• No results found

Kladboek Bezige bij, nietwaar, onze premier? Vorige week maandag hield hij spoedoverleg met

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kladboek Bezige bij, nietwaar, onze premier? Vorige week maandag hield hij spoedoverleg met"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Kladboek

Bezige bij, nietwaar, onze premier? Vorige week maandag hield hij spoedoverleg met vakbonden en werkgevers. De dag nadien organiseerde hij spoedoverleg over de veilig- heidssituatie in Brussel. Op woensdag besprak hij het samenwerkingsfederalisme met het Waalse gewest en de Franstalige gemeenschapsregering. Donderdag beloofde hij stoer op de Europese top dat hij Griekenland ter hulp zou snellen als dat nodig moest zijn. En vrijdag bestudeerde hij een nota van het Planbureau waaruit hij afleidde dat het met de begroting nog veel minder erg is gesteld dan eerder al was aangekondigd. En uiteraard werd daarover allemaal netjes en uitgebeid verslag uitgebracht aan de pers.

Die hij in tegenstelling tot het verleden zo veel mogelijk probeert te lijmen, want hij zal de steun van de media hard nodig hebben wil hij met enige kans op slagen de ver- kiezingen ingaan.

Maar wat hebben die drukke bezigheden dan wel aan concrete resultaten opgele- verd? Volgens Leterme is het sociale overleg alvast opnieuw geopend, maar dat is larie en apekool. Vakbonden en werkgevers zijn vriendelijk verzocht na te gaan of ze tegen begin maart een agenda kunnen opstellen voor toekomstig overleg. Moest zelfs dat niet lukken, geen kat die weet hoe het dan verder moet. Wat is er bereikt om in de straten van Brussel weer rust en orde te doen heersen? In elk geval niets dat de Bel- gische politievakbonden ervan kon weerhouden een stakingsaanzegging in te dienen, terwijl Picqué van het Brusselse gewest verklaarde dat hij verder geen federale inmen- ging nodig had. Het door de geitenboer zo gekoesterde samenwerkingsfederalisme loopt dan weer spaak op de weigering van Franstalige zijde om snellere saneringsin- spanningen te leveren, en de Belgische overheidsschuld ligt procentueel niet zodanig ver onder de Griekse dat wij het ons kunnen permitteren vanop de Akropolis plots Wilde Weldoener te gaan spelen. En het feit dat het Planbureau een hogere econo- mische groei voor dit jaar voorspelt dan de regering bij de opmaak van de begroting had voorzien, is een vergiftigd geschenk. Leterme en Vanhengel willen het nieuwe cij- fer van het Planbureau gaan gebruiken om zonder problemen door de begrotingscon- trole van maart te geraken (extra groei betekent extra inkomsten), maar de toestand van de wereldeconomie is erg fragiel, en de speculatie tegen de euro en de eurolan- den met een hoge schuldenberg kan het beeld snel doen kantelen. België is nog lang niet uit de gevarenzone.

Spekschieters

Maar, zo wordt ons toegeroepen vanuit de Wetstraat 16, deze regering doet ten- minste niet aan steekvlampolitiek! Zij zet niet meteen het zware geschut in, maar bouwt stap voor stap een munitievoorraad op, om die dan op het gepaste moment op het einddoel te kunnen afvuren. Pfft, wat ons betreft wordt er op dit ogenblik vooral met spek geschoten en doet Leterme ons meer en meer denken aan Verhofstadt die ook alle gelegenheden te baat nam om zijn goednieuwsshow de wereld in te sturen.

Van Herman van Rompuy heeft Leterme de rustige vadsigheid overgenomen, van Ver- hofstadt het Angelsaksische “government by announcement”, wat we kunnen verta- len als “regeren door communiqués te lanceren”, of, op onze manier, roeptoeterpo- litiek. Kan ook moeilijk anders met een regeringsploeg die met haken en ogen aan elkaar hangt en waar de ene partner de andere het licht in de ogen niet gunt. Los dan nog van het feit dat we allemaal goed weten waar de echte macht zit, een feit dat door de Amerikaanse ambassadeur nog eens op weinig diplomatieke wijze, maar wel krach- tig is onderstreept.

