• No results found

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland · dbnl"

Copied!
304
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

bron

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland. A. Oosthoek, Utrecht 1917

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo016voor02_01/colofon.php

© 2013 dbnl

i.s.m.

(2)

Voorwoord.

Bij Koninklijk Besluit van 7 Juli 1903, N

o

. 44, werd ingesteld eene Rijkscommissie tot het opmaken en uitgeven van een inventaris en eene beschrijving van de

Nederlandsche monumenten van Geschiedenis en Kunst.

De taak dezer Rijkscommissie is: het samenstellen en uitgeven eener geïllustreerde beschrijving van alle in Nederland aanwezige gebouwen en voorwerpen, dagteekenend van vóór 1850, die belang bezitten als uiting van kunst of om eene er aan verbonden historische herinnering. Aldus zal worden verkregen een handboek, waarin men over de aanwezigheid, de artistieke of historische waarde en den toestand der monumenten van geschiedenis en kunst uitvoerige inlichting kan vinden en tegelijkertijd een volledige en betrouwbare bron voor de Nederlandsche kunstgeschiedenis.

Ten einde dit groote werk, dat vele jaren zal vorderen, met meer kennis van zaken te kunnen ondernemen en tevens zoo spoedig mogelijk een overzicht te geven van al wat het behouden waard is, besloot de Rijkscommissie eene ‘Voorloopige Lijst’

der monumenten te bewerken, waarin gebouwen en met gebouwen samenhangende voorwerpen alleen kort worden vermeld.

Voor het thans verschijnende vierde deel dezer lijst

1)

, bevattende de monumenten der provincie Gelderland, zijn de gegevens, door onderzoek ter plaatse van 1904 tot 1912, verzameld door het lid der Commissie, den heer F.A. H OEFER . Diens

beschrijving is, met behulp der in het Bureau der Commissie reeds aanwezige

gegevens door den Adjunct-Secretaris, Dr. E.J. H ASLINGHUIS , aangevuld en bij

nieuwe bezoeken ter plaatse met de na te noemen leden der Commissie, van 1915

tot 1917, aan de monumenten getoetst: de heer Jos. Th. C UYPERS bezocht Arnhem,

voor zoover de kerkelijke gebouwen betreft, Doetichem met het zuidelijk gedeelte

van den Achterhoek, alsmede Hemmen en Driel; Prof. H. E VERS , Tiel en het zuidelijk

gedeelte van de

(3)

Tielerwaard; de heer J.A. F REDERIKS , Arnhem (behalve de kerkelijke gebouwen), Brummen, Zutfen, alsmede het noordelijk en het oostelijk gedeelte van den

Achterhoek; de heer W. T E R IELE Gzn. het westelijk gedeelte van den Achterhoek, de Lijmers met het land ten Z. van Zevenaar, de Veluwe, met uitzondering van de Over-Veluwe (de streek langs de Zuiderzee) en van een deel der Neder-Veluwe (Nijkerk, Putten, Hoevelaken en Scherpenzeel), verder het land van Buren, de Neder-Betuwe, het noordelijk deel van de Tielerwaard, de Bommelerwaard, het grootste deel van het land van Maas-en-Waal; de heer J.J. W EVE het oostelijk deel van Maas-en-Waal, de Over-Betuwe, Nijmegen en het land ten Z. en ten O. dezer laatste gemeente.

Door de goedgunstige toestemming van H.M. de Koningin kon ook een beschrijving van het inwendige der Koninklijke paleizen het Loo en het Oude Loo gegeven worden.

Deze gebouwen werden hiertoe bezocht door de heeren J.A. F REDERIKS en D R . C.

H OFSTEDE DE G ROOT , vergezeld van den Adjunct-Secretaris.

De herziening van de Over-Veluwe, benevens de gemeenten Nijkerk, Putten, Hoevelaken en Scherpenzeel geschiedde door den Adjunct-Secretaris en den Architect der Commissie.

De monumenten zijn in deze lijst gerangschikt volgens de gemeenten, in welke zij worden gevonden, en deze laatste in alphabetische volgorde geplaatst naar de spelling der ‘Woordenlijst’ van het Aardrijkskundig Genootschap. Binnen elke gemeente geschiedt de vermelding der monumenten volgens deze indeeling:

a. Voorhistorische, Germaansche, Romeinsche en Frankische oudheden.

b. Verdedigingswerken en militaire gebouwen.

c. Wegen, bruggen, grenssteenen, schamppalen, kruisen, pompen, enz.

d. Burgerlijke openbare gebouwen.

e. Kerkelijke gebouwen.

f. Gebouwen van liefdadigheid en onderwijs.

g. Particuliere gebouwen.

h. Musea en Varia.

Aan de vermelding der monumenten zijn toegevoegd: eene opsomming hunner voornaamste onderdeelen, enkele historische gegevens, voor zoover die in voor de hand liggende literatuur werden gevonden en betrouwbaar geacht, en eene dateering, in den regel aangegeven door een eeuwcijfer, gevolgd door A of B ter aanduiding van de eerste of tweede helft eener eeuw, of door a, b, c of d, om een der vierendeelen van die eeuw aan te wijzen.

De plaatsaanduiding der onderdeelen van een gebouw geschiedt zooveel mogelijk door aanduiding der windstreek, waarop zij gelegen zijn, bij kerken echter steeds als waren zij zuiver geörienteerd. Wanneer Hervormde kerken oorspronkelijk zijn gebouwd voor den Katholieken eeredienst, is dit kenbaar gemaakt door de opgave van den

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(4)

beschermheilige, aan wien zij waren gewijd, of, indien deze niet bekend is, door de uitdrukking ‘thans Ned. Herv.’.

Bij het groote aantal romaansche torens, in tufsteen opgetrokken, dat in de provincie Gelderland is blijven staan, is een relatieve dagteekening der verschillende typen beproefd:

als XI B of ± 1100 zijn vermeld de ongelede torens met in hoofdzaak vlakke wanden;

als XII A die, welke aan een of meer geledingen een versiering van breede, door een rondboog gedekte spaarvelden vertoonen (bij de oudere met, bij de jongere zonder basementen en kapiteelen aan de scheidende lisenen);

als XII B en ± 1200 die, bij welke de lisenen verbonden zijn door een fries van kleine rondbogen.

Van de grafzerken zijn in het algemeen slechts de gebeeldhouwde vermeld.

Een chronologisch overzicht der voornaamste bouwwerken, een register van kunstenaars en ambachtslieden, ingedeeld volgens de vakken, en een topographisch register besluiten het boek.

Zooals de titel aanduidt, draagt dit werk een geheel voorloopig karakter. Voor op- en aanmerkingen houdt de Rijkscommissie zich daarom dringend aanbevolen.

De Rijkscommissie voornoemd, De Voorzitter: Dr. P.J.H. CUYPERS.

De Secretaris: Dr. JAN KALF.

(5)

Aalten.

Eenige scherven van praehistorisch vaatwerk, in deze gemeente gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Aalten.

De N ED . H ERV . K ERK (H. Helena), hersteld in 1844 en vervolgens in 1898-1903 onder leiding van Jos. Th. Cuypers, is een tufsteenen gebouw (XV), dat een kleinere romaansche kruiskerk vervangt. Het oostelijk deel (twee traveeën en choor) ouder dan het westelijk. Zij bestaat thans uit een schip met twee zijbeuken; een choor met

⅜-sluiting; een kapel, later in het verlengde van den noordbeuk gebouwd en door bogen in verbinding met dezen en met het choor; een sacristie ten Z. van het choor;

en eenen tufsteenen toren (XII). Kruisribgewelven, in het oostelijk deel op kopjes.

Dergelijk gewelf op muurzuiltjes in den toren. Beeldhouwwerk aan de sluitsteenen en het zuidportaal (± 1450). De kerk bezit:

Piscina, muurkastje en nisje (XV) in de sacristie.

Preekstoel (XVIII, geverfd).

Orgelkast (XVIII c).

Overblijfselen van gewelf- en muurschilderingen (XV).

Memoriebord (1844).

Twee zilveren bekers (1706), een (1717), een (1721).

Vier klokken: eene (1739), eene in 1768 gegoten door Christiaan en Rutger Voigt, eene (1786) en eene buiten den toren.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(6)

Twaalf steenen kruiswegstaties uit deze kerk bevinden zich in het Aartsbisschoppelijk museum te Utrecht.

Breedevoort.

De NED . HERV . KERK (H. Georgius), is een aan de west- en de zuidzijde bepleisterd baksteenen gebouw (1316, maar sindsdien meermalen vernieuwd), bestaande uit een schip met driezijdige choorsluiting; een noordelijken rechtgesloten aanbouw (XVI);

en eenen houten westtoren, boven welks ingang: 1869. Gestucadoord tongewelf, en over den aanbouw een halftongewelf. De kerk bezit:

Eiken preekstoel met koperen lezenaar (beide 1762).

Drie grafzerken (1777 en 1792 en XVIII).

Drie klokken, waarvan eene (1454), eene in 1644 gegoten door Johan van Trier, en eene in 1731 door Wilhem Fremy.

Uurwerk (1666, later gewijzigd).

In het portaal der R . K . KERK een ingemetselde zandsteen (XVI), waarop St. Joris met den draak, in omlijsting.

Prinsenstraat 85. S T . B ERNARDUSGESTICHT . In den gepleisterden gevel twee steenen:

1700 en 1764.

Markt 27. In den voorgevel een steen: 1613. Aan de achterzijde een baksteenen puntgevel met vlechtingen, twee waterlijsten, sporen van korfbogen, duivenslag.

