• No results found

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen) · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen) · dbnl"

Copied!
406
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg

(Meerloo-Zwalmen)

bron

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen). Algemeene Landsdrukkerij, Den Haag / A. Oosthoek,

Utrecht 1926

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_voo016voor14_01/colofon.php

© 2013 dbnl

i.s.m.

(2)

Meerloo.

a. Een gepolijste vuursteenen bijl, bij Blitterswijk gevonden, is in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, waar ook Gallo-Germaansch en vroeg-Germaansch aardewerk, gevonden te Tienraai en te Zwolgen, wordt bewaard.

Blitterswijk.

e 1. De R . K . KERK (H. Maria Geboorte), gerestaureerd 1876-1878, georiënteerd met 4 o noordelijke afwijking, van baksteen opgetrokken en met kruisribgewelven overspannen, bestaat uit: a. een hoofdbeuk (XV A?) van drie traveeën, door twee kruispijlers gescheiden van b. een smalleren en iets lageren, misschien jongeren noordbeuk; c. een door een triomfboog gescheiden, even breed (niet tegelijk gebouwd) koor (XV B?) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon; d. een smalleren (tegelijk met den voorgevel van den hoofdbeuk opgetrokken) geheel vierkanten westtoren (gedenksteentje van 1455), thans tevens portaal; e. (achter het koor) een langwerpig achthoekige sacristie (XVIII). Eenvoudige steunbeeren; de spitsboogvensters met nieuwe traceeringen; dichtgemetselde zijingang(en?); het dak van den hoofdbeuk later verhoogd. Inwendig: gewelfribben en smalle gordelbogen op schalken met achthoekige kapiteelen. De toren heeft drie iets versneden geledingen, de benedenste effen met baksteen-figuren, de tweede met nissen, de derde met getraceerde galmgaten (vóór en achter één, ter zijde twee); achthoekig spitsje. Op het schilddak der sacristie gothiseerend gesmeed ijzeren kruis met vaantje (1784). De kerk bezit:

Hardsteenen altaarmensa (thans stoepsteen).

Twee eiken biechtstoelen (midden-XIX).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(3)

Eiken doopvont (XVII) met gedreven koperen deksel (XVII).

Muur- en gewelfschilderingen (XVI a; gerestaureerd) in het koor: op den noordmuur: H. Christoffel, op den zuidmuur: H. Michaël (nieuw); boven de

scheibogen: vertrek der drie Koningen, verschijning van de ster, aanbidding van het Kind; en op de gewelven: Verrijzenis, opstanding der dooden, symbolen der

Evangelisten, passiewerktuigen, Madonna en (in het middelste vak) drastische voorstellingen van de Hoofdzonden. Beschilderd houten kruis (XVII).

Houten beelden: Kruisbeeld met Maria en Johannes (XV d); Kruisbeeld (± 1600), Pietá (± 1500), H. Catharina (XVI), O.L. Vrouw (XVII B).

Verguld zilveren, ten deele geëmailleerde, cylindermonstrans (XV) in driestelling.

Koperwerk: lavabo (XVI), wijwateremmertje (XV), vier paar gegoten geprofileerde kandelaars (XV en XVI), twee paar gedrevene (± 1700), twee paar gedrevene (XVIII d); met drijfwerk versierde bedieningslantaarn (XVII).

Koorkap, driestel en drie kazuifels (XVIII en XIX b).

Priesterzerk (1672).

Klok, in 1509 gegoten door Johannes van Venloo en Johannes van Stralen.

Sacristie-kast (XVIII).

Op het kerkhof kruisen van 1617, 1636, 1639, 1651 en 1665.

2. De N ED . H ERV . K ERK (± 1823) bezit:

Eiken preekstoel (XIX a).

Zesarmig koperen hangkroontje (XVIII).

Tinwerk: Avondmaalskan (1806), beker, doopbekken en vijf schalen.

Bijbel (1662) in lederen band met oud koperbeslag.

3. De R . K . KAPEL (H. Anna), van oude stichting, thans een onbelangrijk kerkje (XIX b), bevat:

Altaar (XVII) met composiet retabel.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(4)

Eiken preekstoel (XVII).

Schilderij: O.L. Vr. Hemelvaart (1642, doek, toegeschreven aan Pieter van Roggen).

Houten beelden: H. Annatrits (XV), dito (XVI A), dito (XVI A), Maria O.O.

(XVII).

Vier gedreven koperen drievoet-kandelaars en twee wandarmen (± 1700).

Kazuifel (XIX a); velum (XVIII B).

g. Het KASTEEL (thans Trappistinen-klooster) is een door grachten omgeven, om een rechthoekige binnenplaats opgetrokken gebouw van baksteen, boven het sousterrain twee verdiepingen en een zolderverdieping hoog; vóór zeven, ter zijde vier vensters breed; midden in het voorfront verheft zich een nog twee verdiepingen hoogere vierkante toren met houten spits. Oud (XV-XVI) is: het westelijk

4/7-gedeelte, met inbegrip dus van den toren; toegevoegd (wellicht XIX a): het oostelijk 3/7-gedeelte. Midden in den voorgevel bevindt zich een ingang (XIX a) aan een dubbele bordestrap met gesmeed ijzeren palmettenleuning; in het torenfront een steen met alliantiewapen-Van Lijnden - Vijgh en acht kwartierwapens (XVII a) tusschen Ionische pilasters onder steil fronton; aan den muur, rechts, eenige

gedenkkogels. Vensters vernieuwd. De torenkelder, met wandnisjes, overkluisd door een tongewelf met kappen; in een aangrenzende, gewelfde kelderruimte kettingringen in de zware muren gemetseld. De oude indeeling is niet meer herkenbaar; nog zichtbaar een witmarmeren schoorsteennis (± 1800) met stucversiering. Een

vrijliggend oostelijk bijgebouw bevat een houten schoorsteenbekleeding (1789), een dito van gips (XVIII d) en een eenvoudige trap met leuning Lodewijk XVI.

Meerloo.

e 1. De R . K . KERK (H. Johannes de Dooper), gerestaureerd ± 1860, georiënteerd met 3½° zuidelijke afwijking,

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(5)

van baksteen opgetrokken, met ribgewelven onder leien dak, bestaat uit: a. een eenbeukig schip (XV B) van drie bijna vierkante traveeën (aan de eerste travee, zuidzijde, een uitgebouwd wenteltrapje naar den kerkzolder); b. een 5/8-gesloten koor; de eenvoudige steunbeeren van schip en koor (thans) met cementen afdekkingen, de vensters met nieuwe traceeringen (± 1860), de gewelfribben rustende op

kapiteelkolonnetten, staande op (vroeger gebeeldhouwde) uitkragingen; de sluitsteenen versierd met wapenschilden; c. een aan de zuidzijde der eerste travee aangebouwde rechthoekige doopkapel (1670); d. een ter zwaarte van de uitwendige schipbreedte aangelegden, vierkanten westelijken portaaltoren (XV) van drie geledingen, de benedenste met den (thans gecementen) ingang in een diepe spitsboognis (opgeklampte kerkdeur XVI) en met kruisribgewelven over het met muurnissen versierde portaal, de middengeleding met drie rondboognissen aan elke zijde, de bovengeleding met dergelijke spitsboognissen, waarin telkens een klein galmgat;

achthoekige spits (na 1759) met keperhoeken; e. een achter het koor aangelegde sacristie (1821). De kerk bezit:

Communiebank (XIX a-b).

Twee eiken dubbele biechtstoelen (XIX b) met fraaie beelden.

Gedreven koperen doopvont (XVIII d); eiken doop-kapel-afsluiting (1670).

Eiken preekstoel (± 1700) met acanthuskuip op leeuwepooten en met sierlijke paneelen.

Albasten beeldje (XV): H. Johannes den Dooper.

Houten beelden van: H. Margaretha (± 1500, veranderd), H. Lucia (XVIII), H.

Annatrits (XVII), H. Cornelius (XVIII a, klein, met voetstuk). Gesneden houten voetstuk van een kruis (1736).

Gewelfschilderingen (XVI a, in 1860 bedorven): vazen met loofwerk en heiligenfiguren (o.a.H. Willebrordus); in de ab-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(6)

sis; zegenende Christus, Madonna en Johannes de Dooper.

Schilderijen: H. Ursula (doek, XVII d), Simeon bij de opdracht in den tempel (doek, XVIII); doop van Christus (doek, door Pieter van Roggen?); portret van Petrus Reinerus Peyrega († 1794).

Gedreven zilveren ciborie (1705); verguld zilveren miskelk Lodewijk XVI.

Koperen kandelaars: Een paar kleine gegotene (XVII), vier paar gegotene met drievoet (XVII B), vijf paar gedrevene met drievoet (± 1700), een paar Lodewijk XVI.

Twee in wol geborduurde lezenaarsvela (XVIII).

Klok, in 1493 gegoten door Johannes van Venloo en Johannes van Stralen.

Sierlijk gekorven eiken bekleedingsstukken (XVII?) van een balk.

Op het kerkhof steenen grafkruisen van 1616, 1660, 1681, 1687 en 1702.

2. De KAPEL van den H. Goar is een klein, rechthoekig 3/8-gesloten gebouwtje van baksteen met gestucadoorde holle zoldering, geveltje met gezwenkte kanten, vroeger boven den ingang één, en aan elken zijkant twee ronde raampjes (thans veranderd); in den achtermuur gevelsteen: 1660; het vroegere vierkante dakruitertje is thans vervangen door een hoogere spits.