Trouwens, één van de politieke hoogtepunten van vorige week was alweer het optre- den van PS-minister Daerden, die in de Kamer zijn “Groene Boek” over de pensioenen kwam voorstellen. Een turf van 278 bladzijden, maar verspil geen tijd met te proberen het te lezen. Als een ware circusbaron toverde Daerden de truc met de duif tevoor- schijn: misschien moeten we tegen 2030 maar eens de gemiddelde reële pensioenleef- tijd in dit land op 63 jaar trachten te brengen. Voor een goed begrip: dat is geen beslis- sing. Het is zelfs geen beleidsaanbeveling. Het staat in het groenboek ingeschreven ‘à titre d’exemple’, als voorbeeld van een maatregel die eventueel kan worden overwogen.

Dat hele verslag is met andere woorden een maat voor niets. Al wisten we dat eigenlijk al na het interview in Knack eind januari met Michel Jadot, het brein achter de “Natio- nale Pensioenconferentie” en gewezen topambtenaar van, jawel, de PS. Ze hadden die boel beter in handen gegeven van Frank Vandenbroucke, maar die is door zijn eigen partij gelimogeerd, onder meer omdat hij overhoop lag met de kameraden van de PS.

De dertig pagina’s scherpe analyse van de dreigende ondergang van de Belgische wel- vaartsstaat die hij vorige week naar buiten bracht, herleiden het tussentijdse rapport van Daerden evenwel tot wat het is: geen groenboek, geen witboek, maar een klad- boek, typerend voor deze federale regering die tot nu toe niets dan knoei- en pruts- werk heeft afgeleverd, en waarschijnlijk nooit verder zal geraken dan dat. Wacht maar tot Brussel-Halle-Vilvoorde terug naar de oppervlakte komt. Dat de Vlaamse bewe- ging dan maar werk maakt van haar artillerie!

De machtigste na Obama (zie blz. 2)

Den Blooten President

Leedvermaak is niet mooi en dus bezon- digen we ons er niet graag aan. Onze chris- telijke achtergrond dwingt ons eerder in de richting van medeleven, vandaar wat volgt.

Leef u in, beste lezer. Na lange frustre- rende oppositiejaren word je bevorderd tot eerste burger van het land. Omstandighe- den buiten je wil, duwen je daarna in de zetel van regeringsleider, maar je wordt snel rege- ringslijder. Het verbale truukje van de rustige vastheid pakt een tijdlang verf, maar verstan- dig als je bent, besef je beter dan wie ook dat de waarheid vroeg of laat een hard oordeel zal vellen over de stuurloosheid waar je de incarnatie van bent.

Dan dient zich een nieuwe promotie aan op het Europese toneel. De meer dan eer- volle functie van eerste “president” van de Europese Unie valt als een appel in je schoot.

Je kunt het Belgische modderbad, waar toch geen eer te halen valt, inruilen voor de rode matten van het Europese prestigetoneel.

Dan breekt het ogenblik aan dat je voor het eerst echt je rol moet gaan spelen. Je roept de Europese leiders samen om eens na te denken over de sociale toekomst van het Avondland, maar de failliete Grieken gooien je agenda overhoop. Komt het geplande thema dan toch tijdens het nagerecht even aan bod, dan verdwijnen de beduimelde papiertjes met je eigen hersenspinsels meteen onder de blinkende brochures die concurrent Bar- roso liet opstellen.

Wanneer de persfotografen bij het bui- tenkomen van de vergaderzaal beginnen te flitsen, sta je bedremmeld op de tweede rij als een kansloze spurter die de laatste bocht heeft gemist en meer ziet van de rug-

nummers van de echte vedetten dan van de eindstreep. De Wall Street Journal drukt een groepsfoto af, maar vergeet zowaar de naam van de “president” te vermelden onderaan.

Alsof hij de koffiemeneer van dienst is, die toevallig te dicht bij de echte mensen stond.

De vernedering dat madam Merkel je meewarig naar voor trekt en hoorbaar fluis- tert wat je te doen staat, wordt ongenadig door de camera’s geregistreerd en in miljoe- nen huiskamers gesmeten.

Als je aan het bordes een mededeling mag voorlezen namens de vergadering, gaat elk woord verloren in het geroezemoes, omdat je te ver af staat van de microfoons. Je moet het huiswerk overdoen en verslikt je dan in het Engels, wat je absoluut niet goed af gaat.

Daarna volgen twee persconferenties. Die met Merkel en Sarkozy wordt druk bijge- woond, die van jezelf trekt een handvol onge- interesseerde perskoelies, die meer geeuwen dan vragen stellen.