Landstraat 8, hoek Ambtsluiswal. Gevel met ankers (1699), steentje (1699), en zonnewijzer (1699).

Prinsenstraat 90. Baksteenen gevel met tweedeelig venster. Doorrit met sluitsteen (1771). Ankers (1771).

Aan eenige huizen in de Landstraat ankers (XVIII).

Ambt-Doetinchem.

Het K ASTEEL S LANGENBURG , met zijn dienstgebouwen alom door water omgeven,

is een baksteenen gebouw (XV, grooten-

(7)

deels verbouwd XVII A), bestaande uit een middendeel, welks achtergevel door twee ronde hoektorens (waarvan een ten deele vernieuwd) geflankeerd wordt, en twee vooruitspringende vleugels. Schietgaten boven de gracht. Boven de kroonlijst in den voorgevel van het hoofdgebouw een klok (1696) met gesmeed ijzeren uurwerk (XVIII). In den achtermuur twee steenen met wapens (1612 en 1774). Onder het hoofdgebouw kruisrib-, alsmede tonen moderne troggewelven. Onder den rechtervleugel ton-, onder den linkervleugel ton- en kruisribgewelven. Inwendig:

gestucte zolderingen, waarin mythologische en allegorische schilderingen, rijk gesneden deuromlijstingen en schoorsteenbetimmeringen, en tal van wandschilderijen (nagenoeg alles XVII b/c, enkele XVIII d en XIX a). In de bovenhal een gesneden rouwbord met portret van J.E. von der Goltz (1702). Marmeren vaas (XVIb) in de gang.

Vóór het huis twee dienstgebouwen (XVII).

Het huis DE K ELDER heeft twee zijgevels (XV) met trappen, en duivengaten met uitvliegsteenen. Kruisgewelven (ten deele ingestort) over de kelders.

Ammerzoden.

Ammerzoden.

Op den Maasdijk aan de grens van Neder-Hemert een hardsteenen GRENSPAAL

(XVIII).

De thans NED . HERV . KERK heeft nog het baksteenen 5/10-gesloten choor (XV a), nu voor de godsdienstoefening gebruikt, en den toren (XV d, verhoogd XVI) met traptoren van de oude kerk over, terwijl van het voormalige driebeukige schip (XV d) met dwarspand, opgetrokken in baksteen met banden van tufsteen, alleen de muren met resten van traceeringen en met rijk behandelde steunbeeren, alsmede eenige zuilen met scheibogen overeind staan. Als bouwmeester wordt genoemd

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(8)

Willem van Ballestraten. In den toren een achtdeelig gewelf en overblijfselen van muurschilderingen (XVI). Nieuw gestucadoord gewelf over het choor. De kerk bezit:

Twee grafzerken (XVI b en 1711)

Twee zilveren bekers (geschonken 1746).

Klok, in 1547 gegoten door Engel Tolhuys.

De moderne R . K . KERK (H. Willebrordus), bezit een gedreven verguld zilveren miskelk (XVIIIa, Augsburgsche keur, meesterteeken van I.F. Bräuer).

In de pastorie een portret op paneel (XVI d) en een (XVII B) op doek.

Voorstraat A 92. Gevelsteen (1802).

Voorstraat A 39. Ankers (1835).

Het KASTEEL A MMERZODEN gesticht vóór-XIV, ± 1600 herbouwd na brand, ± 1905 aanmerkelijk gewijzigd en tot vrouwen-klooster ingericht, heeft vier zware ronde hoektorens, die grootendeels uit den tijd van het oude gebouw dagteekenen. Inwendig is het gebouw thans niet toegankelijk.

Wel.

De NED . HERV . KERK , in 1842 uitwendig gepleisterd, bestaat uit een schip (XV, het choor in 1842 gesloopt) met twee zijbeuken (XVI), met een noordelijke kapel en eenen ingebouwden westtoren (XI d), wiens benedendeel uit tufsteen opgetrokken is en een trap in de dikte van den muur bevat. Gestucadoorde zoldering (1842) over het schip. Kruisribgewelf in den toren. De kerk bezit:

Eiken preekstoel (XVII a) en koperen doopbekkenhouder (XVII a).

Twee zilveren bekers (1660 en 1661).

Klok, in 1546 gegoten door Jan Moer.

Uurwerk (XVII).

(9)

Het SLOT TE W EL of HUIS VAN M ALSEN is een door water omgeven baksteenen gebouw: vierkante toren (XV), met in 1885 toegevoegden vleugel. Twee uitgekraagde hoektorentjes aan de oostzijde van den toren. Voorburcht, thans boerderij.

Angerloo.

Angerloo.

De NED . HERV . KERK (H. Gallus) is een gebouw van tuf-, verhoogd in baksteen, bestaande uit een schip (XII) met noordkapel, waartegen later (XIII?) een zijbeuk gezet is; een 5/8-gesloten choor van tufsteen (XIV); en eenen baksteenen westtoren (vernieuwd 1766 blijkens opschrift). Houten tongewelf over het schip, ribloos kruisgewelf over de kapel, gestucadoorde kruiswelven over den beuk, kruisribgewelf over het choor. De kerk bezit:

Eiken preekstoel met snijwerk (1690).

Zandlooper met koperen houder (XVII).

Gesmeed ijzeren doopboog (1709).

Klok, in 1777 gegoten door Christian Voigt.

K ASTEEL B INGERDEN (XVIII). Familieportretten.

Bij de boerderij GROOT KELL een muurbrok van het vroegere KASTEEL K ELL .

Latum.

De NED . HERV . KERK (H. Maagd Maria) is een baksteenen gebouw, bestaande uit een schip (XV B) met driezijdige sluiting (XVII); en eenen toren (XVII, op vermoedelijk ouder onderbouw). In den noordwand van het schip een steen: 1691.

De toren heeft boven den ingang twee gedenksteenen (1495) en inwendig een steenen stergewelf op ribben. De kerk bezit:

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(10)

Koperen lezenaar (XVIII).

Dito doopbekken (1702).

Klok, in 1608 gegoten door Hendrik van Meurs.

Van het oude HUIS TE LATUM zijn nog over twee gebouwen: het eene XV, het andere XVI op ouder onderbouw, met gezwenkte toplijnen. Beide gerestaureerd 1916-1917 door W. Te Riele Gzn. Boven den ingang een wapen en: 1562. Inwendig:

kruisribgewelven in het onderhuis; houten balkenzolderingen met Gothische karbeelen.

In 1915 zijn de fundamenten van een poortgebouw en sporen der oude grachten gevonden.

Apeldoorn.

Een aantal voorhistorische voorwerpen, onder deze gemeente gevonden, bevindt zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Apeldoorn.

De H UNENSCHANS (± 7de eeuw, gebruikt tot in de 10e eeuw, opgegraven 1908) vertoont sporen van bewoning: a. ten tijde der Drentsche Hunebedden, b. in het klokbekertijdperk, c. in vroegen Saksischen tijd, d. van ± 700 tot ± 1000.

De NED . HERV . KERK , gebouwd ter plaatse eener in 1890 afgebrande, bezit:

Twee zilveren bekers (1738), en twee (1826).

Een groote en twee kleine zilveren schalen (1825).

Beekbergen.

De NED . HERV . KERK (H.H. Fabianus en Sebastianus), een

(11)

gebouw van bak- en tufsteen, gerestaureerd 1905, heeft een driebeukig schip, waarvan de vier westelijke traveeën in aanleg XIII en de twee overige traveeën XIV zijn, doch dat wegens welving (XV) inwendig gewijzigd is; een 5/8-gesloten choor (XV a); en eenen, beneden met tufsteen bekleeden toren van drie geledingen, waarvan de onderste geleding XIII a, de beide andere uit ± 1300. Kruisribgewelven over schip en beuken;

netgewelf over het choor. Resten van een ribloos kruisgewelf in den toren. De kerk bezit:

Drie koperen kronen met schildjes (1777).

Twee grafzerken (1626 en 1627).

Overblijfselen van een muurschildering (± 1400) en van een gewelfschildering (XVI) in het choor.

Twee bekers (1707).

Twee klokken, waarvan eene in 1616 gegoten door Hendrick Wegewart, en eene in 1739 door N. Muller.

Fragment van een romaansche doopvont op het kerkhof.

Twee gesneden houten paneelen (XVI) zijn in 1904 naar het museum Doorwerth overgebracht.

Loenen.

De NED . HERV . KERK , vernieuwd in 1861, heeft een baksteenen toren (XV), waarin een koepelgewelf, en waartegen een traptoren met schroefgewelf. Zij bevat:

Drie koperen kronen (XVIII d).

Grafzerk (XVII).

Twee klokken, waarvan eene in 1630 gegoten door Peter van Trier, Johan Philipsen en Willem Evers, en eene in 1651 door Johan, Peter en Henrick van Trier.

De R . K . KERK (H. Antonius Abt) bezit:

Verguld zilveren kelk (1620).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(12)

Een paar zilveren ampullen met blad (XVIII d).

Kazuifel van geciseleerd fluweel met geborduurden rand (XVI b).

Het HUIS TER H ORST (1557, verbouwd o.a. in 1791-'92 en van neo-klassieken voorgevel voorzien) heeft zij- en achtergevels (XVI c, later hersteld en vernieuwd) en bevat kamers met balkenzolderingen en een gebeeldhouwde zandsteenen schouw (1557). In de muren der bijgebouwen fragmenten van schoorsteenen (XVI)

ingemetseld.

Het Loo.

