5 3,5 3,3 3,2

Gemiddeld per leergebied 4,2 4,3 4,1 3,7 4,0 3,9 4,0 4,1 4,0

* Voorwaardelijke opmaak binnen de matrix op basis van grenzen 2,5 en 3,5. Randen op basis van onderlinge verschillen (rela- tief).

Ontwikkelingen ten opzichte van de derde meting zijn:

 Op de aspecten die zowel in de vierde als in de derde meting zijn voorgelegd zijn de gemiddelde sco- res in grote lijnen vergelijkbaar.

 Net als de vorige meting is er maar één rood signaal. Na de tweede sessie waren dat er tien.

 Bij de meting na de vierde sessie zijn teamleden tevredener over de voorzieningen (4,6, na de derde sessie was dat 4,1).

 Wisselwerking (‘Ik ben tevreden over de wisselwerking met andere teams’) scoort opnieuw relatief laag.

 De leden van ontwikkelteam Engels & Moderne vreemde talen scoren over het geheel gezien wat lager dan de andere ontwikkelteams. Ook na de derde sessie was dat al het geval. Het

(20)

16 ontwikkelteam Burgerschap, dat in die meting een gemiddelde score liet zien van 3,8, komt nu uit op 4,3. Bij de andere ontwikkelteams zijn de verschuivingen marginaal.

Leren van werken in ontwikkelteams

Bij de leereffecten van deelname aan een ontwikkelteam ligt de gemiddelde score voor beide vragen op 3,6. Dat is vergelijkbaar met de vorige metingen. Net als tijdens de vorige meting worden binnen enkele teams (Kunst & Cultuur, Mens & Natuur) de effecten sterker ervaren dan bij andere teams (Bewegen &

Sport, Burgerschap, Digitale geletterdheid, Engels & Moderne vreemde talen, Mens & Maatschappij).

Ook dit komt in grote lijnen overeen met de vorige meting.

Figuur 3.4 Effect van deelname aan ontwikkelteams op eigen ontwikkeling, naar leergebied

3.3 Opmerkingen en suggesties

6

In de vragenlijst voor ontwikkelteams zijn vier open vragen opgenomen. Hierin konden leden van de ontwikkelteams een toelichting geven over de consultatiefase, de voorzieningen (‘Ik ben tevreden over de voorzieningen tijdens deze sessie (locatie, eten, drinken, et cetera)’) en het doelbereik van de ontwik- kelsessie. Aan het eind van de vragenlijst kregen de leden van de ontwikkelteams de gelegenheid om opmerkingen en suggesties te plaatsen.

Over het geheel gezien hebben de respondenten wat minder gebruikgemaakt van de ruimte om een toelichting te geven dan tijdens de vorige meting, ook wanneer we er rekening mee houden dat het aan- tal respondenten ongeveer een tiende minder was. Dat kan zijn doordat respondenten wat minder tijd wilden nemen voor het invullen van de vragenlijst, al is het ook mogelijk dat ze wat minder opmerkingen hadden.

6 De antwoorden op de open vragen zijn integraal opgenomen in bijlage 2.

- 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0

In hoeverre heb je geleerd over je eigen functioneren in het team?

In hoeverre heeft het proces je nieuwe inzichten over ontwikkeling van het curriculum gebracht?

(21)

17 Per open vraag beschrijven we hieronder de belangrijkste bevindingen.

Consultatiefase

In de opmerkingen over de consultatiefase zit geen duidelijke lijn. Naast positieve opmerkingen (effec- tief, inspirerend, zinnig) worden er wat aandachtspunten genoemd als tijdgebrek (bijvoorbeeld voor de verwerking van feedback uit bezoeken) en de noodzaak van input door vakexperts ‘Jonge Kind’.

Voorzieningen

Veel teamleden zijn heel tevreden over de locatie aan zee en vinden het voor herhaling vatbaar. Er zijn enkele opmerkingen over het eten (vooral dat het niet altijd duidelijk omschreven was wat er in het eten zat) en over de (lange) reistijd naar de locatie.

