Schriftelijke vragen art 42
Aanleiding
Een geitenstal in Gendt (Gemeente Lingewaard), waarbij al jarenlang grote problemen bestaan. Het gaat om 1500 geiten die (sedert 2010) zijn toegevoegd aan het aantal van 700 geiten die in een loods zijn ondergebracht. De loods functioneerde oorspronkelijk als
caravanstalling. De SP-fractie in de Provinciale Staten van Gelderland hebben vernomen dat er een concept Verklaring van geen Bedenkingen door onze Provincie is opgesteld op 25 juli 2018.
Onze zorg betreft het gegeven dat Gedeputeerde Staten niet anders zegt te kunnen doen dan een Verklaring van geen Bedenkingen af te geven m.b.t. het verstrekken van een vergunning aan een melkgeitenhouderij in Gendt, Angerensestraat 38, binnen de Wet Natuurbescherming tot het houden van 2200 geiten, een uitbreiding met 1500 stuks vee.
Wij kunnen ons als SP-fractie niet neerleggen bij deze gang van zaken en hebben dienaan- gaande de volgende vragen:
1. Gezien het feit dat de Raad van State heeft uitgesproken dat er definitief geen ver- gunning voor uitbreiding mag worden verleend vanwege de grote gezondheids- risico’s voor omwonenden. Is het dan behoorlijk dat de geitenhouder dit passeert en op andere gronden een vergunning aanvraagt?
2. Gezien het rapport van de GGD dat de gemeten OU-waarden per vierkante meter rondom dit bedrijf meer dan 6x te hoog zijn, (waardes moeten < 5 OU/m3 zijn, maar er is 17–33 OU/m3 gemeten), en het RIVM duidelijk een causaal verband heeft gelegd tussen longontsteking en geitenhouderijen, is het dan niet een onaanvaard- baar risico dat omwonenden een longontsteking kunnen krijgen waarbij een risico van overlijden zeker niet is uit te sluiten? Indien u een andere mening bent toege- daan, graag een toelichting waarom.
3. Bent u met de SP-fractie van mening dat hier, gezien de bekende gegevens, sprake is van verwijtbaar gedrag? Indien u een andere mening bent toegedaan, graag een toelichting waarom.
4. Kan GS haar verantwoording nemen en de uitspraak van de Raad van State, dat een vergunning definitief moet worden geweigerd op grond van de gezondheidsrisico’s voor omwonenden, laten prevaleren boven een wettelijke regel die dit alles
passeert? Zo nee, waarom niet?
5. Als deze geitenhouder nadeel heeft ondervonden omdat de overheidsmaatregelen niet altijd even goed zijn genomen, is het dan niet de aangewezen weg om hem te helpen en te faciliteren zijn bedrijf naar een plek elders te verplaatsen, waar geen directe omwonenden zijn?
6. Zijn de geitenhouder én de omwonenden daar dan niet beide mee tegemoet te komen?
7. Zou het niet wijs zijn, als de Verklaring van geen Bedenkingen op grond van de gezondheidsrisico’s niet door GS wordt afgegeven, de rechter hierover een uitspraak te laten doen en te horen wat zijn of haar uitspraak is, alle omstandigheden
meewegende? Indien u een andere mening bent toegedaan, graag een toelichting waarom.
8. Wat zijn de mogelijke (financiële) consequenties als de rechter GS in dat geval in het ongelijk stelt?
SP-fractie
Astrid J.A. Vollebregt-de Groot