Inwendig: houten composiet altaar (XVII B) met getorste zuilen en een troon, waarop houten beeldje van St. Goar.

g 1. H OEVE ‘Het Kasteeltje’ binnen de resten der omgrachting van het vroegere kasteel of huis Meerloo. Baksteenen woning, tevens poortgebouw, met ankerjaartal 1619; de lage eerste verdieping heeft zadeldak tusschen zijgevels met trapjes; kleine tusschenstijlkozijnen, ontlast door lage spitsbogen; duivegaten; in de poort de oude deur met klinket; van de aansluitende boerderij zijn eenige gedeelten (XVII);

aangrenzende schuur (XVII).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(7)

2. Aan den hoofdweg een baksteenen hoekhuis (± 1700), van twee verdiepingen en vijf vensterbreedten met zadeldak tusschen twee zijdelingsche, drie vensters breede, topgevels met dubbel gezwenkte, door rollagen gedekte, zijkanten; vensters met strekken, deels met segmentbogen.

3. W ATERMOLEN (XVII of XVIII) aan het Brugeind.

h. De St. Jans-schutterij bezit een zilveren ketting met vogel en acht oude gedagteekende, deels met gegraveerde figuren versierde platen (1699-1834).

Tienraai.

In de nieuwe R . K . KAPEL (O.L. Vrouw) worden bewaard: Twaalf banken (1788);

geel- en roodkoperen zestienarmige lichtkroon (XIX b); verguld zilveren pyxis (1757); dito kelk (1757).

Klok, in 1493 gegoten door Gobel Moer.

Zwolgen.

e. De R . K . KERK (H. Lambertus), menigmaal verbouwd (het dak tweemaal verhoogd), gerestaureerd in 1877, in 1884 en door C. Franssen in 1910, is een baksteenen gebouw, georiënteerd met 6° zuidelijke zuidelijke afwijking, overspannen met ribgewelven en bestaande uit a. een driebeukig schip (XV en XVI) van drie traveëen, thans onder één leien dak, de oostelijke travee van den middenbeuk oorspronkelijk bij het koor, de middenbeuk slechts weinig hooger dan de smallere zijbeuken; b. een koor (XV, uitwendig plomp verhoogd XVIII), nog slechts bestaande uit een 5/8-gesloten polygoon; c. een geheel vierkanten westtoren (XIII-XV,? spits XVII), thans tevens portaal; d. in den zuidoosthoek bezijden het koor een sacristie (XIX); e. ten N. van den toren een doopkapel (XX a). Eenvoudige steunbeeren; kleine eenvoudige spitsboogvensters. Van de vier pijlers zijn de westelijke flauw

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(8)

ontwikkelde kruispijlers, de oostelijke tot pijlers vermaakte stukken van de vroegere koormuren; de gewelfvelden van den zuidbeuk zijn door breede gordelbogen, die van den noordbeuk door gordelribben van elkaar gescheiden; de ribben rusten aan de muurkanten op schalken of op al dan niet verhoogde kraagsteenen. De toren telt drie oudere effen geledingen en een jongere, de laatste met aan elken kant een spitsboognis met twee galmgaten; de achthoekig ingesnoerde spits (XVII) wordt bekroond door een klokvormigen knop, waarop een gesmeed ijzeren kruis; ingebroken pseudo-romaansche deur en vensters. De kerk bezit:

Het overgebleven tabernakel en de postamenten van een houten altaar (XVII B);

twee houten zijaltaren (XVII B) met composiete ordonnantie; theoteca-nis in den noordelijken koormuur. Communiebank (± 1700).

Romaansche hardsteenen doopvont (± 1200) met nieuw onderstel.

Acht kerkbanken (XVIII d).

Houten beelden, ten deele nieuw gepolychromeerd:

H. Maagd op troon in wolkenrand (XV); H. Catharina (XV d); H. Bernardus (XVI a); H. Agnes (XVI a); H. Antonius Abt (XVI a); Kruisbeeld met Maria en Johannes (XVI, niet geheel bijeenbehoorend); Kruisbeeld (XVI); Maria-nisje (XVII) van Korinthische orde (het beeldje XVI a); (klein en van cederhout) de vier Evangelisten (XVIII A); H. Lambertus (XVIII); H. Hubertus (XVIII); fraai kruis op rijken voet (± 1700); beeldvoet met serafijnen (XVIII).

Tegen den koormuur overblijfselen van laat-gothische muurschilderingen: elf figuren van heiligen.

Schilderijen: twee altaarstukken (XVII d, doek): H. Antonius en Maria met heiligen.

Verder: Christus docens, (XV d, paneel, Vlaamsche school), en brief van Pilatus (XV A); drieluik (1573) met Calvarie en twee groepen van knielenden met beschermheiligen; H. Familie in een land-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(9)

schap (XVIIc, doek, onder invloed van Rubens); fragment van een wapenbord (XVI).

Zilveren monstrans Lodewijk XIV (oud?).

Koperwerk: lavaboketel (XV), wierookvat (XIX A); gegoten kandelaars: een paar geprofileerde (XV); een paar dito op bollenvoet (± 1600); gedreven kandelaars: een paar met drievoet (XVIII d); processiekruis (XIX A).

Tinnen ampullenblaadje (midden-XVIII).

Kazuifel met oude belegsels (1574).

Klokken van 1411 en 1514; klok, in 1514 gegoten door Johannes van Stralen en Gerardus van Venloo.

Op het kerkhof een steenen grafkruis (1685).

g. Aan den weg naar Tienraai een houten achtkante WINDMOLEN (XVIII?) op ronden steenen onderbouw.

Meersen.

a. Aan de Putsteeg, in de Steenkuil en bij de R.K. kerk zijn sporen van Romeinsche gebouwen aangetroffen; aan den Herkenberg in 1865 die van een VILLA . De meeste der hier gevonden voorwerpen, alsmede een zandsteenen Korinthisch kapiteel worden bewaard in het museum van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht.

Meersen.

c. B RUG (XVIII) over de Geul, met stroombrekers van mergel en twee bogen van baksteen.

e. De R . K . KERK (H. Bartholomeus), XIII B gebouwd, ter vervanging van een oudere, hersteld en vergroot XIV B en XV B, gerestaureerd 1882-1912 door den architect J.

Kayser, is een grootendeels mergelsteenen gebouw, bestaande uit een driebeukig schip van drie traveëen, een niet

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(10)

uitstekend dwarspand en een koor van drie traveeën met 7/10-gesloten polygoon.

De westtoren is in 1649 ingestort en in 1750 geheel afgebroken met een stuk van het schip. Nieuwe houten toren op de kruising. Traptorentje in den N.W. hoek van het dwarspand. Tegen de oostelijke travee van den noordbeuk en ten deele als onderbouw van een contrefort, een portaal met middenpijler en met vernieuwde beelden en baldakijnen. Steunbeeren. Balustrade, pinakels en hogels nieuw. Tegen het schip luchtbogen. Vensters (die van het koor zeer lang en smal) met vernieuwde harnassen en traceeringen. Onder langs de groote vensters in de transeptarmen een ten deele open loopgang. Sporen van een verdieping boven het noordportaal. Inwendig: twee reeksen ronde pijlers, elk met vier schalken, Kruisribgewelven en, over de kruising, een stergewelf. De gordelbogen en de ribben komen neer op drievoudige muurzuiltjes, welke rusten op de pijlerkapiteelen. Onder de vierdeelige bovenlichten een

nissentriforium. De kerk bezit:

Rijk gebeeldhouwd sacramentshuisje (XVI a, zeer gerestaureerd) tegen den noordwand van de oostelijke koortravee.

Tweedeelige piscina (XV).

Eiken oxaal (XVIII B) met opengewerkte borstwering; de vier houten pijlers met volutenkapiteel rusten op hardsteenen voetstukken, die omgekeerde kapiteelen (XV) zijn.

Eiken biechtstoel (1714) met snijwerk.

Hardsteenen doopvont (XV), achthoekig met vier koppen; de achterkant van het voetstuk afgebroken.

Hardsteenen wijwaterbak (XIV).

Eiken orgelkast (XIX A) met snijwerk.

Gesneden eiken koorbank met rugbetimmering en nog een opengewerkt wangstuk (XVIII B), afkomstig uit de O.L. Vrouwekerk te Maastricht. Eiken bank (XV?).

Houten beelden met vernieuwde beschildering: H. Barbara (XV); Christus aan het kruis met Johannes en Maria

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(11)

(XVI B of XVII A) op den modernen triomfbalk. Buiten tegen den noordmuur van het dwarspand: Kruisigingsgroep (± 1500).

Schilderijen: voormalig altaarstuk (XVIII A, doek, onder Italiaanschen invloed):

Maria Hemelvaart; dergelijk stuk (XVIII d): brand der kerk van Meersen; in de pastorie: David met het hoofd van Goliath (XVII b, doek, richting van N. Moeyaert).

Zilverwerk: vergulden cylindermonstrans (± 1500, sterk gerestaureerd); vergulden gedreven kelk (1640, Antwerpsche keur) met opschrift en wapen van Buel onder den voet; vergulden gedreven kelk (XVII B, Maastrichtsche keur), twee reliekhouders (XVIII B).

Koperen voet, steel en nodus (XIII B) van modernen reliekhouder; koperen bedieningslantaarn (XVIII?).

g 1. Beekstraat 130, van mergel (± 1750), voorgevel nieuw; inwendig: eiken deuren en overblijfselen van marmeren schoorsteenen (XVIII).