Het O UDE L OO (XIV-XV, verbouwd XVIb, gewijzigd XVII d en 1817, gerestaureerd sinds 1904 onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) is een gebouw van baksteen met spaarzaam gebruik van bergsteen. Het bestaat uit een door twee, beneden ronde en boven achtkante, torens geflankeerd oostelijk voorgebouw, waarin een met een tongewelf overdekte doorgang (XVI) naar het binnenplein, en tegen welks achterkant twee vleugels (XVIb) aangebouwd zijn, van welke de zuidelijke de verbinding vormt met een, oorspronkelijk vrijstaanden, vierkanten toren (XVa) op den zuidwesthoek.

In den noordoostelijken hoek van het binnenplein een achthoekige traptoren (XV)

met een als schroefgang gemetselde wenteltrap. Vierkante traptoren (1916) tegen

den zuidwestelijken toren. De verdieping van het voorgebouw en van de flankeerende

torens uitgekraagd op spitsboogjes. Boven den ingang in den zuidvleugel een steen

met wapenschilden en: 1538. De in 1807 gedempte grachten zijn in 1904 weer

uitgegraven. Inwendig: over het onderhuis van den zuidvleugel gewelven met breede

platte ribben op achtkante pijlers. In den zuidwestelijken toren een laat-Gothische

schouw met wapens en monogrammen.

(13)

Hiernaast vertrekken met gebrandschilderde ruiten (XVIIA), balkenzolderingen (XVI) en overblijfselen van muurschilderingen (XVII). In den zuidoostelijken hoektoren twee riblooze straalgewelven. In het vertrek hiernaast een schouw (XVIa).

In den noordoostelijken hoektoren een ribgewelf op koppen, en hierboven een netgewelf. In de vertrekken ten W. hiervan laat-Gothische schouwen met wapenschilden.

Het Koninklijk Paleis H ET L OO , gebouwd XVIId (onder de kroonlijst van het hoofdgebouw: 1686) door den architect Jacob Romans naar plannen, althans wat het decoratieve betreft, van Daniël Marot, en herhaaldelijk verbouwd, het laatst van 1911-1914 onder leiding van den Rijksbouwmeester C.H. Peters), is een geheel gewit gebouw, bestaande uit een hoofdpartij met twee ongeveer vierkante hoekpaviljoenen (alles verhoogd 1911-1914) waartegen wederom aan elken kant een paviljoen en een zijvleugel (geheel verbouwd, vooral de oostelijke) aangebouwd zijn. De gevels van den ouden bouw hebben alle een indeeling door pilasters. Vóór het hek twee zandsteenen vazen, Lodewijk XIV, afkomstig uit Loenen. Op het achterbordes twee marmeren vazen naar ontwerp van Marot.

Inwendig: groote trap met gesneden leuning (1693, door Marot, het decoratieve schilderwerk hersteld en grootendeels vernieuwd door W.A. Fabri); audientiezaal naar ontwerp van Marot, met heroïsche landschappen door Joh. Glauber en Gerard de Lairesse, en met haardplaat (XVIId); kleine eetzaal met plafond door Marot, nis met twee allegorische figuren in stucwerk en marmeren schoorsteen met

krijgsattributen. Verschillende vertrekken in het oude deel hebben gesneden deuromlijstingen.

In de rookkamer: portretten van Peter den Groote, Hendrik Casimir I (door W. de Geest), Hendrik Casimir II (twee borstbeelden, een ten voeten uit), koning-stadhouder Willem III in

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(14)

statiegewaad der orde van den Kouseband, Frederik Hendrik te paard met een beleg op den achtergrond (door H. Paex). Schilderij van de rijschool van Willem V te Nijmegen.

In den salon naast de rookkamer: portretten van de prinsen Philips Willem en Frederik Hendrik, vorst Frederik Wilhelm van Nassau-Weilburg en prins August Wilhelm van Pruisen. Verder: twee polychrome Delftsche platen (XVIIIa), zeven Italiaansche Fayence-schotels, een schoteltje in den trant van Palissy, eenig Chineesch porselein.

In de kamer naast de kleine eetzaal: portretten van Willem IV (door Aved), Willem V, en van koning Willem I en prins George Frederik tezamen (door J.F.A. Tischbein.) In de antichambre van de kleine eetzaal: een wandtapijt (XVIId) en portretten van Willem III en zijn gemalin Maria Stuart in statiegewaad (afkomstig van het huis te Meteren). Profiel-portret van René van Chalons (1542). Schilderijen: vertrek van koning Karel II naar Engeland uit Scheveningen (door H. de Meyer), Willem III op jacht (door A.C. Beeldemaker).

In den ouden theesalon: ebbenhouten kast (XVIIb) met geschilderde paneelen (door Fr. Francken) en zilverbeslag, en met goudborduursel op de laden; tafel, spiegel en twee guéridons, met zilver belegd (afkomstig uit het huis Honselaarsdijk); twee tafelklokken (XVIId); koperen bolkroon (XVII). Portretten van prins Maurits, Frederik Hendrik en Amalia van Solms. Schilderijen: Frederik Hendrik bij het beleg van Breda (door A. Cuyp), gezicht op Dordrecht (door J. van Goyen), Willem III op de

hertenjacht (door D. Maes).

In het Groothertoginnekwartier: ebbenhouten buffet, ingelegd met ivoor en parelmoer, dito schaaktafel (XVIIA), tafelkleed (XVIIb), schrijftafelgarnituur Empire.

In den groenen salon: ingelegde tafel (XVIIB), Italiaansche

(15)

spiegel (XVIIIc). Portretten van Willem III en Maria II Stuart in statiegewaad, van Maria II Stuart zittende (door Casp. Netscher), van Sophie Hedwig van Nassau-Dietz (door W. de Geest).

In de antichambre naast de groote eetzaal: z.g. ‘kast van Tromp’ met schildpad opgelegd (XVIIc) en met schilderingen achter glas. Portretten van Willem Ven zijne gemalin (Engelsche school), Willem II als kroonprins, hertog Bernhard van Weimar (door J.W. Pieneman), Willem II te paard (door J.B. van der Hulst), George Frederik van Nassau-Oranje (pastel), Karel Willem Ferdinand van Brunswijk, groep der drie kinderen van Willem V (door J.F.A. Tischbein). Schilderij: verwelkoming van Willem I ten huize van graaf van Limburg Stirum. Naast de groote eetzaal een eikenhouten trap met gesneden leuning (XVIId)

In het Pruisische kwartier: geschilderd plafond, twee Vlaamsche wandtapijten (XVII, gerestaureerd, afkomstig uit een huis naast het Paleis te 's-Gravenhage).

Portretten van George Frederik van Nassau-Oranje, prins Frederik der Nederlanden en Willem Bentinck, eersten graaf van Portland.

Op een zolder: portretten van Hendrik Casimir II met gemalin en vier kinderen (door Const. Netscher?), prinses Frederica Louise Wilhelmina (door J.F.A. Tischbein), Amalia van Solms in weduwegewaad, Maria II Stuart, Maria Louise van Nassau-Dietz, Willem IV (door B. Accama), Johann Georg II van Anhalt (door G. Honthorst), Jan van Nassau-Siegen met gemalin en vier kinderen (oude copie in dekverf naar den grooten Anton van Dijck te Panshanger), kop van prins Willem I met mutsje.

Verder worden in het Paleis bewaard: gegraveerde zilveren lepel (1689), aan Willem III aangeboden door de schutters van Amsterdam, kleine agaten coupe met zilverbeslag (XVI), gedreven zilveren ananasbokaal (XVII a, meesterteeken van Georg Koler te Neurenburg), mes en vork in leeren foedraal (: 1750).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(16)

De P ALEISKAPEL , in het oostelijk paviljoen, heeft een stucplafond, heerengestoelte met betimmering, preekstoel, orgelbalustrade met het wapen van den

Koning-Stadhouder Willem III (alles XVIId), orgel en twee deuromlijstingen (XVIIId), een aantal stoelen (XIXa).

Eenige der particuliere vertrekken van H.M. de Koningin en Z.K.H. den Prins der Nederlanden zijn in dezen inventaris niet beschreven.

Van den tuinaanleg in den trant van Lenôtre, in 1795 vernield, zijn nog eenige waterwerken, twee marmeren vazen, en eenige fragmenten van beelden (XVII B) over.

Appeltern.

Alfen.

D E NED . HERV . KERK bezit een preekstoel met drie gesneden eiken paneelen (XVI d), afkomstig uit de R.K. Kerk.

De R . K . KERK (vroeger H. Petrus, thans H. Lambertus), het eerst vermeld in 1250, oorspronkelijk een kruiskerk, bestaat thans slechts uit een geheel gepleisterd schip (vóór-XI?) met een drie-zijdig gesloten choor (XV) en met een langs den toren doorgetrokken noordbeuk (XV); en eenen tufsteenen toren (beneden vóór-XI, herbouwd en verhoogd XII), zonder westingang. Piscina in de choorsluiting.

Gestucadoorde zoldering over schip en beuk. Overblijfselen van een steenen koepelgewelf en van een nog vroeger tongewelf in den toren, welks onderbouw oorspronkelijk aan de oostzijde met een grooten rondboog geopend was, als te Dreumel. De kerk bezit:

Eiken preekstoel (XVIII c).

Klok, in 1644 gegoten door Jan van Trier.

(17)

Altforst.

D E NED . HERV . KERK (H. Bartholomeus) heeft van de oude driebeukige parochiekerk slechts het geheel gepleisterde, driezijdig gesloten choor (XV) over. Vlakke

gestucadoorde zoldering. Zij bezit:

Eiken preekstoel (XVII b), in welks voet een fragment van een doopvont.

Grafzerk (1542).