Bereiken van de doelstellingen

In de vierde sessie hebben de ontwikkelteams grote opdrachten vastgesteld en hebben ze een begin ge- maakt met het uitwerken van grote opdrachten in bouwstenen van kennis en vaardigheden. Het onder- liggende thema is het werken aan samenhang tussen de leergebieden. Opmerkingen over het bereiken van de doelstellingen hebben betrekking op het uitwerken van de bouwstenen en het werken aan sa- menhang.

De ontwikkelteams zijn niet allemaal even ver met het uitwerken in bouwstenen. Ontwikkelteams als Mens & Maatschappij en Mens & Natuur lopen bijvoorbeeld wat achter ten opzichte van andere teams.

Verschillende teamleden benoemen dit in hun opmerkingen.

In deze sessie is veel aandacht uitgegaan naar de uitwerking in bouwstenen. Als gevolg daarvan is er, volgens enkele respondenten, wat weinig tijd overgebleven voor het werken aan meer samenhang. In vergelijking met de vorige meting lijkt het accent in de opmerkingen wat meer te liggen op de mate waarin de andere teams al in staat zijn om concrete afspraken over samenhang te maken (de verschillen tussen teams in wat ze bereikt hebben zijn te groot). Desondanks zijn er ook deze meting nog wel enkele respondenten die menen dat de bereidheid om samen te werken in andere teams niet voldoende is.

Opmerkingen en suggesties

Evenals na de derde meting maken veel respondenten van deze open vraag gebruik om waardering uit te spreken (voor de organisatie, het team, de voorzieningen). Een enkeling spreekt zijn of haar zorgen uit, bijvoorbeeld over de haalbaarheid van het traject.

(22)

Bevindingen ver- diepende inter-

views (4 de sessie)

(23)

19

4.1 Inleiding

Na een eerste analyse van de vragenlijsten, die in dat stadium door bijna 90 teamleden waren ingevuld, is in overleg met Curriculum.nu gekozen om drie onderwerpen door te nemen met een selectie van le- den van de ontwikkelteams Burgerschap, Digitale geletterdheid, Engels & Moderne vreemde talen, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur. In totaal hebben we twaalf leden van deze ontwikkelteams geïnterviewd.

De drie onderwerpen zijn:

 Bouwstenen

 Begrijpelijkheid voor leraren

 Wisselwerking tussen de ontwikkelteams

In de onderstaande tabel geven we een geanonimiseerd overzicht van de respondenten met wie we na de vierde ontwikkelsessie hebben gesproken.

Tabel 4.1 Overzicht respondenten verdiepende interviews

Ontwikkelteam Sector Begrijpelijkheid Bouwstenen Wisselwerking Totaaloordeel

Burgerschap po + ± + 8

Burgerschap vo ± + + 8

Digitale geletterdheid po + + + 9

Digitale geletterdheid po + + ± 8

Digitale geletterdheid vo + + ± 8

Engels & Moderne vreemde talen vo + + - 8

Engels & Moderne vreemde talen vo - ± + 7

Engels & Moderne vreemde talen vo + ± + 8

Mens & Maatschappij vo - n.v.t. + 7

Mens & Maatschappij vo + n.v.t. ± 8

Mens & Natuur po - ± - 8

Mens & Natuur vo - + - 9

4.2 Bouwstenen

Vier van de negen teams scoren op dit onderdeel minder hoog en ook in de open vragen komen de deel- nemers terug op hun ervaringen bij het werken aan bouwstenen. Onze ervaring na eerdere ontwikkel- sessies is dat nieuwe opdrachten doorgaans wat tijd nodig hebben om te landen. Hoe zit dat met het werken aan de bouwstenen?

Voordat de vierde ontwikkelsessie plaatsvond, ontvingen de ontwikkelteams een aantal voorbeelden van bouwstenen die de ontwikkelteams als uitgangspunten konden nemen bij het formuleren van de bouwstenen. Leden van de ontwikkelteams lijken daar vaak mee uit de voeten te kunnen, al is de prak- tijk soms wat weerbarstiger dan verwacht:

Aan het begin van de driedaagse dacht ik redelijk goed te begrijpen wat er verwacht werd. Terwijl je bezig bent, merk je dan dat het toch wat ingewikkelder is dan je dacht.