2. Bunderstraat 219, topgevel (XVIII B).

3-7. Gansbaan 492, vakwerk op baksteenen onderbouw (XVII), mergelsteenen gevel (XVIII A); nrs. 474 en 477 (XVIII d); nr. 452, overblijfselen van vakwerk op gemetselden grondslag (XVIII A), mergelsteenen puntgevel (XVIII B), venster met geprofileerden ellipsboog; nr. 444, poortje (XVIII) van Naamsche steen.

8-9. Kookstraat 1, topgevel (XVIII A); nr. 143 (XVIII d).

10-12. Humkovenstraat 140, vakwerk en baksteen (XVIII B); nr. 162 (XVIII A);

nr. 191-192 (± 1800).

13-15. Kuileneindestraat 67 (XVIII); nr. 75 (XVIII A); nr. 106 (XIX A, met herplaatste steenen: 1732).

16. Steegstraat 126, achterbouw van mergel (XVIII B), voorgevel gecement.

17-22. Kleine huizen (XVIII) van mergel met overstekende zadeldaken en puntgevels, afgedekt met mergelplaten, de omlijstingen aan de benedenvensters en van de deur

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(12)

ten deele van Naamsche steen: Gansbaan nrs. 500, 501-502, 515, 516, 522, 523.

23. Volderstraat 401, vakwerk met fitswerk (XVIII A).

24. Stationsstraat 342, sluitsteen: 1844.

25. L ANDGOED V AESHARTELT (XVIII B) met boerderij (gedeeltelijk XVII).

26. M OLEN aan de Geul. In het vernieuwde (1913) woonhuis een herplaatste gevelsteen met tijdspreuk: 1778 en twee versierde hoekpaneelen boven den deurboog.

Molengebouwen en schuren (XVIII c); oorspronkelijk molenwerk met drie

maalsteenen, houten kamraderen en één waterrad (het andere vernieuwd). Brug, zie bij c.

h. In de pastorie wordt bewaard het zilverwerk der opgeheven ‘Oude Schutterij’,

‘Jonge Schutterij’ en ‘Boogschutten’, bestaande uit drie vogels (twee XVII A en een van 1741), twee schildjes (1646 en 1647) en 44 gedreven en gegraveerde platen (1669-1812).

Raar.

e. In een wegkapelletje een altaarretabel (gedeeltelijk XVIII).

g 1-5, nr. 12 gedeeltelijk van vakwerk (XVIII A); nr. 20, dito (XVII); nr. 22,

mergelsteenen gevel (XVIII A); nr. 25, speklagen en mergel, anders (XVIII); nr. 29, mergelsteenen gevel (XVIII A).

6-8. Hoeven: nr. 15, vakwerk, speklagen, mergelsteenen gevel (XVIII A); nr.

23-26, grootendeels XVIII, stuk van een gewrongen zuilschacht als schamppaal; nr.

31-32, het huis gedeeltelijk, de schuur geheel van vakwerk (XVII).

9. Enkele hekpijlers met siervazen (XVIII).

Rotem.

e. De R . K . NOODKERK (1922) bezit:

Zilveren kelk (XVII B) met lateren koperen voet; zilveren ciborie (1846), afkomstig uit de R.K. kerk te Valkenburg.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(13)

Weert.

g 1-2, nr. 34, mergelsteenen gevel met aanzetkrullen en het jaartal 1755; nr. 40, gevel (± 1800).

3. W EERTERHOF . Torenvormig verhoogd baksteenen poortgebouw met windwijzer:

1671, poort (XVIII d). Te rechterzijde het oude woonhuis van baksteen en Naamsche steen met op geprofileerde balkjes overstekend dak; houten zonnewijzer; gesmeden deurklopper. Hiernaast en vernieuwd tuinhuis met pilasters en hoofdgestel (XVII B). Aan de overzijde twee schuren (XVIII B en 1831). Twee paar hekpijlers.

Meiel.

e. De R . K . KERK (H. Nicolaas), gebouwd in 1903, bezit:

Preekstoel (XIX A, eenige onderdeelen XVIII); vier en dertig eenvoudige kerkbanken met harpvormige zijkanten (XIX a).

Houten beelden: H. Nicolaas, H. Antonius Abt, H. Lucia (alle XVIII).

Schilderijen: op hout: Calvarie (XVI a, deel van een drieluik, Antwerpsche school), aanbidding der herders (onder Italiaanschen invloed); op doek: Christus' val onder het Kruis (XVI d of XVII a, onder invloed van Pieter Aertsen); H. Dominicus (XVIII d).

Koperwerk: Godslamp (XIX A); kandelaars: één kleinen (XVI), een paar kleine (XVII a), één drievoets (XVIII A), drie paar gedreven drievoets (XIX a), drie paar rood- en geelkoperen (XIX a), een paar Paaschkandelaars (XIX a), een

drielichtskandelaar (XIX a, gewijzigd).

Een twintigtal gouden halskruisjes (XVIII en XIX A, exvoto's).

Velum (XVIII A, versleten).

Missaalband met zilverbeslag (1789).

Credenstafel Lodewijk XVI.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(14)

g 1-4: A 15, ankerjaartal 1837; A 42, ankerjaartal 173(?); A 66, ankerjaartal 175(?);

nabij den driesprong Asten-Helden-Deurne een huis met het ankerjaartal 1829.

Melik en Herkenbosch.

a. Ten Z. der kerk van Melik zijn sporen van een Romeinsch GEBOUW gevonden;

het aardewerk hieruit is in het museum van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht.

Een gepolijste steenen bijl, een vuursteenen pijlspits, schalen van

Gallo-Germaansch type, aardewerk, glas, brons, gesneden steenen en munten uit den Romeinschen tijd worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden;

andere steenen en bronzen voorwerpen, gevonden te Heistert, in de musea te Leiden en te Maastricht. Een vuursteenen pijlspits in het Koninklijk museum van Oudheden te Brussel.

Herkenbosch.

e. De R . K . KERK (H. Sebastiaan), 1886-1889 gerestaureerd en uitgebreid door J.

Kayser, georiënteerd met 11½°, noordelijke afwijking, bestaat uit: a. een eenvoudigen geheel vierkanten, mergelsteenen westtoren (XIII) van drie geledingen, de derde grootendeels nieuw en in 1889 aanmerkelijk verhoogd), thans tevens portaal, met in 1886 ingebroken ingang en zijvensters; b. een geheel nieuw driebeukig schip (1886);

c. een mergelsteenen koor (XIII) van één vierkante travee (vroegere schiptravee?) met merkwaardig zesdeelig kruisgewelf, door een zwaren boog gescheiden van een 5/10-gesloten polygoon met straalgewelf, evenals het vorige op zware ribben. De steunbeeren eenvoudig; de (vernieuwde) spitsboogvensters thans tweedeelig op kolonnetten; boogfries; inwendige arcadenissen; d. een nieuwe sacristie. De kerk bezit:

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(15)

Gedreven koperen doopvont met geprofileerd deksel (XVIII A).

Houten beelden: Kruisbeeld (XVII, beschadigd), een kleiner dito (XVII); H. Jozef (XVIII A), Madonna (XVII?, beschadigd).

Zilveren monstrans (1829), pyxis (1839) en miskelk (XIX b).

Koperwerk: wijwaterketel (XVIII), een paar gegoten drievoetkandelaars (XVII c) en een paar kleine (XVII).

Houten offerbus met ijzerbeslag.

Driestel en koorkap (XVIII).

Twee klokken, waarvan een (XIII) en een in 1827 gegoten door P. Boitel.

g 1. Van het oude KASTEEL D AELENBROECK , op omgracht terrein gelegen, bestaan slechts de bouwvallen van den onderbouw, die thans op zware tongewelven een aardterras draagt: resten van baksteenen muren, pijlers, spitsboogarcaden en een ronden hoektoren. De voorburcht bestaat uit drie vleugels aan een vierkant plein:

een vleugel gevormd door een gemoderniseerd woonhuis (XVIII; eenige gewijzigde hardsteenen rondbogen, sluitsteen met wapen: 1707); een vleugel bestaande uit een nieuwe hal, aan wier open front zes, denkelijk van het kasteel afkomstige, hardsteenen zuilen (XVI A) met gebeeldhouwde kapiteelen zijn toegepast; een vleugel (± 1700) met verhoogd poortgebouw met geblokt hardsteenen front, vroeger met valbrug.

2. H OEVE D AELENBROECK (1701, volgens drie chronogrammen).

3. Huis H 51, drie laat-gothische hardsteenen getraceerde borstweringplaten, thans stoepsteenen.

Nabij de kerk, als schamppaal: een kapiteel als van het kasteel Daelenbroeck (zie g 1).

4-5. Nr. 32. ankerjaartal 1771; nr, 118, ankerjaartal 1800.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(16)

Melik.

c. Aan den kruisweg ten N.O. van het dorp: een houten WEGKRUIS (± 1700?).

e 1. Van de oude R . K . KERK (H. Andreas), georiënteerd met 10° noordelijke afwijking, geleidelijk geheel vernieuwd door P.J.H. Cuypers, A.C. Bolsius, J. Kayser, bestaat misschien nog eenig oud muurwerk. De kerk bezit:

Houten altaar (XIX a?).

Een paar koorbanken Lodewijk XIV (veranderd, latere voorschotten).

Communiebank (1762) met fraai snijwerk.

Achthoekige marmeren doopvont (XVIII?, opgewerkt).