Slechts één vernedering bleef “president”

Van Rompuy bij zijn eerste echte optreden bespaard; de knoopjes van zijn gulp - een Europese president met allure draagt geen broeken met rits - zaten zoals het hoort dicht. Maar voor de rest stond hij - figuurlijk - poedelnaakt. U zult begrijpen, goede lezer, dan een blooten kooninck meer dan gewoon meevoelt met het wrede lot dat onze blooten president te beurt viel. Ook Van Rompuy leek de vertegenwoordiger van een eenmanscol- lectief, met alle eenzaamheid die aan dat sta- tuut verbonden is. Hij vindt in de steller dezer regels een meevoelende ziel.

EEnmanscollEctiEf

DEn BlootEn KoonicK

Deze week :

• De machtigste na Obama 2

• Brief aan Marianne Thyssen

(met de verschuldigde eerbied)

3

• Tienerpukkels 4

• Kerk en Vlaamse beweging 5

• Chamberlain-Vlamingen 6

• Kalender 12

• Roddels 14

Plankzeil als de bliksem naar www.pallieterke.info

Marcus Thesaurus Sneeuwscooters

65

ste

jaargang • nummer 7 • woensdag 17 februari 2010 1,85 euro

(2)

De dingen dezer dagen 2

17 februari 2010

“Welkom in Absurdistan”

Het electoraal geïnspireerde en in een fail- liete “modelstaat” onuitvoerbare voorstel van de spallochtonen om het pensioen voor iedereen op te treken tot drie vierden van zijn laatste wedde, weerhoud ik bij gebrek aan werkweekdagen niet eens. En evenmin dat van ministeriële zuipschuit Daerden om de minimumleeftijd die recht geeft op pen- sioenaanvraag op te trekken naar 63 jaar.

Over het dan weer wel weerhouden prin- selijke negeren van een maximumsnelheid op de openbare weg kan men zich afvragen of dat te wijten is aan verregaande arrogan- tie of aan dito domheid? Of aan een mixslaa- tje van beide? Vermits zijn “ik sta boven de wet”-demonstratie geen ongelukken ver- oorzaakte en de gevolgen van een gebeurlijk

“flitsen” van zijn “wagentje” met bekwame spoed geseponeerd zullen worden, kiest u beter zelf. Zodat ik me door weglaten van verdere commentaar ook een dosis ergernis aan prinselijke fratsen kan besparen.

De interpretatie van verkeersregels door

“le prince” biedt me wel onmiddellijke aan- sluiting bij, één, het in 2009 gevestigde wereldrecord aan uitgeschreven verkeers- boetes, betaald of nog te betalen door de modale burger. En twee, het feit dat men bij de politie in Bilzen er alvast van overtuigd is dat het nog stukken beter kan dan de vorig jaar drie miljoen (!) uitgeschreven boetes die

“allemaal sam” goed waren voor 344 miljoen (!!) europoen. Vooral Vlaamse uiteraard, gestort in het bodemloze staatskasvat.

De uitdaging “alles kan beter” in petto houdend, speuren politiemensen vanuit een anonieme wagen op Bilzense wegen nu met een verrekijker naar chauffeurs en/of pas- sagiers die verzuimd hebben zich vast te riemen. Naar zeggen van de “speurders”

werkte die “techniek”. Er werden immers meer dan dertig procent meer overtredin- gen vastgesteld. Zodat de eerste resultaten vastgelegd konden worden onder de rubriek

“bemoedigend”.

Dat wie zijn gordel niet aansnoert, alleen zichzelf in gevaar brengt bij een eventueel ongeluk, ontgaat deze “strebers” naar (nog) meer veiligheid voor alle weggebruikers even. In al zijn laaiend enthousiasme liet één van de “speurders” aan de media zelfs weten dat hij zijn verrekijker nog als cadeau had gekregen ter gelegenheid van zijn plechtige communie. Waarvoor, vanwege het gebruik voor het goede doel, zoveel jaar na datum toch nog mijn oprechte gelukwensen...

Gebrek

Het moment om deze heuglijke en ingrij- pende maatregel tot verbetering van de samenleving in de openbaarheid te brengen, was blijkbaar met de grootste zorg geko- zen. En dus liep de blijde mare gelijk met dat andere opbeurende nieuws dat, alweer één, met de inbreng van de kalasjnikov in Brus- sel ter verdediging van bepaalde belangen de meerwaarde van de lokale multicultuur nog eens stevig in de verf was gezet. En twee, de criminaliteit in het voorbije jaar opnieuw met negen procent gestegen was.