Andere leden vonden het op voorhand minder duidelijk wat er van hen verwacht werd:

In december, voor de ontwikkelsessie, had ik nog geen idee wat er onder bouwstenen werd verstaan.

Ook de begeleiders en mijn collega-teamleden hadden niet helder wat er precies onder wordt ver- staan. Sinds de ontwikkelsessie is het me iets duidelijker, maar ik vind het nog steeds moeilijk om on- der woorden te brengen wat er precies mee bedoeld wordt.

Leden van de ontwikkelteams Burgerschap en Digitale geletterdheid merken op dat hun ontwikkelteam behoorlijke stappen heeft gezet bij het formuleren van de bouwstenen.

4 Bevindingen verdiepende interviews (4)

(24)

20 Onze bouwstenen (van het ontwikkelteam Digitale geletterdheid) zijn voor 70 procent rond. Dat is voldoende om het in de consultatiefase voor te leggen aan de partijen die feedback geven en tijdens de volgende sessie een volgende stap te kunnen zetten.

De ontwikkelteams Mens & Maatschappij en Mens & Natuur waren nog niet zover dat ze bouwstenen ter consultatie konden voorleggen:

Voor we aan de bouwstenen konden werken, moesten we eerst de grote opdrachten klaar hebben.

Deze sessie zijn we (ontwikkelteam Mens & Natuur) gekomen tot een raamwerk van de bouwstenen.

Dat was op zich de ambitie, maar liever was ik nog verder gekomen. Wel belangrijk dat we de basis nu hebben gelegd. De komende periode hopen we vervolgstappen te kunnen zetten.

De uitwerking van de bouwstenen volgt bij deze ontwikkelteams na de vierde ontwikkelsessie:

We (ontwikkelteam Mens & Maatschappij) scoren laag omdat we tijdens deze sessie nog geen con- crete bouwstenen hebben uitgewerkt. Daar zijn we pas na de sessie mee begonnen. De afgelopen we- ken zijn we tijdens verschillende bijeenkomsten op locatie in gesprek gegaan met stakeholders over de bouwstenen. Hun input gebruiken we om de bouwstenen uit te werken. Op het moment maken we dus gebruik van feed forward en niet van feedback.

In de leergebieden die deze twee ontwikkelteams bestrijken, komen verschillende vakgebieden bij el- kaar. De teamleden wijzen erop dat het tijd kost om deze vakgebieden op een lijn te krijgen. Verschil- lende leden van deze ontwikkelteams menen ook dat de brede samenstelling van het leergebied gevol- gen heeft voor de producten die het ontwikkelteam oplevert:

Ik heb het idee dat de bouwstenen van de ontwikkelteams die zich buigen over samengestelde leerge- bieden er anders uitzien dan de bouwstenen die zich op één vakgebied richten. Door de hoeveelheid stof waar wij het over hebben, ontkomen we er niet aan om voor een behoorlijk hoog abstractieni- veau te kiezen. Abstracter dan bij de meeste andere teams.

Het hele traject overziend blijft het voor de ontwikkelteams een uitdaging om een goed tussenproduct neer te zetten:

Aan het begin verwachtte ik dat het formuleren van een visie de moeilijkste klus was en dat het naar- mate het traject vorderde makkelijker zou worden, omdat we dichterbij de praktijk van het onderwijs zouden komen. Dat blijkt echter niet zo te zijn.

4.3 Begrijpelijkheid voor leraren

De aanname is dat de producten van de ontwikkelteams, doordat ze concreter worden naarmate het proces vordert, steeds begrijpelijker worden voor leraren. In de scores op de stelling ‘Ik verwacht dat leraren het resultaat van deze ontwikkelsessie begrijpen’ zien we dat niet terug, al zijn er teams die hierop hoger scoren (Burgerschap, Digitale geletterdheid) en teams die lager scoren (Mens & Natuur, Mens & Maatschappij). Een lagere score wijst erop dat er binnen het ontwikkelteam twijfels zijn over de mate waarin de docenten de resultaten van de ontwikkelsessie begrijpen.