Gesneden eiken preekstoel (1676).

Twee en twintig kerkbanken met harpvormige zijkanten (XIX A).

Grafzerk (XVII, versleten) met alliantie- en kwartierwapens.

Houten beelden: stel van zes Heiligenbeelden (XVI?); H. Andreas (XVII), een paar engelen (XVIII A), Kruis (1747) met corpus (XVIII?).

Zilverwerk: stralenmonstrans (XVIII a); ciborie (midden-XVIII); miskelk (midden-XVIII); kleinen reliekhouder (1766); stel H. Oliebusjes (± 1800, zeer eenvoudig).

Koperwerk: Godslamp (XIX A), lavaboketel (XV), een paar kleine geprofileerde kandelaars op bolletjes (XVII), een kleinen gegoten drievoets- (XVII c), drie paar gegoten geprofileerde drievoetskandelaars (XVIII d). IJzeren kaarsarm (± 1700).

Een paar kazuifels (XVIII c) met toebehooren, een kazuifel (XVIII d).

Twee klokken, waarvan een van 1337 en een in 1843 gegoten door Petit & Fritsen.

Offertronk (XVIII d).

Op het kerkhof een grafkruis (1606).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(17)

2. M ARIAKAPELLETJE (XVIII), gecement, met ijzeren patriarchaalkruisje op het geveltopje; bevat een gekleed Mariabeeldje.

g 1. Het KASTEEL ( OUD -) S CHÖNDELEN , eenvoudig rechthoekig baksteenen landhuis (XVII?), het middendeel verbouwd en verhoogd (XIX a?) draagt midden op het even gebroken zadeldak een vierkant ruitertje met windvaan (1807); aan een rechthoekig binnenplein onmiddellijk aansluitend de HOEVE met fraai front, in welks midden zich een vierkante, vier verdiepingen hooge poorttoren verheft met schilddak, waarop een achthoekig koepelspitsje; op den hardsteenen sluitsteen aan het binnenplein wapenschild onder gravenkroon.

2. H OEVE T ONEDENHOF (XVII of XVIII) met fraaien gevel, de poorttoren met duivegaten in de zijdelingsche topgeveltjes.

3-8. Nr. 46, steentje: 1811; nr. 47, ankerjaartal 1771; nr. 66, boerderij met ankerjaartal 1699; nr. 78, ankerjaartal 1781; nr. 120, dito 1817; nr. 149, dito 1798.

Waterscheid.

g 1-2. Nr. 3, ankerjaartal 1813; nr. 4, dito 1811.

3. S TANDAARDMOLEN op een heuveltje.

Merkelbeek.

Doevergenhout.

g 1-3. A 14 en A 32, boerderijgevels, beide met ankerjaartal 1793; A 83, gevel eener hoeve met ankerjaartal 1770.

De Kling.

e 1. De vroegere PAROCHIEKERK van Merkelbeek, thans deel uitmakende van een nieuw gebouwd Benedictijnenklooster, een voorheen meerbeukige baksteenen kerk, bestaat,

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(18)

na vele verbouwingen (de laatste in 1903) en het sloopen der zijbeuken, uit een eenbeukige ruimte met vlakke houten balkzoldering, vóóraan (onder vier balkvelden) als schip gebezigd, achteraan (één balkveld en een 5/8-gesloten deel) tot koor ingericht met steenen vloer en ten deele met gestucadoord plafond; het schip thans alleen verlicht aan de zuidzijde door (nieuwe) segmentboogvensters; tegen den westmuur een kleine vierkante toren (het ankerjaartal 1746 betreft waarschijnlijk eene

verbouwing) van baksteen, met achthoekige ingesnoerde leien spits; achter het koor een kleine vierkante sacristie. Stijlkenmerken verdwenen. In den zuidmuur: rest van een dichtgemetseld baksteenen spitsboogvenster; in den noordmuur afteekening van vroegere scheibogen. Het klooster bezit:

In de oude kerk een (veranderd) houten altaar (midden-XVIII), waarvan het tabernakel en de troon oud zijn; elders een houten zijaltaar (midden-XVIII) der oude kerk (modern altaarstuk); een onvolledig houten zijaltaar (midden-XVIII) met composiet-zuilen; een houten tabernakel Lodewijk XV.

Zilveren miskelk (1759).

Koperwerk: twaalf diverse gegoten kandelaars (XVI, XVII en XVIII); een paar gegoten geprofileerde op bolpootjes (XVII B); lavaboketel (XVIII d?).

Driestel van gebloemde zijde (XVIII); koorkap (XVIII); roode stola met

goudborduursel (XVII); kazuifelkruis met borduursel: H.H. Petrus en Paulus en de Evangelisten (XVI); twee lapjes van zilverbrocaat.

Twee klokken, waarvan één in 1728 gegoten door Antoine Bernard en één in 1841 door F.A. Gaulard en I.C. Thirion.

Staande klok Lodewijk XVI (door Leonard Dewevre, Sittard); ijzeren kist (XVIII?).

2. Van de oude baksteenen PASTORIE bestaat nog een aanmerkelijk deel, twee verdiepingen hoog, onder mansardekap, de vensters met hardsteen omraamd;

ankerjaartal 1768.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(19)

g. Aan het begin van den weg naar Merkelbeek: Nr. 8 een twee verdiepingen hoog huis, met zadeldak, volgens (verdwenen) dagteekening van 1648; nog eenige met natuursteen omblokte vensters; schietgaten.

Merkelbeek.

e. De R . K . KERK (H. Clemens), gebouwd in 1879, bezit:

Achthoekige hardsteenen doopvont of wijwatervat (XV).

Schilderijen (doek): H. Clemens (XVIII B), in lijst Lodewijk XV; H. Petrus (XVIII B); H. Paulus (XVIII B).

Zilverwerk: stralenmonstrans (voet Lodewijk XVI, bovenbouw met oude deelen, waaronder een O.L. Vrouwebeeldje XVI, overigens XIX A); miskelk (midden-XVIII);

ziekenpyxis (XVIII B, Maastrichtsche keur); met zilver gemonteerde kristallen ampullen op blad (XIX A); zilveren en hoornen index (XIX A); verzilverd koperen reliekhoudertje (XVIII d); dito miskelk (Empire, voet veranderd). Gouden halskruisje.

Koperwerk: Tien gedreven koperen wandarmpjes met z.g. spiegels (± 1700); vier groote gedreven tombak drievoetkandelaars (XVIII).

Paramenten: koorkap (midden-XVIII); oplegsels van een kapschild Lodewijk XIV;

goudlakensch kazuifel met borduurwerk (XVIII); witzijden kazuifel (XVIII B); velum van goud- en zilverbrocaat (± 1700); twee alben met naaldkant (XVIII); eenige pallae (XVIII); zijden vaandel (XVIII) met beschildering, de staf met koperen kruis; vaandel (XVIII, beschadigd); (vernieuwden) processiehemel met schilderwerk (± 1700).

Houten paaschkandelaar (XVIII A); houten voet van een voorhangdrager (XVIII);

twee stoelen (± 1800). Gesneden houten kruisje (XVIII).

Klok, in 1840 gegoten door F.A. Gaulard te Tongeren.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(20)

Mesch.

a. Romeinsche tegels en dakpannen, zie e 1.

e 1. De R . K . KERK (H. Pancratius), in 1888 naar het W. vergroot door den architect J. Kayser, bestaat uit een eenbeukig schip (IX), oorspronkelijk van drie traveeën (de vierde is van 1888), opgetrokken van kolenzandsteen in onregelmatig verband en met behoud van eenig metselwerk van Romeinsch karakter; een mergelsteenen koor (± 1300) van één travee en 3/8-gesloten polygoon, ten Z. waarvan een moderne sacristie; en eenen toren (1888, copie van den in 1875 gedeeltelijk ingestorten, meer oostwaarts geplaatsten ouden toren) met moderne doopkapel. De noordmuur van het schip bevat op ongeveer manshoogte een strook in vischgraatverband, ten deele oorspronkelijk, en vertoont sporen van herhaalde, steeds met het oude werk overeenkomstig gehouden, verbouwingen; de zuidmuur onregelmatig verband van kleiner materiaal, waartusschen enkele Romeinsche tegels en pannen, gedeeltelijk in rijen, gemetseld zijn. Rondboogvensters in het schip; eenvoudig geprofileerde spitsboogvensters (traceeringen nieuw) in het koor. Inwendig: geprofileerde

spitsbogige triomfboog op twee zuilen met eenvoudige voetstukken en Maaskapiteelen van Naamsche steen. Vlakke zolderingen. De kerk bezit:

Een aantal eiken kerkbanken (XVIII) met liervormige zijkanten; Grafzerk (± 1770) van Naamsche steen met wit marmeren plaat.

Gepolychromeerd lindenhouten beeld (XIV, eenigszins beschadigd, de kop vernieuwd) van den H. Pancratius, op een achtkante zuil (XVI) van Naamsche steen.

Houten beeld (± 1600) van den H. Donatus als Romeinsch krijgsman; dito (XVII B) als bisschop.

Gebrandschilderde vensters (1713).

Stralenmonstrans (XVIII?).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(21)

Gedreven zilveren kelk (1750, merken: P, I W en Maastricht); dito kelk (1766).

Zilveren reliekhouder in kruisvorm op voet (merken: B dubbele arend met 77 en wapen); dito (XVIII).

Koperen bedieningslantaarn (XVIII).

Houten lezenaar (XVIII).