De mondige autochtone brave burger in welke Belgische grootstad ook, heeft geen verrekijker nodig om zowel de materiële als de morele verloedering vast te stellen. Een vergrootglas evenmin. Een gewone schuine blik in eigen straat in sommige wijken, liefst voor valavond, volstaat ruimschoots.

Maar dat volstaat dan weer niet voor ver- antwoordelijke politiekers die, nogmaals één, druk doende zijn om samen te zitten, de toe- standen te bestuderen, te evalueren en daar- over opnieuw samen te zitten op de eche- lons van diverse regeringen. En twee, elk pril begin van wat van ver op een beslissing zou kunnen lijken - ik refereer naar de “nul- tolerantie” - afgeschoten zien door ofwel tegenwerking van een andere regering dan de hunne, ofwel door de instantie die het prille begin van een poging tot beslissen niet in de praktijk kan brengen.

Om de overbekende redenen als daar

zijn gebrek aan middelen, gebrek aan per- soneel, gebrek aan onderlinge verstandhou- ding, gebrek aan juiste communicatie, gebrek aan ongeveer alles, behalve mogelijk straks overal in Vlaanderen - wie zal het zeggen? - gebrek aan verrekijkers.

De lezersrubriek in kranten die er één hebben en haar niet te veel aan censuur blootstellen, weerspiegelden perfect de mening van Jan met de pet over één en ander.

In verband met het verhaal over de verrekij- kers beweerde iemand uit Testelt enigszins overtrokken “dat we tien jaar geleden in een paradijs woonden.

Nu moet men aan de landsgrenzen bor- den zetten waarop “welkom in communis- tisch China”.”

Ook die ene rechtschapene uit Mol had zijn mening. Hij vond het “ongehoord” dat er onbegrip heerste over het gebruik van de verrekijkers. Hij stelde ook vast dat de

“verzuurden” (sic) die daar in opstand tegen kwamen, niet beseften dat ze bij een ongeval zonder gordeldracht grotere kans op groot letsel maakten. Als kennelijk “verzuurde”

wil ik opmerken dat ik dat wel degelijk besef, maar dat ik er niet echt van houd vanop afstand in mijn karretje bespied te worden.

Maar ik besef dat de rechtschapene in kwes- tie er allicht moeite mee heeft dat te besef- fen.

Een “verzuurde” uit Aalst wenste de ver- rekijkeragenten geluk met het “bemoedi- gend” resultaat. Hij vroeg zich tegelijkertijd af of ze hun kijker geen dagje in bruikleen konden geven aan hun collega’s rond de E 313? Kwestie vanop afstand de diepte van de putten in het wegdek in te schatten en door te bellen naar Algrobo! Een laatste - om het af te leren - van iemand uit Merelbeke. Die ergerde zich kapot aan zowel de verrekij- kers als de “faits divers” in Brussel. “In Ant- werpen”, aldus de briefschrijver, “werd com- missaris De Bie ontslagen en veroordeeld omdat hij een paar verdachten te hardhandig had aangepakt. In Brussel brengt een com- missaris zijn agenten zelf naar huis om te beletten dat ze onderweg in elkaar worden geslagen. Het is hier niet Griekenland aan de Noordzee, maar Afghanistan. Wanneer mogen we de Taliban verwachten?” Naar mijn gevoel mogelijk wanneer in onze model- staat door een gazet per dag niet één, maar twee kemels genoteerd zullen worden. En daar zijn we, zo valt te vrezen, dankzij “het beleid” veel minder ver van af dan een recht- schapen kletsmajoor zou denken.

D.Mol

Er is een tekort aan weekwerkdagen. Dat valt af te leiden uit de reeks blunders die Gazet van Antwerpen vergaarde. Eén voor elke dag. Van het “divers feit” in Brussel via het truweelwerk en de te hoge kraan op de E 313 tot een trein op het verkeerde spoor. Het ganse zootje ongeregeld binnen één en dezelfde week ver- zameld onder de titelkoepel “Welkom in Absurdistan”. Die ik voor de gelegen- heid even in bruikleen neem hoewel de Frut die zelf van ons heeft geleend. Mis- schien doet de gazet er voor een volgend “overzicht” goed aan ook zaterdag en zondag in te schakelen. Vermits er geen twijfel kan over bestaan dat ook kemels van het niveau politionele verrekijker van Bilzen en het voetenvegen van Filip de Taaie aan de smogsnelheid recht hebben op een prominente plaats op het Bel- gische kluchtenplatform.