Bij de twee laatstgenoemde leergebieden speelt wellicht opnieuw de bredere samenstelling van het leergebied een rol bij de lagere score:

Door de breedte (po-vo, verschillende vakgebieden) van ons leergebied (Mens & Maatschappij) is het ook nog wel wat wollig.

Onze producten (van het ontwikkelteam Mens & Natuur) zijn heel generiek. Voor vakdocenten in het voortgezet onderwijs zijn de concepten vaak wel bekend, verder kijken ze vooral naar wat ze van hun vak herkennen. Ze vinden de stukken vaak nog niet concreet genoeg. Docenten uit het po zijn vaak niet vakspecifiek onderlegd in de bètavakken.

Een teamlid (van het ontwikkelteam Digitale geletterdheid) vraagt zich af of de docenten in dit stadium tot de doelgroep horen:

(25)

21 Ons team schrijft een advies voor de invulling van het nieuwe curriculum. Het is dus vooral belangrijk dat de ontwikkelaars er verder mee kunnen. Voor een docent in het basisonderwijs zijn onze pro- ducten niet per se relevant. Omdat we het niet vertalen naar het onderwijs kan de docent er niet veel mee. Dat vertalen is iets dat in de toekomst moet gebeuren. Wij buigen ons vooral over vragen als: ‘is het relevant om hier in het toekomstige onderwijs aandacht aan te besteden?’ Desondanks is het fijn als docenten input leveren, al doen ze dat vaak vanuit een onderwijsperspectief.

De indruk is ook weleens dat begrijpelijkheid voor docenten geen prioriteit heeft bij de inhoudelijke be- geleiding:

Ik heb de indruk dat zij menen dat de docenten ook niet de primaire doelgroep voor de tussenpro- ducten zijn. Ik ben er alleen niet zo tevreden over.

Ook anderen maken zich druk om het gebrek aan betrokkenheid uit het ‘veld’:

Ik maak me er trouwens wel zorgen over, dat er vanuit het basisonderwijs zo weinig wordt aange- haakt.

Als gevolg daarvan weet men ook niet goed hoe de producten vallen (en in welke mate ze bijvoorbeeld als minder begrijpelijk worden opgevat):

We krijgen weinig terug uit het basisonderwijs. Daardoor weten we niet goed in hoeverre onze col- lega’s het begrijpen. Tegelijkertijd past het ook wel bij deze fase, om abstract te blijven. Met voor- beelden kan je illustreren wat je bedoelt en welke richting je op wil.

Naast het basisonderwijs is ook de link met het vmbo kwetsbaar:

Als vmbo-docent merk ik dat er vanuit het vmbo weinig herkenning is. Dat geldt overigens ook voor het speciaal onderwijs. Onze teksten lijken, wat het voortgezet onderwijs aangaat, meer gericht op havo en vwo.

Teamleden verwachten dat direct contact met de collega’s uit het veld een positieve uitwerking heeft op de betrokkenheid in het veld:

We hebben onlangs voor de tweede keer een ontmoeting gehad met ontwikkelscholen. Het werkt heel goed om elkaar bij te praten en de ervaringen met elkaar te delen. Tijdens deze bijeenkomsten hebben we ook meer ‘massa’; we zijn met meer docenten die allemaal voor hun vak staan. Door de bijeenkomsten zijn ze ook meer bij het proces betrokken. Ik vind hun inbreng heel waardevol. Ik heb het idee dat dit ook meer oplevert dan de online consultaties.

Dit sluit overigens aan bij de ervaringen (en de behoefte) van de ontwikkelscholen (zie hoofdstuk 2).

4.4 Wisselwerking

In deze tussenrapportage besteden we voor de derde opeenvolgende keer aandacht aan de wisselwer- king tussen de ontwikkelteams en de wijze waarop zij werken aan samenhang tussen de leergebieden.