Twee houten reliekhouders Lodewijk XIV.

Zes gesneden kandelaars Empire.

Kleinen gesneden processie-troonhemel (XVIII).

Twee koperen kandelaars (XVII B).

Klok, in 1838 gegoten door Gaulard, vader en zoon.

Op het kerkhof steenen grafkruisen (1638-1702).

2. DE PASTORIE (XVII B) bevat: deur met gesneden bovenlicht, oude gespijkerde deur, eiken deuren met oude sloten, gesneden trapbaluster en twee schoorsteenes met tegelbekleeding.

g. M ESCHERMOLEN . Hoeve en molen (1699 blijkens krulankers) aan de Voer;

kruisvensters in voor- en achtergevels, enkele met de oorspronkelijke blinden en sluitingen. Inwendig: portaal met eiken trap, geprofileerde balkenzoldering, een deur-bekroning, houten betimmeringen, twee tegelschoorsteenen met gegoten haardplaten, rooster en haardsteentjes, een van deze schoorsteenen heeft gesneden bovengedeelte met spiegel. Resten van muurbeschildering.

In den tuin een vrijstaande nis (XVIII A) met rustbank van baksteen en mergel, aan de voorzijde een korfboogsluiting, waarboven een steenen zonnewijzer.

Montfort.

a. In de heide te Montfort en in het Montforterbroek werden steenen wapenen en -werktuigen, bronzen wapenen en Gallo-Germaansch vaatwerk gevonden, waarvan de meeste voorwerpen bewaard worden in het Rijksmuseum

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(22)

van Oudheden te Leiden en in het museum van het Geschieden Oudheidkundig Genootschap te Maastricht.

e 1. De R . K . KERK (H. Catharina), in 1854 gebouwd door den architect Weber, bezit:

Doopvont met hardsteenen romaansche kuip (± 1200).

Houten beelden: Kruisbeeld (XVI a); H. Annatrits (XVI a); H. Georgius (± 1500);

H. Agnes (XVI a); H. Apollonia (± 1500); H. Urbanus (XVI a); H. Catharina (XVII), klein Kruisbeeld (XVII).

Zilverwerken: ziekenpyxis (1820); miskelk (XVIII); twee reliekhouders: een kleinen (XVIII d) en een (XIX a); H. Oliebusje (XVIIId); ampullenstel Lodewijk XVI.

Koperen kandelaars: twee geprofileerde (XVII); twee paar drievoets (XVIIB); een paar gedreven geprofileerde (XIXa); koperen hangkroontje (XIXA). Vier paar gesneden houten drievoetkandelaars Lodewijk XV.

Paramenten (XVIII en XIXA): driestel; zeven kazuifels; koorkap; twee stolae; zes kelkvela; benedictievelum; Allerheiligste-velum; eenige pallae; vijf alben met boorden van kloskant en naaldkant (XVIII). Processievaandel (XIXA).

Verder (XVII en XVIII): drie canonborden (Plantijn), houten lezenaar, twee leuningstoelen en twee krukken, glazen spiegellijstje, schilderijlijst.

Twee klokken, waarvan een in 1715 gegoten door Alexius Jullien en een in 1721 door Petrus Levache.

2. De PASTORIE (1787) is een huis van baksteen, vijf vensters breed, twee

verdiepingen hoog, met voorhof en voormuur, waarin fraaie ingangspoort. Het huis bevat een schoorsteenmantel, versierd met wapen en krijgstropee, een met

muziektropee en een eenvoudiger met wapen.

g 1. Van het KASTEEL VAN M ONTFORT (‘de Grauwert’), gebouwd 1251-1267, veroverd in XIII d, aangevallen in 1473, genomen in 1493, hernomen in 1497, beschoten in 1579, verwoest in 1794, zijn belangrijke bouwvallen over: zware

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(23)

van zandsteenblokken opgetrokken muren, die een eenigszins achthoekig vierkant, hoog terras (thans aardappelenveld) bekleedend omsluiten, met rondeelen op de vier hoeken; het rondeel op den N.O. hoek met overkoepelde ruimte (waarop thans een leelijk achthoekig jachthuisje); dat op den N.W. hoek met dergelijke ruimte,

waarboven zich nog de overblijfselen verheffen van een ronden toren (onderaan van zandsteen, daarboven van hardsteen, dan van mergel, dan van baksteen); voorts in het midden van het westfront, iets terug, boven een halfzeshoekigen uitsprong van de ommuring: een hoog, kwartcylindrisch overblijfsel van een groefsteenen toren.

Put met hardsteenen rand (XVII).

2-10. Nr. 27, ankerjaartal 1844; nr. 67, 1775; nr. 69, 1778; nr. 132, 1801; nr. 153 (schuur), 1815; nr. 157, 1767; nr. 160, 1776; nr. 204, 1774; nr. 114, gevelsteentje:

1782.

h. De schutterij van St. Urbanus bezit een zilveren ketting met vogel, hartplaat en koningsplaten (1812-1815).

Mook en Middelaar.

a. Voorwerpen uit een Romeinsch grafveld tusschen Mook en Middelaar en een bij de spoorbrug over de Maas, tegenover Katwijk (N.Br.) worden bewaard: grootendeels in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden; enkele, alsmede een Romeinsche steenen urnenkist in het Rijksmuseum Kam te Nijmegen.

Overblijfselen van Romeinsche gebouwen werden aangetroffen bij de Plasmolen, op den Kloosterberg en op den St. Jansberg.

Heumen.

b. De Heumensche SCHANS : vijfpuntig stervormig aardwerk (XVI of XVII).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(24)

Middelaar.

e. De R . K . KERK (H. Lambertus), georiënteerd met 22° noordelijke afwijking, bestaat uit een geheel effen vierkanten (thans gecementen) baksteenen toren (XIV of XV) met westingang, bovenaan twee spitsbooggalmgaten aan elken kant, en een achthoekig ingesnoerde houten spits; een eenbeukig schip (XVII, de baksteenen zijmuren met eenvoudige steunbeeren en spitsboogvensters zijn ouder), overdekt door een gestucadoord, rijk met reliefs versierd tongewelf op modillonlijst en Ionische wandpilasters, en met schuine vlakken (waarop stucreliefs) aansluitend bij een voorheen smaller en vierkant (XVII), thans op ouder fundeering herbouwd

5/8-gesloten koor (XXa). Latere sacristie en bijruimte terzijde van het koor. De kerk bezit:

Houten tabernakel (XVII).

Marmeren doopvont (± 1700), hardsteenen wijwatervat (± 1700).

Preekstoel (XVIIB).

Zes-en-twintig eenvoudige kerkbanken (± 1700).

Orgelgalerij (1795); orgelfront Lodewijk XVI.

Houten beelden: Kruisbeeld (XVII); H. Brigida (XVII); H. Sebastiaan (XVIII);

H. Lambertus, H. Sebastiaan, H. Brigida (alle XVIII A?).

Zilverwerk: monstrans Lodewijk XVI (ten deele van koper); ciborium (1764);

miskelk (XVIII A).

Een paar gedreven koperen drievoetkandelaars (XVII B).

Driestel met alliantiewapen (± 1700?); humeraal (midden-XVIII). Missaalband met rijk zilverbeslag Lodewijk XV (het missaal van 1773).

Sacristiekast (XVIII, beschadigd).

Twee klokken, waarvan een van 1461 en een gegoten in 1533 door Albert Hachman. Torenuurwerk in oud raamwerk (XVI) en met vele oude onderdeelen.

g. Van het HUIS M IDDELAAR (vermeld in 1388, 1418, 1529,

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(25)

volgens overlevering XVI verwoest, in 1641 door Frederik Hendrik verschanst), zijn overgebleven: een terreinverhevenheid en enkele schaarsche resten van baksteenen fundamenten.

Mook.

b. De M OOKER S. Vierkante aarden verschansing (XVI of, waarschijnlijker, XVII) met gebastionneerde hoeken.

e. De R . K . KERK (H. Antonius Abt), georiënteerd met 19 noordelijke afwijking, in 1910 vergroot door den architect C. Franssen, bezit nog aan oude overblijfselen: a.

een baksteenen vierkanten westtoren (XIV of XV) van vier geledingen (siernissen, spitsbooggalmvensters, baksteenen boogfries, vernieuwde portaaldeur) en met houten spitsje; b. een met straalgewelf overkluisd mergelsteenen op 5/8-grondslag

opgetrokken koor (XVa?); c. de oostelijke gevels en de eindgevels van een klein, baksteenen dwarsschip (XV B?, nissen met traceeringen). De oude spitsboogvensters met nieuwe harnassen; in den koormuur verplaatst sacrarium-deurtje (XVI?). De kerk bezit:

Tabernakel Lodewijk XVI.

Communiebank (XVIIIa).

Twee hardsteenen wijwatervaten (± 1700).

Houten beelden: Madonna (XVII), H. Antonius Abt (XVII), Kruisbeeld (± 1700), H. Rochus (XVIII), H.H. Petrus en Johannes den Dooper (beide midden-XVIII).

Albasten paneeltjes: aanbidding der herders (± 1600), de H. Drievuldigheid (XVII).

Vier portretten van geestelijken (XVII, XVIII, XIX A). Zilveren monstrans (1709, vermaakt).

Koperwerk: wijwaterbakje (XVIII); kandelaartje (XVI); drie paar gedreven drievoetkandelaars (midden-XVIII).

Eiken laden- en deurenkast Lodewijk XVI.