De R . K . KERK (H. Donatus), gebouwd in 1891, bezit:

Eiken communiebank (XVI), afkomstig uit de kerk te Megen.

Koperen lavabo (XV).

Kazuifel (± 1500, gerestaureerd) en twee dalmatieken met ‘Kölnische Borten’

(XV).

Bij de pastorie een grafzerk (1636).

Klok (z.j.) gegoten door Petit en Fritsen.

Appeltern.

De NED . HERV . KERK (H. Servatius, een parochiekerk reeds 1250 vermeld) heeft een modern schip (1858); een 3/8-gesloten, geheel gepleisterd choor (XV); en eenen tufsteenen toren (beneden XI), die oorspronkelijk geen westingang had, aan zijn oostwand twee moeten van lager gelegen schip-daken vertoont en overblijfsels van een baksteenen koepelgewelf bevat. Ingang (1840). De kerk bezit:

Eiken preekstoel (XVII b, geverfd).

Koperen predikantslezenaar (1765) op arm (XVII).

Koperen voorzangerslezenaar en doopbekkenhouder (beide 1793 door C. en P.

Bayens.)

Koperen blaker (1805).

Klok, in 1658 gegoten door J.P. en H. van Trier.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(18)

Van het HUIS TE A PPELTERN (vernieuwd 1686) zijn slechts het (gepleisterde) waschhuis en de bouwhuizen (XVII) over, waarin de wapens der eigenaars uit 1686 en 1786.

Maasbommel.

De NED . HERV . KERK (1842) bezit:

Eiken preekstoel (XVII) met snijwerk.

Kabinetorgel (1780, door Strumpfel).

Twee koperen lezenaars (XVII).

Koperen kroon (XVII).

Arnhem.

a. Voorhistorische enz. voorwerpen,

alhier gevonden, bevinden zich in het gemeentelijk museum en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden

b. Verdedigingswerken.

Overblijfselen der oude STADSWALLEN in de Langestraat, o.a. in Nr. 309 een fragment van een ronden VESTINGTOREN . In den tuin achter het huis Eusebius-Binnensingel 16 een fragment van een WALPOORTJE .

S ABELPOORT , genoemd 1357, vernieuwd 1440, daarna gebruikt voor de opsluiting

van krankzinnigen, de bewaring van geschut en als ‘tolkamer’ der Geldersche

Rekenkamer, in 1625 verwijd, in 1647 verbouwd door Arien Verhoeff, ± 1910

uitwendig gerestaureerd. Vierkant baksteenen gebouw, aan de buitenzijde geflankeerd

door torens met vernieuwde kanteelen, aan de stadszijde voorzien van een klassieke

poortomlijsting met

(19)

een opschrift en: 1647, in de kroonlijst het stadswapen. In den doorgang een sleuf voor een valhek en, aan de stadszijde, een ribloos kruisgewelf. Daarboven een vertrek, toegang gevend tot de met koepelgewelven overdekte torenkamers.

c. Wegen, bruggen enz.

Bij de Schipbrug een KLOK , in 1755 gegoten door Joan Nicolaus Derck.

d. Burgerlijke openbare gebouwen.

1.G OUVERNEMENTSGEBOUW (1803-1818, ter plaatse van het in 1310 gestichte, XVII vernieuwde en in 1802 gesloopte S TADHOUDERS - of P RINSENHOF , waarvan een houten model in het Stedelijk Museum). In de voorzaal en in de Statenzaal plafonds uit den tijd van den bouw. In de laatste schutterijvlaggen (1830).

Een deel van het oudere gebouw, bij het huis Markt 6 aangetrokken, bevat een trap met gesneden leuning, een zaal met stuc-plafond, betimmering, damastbehangsel en marmeren schoorsteen, en een kamer met stuc-plafond en schoorsteen (alles XVIII c).

2.A MBTSWONING VAN DEN C OMMISSARIS DER K ONINGIN . Baksteenen gevel (XVII b, gewijzigd XVIII) met hardsteenen plint, pilasters en kroonlijst. Ter plaatse van den ouden (vóór 1830) ingang een balkon met omlijsting, waarboven een nis met krijgstropheeën. Inwendig: gebeeldhouwde eiken trapleuning; trappenhuis met stucwerk; zaal met stuczoldering, marmeren schoorsteen, betimmering en geschilderd behang; eetkamer (voorheen gang) met betimmering, stuczoldering en vier

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(20)

grisailles; tuinkamer met stuczoldering, alles Lodewijk XV. In de achterliggende bijgebouwen steenen: 1706 en 1707.

3.Het R AADHUIS aan de Markt, is het 1539-1546 door Maarten van Rossum gestichte z.g. DUIVELSHUIS , doch aanmerkelijk gewijzigd in 1830, en gerestaureerd en vernieuwd in 1898 en volgende jaren. Van den ouden bouw zijn, met het muurwerk, slechts over: de ingang, geflankeerd door saters als draagfiguren onder het zuidelijke uitstek; de koppen (opgehakt) boven de vensters; en een poortje met gothische omlijsting en renaissance-fries, voorloopig ingemetseld in een muur achter het Raadhuis. In den doorgang, die zich onder het uitstek opent, een kruisgewelf met gebeeldhouwde sluitsteentjes.

4.Het PALEIS VAN JUSTITIE , gebouwd in 1838 door A. Aytinck van Falkenstein, bevat, in het parket van den Officier van Justitie, een gesneden eiken kast (XVII c).

5.De WAAG (1761), wier verdieping als Museum van Oudheden dienst doet, is een baksteenen hoekgebouw met hardsteenen plint, hoekpilasters, en omlijstingen. Balcon met ijzeren smeedwerk, rustend op kolommen. Frontons op de beide gevels.

6.Het C ENTRAAL - GEBOUW aan de Bakkerstraat, na 1698 STADSWAAG en TURFHUIS ; 1791-1865 schouwburg, thans verkooplokaal, heeft nog de zijmuren en steunbeeren (XV) der kerk, behoorend bij het in 1636 verlaten S T . C ATHARINA - GASTHUIS (zie f.3).

7.Koninklijk Koloniaal Militair Invalidenhuis B RONBEEK (1847). Verzameling van

wapens en vlaggen.

(21)

8.O PENBARE BIBLIOTHEEK . Baksteenen gevel (XVIII c) met houten omlijsting van de deurtravee. Boven de deur een alliantie-wapen (XVIII d).

e. Kerkelijke gebouwen.

1. De NED . HERV . GROOTE of S T . E USEBIUSKERK , sinds 1452 gebouwd ten Z. van de toenmalige St. Maartenskerk, na brand in 1633 ten deele hersteld, sinds 1894 gerestaureerd onder leiding van de architecten C.B. Posthumus Meyjes (inwendig), J.W. Boerbooms, en Jos. Th. Cuypers (uitwendig) en door H. Portheine, is een grootendeels van natuursteen opgetrokken kruiskerk, bestaande uit een schip (voltooid 1470) met twee zijbeuken, beide ± 1503 verlengd met een kapel naast den toren; een dwarspand (1529); een naar het N. afwijkend 3/8-gesloten, en door een omgang omgeven choor (1536, overwelfd 1570, het gewelf ingestort 1633, toen vervangen door een houten, en in 1783 door een gestucadoorde zoldering, doch hernieuwd 1902); en eenen westtoren (beneden 1470, verhoogd 1550 en 1650, meermalen door brand beschadigd, belangrijk hersteld in 1900). Aanbouwen: tegen den zuidwand van het schip de S T . E USEBIUS - KAPEL (± 1470, in 1783 een zoldering ingelegd); ten O. van den zuid-arm de sacristie (1528) met erboven gelegen, langs een traptoren bereikbare gerfkamer, en met latere oostelijke uitbreiding. Zuidportaal (± 1529) met laat-gothisch beeldhouwwerk en deur (XVII) Noordportaal (1783), waarboven een aanzet van de vroegere welving. Portiek (± 1500) in den westmuur van den noordarm.

Venstertraceeringen en luchtbogen vernieuwd, ook de balustrade langs het dak, onder welke een spitsboogfries loopt, op ten deele oude koppen. Inwendig: triforium (met vernieuwde balustrade), doorloopend langs de muren en de groote lichtramen van het dwars-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(22)

pand Spitsboogfriezen op gebeeldhouwde koppen onderlangs het triforium en de waterlijst.

De ‘ RAADSKAPEL ’ ten Z. van den toren is in 1855 door een ingelegden vloer in twee verdiepingen gedeeld: een bergplaats en een consistoriekamer, in welke laatste draagsteenen met dier-voorstellingen. Netgewelven over schip, beuken, choor en omgang, sacristie en de kapellen naast den toren. Stergewelven over dwarspand, St.

Eusebiuskapel en zuidportaal. Kruisribgewelf over de gerfkamer. Jaartallen tegen enkele gordelbogen geschilderd: in den noorddwarsarm 1526, tegen den triomfboog 1529, aan de westzijde van de kruising 1694, in den choor-omgang aan de zuidzijde 1528, aan de noordzijde 1536. Tegen den zuidwestpijler overblijfselen van een altaar.

De oorspronkelijk vrijstaande toren heeft vier geledingen, de twee onderste vierkant en ten deele van tufsteen, de derde (open) achtkantig met: 1651 in het fries onder de balustrade; de vierde achtkantig met het stadswapen aan vier zijden. Leien spits met open koepel. Inwendig een kruisribgewelf. De kerk bezit:

Eiken preekstoel (± 1660, trap nieuw) met koperen lezenaar (XVII c).

Orgel (1770 door Johan Michael en Johannes Wagner te Schmiedefeld, hersteld 1908).