Met name binnen het ontwikkelteam Mens & Natuur zien we een lage gemiddelde score bij dit aspect.

Een lid van het ontwikkelteam Mens & Natuur merkt dat de taak ook zonder het werken aan samenhang met andere ontwikkelteams al een behoorlijke klus is:

Daarbij is het binnen ons team ook een uitdaging om samenhang tussen de vakken binnen ons leer- gebied aan te brengen. Vanuit het veld ervaren we soms weerstand daartegen, vakverenigingen zijn bang dat er vakken verdwijnen.

Ook vanuit Mens & Maatschappij horen we dat de opdrachten voor het ontwikkelteam met betrekking tot het eigen leergebied al veel tijd vragen:

We (Mens & Maatschappij) hebben onze handen vol aan het formuleren van grote opdrachten en bouwstenen. Het zoeken naar samenhang verdwijnt dan wel eens naar de achtergrond.

Na de vorige sessie, maar ook wel in de open antwoorden in de vragenlijst bij deze sessie, spraken team- leden weleens uit dat ze de indruk hadden dat andere teams te weinig bereid waren om afspraken te

(26)

22 maken over samenhang. Tijdens de interviews benadrukken de meeste teamleden juist het tegendeel.

Alleen vanuit het ontwikkelteam Engels & Moderne vreemde talen horen we nog enige twijfel:

Wij willen graag met anderen werken aan samenhang, maar hebben het idee dat anderen dat niet altijd met ons willen. Waarom dat is weet ik niet zo goed. Het lijkt erop dat ze bang zijn dat ze ‘din- gen’ kwijtraken, dat de stakeholders hun steun intrekken als er te veel wordt samengewerkt.

Na de vorige sessie is ook opgemerkt dat de ontwikkelteams niet allemaal ver genoeg waren om al af- spraken te maken over samenhang. Hierbij werd onder meer gewezen op de ontwikkelteams Mens &

Maatschappij en Mens & Natuur. Een lid van het ontwikkelteam Mens & Natuur wijst erop dat er binnen haar team deels sprake is van een ander proces dan bij andere:

Door het afwijkende karakter van ons leergebied wijkt het proces waarin wij als ontwikkelteam zitten af van een aantal andere ontwikkelteams. Bij Mens & Maatschappij verwacht ik een situatie die meer met ons vergelijkbaar is.

Ze licht dat als volgt toe:

We horen regelmatig dat we nog niet zover zijn om afspraken mee te maken. We lopen niet achter, maar het proces dat we doorlopen is anders. En we lijken op een ander, meer abstract niveau uit te komen. Voor het zoeken naar samenhang is dat wel ingewikkeld.

Het gaat in haar ogen dus niet zozeer om de vraag hoe ver het team is maar ook, en misschien vooral, om de vraag in welke mate de producten inhoudelijk op elkaar kunnen worden afgestemd. Gezien het verschil in abstractieniveau verwacht ze dat dit niet makkelijk zal zijn.

In de praktijk zoeken de ontwikkelteams Mens & Maatschappij en Mens & Natuur elkaar ook op:

Wij (Mens & Maatschappij) werken veel samen met Mens & Natuur. In het basisonderwijs horen we ook bij hetzelfde domein. We hebben een gezamenlijk ontwikkelkader opgesteld. Dat zie je ook terug in de producten die onze ontwikkelteams opleveren.

Waar alle leden van de ontwikkelteams het belang van het zoeken naar samenhang tussen de leergebie- den onderschrijven, is dat voor de ontwikkelteams Burgerschap en Digitale geletterdheid nog eens extra van belang:

Ons team (Burgerschap) is er vrij sterk van afhankelijk. Ons leergebied moet een plek krijgen in de an- dere leergebieden, daarin worden geïntegreerd.

Aanvullende aandachtspunten die in de interviews rond dit thema naar voor werden gebracht zijn:

Wat het complex maakt, is dat er weinig tijd is. En dat de interne processen in de ontwikkelteams doorlopen. We worden weleens ingehaald door interne ontwikkelingen terwijl we net een externe af- spraak hebben gemaakt.