Op het kerkhof: houten Kruisbeeld (XVII).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(26)

g 1-4. A 66, ankerjaartal 1750; A 95: 171?; A 97: 1835; A 70, bovenlicht (XIX a) met handboog en pijlkoker.

Munstergeleen.

Abshoven.

e. Op het goed A BSHOVEN , vroegere bezitting der Cisterciensen van Godsdaal (België), thans van de zusters dienaressen van het H. Hart, is van het klooster-complex nog behouden een eenvoudig baksteenen ABTSHUIS (?, XVIII), met een deel der hoeve; in een muur: een steen met wapenschild (1735) en een (verplaatst) met dubbel wapen (1716).

g. H UIS D E K OEKAMP . Eenvoudig, vijf vensters breed, twee verdiepingen hoog baksteenen landhuis (XVIII A) onder schilddak met spitsje; in den voorgevel met hardsteen omraamde vensters tusschen blokpilasters.

Munstergeleen.

e. De R . K . KERK (H. Pancratius), georiënteerd met 28½° noordelijke afwijking, bestaat uit: a. een eenbeukige, langwerpige, van baksteen opgetrokken ruimte (1791), met door drie vlakken afgesloten koorgedeelte (gestucadoorde zoldering,

segmentboogvensters); b. een geheel vierkanten mergelsteenen, met baksteenen banden versierden portaaltoren (1715, volgens ankers) met slanke achthoekig ingesnoerde spits; verweerd Renaissance ingangspoortje; c. een sacristieruimte achter het koor. De kerk bezit:

Barok hoogaltaar, en twee dito zijaltaren; biechtstoel (alles midden-XVIII).

Hardsteenen kop (± 1200) van een romaansche doopvont; eenvoudige hardsteenen doopvont (1770).

Vijftien banken (XVIII).

Houten Madonnabeeld (XIX A, door F. Detombay).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(27)

Altaarschilderij (doek): terugkeer der H. Familie.

Zilveren stralenmonstrans (1697, veranderd XVIII); kleine koperen

stralenmonstrans (midden-XVIII); zilveren ciborie (XVII B); zilveren miskelk (1754);

koperen processiekruis (± 1700).

Koperen kandelaars: Een paar geprofileerde (XVII a), twee paar drievoets (XVII B), een paar gedrevene (XVIII), een paar roodkoperen (XVIII d, eenvoudig).

Humeraal (± 1700).

Twee klokken, waarvan een in 1732 gegoten door Georgius du Mery en een in 1841 hergoten door F.A. Gaulard.

Op het kerkhof een steenen grafkruis (1691-1713).

g 1-3. Naast nr. 11, steen met IHS, initialen, molenijzer en 1776; nr. 92, deur Lodewijk XVI; nr. 119, dubbele deur Lodewijk XVI.

Nederweert.

a. In de voormalige verzameling Guillon te Roermond werden Germaansche urnen bewaard, gevonden in het gehucht Het Eind.

Een gepolijste vuursteenen bijl, te Ospel gevonden, bevindt zich in het museum van het Geschied- en Oudheidkundig Genootschap te Maastricht.

Leverooi.

e 1. De R . K . KERK (H. Barbara), een baksteenen kerk (1839), georiënteerd naar het N., met rechthoekig schip, dito smaller koor, beide met gestucadoorde koofzoldering, heeft nog een ouden, geheel vierkanten, baksteenen TOREN (XV? of XVI?), den westtoren der vroegere kerk, met, behalve enkele lichtspleten, slechts kleine spitsbogige galmgaten, één paar naar eiken kant, en met nog één overhoek-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(28)

schen steunbeer. Latere thans gecemente westingang (XVII?), waarboven een nis.

De kerk bezit:

Zijaltaar Lodewijk XV, twee koorbanken Lodewijk XVI, communiebank Lodewijk XVI, biechtstoel en preekstoel Lodewijk XV (alle wellicht XIX A).

Gedreven koperen doopvont (± 1700).

Houten beelden: H. Barbara (± 1500); H. Joannes Ev. (XVI B, beschadigd); twee Madonnabeelden, een (XVII) en een (± 1700); H. Barbara (XVII, in vlak relief en beschadigd): H. Jozef (± 1700); H. Petrus, H. Paulus (beide XVIII); een heiligen bisschop (XVIII); klein linden Kruisbeeld (XVIII).

In de pastorie twee schilderijen (XIX A, paneel); H. Job en H. Franciscus.

Zilveren stralenmonstrans (XVIII); koperen reliekhouder (1735); stel tinnen H.

Oliebusjes (XVIII).

Koperen bedieningslantaarn (± 1700); koperen kandelaar op bollenvoet (XVII c);

vier paar koperen drievoets en een eenling (XVII c); drie diverse kandelaars (XVIII);

drie paar tinnen drievoetskandelaars (XVIII).

Geciseleerd goudbrokaat-fluweelen kazuifel (XV) met geborduurde oplegsels (XV B); geborduurd vierkant lapje (XVIII A?, palla?).

Eiken kist (± 1700); eiken kast (XIX a-b).

Twee klokken, waarvan een in 1745 gegoten door Jean Petit en zijn zoon en een in 1749 door Jean Petit.

2. De PASTORIE dagteekent uit 1729 volgens den gevelsteen.

g. Huis B 189, ankerjaartal 1804.

Millert.

e. Het nieuwe kapelletje van O.L. Vrouw van Rust bevat een houten Mariabeeldje (XIV B).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(29)

Nederweert.

d. In het Raadhuis worden bewaard: koperen stempel (1699), ijzeren dito (1691);

zilveren vogel (XVII) en schuttersplaten (o.a. 1773 en 1787).

e. De R . K . KERK (H. Lambertus), herbouwd in 1840 met behoud van eenige (verplaatste?) oude basementen, bezit nog den nagenoeg normaal georiënteerden

TOREN (1467 volgens gedenksteen), vierkant met overhoeksche steunbeeren, van baksteen met natuursteenen details en tufsteenbanden opgetrokken, en tellende vijf geledingen, elk vak met vier nissen (aan de zuidzijde wegens den trapuitbouw drie), de nissen (thans?) afgesloten elk met twee spitsboogjes op een gebeeldhouwden kraagsteen; gerestaureerd in 1900, met geheele vernieuwing (en verandering?) der bovenste geleding, die thans vier steenen hoektorentjes met leuning draagt om den voet van de smalle achthoekige houten spits; rest van een ribgewelf: nieuw gemaakte westelijke ingang. De kerk bezit:

Hoogaltaar in rijken barokstijl met zijdoorgangen (± 1845); fragment van een altaarretabel Lodewijk XIV.

Twee koorbanken, elk met vier zitplaatsen; de zetels (XVI A, laat-gothisch, fraaie misericordiën, de vóór-schotten XVII), rugpaneelen bijgemaakt.

Hardsteenen doopvont (1698) met koperen deksel.

Een veertigtal eiken kerkbanken (1754) met liervormige zijkanten.

Houten beelden (eenige zwaar beschadigd): H. Annatrits (tegen 1500), H. Lucia (XVI), H. Joannes Ev. (XVI), Madonna (XVII beschadigd), Piëta (XVI of XVII), H. Antonius Abt (XVII), een Heilige (XVII verminkt), Kruisbeeld (XVII), H.

Lambertus (XVIII); klein Kruis op voet Lodewijk XV.

Schilderijen (doek): Christus aan het Kruis (XVIII altaarstuk), H. Avondmaal (XVIII), H. Familie (XVII B, school

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(30)

van H.v. Balen), H. Dominicus (± 1700), Uitstorting van den H. Geest (XVII B, Antwerpsche school), Christus aan het Kruis (XVII d).

Verguld zilveren monstrans (XVII B; veranderd), zilveren ciborie (XIX A?), zilveren miskelk (XVII B, thans ciborie), verguld koperen reliekkruis (± 1400, gedeeltelijk geemailleerd); koperen wijwaterbakje (XVIII).

Zes paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII c), zes paar gegoten gedrevene (1700), een paar geprofileerde (XVIII A), vier paar (XIX A).

Kist met ijzerbeslag (1776).

Torenuurwerk (grootendeels 1592).

Op het kerkhof kruisen van 1692 en 1785.

f. In het Oudemannenhuis (onder beheer der Franciscanessen) worden bewaard: een altaar Lodewijk XIV met nis en een kist (XVII).

g 1-8. Nr. 52, ankerjaartal 1659; nr. 59, 1777 en gesneden bovenlicht; nr. 80, 1809 en gevelsteen: 1809; nr. 81, gevelsteentje: 1757; nr, 132, ankerjaartal 1830; nr. 150, zijgevels met toppen (± 1700).

9-10. S TANDAARDMOLENS . Nabij sluis 15 een met windvaan, waarop 1841; ten W. van Nederweert een andere standaardmolen ‘St. Petrus’.

Neer.

a. In deze gemeente werden gevonden: Germaansch vaatwerk; een vuursteenen pijlspits, Romeinsche munten en aardewerk - waarschijnlijk uit een begraafplaats - alles thans bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.

Dries.

e. Van het in 1799 opgeheven KLOOSTER K EIZERSBOSCH der Praemonstratensen zijn nog over: a. een rechthoekige,

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(31)

van baksteen opgetrokken, twee verdiepingen hooge vleugel (midden-XVIII, nu boerenwoning en gewit) onder schilddak; vensters met toogdorpels en omraamd met hardsteen blokken; boven de geblokte inrijpoort een wapensteen; resten van plafonds met stucversiering; b. een groote half afgebroken winkelhaakvormige baksteenen hoekvleugel (XVII, nu schuur), gedeeltelijk een bouwval, waaraan nog zes vierkante vertrekken herkenbaar zijn, ten deele overkluisd met spherische kappen; de

bovenverdieping alhier geheel verdwenen.