Houten beeld (XVI b, hersteld 1903) van Karel van Gelre in harnas, onder overhuiving (XVII B).

Marmeren graftombe (XVI b) van Karel van Gelre († 1538) boven zijn grafkelder, waarin o.a. een zilveren kistje met hart. De tombe vertoont sporen van polychromie.

Zes nieuwvergulde zandsteenen leeuwen (XVI).

Tusschen den tweeden en den derden pijler van den chooromgang aan de noordzijde een geschilderd grafschrift (XVI d).

Gebeeldhouwde epitafen van Joost Sasbout (1546) en van Martinus Goris (1632).

(23)

Grafmonument van George Ripperda (1696).

Talrijke grafzerken (1541, 1543, 1553, 1561, enz. enz.)

Gothische gedenksteentjes in den chooromgang aan de noordzijde.

Fragment van een glasschildering (XVI b). Drie andere fragmenten (XIV) bevinden zich ten huize B ABBERICH onder Zevenaar.

Gewelfschildering (1515-1550, gerestaureerd ± 1890 door Ellens) in de zijbeuken.

Overblijfselen van een muurschildering tegen den oostwand van den chooromgang en in de St.-Eusebiuskapel; tapijtschilderingen op twee kruispijlers.

Twaalf gildeborden (XVII en XVIII); vier gildetafels (1766). Tekstbord (1706).

Koperen kroontje (XVII b), afkomstig uit de Gasthuiskerk; verschillende schildjes (XVII c) van oude kronen.

Acht zilveren bekers; een groote en drie kleine zilveren schalen (alles XVIII c).

Drie klokken, waarvan eene in 1477 gegoten door Gobelinus Moer, eene in 1477 door Gherardus de Wou en eene in 1539 door Wil. Tolhuis; klokkenspel van 44 klokken, waarvan 25 in 1652 door F. Hemony te Zutfen, 7 door F. en P. Hemony, 9 in 1734 door I.B. Le Vache gegoten, en 2 zonder opschrift.

Uurwerk (1650, door J. Spraeckel te Zutfen, hersteld 1835).

Plattegrond der kerk (1740 door H. Schreven, wapens in 1757 door Wilh. ten Haegh).

Ontwerp voor het orgel (1770).

Deur (XVII) in het zuidportaal.

Twee beschilderde kisten (XVII).

2. De NED . HERV . KOEPELKERK (1837 door A. Aytinck van Falkenstein, inwendig vertimmerd in 1902) bezit een orgel (1841).

3. De voormalige LUTHERSCHE KERK (XVII) aan de Koren-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(24)

markt, in 1701 verbouwd, in 1898 gerestaureerd en tot graanpakhuis ingericht, heeft opgaande Ionische pilasters, houten kroonlijst en fronton, gedichte boogramen. Boven de deur een zwaan in eene versiering, Lodewijk XIV.

4. De WAALSCHE KERK bestaat uit het 3/8-gesloten, thans uitwendig bepleisterde choor (XV c) der kerk van het voormalig St. Agnietenklooster (zie e 9).

5. De R . K . ST . WALBURGSKERK , oorspronkelijk een, vermoedelijk eenbeukige, kruiskerk (XIV b) met rechte choorsluiting, 1391-1422 van zijbeuken voorzien, in 1499 en 1553 met kapellen verrijkt, XVII a tot arsenaal en militaire gevangenis ingericht, 1808 herwijd, 1853 belangrijk verbouwd en uitgebreid door Th.

Molkenboer, bij welke gelegenheid het noordwestelijk deel instortte, bestaat thans uit een driebeukig schip met een in 1853 aangebouwd 5/8-gesloten choor; een dwarspand; vier kapellen (± 1886 gerestaureerd onder leiding van Dr. P.J.H. Cuypers) tegen den zuidwand van schip en dwarspand, en twee westtorens (de noordelijke in 1365 begonnen, in 1854 ingestort en daarna herbouwd). Tegen den westgevel een vierkante traptoren. De vensters in den noordgevel in 1886 heropend. Kruisgewelven in twee, kruisribgewelven in de twee andere kapellen, overigens gestucadoorde gewelven. De kerk bezit:

Negen grafzerken (1495/1543, 1498, 1532, 1553, 1561, 1563, 1566, 1566, 1569).

Twee paneelen (XVI a) van een drieluik: Aanbidding der herders en Besnijdenis.

Zilveren pax (XVI a).

Zilveren crucifix (voet XVI, bovendeel XVIII).

Twee klokken, eene (1477) en eene in 1481 door Gherardus de Wou gegoten,

beide afkomstig uit de in 1818 afgebroken St. Janskerk.

(25)

6. De R . K . KERK van den H. Eusebius (1864) bezit:

Schilderij (XVI a): Kruisiging.

Zilveren reliekhouder: borstbeeld (XV) van den H. Eusebius op voetstuk van 1669.

Zilveren godslamp (1687).

Zilveren wierookvat (bovendeel gegoten XV A, kuip gedreven XVI A.)

7. De R . K . KERK van den H. Martinus (1875) bezit een gepolychromeerd beeld (XVI a) van Maria met het Kind.

8. Van de in 1858 gesloopte ST . NICOLAASKERK (XV) bevinden zich twee ijzeren kruisen in het Stedelijk Museum.

9. Het S T . A GNIETENKLOOSTER (1404), in 1636 tot Gasthuis ingericht (zie f 3), is in 1860 gesloopt.

10. O P M ARIENDAAL , ter plaatse der voormalige abdij M ARIENBORN , bevinden zich fragmenten van grafzerken (XV d).

f. Gebouwen van liefdadigheid.

1. Het BURGERWEESHUIS (opgericht 1583) heeft een baksteenen gevel (XVIII c), houten geprofileerde kroonlijst op dragers, gesneden houten omlijstingen in de deurtravee. Gebeeldhouwde voordeur, Lodewijk XV. Inwendig (XVIII c):

gebeeldhouwde gangdeuren en trapleuning, trappenhuis met stuczoldering. In de voorkamer rechts een houten schoorsteen met schilderstuk in gesneden omlijsting. In de regentenkamer een marmeren schoorsteen met spiegel en schildering in omlijsting, stuczoldering, geschilderd behangsel. Stoel (XVII b).

Gesneden omlijsting (XVII) om een bord met namen. Voorstelling van

weeskinderen in costuum (XVII b). Op de linnenkamer drie eiken kasten (XVII).

2. Het R . K . BESTEDELINGENHUIS ‘I NSULA D EI ’ is een bak-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(26)

steenen gebouw (XVIII a) met twee zijvleugels (± 1863). Houten kroonlijst op zware consoles. Gesneden deur- en raamomlijsting. Siervazen op dak en ingangshek.

3. Uit het voormalige S T . C ATHARINAGASTHUIS , het eerst vermeld in 1246, XIV a aan de Bakkerstraat (zie d 6), in 1636 in het St. Agnietenklooster (zie e 9) gevestigd, bevinden zich in het Stedelijk Museum: twee altaarstukken (XV d), fragment van een glasschildering (XV), steenen antependium (vier fragmenten XVI b), houtsnijwerk van een schoorsteenmantel (1655), plank (XVI d) met de namen vang asthuismeesters, uithangbord en twee steenen beelden (XVII): oude man en vrouw.

4. ST . PETERSGASTHUIS , zie g. 1.

g. Particuliere gebouwen.

A. Gothiek.

Rijnstraat 71. Voormalig S T . P ETERSGASTHUIS , gesticht 1401 in een gebouw ‘ DE M UNTE ’ geheeten, gewijzigd 1850 en ± 1900.

1.

Boven de moderne winkelpui een gothische baksteengevel met twee uitgekraagde hoektorentjes, waaronder gebeeldhouwde

draagfiguurtjes. De gevel is bekleed met steenen, afkomstig van het kasteel E NGHUIZEN bij Hummeloo. Tegen den zijgevel een vierkante traptoren met gemetselde wenteltrap. De achtergevel heeft trappen.

Inwendig: balkenzoldering op ten deele nog oude zandsteenen draagstukken. Eiken kap. Klok (XV?).

B. Renaissance.

Koningstraat 37. Achter het stadhuis een fragment van een achtergevel (XVI A), waarin drie smalle vensters met gebogen middendorpel. Zijgevel met trappen.

2.

3. Langstraat (achterzijde van Oeverstraat 74). Gepleisterde trapgevel

met bergsteenen afdekkingen en waterlijst (XVI d).

(27)

In den zijgevel gedichte vensters met overblijfselen van een kruiskozijn en ontlastingsbogen. Poortje (XVI d). Inwendig: oude balkenzoldering.

4. Kerkstraat 19. Trapgevel (XVI d), ten deele gepleisterd. Ankers.

Hier naast een klassiek poortje met cartouche (± 1650). Hierachter een langwerpig gebouw (XVI c) met trapgevels aan de smalle zijden, waarin gedichte vensters en waterlijst.

5-7. Bakkerstraat 4 en 5, Pastoorstraat 18. Overblijfselen van zijgevels met trappen (XVI-XVII).

8. Rijnstraat 41. Gevel (XVII a, gerestaureerd 1913) met zandsteenen versieringen en gezwenkte toplijnen. Pui modern.

9. Turfstraat 3. Trapgevel (XVII b, bovendeel afgebroken) met ontlastingsbogen en zandsteenen banden. Sluitsteenen met engelkopjes. Ankers.

10. Oeverstraat 76. Gevel met opgaande pilasters, gebogen fronton, zandsteenversieringen, ook om drie ovale venstertjes. Twee steenen (linten): 1675.