Dit laatste, dat andere ontwikkelteams niet op de afgesproken tijden beschikbaar zijn, horen we van ver- schillende kanten:

Inhoudelijk begeleiders en procesbegeleiders zijn voortdurend met elkaar in overleg. Dat loopt ook weleens spaak, als afspraken niet binnen het ontwikkelteam worden doorgegeven. Wij kwamen op de afgesproken tijd langs, maar het team had er geen rekening mee gehouden.

Ondanks deze kanttekeningen zijn de meeste leden optimistisch:

Bedenk dat het een proces is dat enige tijd kost. Op termijn zal de samenhang wel duidelijker worden.

Het is belangrijk dat we elke keer weer een stapje vooruitkomen.

(27)

23

(28)

De ervaringen van

de ontwikkelscho-

len (4 de consulta-

tiefase)

(29)

25

5.1 Inleiding

De vragenlijst voor de vierde meting onder ontwikkelscholen is op maandag 4 februari 2019 uitgezet. In de daaropvolgende weken is de enquête ingevuld door 59 respondenten die samen 56 verschillende ontwikkelscholen vertegenwoordigen. Van drie ontwikkelscholen ontvingen we meerdere reacties. Van de 56 ‘unieke’ ontwikkelscholen zijn er 29 uit het basisonderwijs en 26 uit het voortgezet onderwijs. Een vragenlijst is ingevuld door vertegenwoordiger(s) van een ontwikkelschool uit het (voortgezet) speciaal onderwijs.

De aantallen zijn te klein om uitspraken te doen over de verschillende leergebieden. Daarom concentre- ren we ons, net als na de twee vorige metingen, op verschillen tussen basis- en voortgezet onderwijs.

We hebben de antwoorden van de enige responderende ontwikkelschool uit het (voortgezet) speciaal onderwijs meegenomen in de totaalscores, maar presenteren deze niet apart in de figuren.

5.2 De bevindingen

Totaaloordeel

Ontwikkelscholen zijn opnieuw behoorlijk tevreden over het werken aan curriculumontwikkeling binnen de school en de reflectie op het tussenproduct van het ontwikkelteam (in dit stadium de ‘grote opdrach- ten’). Ontwikkelscholen zijn positiever over het werken aan de curriculumontwikkeling binnen de school dan over het reflecteren op de bouwstenen van het ontwikkelteam.

Figuur 5.1 Oordeel over curriculumontwikkeling en reflectie per sector

De gemiddelde scores komen nagenoeg overeen met de scores uit de vorige metingen.

7,5 7,1 7,2 6,8 7,4 7,0

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Basisonderwijs (inc. sbo)

(n=31) Voortgezet onderwijs (n=29) Gemiddeld alle sectoren (n=61) Oordeel over werken aan curriculumontwikkeling binnen school Oordeel over het reflecteren op ontwikkelteam

5 De ervaringen van de ontwikkelscholen (4)

(30)

26 Figuur 5.2 Oordeel over curriculumontwikkeling en reflectie per meting

Gemiddelde scores naar sector

In deze vierde meting zijn een aantal vragen niet aan ontwikkelscholen uit de leergebieden Mens &

Maatschappij en Mens & Natuur voorgelegd, omdat de ontwikkelteams van deze leergebieden in de consultatiefase nog geen bouwstenen ter consultatie aanboden. In figuur 5.3 zijn deze drie stellingen herkenbaar aan een asterisk (*).

In figuur 5.3 presenteren we het oordeel over de deelaspecten die in de vragenlijst aan de orde zijn ge- steld. Deze zijn uitgesplitst naar sector. We onderscheiden weer drie categorieën:

 score hoger dan 3,5 (donkergroen, met vinkje);

 score tussen 2,5 en 3,5 (licht oranje, met een uitroepteken);

 score lager dan 2,5 (oranje, met kruisje).