De machtigste na Obama

Wie zou denken dat zo’n rekruterings- techniek er toe zou leiden dat het Ameri- kaanse ambassadekorps een zootje incompe- tente elleboogwringers vormt, vergist zich.

Het gaat - uitzonderingen niet te na gespro- ken - dikwijls over competente mensen die de wereld kennen en als ze al niet overlo- pen van charisma, dan zijn het tenminste handige manipulatoren die de ruimte ach- ter de coulissen helemaal vullen. Overschot aan karakter en zelfbewustzijn hebben ze zowat allemaal. Howard Gutman ook. Hij behoort trouwens tot het extraverte type en zijn rondgang bij de media na zijn aan- stelling, maakte hem meteen erg zichtbaar en sympathiek.

Geen domme jongen, die Gutman. Iemand die macht ruikt. Vandaar dat hij op de kar sprong van Obama. Die startte niet echt als favoriet, dus mensen die hem als dé kansheb- ber zagen, hebben oog voor politiek talent.

Nog niet helemaal bij

Het mag dan niet verbazen dat Gutman snel begrepen heeft wie in onze driehoek de plak zwaait. Op een lunch voor een Brus- selse zakenclub sprak hij woorden die aanto- nen dat de man het hier allemaal al helemaal begrepen heeft. Hij wil dat Laurette Onke- linx de regering overhaalt om meer troepen naar Afghanistan te sturen en sprak daar- bij volgende historische woorden uit: “Als Onkelinx een stap voorwaarts zou doen, wie zou in België dan niet volgen?” Als ze wat meewil met Afghanistan “zou ze na mijn pre- sident de machtigste persoon in de wereld kunnen worden.”

Voilà, zo liggen de kaarten in dit land. Dat weten wij allang, maar u leest dan ook een

‘bekrompen Vlaams-nationaal’ weekblad. Nu zegt ook dé man van Obama in Brussel het.

Zowaar luidop, want De Standaard pikte zijn woorden op en zette ze op de voorpa- gina. De juistheid van Gutmans woorden bleek trouwens dezelfde dag. Onkelinx wil niet meer Belgische troepen en ze komen er dan ook niet. Obama is sympathiek, maar de PS kiest de eigen weg. In een commen- taar schrijft De Standaard dat Gutman de eerste les van de Belgische politiek uitste- kend heeft begrepen: de PS leidt de dans.

Maar de tweede en derde les kent hij nog niet. Twee: je mag het niet hardop zeggen en drie: je kunt de PS proberen te lijmen, maar op het eind van het verhaal doet die partij toch haar zin.

PS-saboteurs

In De Standaard van het weekeinde staat een groot interview met Onkelinx. Die bepleit daar zowaar grote hervormingen.

Dat is nieuws, want doorgaans duwt die par- tij vooral op het rempedaal. En dus gebeurt er niets (remember Gutmans les). Maar als je het interview leest, dan leert de ruimte tus- sen de regels vooral dat Onkelinx niet teveel wil veranderen en verder alleen wil veran- deren om er voor te zorgen dat in essentie alles bij het oude kan blijven.

Ook bij De Morgen is dat intussen doorge- sijpeld. Chef-politiek Bart Eeckhout schrijft een analysestuk over het essay van Frank Vandenbroucke over onze welvaartsstaat.

Met dat essay haalde Vandenbroucke trou- wens meer persbelangstelling dan de sp.a met haar pas gelanceerde pensioenplan.

Gênant voor Gennez. Maar we hadden het over de PS.

Waarom is Daerden minister van Pensi- oenen? “Om er vooral voor te zorgen dat elke mogelijke hervorming afgeblokt wordt.”

Voor hem deed Arena dat, met dat voordeel

“dat ze elke gewenste stilstand in het beleid met een parfum van vernieuwing” kon ver- hullen. In Paars II was Arena minister van Ambtenarenzaken geworden “met als enige doelstelling de uitwerking van de Coperni- cus-hervorming van haar voorganger Luc van den Bossche (sp.a) te saboteren. Ook daar is ze overigens meesterlijk in geslaagd.”