11. Groote Markt 23. Trapgevel (XVII c). Ontlastingsbogen met kopjes.

Voluten tegen de trappen. Hijschbalk. Ankers. Pui modern.

12. Bakkerstraat 57-59. Gewijzigde gevel (XVII) met korfbogen en banden. Kroonlijst, Lodewijk XV. Pui modern.

13. Bakkerstraat 31. Fragment van een gevel (XVIIb) met pilasters tegen een verdieping en met zandsteenen banden. Korfbogen met gebeeldhouwde sluitsteenen. Deuromlijsting (XVIII d).

C. Lodewijkstijlen.

Bakkerstraat 56 (voorheen ‘ DIE OLDE MUNTE ’, waarvan aan den zijgevel overblijfselen van trappen.) Gevel Lodewijk XIV, met 14.

versierde midden-travee, waarin een alliantiewapen boven de deur.

Kroonlijst op consoles. Deur, Lodewijk XIV. Inwendig (alles,

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(28)

Lodewijk XIV): gang met stuczoldering, eiken trap met gesneden leuning. Trappenhuis met lantaarn. In de voorkamer een

stuczoldering met mythologische schildering (1730 door A. Elliger), betimmering, schoorsteen met spiegelomlijsting, dessus-de-porte.

In de achterkamer een stuczoldering, vroeg Lodewijk XV. In de achterkamer aan de andere zijde een stuczoldering, vergulde spiegelomlijsting en schoorsteenstuk.

15. Bakkerstraat 25. Gevel met kroonlijst, Lodewijk XIV, waarin een venster met gesneden omlijsting. Pui modern.

16. Onderlangs 6-8. Gepleisterde huizen met topgevels, op een waarvan:

1778.

17. Bakkerstraat 24. Tuitgevel, Lodewijk XV, met klauwstukken en topversiering.

18. Groote Markt 6. Zie d 1.

19. Walburgsplein 10. Gevel (XVIII c). Versierde middentravee, Lodewijk XV. In de deuromlijsting een wapen. Inwendig: gang met stucwerk. Gesneden trapleuning. In de rechtervoorkamer

betimmering, schilderingen op plafond en behangsel, en schoorsteenstuk. In de linkervoorkamer stuczoldering, schoorsteenstuk en spiegelomlijsting.

20. Bakkerstraat 19. Gevel (XVIII d) met opgaande hardsteenen pilasters. IJzeren raamhekken, Lodewijk XV.

21. Groote Markt 7. Gepleisterde gevel (XVIII d) met houten kroonlijst en fronton, waaronder een alliantiewapen.

Op de Sonsbeek-weide een BOERDERIJ (XVIII) met watermolen. In het park S ONSBEEK

zijn in 1914 grondslagen van een kasteel ( GULDEN S PIJKER ? 1524) gevonden.

Details.

Drieharingenplaats C 64. Zeven koppen en maskers. Gevelsteen (XVI d).

(29)

Langstraat 89 en 138. Deuren, Lodewijk XIV.

Koningstraat 34 en 36. Houten kroonlijsten, Lodewijk XIV.

Gevelsteen.

Janslangstraat 1-2 (1665).

Ankers.

Turfstraat 5 (XVI), St. Jansstraat 11a (1608), Varkenstraat 24.

In het villapark H ULKESTEIN gemetselde hekposten met vazen en opschrift, en een gesmeed ijzeren hek (XVIII c).

Het kasteel Z YPENDAL (1743, doch geheel gemoderniseerd) heeft in den achtergevel een steen: 1651.

Bij M ONNIKENHUIZEN zijn in 1890 gebeeldhouwde grafzerken en fragmenten daarvan (XV d en XVI) gevonden.

h. Musea en particuliere verzamelingen.

1. M USEUM VAM O UDHEDEN (zie d 5). Schilderijen en afbeeldingen van oude gebouwen, portretten (o.a. van Karel van Gelre), bodestaven (XVII en XVIII), gildebekers (XVII en XVIII), munten, Arnhemsch aardewerk, zandsteenen relief (XVI a, afkomstig uit Zeddam) enz.

Zie ook f 3.

2. N EDERLANDSCH OPENLUCHTMUSEUM . Boerenwoningen. Fragmenten van landelijke bouwkunst. Voorwerpen van folkloristisch belang enz.

3. V ERZAMELING -Mr. W.F.K. BARON VAN V ERSCHUER . Chineesch porselein en Delftsch aardewerk.

4. V ERZAMELING -F. BARON VAN V ERSCHUER . Munten.

5. V ERZAMELING -Mr. W.E.J. BARON VAN B ALVEREN . Familie-portretten (XVI), afkomstig uit het huis te Echteld, Uurwerken.

6. V ERZAMELING -M R . E.P.A.M. S CHEIDIUS . Schilderijen

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(30)

en familieportretten, o.a. van de familie van der Graeff uit Dordrecht.

7. V ERZAMELING -G.H. B RAAMS . Schilderijen en portretten, o.a. een door Frans Hals.

8. V ERZAMELING - VAN G ROTENHUIS . Familieportretten, o.a. van het geslacht Lyauckama, door W. de Geest.

9. V ERZAMELING -A. M OS . Oude schilderijen en teekeningen.

10. V ERZAMELING - VAN DER T OORN . Praehistorische en Romeinsche oudheden enz.

Balgooi en Keent.

Balgooi.

Van de R . K . KERK (H. Johannes de Dooper) is nog slechts over de toren (XIV, spits hersteld 1799), die in zijn gepleisterden voet tufsteen bevat, doch overigens geheel van baksteen is. Tegen den oostwand sporen van later verhoogd schipdak. Leliekruis.

Inwendig: kruisgewelf. Twee klokken, eene gegoten door Petit en Fritsen, eene zonder opschrift.

Vóór het zeer bouwvallige KASTEEL B ALGOOI (XVIII A) bevindt zich een gesmeed ijzeren hek uit den tijd van den bouw.

Bij het kasteel een, eveneens bouwvallige, topgevel (XVIII).

Keent.

Aan den straatweg bouwval der S T . A NTHONIUS - KAPEL , vermeld XV, thans in particulier bezit: muurwerk van drie traveeën en 5/8-sluiting.

Barneveld.

Scherven van klokbekers en van laat Saksisch aardewerk in deze gemeente gevonden,

zijn in het RAADHUIS te Barneveld en in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

(31)

Barneveld.

Het RAADHUIS bevat verder:

Fragment van steenen waterbekken (XIV) en verguld koperen Christusbeeldje (XIII), afkomstig uit de oude kerk te Garderen.

Draagsteenen en sluitsteen (XIV), afkomstig uit de oude kerk te Voorthuizen.

Steenen console (XVI a).

Koperen kaarsenstandaard (XVII d).

Copie der Mariakroon, eertijds in de Ned. Herv. Kerk.

Fragmenten van gebrande ruiten (XVI d-XVII A).

Geëtste drinkglazen (XVIII).

De NED . HERV . KERK (H. Odulphus) is een baksteenen hallenkerk (XV c), ontstaan door vergrooting eener kruiskerk (XIV), geteisterd o.a. in 1421, 1482, 1517, hersteld in 1645 en 1860-1862. Zij heeft een 5/8-gesloten choor, smaller dan het middenschip en eenen toren, beneden midden-XIII, verhoogd XIV, (herhaaldelijk verbrand o.a.

1653, 1683, 1828, 1870) tegen welks oostwand sporen van twee lagere schipdaken.

De oostgevels der zijbeuken hebben toppen XVI a. Kruisribgewelven. In den toren overblijfselen van een stergewelf, alsmede van de voormalige torentrap en den toegang daartoe. Op het choor een ijzeren kruis van den in 1752 afgebroken dakruiter.

De kerk bezit:

Eiken preekstoel (1654), banken (1654, 1658 en 1728) en doophek (1654).

Koperen lezenaar (1727) en twee dito doopbogen (XVII).

Orgel (1766).

Wijzerplaat met beeldje van Mozes (XVIII).

Grafzerken (XV-XVIII).

Grafmonumenten: 1793, 1796 (door A. Ziesenis), XVIII d en 1808 (door Guillot).

Doopzilver (1841).

Drie klokken: eene in 1634 gegoten door Peter van Trier en Jan Philipsen, eene in 1711 door Claes Noorden en Jan

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(32)

Albert de Grave, en eene door J.M. van Bergen te Heiligerlee.

De in 1862 ontdekte muurschilderingen zijn overgewit.

De Mariakroon (XV), in 1629 uit de St. Janskerk te 's-Hertogenbosch geroofd, bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam.

Langstraat 39. Topgevel met vlechtingen en: 1690.

Garderen.

De NED . HERV . KERK (1859) vervangt, blijkens een gedenksteen boven den oostelijken ingang, eene kerk van 1575, gebouwd na het verbranden eener oudere (gesticht 1050 en gewijd aan den H. Gangulphus), wier merkwaardige baksteenen toren (XIV a, verhoogd XV, spits vernieuwd XVIII), een spitsbogig tongewelf bevattend, nog staat.

Zij bezit:

Koperen lezenaar (1736).

Twee koperen kronen (XVII).

Avondmaalsbeker (1723).

Klok (1802).

Een fragment van een steenen waterbekken en een verguld koperen Christusbeeldje (XIII), uit deze kerk afkomstig, zijn thans in het Raadhuis te Barneveld.

Kootwijk.

De NED . HERV . KERK , thans in huur bij de Gereform. Gemeente, heeft een geheel gepleisterd schip (XVI a, eene kapel stond hier reeds XI c) met een gepleisterd driezijdig gesloten choor, en eenen baksteenen toren (XVI a, spits 1838 verlaagd), met overhoeks geplaatsten achtkantigen traptoren, gedekt door een baksteenen spits.