De belangrijkste conclusies zijn:

 De ontwikkelscholen uit het basisonderwijs scoren op enkele aspecten wat lager dan tijdens de vo- rige meting. Het gaat met name om aspecten die met het verzamelen van feedback te maken heb- ben (‘De inbreng van buiten de school heeft een meerwaarde voor de curriculumontwikkeling bin- nen onze school’, ‘We hebben de feedback van de leerlingen goed kunnen organiseren’ en ‘We heb- ben de feedback van de ouders goed kunnen organiseren’)7 en de tijd die voor de reflectie op de bouwstenen beschikbaar is (‘We hebben voldoende tijd ingepland om te reflecteren op het raam- werk voor bouwstenen, de bouwste(e)n(en) en eventueel aanbevelingen van het ontwikkelteam’).8 Op drie van deze aspecten zien we ook een ‘oranje signaal’. Tijdens de vorige meting zagen we bij de ontwikkelscholen uit het basisonderwijs geen signalen.

 Bij de ontwikkelscholen uit het voortgezet onderwijs zijn de verschillen met de vorige meting klein.

De scholen scoren zelfs wat hoger op het aspect feedback van leerlingen (‘We hebben de feedback van de leerlingen goed kunnen organiseren’) dan tijdens de vorige meting (3,7 tegen 3,2 in de vorige meting). Wel lijken de vo-scholen het wat lastiger te vinden om het werk voor Curriculum.nu te com- bineren met de dagelijkse praktijk (‘We kunnen onze taken bij de curriculumontwikkeling binnen onze school goed combineren met de dagelijkse praktijk’) (3,5 tegen 3,7).

 Aandachtspunten zijn de feedback van ouders (gemiddelde score 3,2), de tijd die beschikbaar was om te reflecteren op de bouwstenen (gemiddelde score 3,5) en de tevredenheid over de verbinding met het schooleigen initiatief (gemiddelde score 3,5).

7 De scores daarop waren bij de derde meting voor het basisonderwijs respectievelijk 4,0, 3,7 en opnieuw 3,7. In de huidige meting zijn de scores 3,6, 3,5 en 3,1.

83,4 tegen 3,8 in de vorige meting, waarin overigens gereflecteerd werd op de bijgestelde grote opdrachten.

7,4 7,1 7,2 6,9 7,3 6,9 7,4 7,0

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

eerste meting (n=65) tweede meting

(n=48) derde meting (n=66) vierde meting (n=61) Oordeel over werken aan curriculumontwikkeling binnen school

Oordeel over het reflecteren op ontwikkelteam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In afbeelding 1 wordt schematisch weergegeven hoe via gendoping een atleet uiteindelijk meer rode bloedcellen gaat maken... Eindexamen havo biologie pilot 2012 -

Zowel uit de gesprekken als uit het lezen van de projectgebonden gegevens kwam naar voren dat elke provinciale afdeling een eigen manier van werken heeft. Deze manier is

onderwijsgebied. Zij was en is in dit opzicht schoolpartij, omdat zij was en is politieke partij in de ware betekenis van het woord, omdat haar uitgangspunten waren en zijn gelegen

Er mag wel een zeer geringe lekkage zijn, maar niet zodanig, dat de g e - wenste atmosfeer in de cel niet kan worden opgebouwd. De eisen vodr lekdichtheid wor- den hoger naarmate

Artikel 197A(2)(a) bepaal dat die nuwe werkgewer in die plek van die ou werkgewer geplaas word ten opsigte van alle dienskontrakte wat bestaan het onmiddelik voor die ou werkgewer

Figure 5.26: Experimental, 2D and 3D STAR-CCM+ data plots for the shear stress in the wake downstream of the NACA 0012 airfoil and wing at 3 degrees angle of attack and Reynolds

Cite this article as: Mbuagbaw et al.: The cameroon mobile phone sms (CAMPS) trial: a protocol for a randomized controlled trial of mobile phone text messaging versus usual care

2° facultatieve activiteiten vrij blijven van reclameboodschappen, behoudens indien de reclameboodschappen louter attenderen op het feit dat de activiteit of een gedeelte van de