Neer.

c. Houten WEGKRUIS (XVII of XVIII) aan de wegvertakking naar Nunhem.

e 1. De R . K . KERK (H. Martinus), gebouwd in 1909 door den architect C. Franssen, heeft nog een ouden met 9° noordelijke afwijking georiënteerden, uitwendig van baksteen, inwendig van mergel opgetrokken, geheel vierkanten TOREN (XIV, of XV?), versierd met aan elken kant twee nisindiepingen, in ieder waarvan een kleine spitsboogopening; de toren thans verhoogd met een gemetselde klokkenverdieping en een houten spits met vier hoektorentjes. In een gevelsteen het jaartal 1447, den toren, of waarschijnlijker, de afgebroken kerk betreffende. De kerk bezit:

Een paar zeer eenvoudige koorbanken met drie zetels (± 1700).

Rijk-gesneden eiken communiebank, grootendeels met onderdeelen (XVII);

biechtstoel (XVII, beschadigd).

Hardsteenen doopvont (XVIII) op nieuwen voet.

Orgelfront (XVIII A, ontredderd).

Dertien kerkbanken (XVIII) met liervormige zijkanten.

Vier (beschadigde) kalksteenen romaansche leeuwtjes (XII, aanzetstukken van bogen).

Houten beelden: Piëta (XV); H. Catharina (XV); Marianum (± 1500); H. Antonius abt (XVI A); H. Catharina (XVI);

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(32)

H. Severinus (XVI); H. Martinus (XVI?, groepje); H. Lucia (1600); H. Annatrits (XVII); H. Rochus (XVII); H. Martinus (XVIII); H. Franciscus (XVIII); H. Antonius van Padua (XVIII); een paar altaar-engeltjes (XVII of XVIII, geschonden); een paar kleine adoranten Lodewijk XV. Kruisbeelden: een (1539, aan oud kruis), een (XVII), twee (XVII of XVIII, zeer beschadigd).

Schilderijen: H. Catharina (XVII b, altaarstuk, onder invloed van van Dyck). Vijf religieuze schilderijen (XVII, XVIII).

Zilverwerk: ciborie (1670); miskelk (1641); miskelk (XVIII, veranderd XIX);

reliekhouder (XIX b?); wierookvat (1822) met eenvoudig scheepje.

Koperwerk: lavaboketel (XV); twee paar gegoten drievoetkandelaars (XVII c);

drie paar gedreven drievoets (XVIII); een paar rood- en geelkoperen (XIX A); twee vaandelkruisen (een van 1636 en een van 1808).

Sacristiekast (verschillende onderdeelen XVIII); houten lezenaartje (XVIII B).

Klok, in 1775 gegoten door Johannes Stock.

Op het kerkhof een achttal grafkruisen (1600-1681).

2. De KAPEL VAN O . L . VROUW , een half-zeshoekig afgesloten, baksteenen (thans gewit) kerkje (1711 volgens gevelsteen, later veranderd), heeft vóór op het dak een later toegevoegd zeshoekig spitsje, in een gevelnisje een houten Mariabeeldje (XVI?) en op het altaar eveneens een houten Mariabeeldje (XVI). Achter tegen den muur een oud Kruisbeeld (XVI, copie?).

3. De PASTORIE (XVIII, later vergroot) heeft nog een gestucadoorde zoldering en een met stucwerk versierden schoorsteenmantel, beide Lodewijk XV; schoorsteenstuk (XVIII B).

g 1-5. Nr. 157, zadeldak tusschen twee gefatsoeneerde topgevels en met het ankerjaartal 1667; nr. 161, ankerjaar-

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(33)

tal 1671; nr. 175, ankerjaartal 1818; nr. 366, jaartal 1822 in de pannen.

Aan de Neer een schilderachtige WATERMOLEN (XVII of XVIII), de bijbehoorende hoeve met topgevel en ankerjaartal 1717.

Neeritter.

a. Vindplaats van steenen werktuigen; bij de Belgische grens grafheuvels met Gallo-Germaansch en met Romeinsch vaatwerk.

e. De R . K . KERK (H. Lambertus), georiënteerd met 2½° zuidelijke afwijking, bestaat uit: a. een geheel effen vierkanten westtoren (XIII, thans tevens portaal), opgetrokken van achtereenvolgens zandsteen, tufsteen en mergel (inwendig keibeton), in 1842 verhoogd met baksteen en bekroond met een houten koepelspits; b. een mergelsteenen driebeukig basilicaal schip van drie traveeën op ronde hardsteenen zuilen met waterleliekapiteelen, de middenbeuk (XIV of XV, gewelf thans verdwenen) aan de zuidzijde thans blind, aan de noordzijde met kleine spitsboogvensters, de

mergelsteenen zijbeuken met kruisribgewelven, de noordbeuk (XIV-XVI?) met eenvoudige steunbeeren en spitsboogvensters (één harnas in een dichtgemetseld venster in den oostmuur behouden), de breedere zuidbeuk (XV-XVI) met dergelijke vensters en deels inwendige, deels uitwendige, aldaar met een zware

baksteenbekleeding (XVIII?) versterkte steunbeeren; c. een aanvankelijk gewelfd mergelsteenen koor (XV-XVI?) van één travee en een 5/8-gesloten polygoon, thans samen met den middenbeuk onder één gestucadoorde vlakke zoldering; eenvoudige steunbeeren, spitsboogvensters, fraai getraceerde binnennis; d. ten Z. van het koor een voorheen gewelfde sacristie (XV of XVI), thans met tusschenvloer. De kerk bezit:

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(34)

Composiet hoogaltaar (± 1700) met altaarstuk en (verwisselbaar) paneel met beeldnis;

alliantiewapen-de Waes - van Varick; zijpoortjes waarop beelden. Twee zijaltaren Lodewijk XIV.

Vier stel eiken koorbanken (XVII, zonder baldakijns); communiebank (XVIII c?).

Een-celligen biechtstoel (XVII).

Zwart- en witmarmeren doopvont (XIX A) met koperen deksel.

Preekstoel (XIX b).

Houten beelden: Twee Kruisbeelden (een XVI A, en een XVIII?), H. Ambrosius (XVI B), twee Madonna's (een XVII en een XVIII), H. Lucia (XVII); op de

koorpoortjes: H. Lambertus en H. Jozef (beide XVII a); in het altaar-frontispicium:

halfhoog snijwerk, God den Vader voorstellende.

Terracotta beelden: H. Anna met de H. Maagd, H. Barbara (beide XVII). Houten consoletje Lodewijk XV.

Schilderijen: (hoogaltaar) Christus aan het Kruis (± 1700, doek).

Zilverwerk: twee miskelken (een midden-XVIII en een 1771); H. Oliebusje met gegraveerde figuren (1653); ampullenstel Lodewijk XVI (met wapen); Mariakroontje (XVIII); drie kleine kroontjes (XVIII, een met wapen).

Rood- en geelkoperen Godslamp (XIX A); twee paar geprofileerde koperen kandelaars (XVII B); twee koperen wandarmen (een ± 1800 en een 1809).

Driestel met wapen (XVIII d); fluweelen kazuifel (XVIII); zijden koorkap (XVIII);

koorkap met zilverbrokaat (XVIII).

Drie canonborden (XVII) in schildpadden lijsten.

Klok, in 1721 gegoten door Petrus Levache.

Kastenbetimmering (± 1700) in de sacristie; lezenaar Lodewijk XV.

g 1-5. Nr. 7, ankerjaartal 1773; het hoekhuis hiertegenover dito 1775; nr. 14, 1827;

nr. 37, 1707; nr. 124, 1841.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(35)

6. W ATERMOLEN met ankerjaartal 1686.

h. De schutterij van St. Lambertus bezit een zilveren ketting met vogel (XVII), platen (1627, 1648) en koningsplaten (1627-1809).

Nieuwenhagen.

a. Urnen uit een Gallo-Germaansch grafveld op de heide, worden bewaard in het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden. Op het terrein der R.K. kerk werd een middeleeuwsche POTTENBAKKERSOVEN met resten van aardewerk (XI) aangetroffen.

e. De R . K . KERK (H. Maria, hulp der Christenen), gebouwd in 1917, bezit:

Eiken dubbel-altaar (XVIII d, tombe vernieuwd).

Kerkbanken (XVIII a).

Houten beeld (XVIII) van de H. Odilia.

Gedreven zilveren miskelk (1835).

Drie paar gegoten koperen drievoetkandelaars (XVII B); gegoten koperen altaarcarillon met greep Lodewijk XV.

Houten credenstafel Lodewijk XV, met marmeren blad.

g 1-3. Huis C 38, baksteenen accolade-boogjes (XVII?); C 138, sluitsteen met gravenkroon gedragen door twee handen; C 157, ankerjaartal 1679.

Nieuwstad.

a. Hier werd een gepolijste vuursteenen bijl gevonden.