Klok (XIX a?) zonder opschrift.

Voorthuizen.

Van de kerk (H. Odulphus), welke door de tegenwoordige NED . HERV . KERK (1865)

vervangen wordt, is de baksteenen toren

(33)

(XV) met traptoren over en bevinden zich eenige overblijfselen in het Raadhuis te Barneveld (z. blz. 27). Zij bezit nog:

Koperen lezenaar (1710) en dito zandlooperhouder (XVII c).

Twee koperen kronen (1710).

Drie klokken: twee in 1775, en eene in 1776 gegoten door Alexius Petit en Zoon.

Batenburg.

Een aantal hier opgegraven urnen is in het museum der paters Franciscanen te Megen;

enkele Romeinsche bronzen munten bevinden zich in het museum van het Provinciaal Genootschap in Noord-Brabant.

De NED . HERV . KERK heeft van de oude, sinds 1443 collegiale kerk (H. Willebrordus, later H. Victor) nog het driebeukige baksteenen schip met zuidportaal en den ingebouwden toren (alles XVI a) over, alles uit- en inwendig gewit. Choor afgebroken.

Uitbouw: grafkelder (XVII). Tegen den zuidmuur van het schip ankers: 1612.

Inwendig: gestucadoorde zoldering (1836). De kerk bezit:

Hardsteenen doopvont (XIII A, gerestaureerd).

Eiken preekstoel (1665), doophek en heerenbank (XVII b); banken (XVII b).

Eiken voorzangerslezenaar (1669).

Orgel (1770, door Crane).

Grafzerken (1429, 1540, 1616, 1618, 1645, 1666 enz.) Een gebrandschilderd glas (XVII).

Elf rouwborden (XVII en XVIII); borden met namen der predikanten.

Koperen kroon (XVIII d).

Twee zilveren bekers (XVII B), dito schotel (XVIII c) en schenkkan (1850).

Klok, in 1758 vergoten door Alexius en Petrus Petit.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(34)

Uurwerk (1634, door Jan van Call, hersteld 1846).

Van het SLOT TE B ATENBURG , grootscheepschen kasteelaanleg van ± 1600, op ouderen grondslag, en in 1795 verbrand, zijn slechts bouwvallen over: een ringmuur met bastions en uitgekraagde spie-torens; een fragment van een poortgebouw; en een groote ronde toren, waarbinnen overblijfselen van schoorsteenen en kruiskozijnen, alles van baksteen met banden van bergsteen. Overwelfde kelders. Tuin nog

‘ KASTEELSCHE BLOEMHOF ’ geheeten. Vier bronzen kanonnen en een gedenksteen zijn in 1795 naar het kasteel te Bentheim overgebracht.

Beesd.

Akkooi.

De NED . HERV . KERK (1844) heeft nog twee geledingen van den zwaren baksteenen, in zeer vervallen staat verkeerenden en sterk hellenden toren (XV d) der vorige kerk.

Gemetselde fialen. Inwendig: een beschadigd stergewelf; hierboven een koepelvormig gewelf. De kerk bezit:

Doophek en -banken (XVII B).

Twee psalmborden (1840).

Twee kristallen kronen (XVIII d).

Gegraveerden zilveren beker (XVII b).

Klok (1700).

Beesd.

De NED . HERV . KERK (± 1825), vervangt eene oudere (vroegste vermelding: 1259), wier zware, van zijn spits beroofde toren (XV c) van baksteen met bergsteenbanden, nog staat. Hierin kraagsteenen van een verwijderd kruisribgewelf. Traptoren met gemetselde wenteltrap. De kerk bezit:

Orgel (± 1730), afkomstig uit de Fransche kerk te Vianen.

Klok, in 1468 door Johannes en Willem Hoerken gegoten.

De R . K . KERK (1877) bezit:

(35)

Twee houten heiligenbeelden (± 1500): H. Willebrordus en H. Helena.

Zilveren kruis (1793), waarin een reliek.

Mariënwaard.

Op het landgoed M ARIËNWAARD ter plaatse der XVI A verwoeste gelijknamige abdij, bevindt zich een grafzerk van den Abt Petrus Zuyren († 1563).

Renooi.

De NED . HERV . KERK (1836) heeft in het westelijk deel nog eenige overblijfselen van een middeleeuwsch baksteenen gebouw (XV). Houten toren op den westgevel, in denzelfden trant als te Otterloo. De kerk bezit:

Eiken preekstoel (grootendeels XVII c).

Dito doophek (XVII) Twee psalmborden: (1849).

Zilveren beker (XVII b).

Klok, in 1655 gegoten door F. en P. Hemony te Zutfen.

Op het kerkhof twee zerken (1556 en 1562).

Bemmel.

Scherven van Germaansch vaatwerk, onder Doornenburg gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Bemmel.

De NED . HERV . KERK (H. Donatus), in 1834 geheel gepleisterd, bestaat uit een schip (vermoedelijk XIV), dat XVII verbouwd en naar beide zijden verbreed is met doorbraak van de oude zijmuren; een uitbouw (XV B) ten Z. van het schip; een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XIII A) van tufsteen. Gestucadoorde zoldering over het schip, kruisrib- en straalgewelf over het choor, netgewelf over den uitbouw, koepelgewelf in den toren.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(36)

De toreningang heeft, niet in den oorspronkelijken stand te zamen gevoegde, pilasters en latei (1623). De kerk bezit:

Orgel (1775, hersteld 1834).

Drie grafzerken (XVII, 1783, 1797).

Zilveren beker en schotel (XVII); dito kan (1784).

Twee klokken, in 1623 en 1625 gegoten door Jan en Willem Philipsen.

Doornenburg.

Het K ASTEEL D OORNENBURG (XIVa, gewijzigd XVIIc en XVIII) bestaat uit:

a. Voorburcht: trapeziumvormig plein, omringd door een zwaren muur met een langs de oost- en de westzijde op muurbogen rustende weergang, en met twee noordelijke hoektorens, twee zuidelijke uitgekraagde torens en eenen oostelijken, van een koepelgewelf voorzienen verdedigingstoren. De voorburcht is

toegankelijk door een aan de noordzijde geplaatst poortgebouw met kanteeling en met twee ronde, bovenaan uitgekraagde torens, waarin koepelgewelven. De zuidwesthoek der voorburcht wordt ingenomen door de voormalige slotkapel met driezijdig gesloten choor (hierin sporen van beschildering der

sluitingswanden) en een spietorentje op den zuidwesthoek. In den ringmuur bevinden zich twee poortjes naar de gracht. Steenen trap naar de weergang.

b. Rechthoekig hoofdgebouw, door water omgeven, met uitgekraagde torens op de hoeken, verbonden door een kanteeling, en met een hoogen spietoren, boven den westmuur uit het dak rijzend. Inwendig: kelders met tongewelven, twee vertrekken met versierde stuczolderingen (XVIIc, in eene ervan de voorstelling van Gijsbrecht van Amstel in toernooikleedij), houten schoorsteenen (XVIIc en XVIIId), in den spietoren een baksteenen wenteltrap.

Een wapenbord (1565, vernieuwd 1660) is in 1914 overgebracht naar het kasteel

Suderas bij Warnsveld. Fraaie wandtapijten

(37)

(XVId), in 1865 nog aanwezig, zijn sindsdien geheel vergaan.

De R . K . KERK (H. Martinus) bezit:

Groep in houtsnijwerk (XV d, nieuw gepolychromeerd), voorstellende de H.

Veronica, den zweetdoek aan de twee Vrouwen vertoonende.

Ressen.

De NED . HERV . KERK is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip, gedeeltelijk van tufsteen (XIII), verhoogd met baksteen en waartegen een zuidelijke kapel (XV);

een 5/8-gesloten choor (XV); en eenen toren (XIII A), grootendeels van tufsteen, welks oostwand sporen van een lager schipdak vertoont. Vlakke stuczoldering over het schip, steenen tongewelf over de kapel, kruisgewelf over het choor. De kerk bezit:

Zilveren beker en schotel (1702).

Klok, in 1688 gegoten.

Berg.

Voorhistorische steenen en bronzen voorwerpen hier gevonden, zijn in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Beek.

Op den weg naar Zeddam een HAGELKRUIS .

De R . K . KERK (H. Martinus), dagteekenend uit 1339, ± 1860 verbouwd en met zijbeuken vergroot, in 1916 naar het O. uitgebreid, heeft eenen tufsteenen toren (beneden XIV, boven XV c).

's-Heerenberg.

b. Verdedigingswerken.

Van den ouden VESTINGWAL (XVIA) is een gedeelte over.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(38)

d. Burgerlijke openbare gebouwen.

1. Het RAADHUIS (XVI a, gerestaureerd 1914-1917 door den architect Jac. van Gils) is een rechthoekig baksteenen gebouw. Midden voor den gevel een achtkante traptoren, waarin een wenteltrap en waarop een open koepel met klok, in 1526 gegoten door Segewinus Hatyseren. Zijgevels met toppen. Baksteenen lijstwerk aan den zuidgevel. Kruisramen weder aangebracht. In het onderhuis steenen tongewelven.

Geprofileerde neusstukken onder enkele balken.

2. Bij de Ned. Herv. Kerk een woonhuis, overblijfsel van de OUDE MUNT (XVI?).

e. Kerkelijke gebouwen.