De citaten komen van de chef-politiek van De Morgen, ooit het ledenblad van de sup- portersclub voor Paars. Nog eentje, over

de pensioenproblematiek: “Krap anderhalf jaar voor de volgende verkiezingen kunnen we ons nu al gerust aansluiten bij de cynische conclusie van Michel Jadot, voorzitter van de Nationale Pensioenconferentie en PS-appa- ratsjik op rust: er zal in deze regeringsperi- ode niets meer bougeren.”

De PS-ziekte is besmettelijk. Eeckhout nog: “Met name in de huidige federale rege- ring schijnt intussen nog altijd de overtuiging te leven dat we er met sussen en tijd win- nen ook wel zullen komen.” Of nog: “Yves Leterme (CD&V) en Guy Vanhengel (Open VLD) (...) zeggen dat het allemaal wel zal meevallen, als de economische groei maar wat meevalt.” Zeg dat De Morgen het alle- maal gezegd heeft.

Vandaar natuurlijk de vriendelijke woor- den voor Leterme van Onkelinx in het inter- view met De Standaard, die dan toch de Van Rompuy die niet Van Rompuy heet gewor- den is. Neen, wij zijn niet het Griekenland aan de Noordzee. In Athene hebben ze wèl door hoe erg de situatie is.

J K Een onbetwistbaar maar niet té uitgesproken politiek profiel, een persoonlijk fortuin, een stevige donatie voor het verkiezingsfonds van een presidentskandi- daat en het geluk dat die kandidaat de verkiezingen ook wint. Wat komt uit zo’n cocktail als we het over de Verenigde Staten hebben? Juist, een ambassadeur.

Hoe rijker en hoe groter de donatie, hoe belangrijker het land dat je krijgt toe- bedeeld. Zo werkt dat in de States. Vroeger en ook nu, met Obama. En daarom mag de steenrijke zakenman Howard Gutman de USA vertegenwoordigen in Brussel, de hoofdstad van een klein landje, maar wel centraal gelegen - letter- lijk en figuurlijk.

Zuur

Wie vorige week de Zot van A op televi- sie zag, nadat bekend was geraakt dat de Raad van State de klacht had verworpen van het Antwerpse restaurant ‘Het Pomp- huis’ tegen de bouw van de fameuze Lange Wapper (zo ongeveer dwars over hun behui- zing), moet meteen iedereen beklaagd heb- ben die die dag nog in het bijzijn van Het Onderlijfken moest vertoeven, in welke hoedanigheid ook. Minister-president Pee- ters had zijn meest beate plechtige commu- niesmoeltje - gedeponeerd merk, exclusief geproduceerd bij CD(&V) - opgezet, want zag plots licht aan het eind van de... brug.

En Jansens, die had gehoopt dat een ander de vuile boodschappen voor hem zou doen, is eraan voor de moeite. Hij moet straks voor heel Antwerpen en verre omgeving met de sossenbillen bloot en mag gaan uit- leggen waarom hij liever met Groen! op een verkeersinfarct afstevent, dan constructief mee te werken aan de verbetering van het LW-tracé. En daar moet inderdaad nog één en ander aan recht gebreid worden!

(3)

3

De dingen dezer dagen

17 februari 2010

Van Mozes tot hoofddoek

Wie vorige donderdag wegens het barre winterweer op de Debatclub afwezig was, had (andermaal) ongelijk, want de àànwe- zigen waren het erover eens dat het tussen Bart de Wever, Filip Dewinter en Hugo Cove- liers een verhelderende, maar toch waardige en hoffelijke gedachtewisseling was (na een serene herdenking van de “onmisbare” reus die pater Adriaan Aernouts was) over het uiteindelijke doel van de Vlaamse beweging, waarbij het drietal enkel over de middelen van mening verschilde: Vlaamse onafhanke- lijkheid. En tot welke verrassende teletijd- sprongen zo’n debat leiden kan, mocht het aandachtige en waakzame publiek ervaren toen Filip Dewinter zowaar Mozes (niét de spruit van Freya VdB) vanonder het bijbelse stof haalde om het Vlaamse vrijheidsstre- ven te wettigen. Wees niet bang en neem uw land in bezit, porde Mozes zijn volk aan en toen dat volk begon te morren over veel sterkere mannen aan de andere kant, gebood de leider kordaat: Wij nemen ons land! Filip Dewinter vindt dat Vlaanderen het wapen van de eenzijdige onafhankelijkheidsverkla- ring moet durven gebruiken, al was het maar alleen als dreigement. Dat is níét onrealis- tisch, meent hij. Kijk maar naar de Belgische staat die tot stand is gekomen na zo’n eenzij- dige onafhankelijkheidsverklaring. Wij moe- ten de Belgische staat uit elkaar doen spat- ten, klinkt het ferm: “Liever vandaag dan morgen!” Uitdrukkelijk applaus.