Millen.

g. Van het middeleeuwsche SLOT MILLEN zijn, op een rond omgracht terrein, als bouwval over: a. een ronde, in Vlaamsch verband opgetrokken baksteenen toren (XIV), hoog drie gekoepelde ruimten (de benedenste koepel vernield); inwendig

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(36)

voorzien van spitsboognissen met schietgaten, waarvan eenige (later) met hardsteen zijn omkleed; b. het aansluitend benedendeel van een bouw- of walmuur met c. den overgebleven hoek van een zwaar gebouwd opgaand gedeelte; d. ongeveer 80 M.

ten O. van den toren verwijderd een vierkante, baksteenen spitsboogpoort (XV?, van den vroegeren voorburcht?) met valbrugfront en met dak (± 1800?) in den vorm van een lage, achthoekig oploopende pyramide. De poort ligt aan den langwerpigen hof van het tegenwoordige HUIS MILLEN , waarvan het zuidelijk deel van den oostvleugel het woonhuis uitmaakt, een twee verdiepingen hoog gedeelte (XVII), gebouwd van baksteen, deels met natuursteenen banden, de vensters later (XVIII of XIX) met hardsteen omraamd; de zuidelijke eindgevel, met trapgevel van twee maal drie sectoren, draagt in ankers het jaartal 1699; bij den noordelijken, eenvoudigen afsluitmuur eindigt de vleugel met een knik, alwaar een halfronde poortdoorgang, vroeger met valbrug, toegang verleent tot den hof; aan de hofzijde: een rond uitgebouwde traptoren (1838) met gegolfden helm, voorts een met een kwartrond aansluitend klein aangebouwd deel (± 1870). Inwendig: Toscaansche schoorsteennis (XIX a); eiken deurbekleeding Lodewijk XV, éénerzijds met gesneden keurvorstelijk wapen, anderzijds met cartouche, waarin monogram. De dienstgebouwen ten deele van ± 1700.

Losstaand, ten W., de voormalige tiendschuur van baksteen, met twee gevelsteenen, respectievelijk gedagteekend 1745 en 1755.

Nieuwstad.

b. De stad was vroeger versterkt; van de omwalling zijn slechts resten der grachten over.

e. De R . K . KERK (H. Johannes de Dooper), gerestaureerd in 1862 door P.J.H. Cuypers, het schip georiënteerd met gemiddeld 12° noordelijke afwijking, geheel van

mergelsteen

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(37)

gebouwd, bestaat uit: a. een driebeukig basilicaal schip (XIII) van vier traveeën met ronde pijlers met (nagenoeg alle vernieuwd) gebeeldhouwde kapiteelen, en dito: ¾ eindpijlers; de misschien op welving aangelegde middenbeuk met vlakke houten zoldering en verlicht door groote ronde vensters; onder den dakrand een

spitsbogenfries; vierkant klokkespitsje (XIX); de zijbeuken met (deels op

gebeeldhouwde kraagsteenen rustende) kruisribgewelven op rondbogen, in de vierde travee echter op spitsbogen geslagen; de zijmuren uitwendig met lisenen, aan de vierde travee met een topgevel, die den schijn wekt van een dwarsschip; de vensters halfrond en tweedeelig op (vernieuwde) kolonnet, die der vierde travee met spitsbogen en driedeelig; hooge en breede triomfboog; b. een jonger, evenwel smaller, lager en scheef aangelegd, met kruisribgewelven overkluisd koor (XIV?) van twee traveeën en een 6/12-gesloten polygoon; vernieuwd, vroeger steiler koordak, eenvoudige steunbeeren, de tweedeelige vensters met nieuw (of vernieuwd?) maaswerk;

gebeeldhouwde schalkkapiteelen en (oorspronkelijke) sluitsteenen; fraai tweedeelig ampullennisje; c. den van baksteen met mergelbanden en hoekblokken gebouwden, zwaren, vierkanten, slechts een viertal meter hoog opgetrokken aanleg van een westtoren (XV of XVI?, thans met een modernen ingang in overgangsstijl), waarop (in 1750) een uit licht muurwerk opgetrokken klokkenstoel-omschutting onder leien spits; d. en e. aan weerszijden van het koor een sacristie (XX a). De kerk bezit:

Mergelsteenen altaar (XV?) met hardsteenen mensa; twee hardsteenen mensae (XV?).

Houten tabernakel (± 1700).

Twee biechtstoelen (± 1700, geschonden).

Hardsteenen grafzerk (1664).

Houten beelden: H. Annatrits (± 1500); O.L. Vrouw (XVI a); hoofd van den H.

Johannes op een schotel (XVI);

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(38)

Kruisbeeld (XVII B); H. Brigida (± 1700); H. Johannes den Dooper (XVII d); H.

Engelbewaarder (XVIII?).

Schilderijen (voormalig altaarstuk, door C. Nicolas, 1826): Maria Hemelvaart en uitstorting van den H. Geest.

Zilverwerk: stralenmonstrans (1743); ciborie (XVII); miskelk (XVII B); dito Lodewijk XV (oud?); reliekhoudertje (XVIII d) op houten voet; wierookvat (XVII B).

Koperwerk: lavaboketel (XV); kandelaars: een paar gegoten en geprofileerd (XVII), vier paar gegoten drievoets (XVII B), drie paar gedreven drievoets (± 1700), een paar Paaschkandelaars (XIX A); een paar spiegelblakers (± 1700), een paar

eenvoudige dito's (± 1700); hangkroon (XIX b); carillon (XVIII?); klein Kruisbeeld op voet (XIX a). Bronzen bel (XVII?).

Kazuifel van goudleder (XVIII a); driestel, waarvan de kazuifel met wapen (XVII d); twee kazuifels (XVIII); velum met tafereel en wapen (± 1700).

Drie klokken, waarvan een (1522), een in 1789 gegoten door J. Simon en G. (of C.) Foissey, en een in 1840 door A. en C. Gaulard, vader en zoon.

Op het kerkhof twee steenen grafkruisen (? en 1754?).

g 1. Het HUIS WITTEM , opgetrokken van baksteen (thans gewit, de vensters en de hoeken van het huis met cementbepleistering afgezet), vijf vensters breed, twee vertrekken diep, is een boven een onderkeldering twee verdiepingen hoog woonhuis (± 1700) onder schilddak; aan den achterkant een halfronde met den nok slechts tot onder den dakrand reikende uitgebouwde halfronde (toegevoegde) kapel.

2-5. Gevelsteenen met jaartallen: Nr. 78 A, 1820; nr. 81, 1786; nr. 88, 1(8)50?;

nr. 95, 1736.

6. Aan den weg naar Sittard, op de pijlers van een boomgaardafsluiting, twee zandsteenen draken (XVII?), afkomstig van een schouw.

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

(39)

Noorbeek.

e 1. De R . K . KERK (H. Brigida), gerestaureerd 1911-1913 door den architect W.

Sprenger, georiënteerd met 27° noordelijke afwijking, opgetrokken van mergel, bestaat uit: a een driebeukig basilicaal schip (oorspronkelijk XIII d en niet gewelfd) tellende (aanvankelijk vier, thans) vijf traveeën, de hardsteenen zuilen met

Maaskapiteelen, de zijbeuken herbouwd (± 1500, het vijfde vak later) en het geheel overwelfd (± 1500) met netgewelven over den middenbeuk en den zuidbeuk, met kruisribgewelven over den noordbeuk; b. een met ster- en netgewelf overkluisd koor (XV d) bestaande uit één travee (thans middenbeukveld) en een 3/6-gesloten verlengd polygoon; c. een geheel vierkanten effen toren, waarvan de voet (XIII) van

zandsteenblokken met hardsteenen hoekblokken (XIII), de romp van mergel is gebouwd (XV d, de bovengeleding later), de achthoekige spits met leien is bekleed;

d. een sacristie (1780); e. een baksteenen portaal (1841) met doopkapel. De kerk bezit:

Eiken hoogaltaar (1768). Piscina (in den zuidoostelijken koormuur).

Biechtstoel (XVII, thans kast).

Eenvoudige kerkbanken (XVII).

Eiken preekstoel (1641, geschonden).

Orgel (1850).

Houten beelden: Kruisbeeld, waarschijnlijk copie naar een (XVII). Maria en Johannes (XVI a).

Overblijfselen van muurschilderingen in den noordbeuk, op den triomfboog en in het koor. Altaarschilderij: Christus aan het kruis.

Zilverwerk: stralenmonstrans (XVIII c, veranderd); voet van een reliekhouder (XV); ciborie (XVIII b); miskelk (XIX A); wijwaterbakje als Christuskop met doornenkroon (1711).

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel VIII, II. De provincie Limburg (Meerloo-Zwalmen)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kruisribgewelf over het choor. Cosmas en Damianus), een baksteenen gebouw, bestaat uit een schip met een noordelijken zijbeuk (± 1300), in welks verlengde een sacristie (XV,

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Friesland.. Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De

Gevel (± 1500, geverfd), gewijzigd (XVII d) tot halsgevel met gebogen fronton en festoenen.. Laatgothische zuiltjes

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel V, II. De gemeente Amsterdam.. Flinck), Cajus Fabricius in het kamp van Pyrrhus (1656, door F. Bol),

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Zeeland.. Driekoningen), omgeven door eene gracht en kerkbrink, is een baksteenen gebouw

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Overijssel.. Het HUIS B RECKELENKAMP , in 1391 vermeld, XVII A herbouwd voor Everhard Bentinck

De provincie Limburg (Amby-Meer).. De HOEVE HET H UISKEN , van een verdwenen kasteel, heeft een symmetrisch, één verdieping hoog baksteenen front met vensters en blinde nissen; de

Voorloopige lijst der Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. De provincie Noord-Brabant.. Willibrordus) bestaat uit een driebeukig basilicaal aangelegd schip van