1. De NED . HERV . KERK (H.H. Georgius en Pancratius), een geheel gepleisterd gebouw, is het in 1612 verbouwde dwarspand der oude kerk (eene in 1259 gestichte werd in 1399 tot parochiekerk verheven). Gestucadoorde zoldering. Memoriesteenen: 1612 en 1679/1687. Zij bezit:

Drie rechtopgezette zerken (1525, 1558/1585, 1629), en eenige bedekte.

2. In den toren der moderne R . K . KERK drie klokken, afkomstig van de tegenwoordige Ned. Herv. Hiervan twee, in 1493 door Geert van Wou gegoten, en eene zonder jaartal.

3. Overblijfselen van de GASTHUISKAPEL (XV d), waarop een met leien bekleede spits.

Voor Nr. 241 en voor de oude bewaarschool grafzerken (resp. gothisch en 1622).

In den gevel van Nr. 215 een steen: 1646.

Het SLOT ' S -H EERENBERG (± 1550, 1598 ontmanteld, XVII d verbouwd, 1735

gedeeltelijk verbrand en 1750-1760 hersteld,

(39)

1792-1842 voor R . K . SEMINARIUM gebezigd, thans in particulier bezit en inwendig hersteld en vernieuwd), is een gedeeltelijk door water omringd complex van baksteenen gebouwen:

a. Nagenoeg vierkant voorplein, aan de oost- en noordzijde door dienstgebouwen omgeven, aan de zuidzijde door een muur begrensd. Torens (XVI a) op de noordoost- en zuidwesthoeken. Grondslagen van een noordwesttoren. Dubbele poort aan de stadszijde. Het oostelijke, geheel gepleisterde gebouw heeft slechts vertrekken gelijkvloers. Dat aan den noordkant heeft een verdieping, waarin overblijfselen van oude vensterbogen en van zandsteenen lijstwerk. De zuidwestelijke hoektoren heeft in zijn oostwand sporen van een vroeger aansluitend dak, en inwendig een

overwelfden kelder, waarboven twee vertrekken.

b. Hoofdgebouw, ten Z. van het plein met het front naar het W. en bereikbaar over een brug (waarvóór schildhoudende leeuwen) en door een poort met opschrift: 1679, wapen en twee medaillons. Gepleisterde gevel onder een rechte gootlijst. Dubbele trap en bordes. Gebeeldhouwde deuromlijsting, waarboven een opschrift (1701).

Vensters XVIII A. Letterankers. Op den zuidwesthoek een achthoekige traptoren met lantaarn. Op den noordoosthoek een vierkante traptoren, waarvoor een hoogere en zware baksteenen toren (beneden XIV, overigens XVIa, spits 1735 verbrand) met vier uitgekraagde torentjes, onderling verbonden door een uitgekraagde steenen borstwering met overhoeksche pinakels. Ter zuidzijde van het hoofdgebouw een vleugel met overstekende verdieping, vroeger als kapel gebruikt. Moeten van kruisvensters aan de zuidzijde. In het oudste, bij den toren aansluitende deel, schietgaten. Het nieuwe deel (XVIII c) heeft nog een oud kruiskozijn met tralies en, terzijde, drie zware kraagsteenen voor een uitbouw.

Inwendig: Baksteenen gewelven in het onderhuis van den middenbouw. Trap (XVIII b). Betimmering en deuren (± 1750).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(40)

Twee stucplafonds, Lodewijk XV. In de hal drie rouwborden (1673, 1758, 1781).

Familieportretten. Drie haardplaten (1562, 1690 en XVIII c).

De B OETSELAERSBORCH (D ROST D AEMENHUIS ), blijkens steen gesticht 1550, later naar het Z. uitgebreid, heeft een achthoekigen traptoren (XVI), welke oorspronkelijk den ingang bevatte.

Op den berg Monferland een gebouwtje met drie gevelsteenen: twee met tijdverzen (1698, 1699) en een met wapens.

Wijnbergen.

De moderne R . K . KERK (H. Martinus) bezit:

Drie altaarschilderijen (XVIII).

Twee koperen kronen (XVII).

Van het voormalig HUIS DE K EMNADE staat nog een deel van den baksteenen toren (XVI a) met banden en waterlijst van zandsteen. Benedengedeelte rond, dan overgaand in zestienhoek. Achtkante spits met windvaan, waarin een wapen en jaartal (1751).

Inwendig: baksteenen ribgewelven, uitstralend van een middenpijler. In de kelders kruisgewelven met gordelbogen.

Zeddam.

De moderne R . K . KERK (H. Oswaldus), ter plaatse eener reeds 1211 als parochiekerk bekende, sinds 1810 weer aan de R. Katholieken teruggegeven, heeft een toren, waarvan drie geledingen XV, de bovenste ± 1500. Zij bezit:

Altaar met laat gothische retabel (± 1500, hersteld ± 1900, luiken modern).

Twee klokken, eene in 1626 gegoten door Peter van Trier en eene in 1788 door

Johannes Rutgerus Voigt.

(41)

Een zandsteenen relief (XVI a, votiefsteen?), is in het Museum te Arnhem.

Langs het kerkhof een fragment van een steen met gothisch opschrift.

Het Huis P ADEVOORT (XVII a gebouwd, XVII d jachtslot, 1875 hersteld en tot R.K. zusterhuis ingericht) is een vierkant baksteenen gebouw met in trappen eindigende zijgevels, waarin moeten van oude vensters en een duivenslag. Inwendig een kamer met gestucte zoldering, waarin figuren en: 1677.

Bergharen.

Bergharen.

Eenige stukken Romeinsch vaatwerk alhier gevonden, bevinden zich in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

De NED . HERV . KERK (O.L. Hemelvaart; eene in 1250 vermelde kapel werd XIV a tot parochiekerk verheven), is een gepleisterd gebouw, bestaande uit een schip (XV) met langs den toren doorgetrokken en met dezen in verbinding gebrachte zijbeuken en een baksteenen toren (XIII). Tegen den oostwand van het schip de moeten van het afgebroken choor. Kruisribgewelven op draagsteenen. In den toren aanzetten van een kruisribgewelf. De kerk bezit:

Twee grafzerken (1624 en 1629).

Klok, in 1808 gegoten door Henricus Petit.

De moderne R . K . KERK (H. Anna) bezit:

Eiken preekstoel (XVIII).

Houten groep (XVI): H. Maria met Kind en Moeder Klok, in 1741 gegoten door Jean Petit.

Hernen.

De R . K . KERK (H. Jodocus), gesticht XV, in 1833 aanzien-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel IV. De provincie Gelderland

(42)

lijk vergroot, sinds 1799 weer aan de R. Katholieken, bezit:

Twee klokken, eene (XVIII d) en eene, in 1809 gegoten door Henricus Petit.

Het HUIS TE H ERNEN bestaat uit gebouwen van verschillenden tijd, om een rechthoekig plein opgetrokken.

a. Voorgebouw (XVI b) aan den zuidoostkant van het plein. Baksteenen voorgevel met banden van bergsteen en ankers. De noordelijke gevel heeft een top met gezwenkte lijnen. Achtkantige hoektoren, uitgekraagd op muizetanden. Sporen van een gesloopten vierkanten toren (XV) op den zuidoosthoek. Poortdoorgang met twee kruisribgewelven op gebeeldhouwde draagsteenen. Boven den ingang een wapensteen (1555).

b. Hoofdgebouw (XV), gevormd door twee rechthoekig op elkaar staande vleugels, aan den noordwest- en den noordoostkant van het plein. Het is toegankelijk door een voor den gevel in den zuidwesthoek van het plein geplaatsten vierkanten traptoren, en heeft ter weerszijden van den achtergevel een ronden toren, waarvan de noordelijke op uitkraging. Midden in den achtergevel een uitgekraagde arkel. Oorspronkelijk open, thans door verlenging van het dak overdekte, weergang met schietgaten langs de achtergevels van beide vleugels.

c. Aanbouwen (XVIII-XIX) tusschen den traptoren en het voorgebouw.

Leur.

De NED . HERV . KERK (H. Moeder Gods), gerestaureerd in 1907 door F. Ludewig,

heeft een schip (XIV A) van baksteen, met sporen van den verdwenen zijbeuk in den

zuidwand; een 5/8-gesloten choor (XVI) van baksteen met tufsteenbanden; en eenen

baksteenen toren (beneden XIV A, helm ± 1600). Kleine vensters en tufsteenkoppen

in de muren van het schip. Houten tonzoldering over dit laatste, het choor gedekt

door een net-

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

KERK (1819) bevat fragmenten van banken (XVII c, d); twee borden vermeldende de stichting van preuves (1603 en XVII); orgel (Lodewijk XV); zilveren doopbekken (XIX a); twee

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Friesland.. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De

Gevel (± 1500, geverfd), gewijzigd (XVII d) tot halsgevel met gebogen fronton en festoenen.. Laatgothische zuiltjes

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, II. De gemeente Amsterdam.. Flinck), Cajus Fabricius in het kamp van Pyrrhus (1656, door F. Bol),

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Zeeland.. Driekoningen), omgeven door eene gracht en kerkbrink, is een baksteenen gebouw

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Overijssel.. Het HUIS B RECKELENKAMP , in 1391 vermeld, XVII A herbouwd voor Everhard Bentinck

De provincie Limburg (Amby-Meer).. De HOEVE HET H UISKEN , van een verdwenen kasteel, heeft een symmetrisch, één verdieping hoog baksteenen front met vensters en blinde nissen; de

Koper- en tinwerk: vier gegoten ronde koperen kandelaars (XVI A); vier gewrongen drievoet-kandelaars (XVII); twee grootere en twee kleinere drievoets (XVII); twee kleine ronde