Hugo Coveliers vond de Maddens-doc- trine goed en Maddens boek daarover nog beter, want het is een uitgekookte, ratio- nele strategie, maar, waarschuwde de erva- ringsdeskundige, politiek is allesbehalve rati- oneel. Als oud-VU’er die gezien heeft hoe de VU haar vleugels verbrandde door regerings- deelname, waarschuwde hij de Vlaams-nati- onalisten - hij bedoelde uiteraard de N-VA - voor hetzelfde gevaar. Voor de verkiezin- gen van 2011 moeten de V-partijen zich in elk geval akkoord verklaren met minstens een minimaal programma, waarin zeker de vijf resoluties van het Vlaams Parlement moe- ten voorkomen. Voorts betreurt Coveliers dat de Vlaamse politici in 2007 hun “momen- tum” hebben gemist door mee in de rege- ring te stappen, ondanks hun belofte dat niet te zullen doen zonder de nodige her- vormingen.

Bart de Wever verdedigde vanzelfspre- kend de actieve aanwezigheid van de N-VA in de Vlaamse regering (wie had anders ver- wacht?). Met wat ironische lof voor de bijbel- kennis van Filip, vond Bart de Wever de ver- gelijking met het volk van Mozes niet opgaan, want wie bezet er óns land? Dat is ons eigen volk, meent de bijna-slimste-mens. Als dat volk in grote meerderheid “neen” zegt tegen onafhankelijkheid, dan komt die er niet. Het is niet omdat in deze zaal de grote meerder- heid “ja” zegt, dat het in heel Vlaanderen zo is. Wij hébben ons land in bezit, betoogt de historicus, maar het is niet Tijl die hier zijn zaad heeft gezaaid, maar Lamme Goedzak.

Het akkoord over de vijf resoluties is tien jaar geleden al door alle partijen gestemd, vervolgde hij. Als elke partij niet meer aan tafel gaat zitten zonder uitvoering van die vijf resoluties, staan we al een grote stap ver- der. De V-partijen moeten niet samengaan, meent hij, maar elk op hun eigen terrein wer- ven voor de volgende verkiezingen.

Dewinter terug naar Mozes. De bezetter hier is wél België en altijd moet één groep de meest radicale positie innemen en zich spie- gelen aan buitenlandse voorbeelden als de Balten, de Esten, de Letten, de Kroaten, de Tsjechen, die zich uit een totalitaire bezet- ting hebben weten te bevrijden. Hij noemde het de historische taak van zijn partij altijd op dezelfde nagel te blijven kloppen. “Dat zal mij geen ministerspost, zelfs geen bur- gemeesterspost opleveren”, zei hij niet zon- der zelfkennis, maar “ooit bereiken wij de onafhankelijkheid!” Lang applaus en na de pauze een stortvloed aan “vragen”, w.o. “in de gerechtshoven zijn alle kruisbeelden weg- gehaald, waarom dan de hoofddoeken niet?

(Applaus!) Vergelijk die hoofddoekenaffaire van arrogante moslims met protestacties van TAK over B-HV of “België barst!”. Dan zijn de MP’s onmiddellijk daar om de protestan- ten van de politieke tribune te halen. (Uit- drukkelijk applaus).

Uiteindelijk eindigde de avond op een posi- tieve noot: laat ons onder de V-partijen een niet-aanvalspakt overeenkomen. Een vari- ante op de godsvrede dus.

Vlaamse ego’s aller V-partijen, de daad is aan u!

hvo

Vlaams-Nationale debatclub

Vaarwel ‘onze pater”

Op vrijdag 12 februari is de eerwaarde pater dominicaan Adriaan Aernouts in de ruime Heilig-Kruiskerk van Sint-Amandsberg ten grave gedragen. De Heilig-Kruiskerk is een vrij jong gebouw dat ruimte genoeg bood voor de grote familie van “nonkel pater”, evenzeer voor zijn confraters, maar ook voor de Vlaamse beweging en de parochies en de scholen die “onze pater” een gelovig afscheid en eerbetoon wilden bieden.

Pater Aernouts was zeer geliefd. Als domi- nicaan voelde hij zich geroepen tot prediking

en onderwijs, domeinen waarop zijn orde al sinds haar ontstaan in 1215 zeer actief is.

Pater Aernouts was zeer gedreven in het beleven van deze roeping en met zijn opmer- kelijke stentorstem - “een stem die in de Griekse mythen boven Troje uitgalmt” - wist hij zijn leerlingen altijd goed bij de les te hou- den. Als leraar droeg hij zijn geloof geestdrif- tig uit en bleef hij zijn Vlaamse overtuiging trouw, ook “na 1968 toen de oude ideeën werden afgebroken”, zoals de voorganger het subtiel verwoordde. Zijn grote voor- beeld was abt Dom Modest van Assche die omwille van zijn Vlaamse overtuiging na de Tweede Wereldoorlog het leven bijzonder zuur werd gemaakt. Nog enkele dagen voor zijn dood merkte pater Aernouts op dat de Vlaamse kwestie nog lang niet was opge- lost. De voorganger haalde in dit verband de brief van Paulus aan de Thessalonicen- zen aan: “Liefde vergaat nooit, dus evenzeer de liefde voor ons volk en voor ons mooi

‘dwaas’ geloof.”

Aernouts’ overtuigingen, zijn geloof en zijn liefde, werden door de voorganger zeer waardig en fijnzinnig naar voren gebracht.

Heel anders hoe de nicht ‘namens de fami- lie’ het woord nam. Ze schetste haar oom als een “bourgondiër uit het Gooreind”, als predikheer en grote Vlaamse held in het volle leven met de bijzondere gave van het woord.

“Maar”, kon ze niet nalaten te stipuleren,

“achter het Vlaamse gedachtegoed staat de familie niet, we zijn nu wereldburgers van de twintigste eeuw.” Daarmee ging deze nicht uit een andere wereld voorbij aan de inzet van nonkel pater om via de bouwgroep Ont- wikkeling in Tunesië bejaardentehuizen en weeshuizen te bouwen. Als leraar godsdienst trok hij tijdens de zomervakantie gedurende jaren samen met het VTI Aalst naar allerlei projecten van de bouworde waar hij samen met tientallen jongeren in de brandende zon onbetaald hard labeur verrichtte. Na de val van het communisme is de bouwgroep met volle steun en medewerking van pater Aer- nouts actief geweest in Polen, Hongarije en Oostenrijk.

Pater Aernouts roeide duidelijk tegen de stroom in, was sterk en dynamisch, gaf nooit zijn idealen op en vergat zijn Kempense wor- tels niet. Zijn confrater sprak de hoop uit

“dat je ons Vlaamse land zal blijven zege- nen”. De familie wou geen bloemen of kran- sen en op de kist lag enkel een witte stool, niet de grote stool met de gouden Vlaamse Leeuw van Pater Aernouts. Het bidprentje was een “dankbare herinnering aan onze confrater”. We citeren: “Pater Adriaan, we missen uw vriendschap, maar je bent niet dood. De Heer heeft je onverwachts geroe-

Aan Marianne Thyssen Veel CeeDee, weinig Vee Oud-Heverlee

Gij Tsjeefteef,

Ja, natuurlijk is dat een oneerbiedige aanspreektitel, maar hoe zoudt gij anders willen dat wij u noemen? De “machtigste vrouw van het land” misschien, omdat gij voorzitster moogt spelen van een partij die een premier, een minister-president en een vaste voorzitter van de raad van staatshoofden en regeringsleiders levert?

Neen, dat komt niet over onze lippen, zeker niet nu de Amerikaanse ambassa- deur vorige week nog eens duidelijk heeft onderstreept bij wie de echte macht ligt in de Belgische constructie. En dat zijt niet gij maar de bazin van de zelfbedieningsketen PS: twee koppen kleiner dan gij, maar des te flinkser, linkser en Onkelinxer. Ambas- sadeur Howard Gutman zal intussen wel op de harde schijf van de rancuneuze Yves de la Tourette staan, maar dat verandert niets aan de zaak. Niet Tourette maar Lau- rette steekt hier de trompet.

Laten we de zaken dus maar onverkort weergeven zoals ze zijn. Gij, mevrouw, geniet de triestige eer aan het hoofd te staan van een bende labbekakken die omwille van de smeer alle principes in de steek laten die ze twee jaar geleden nog bezwoeren te verdedigen. En gij geeft in een interview met Le Soir zelf duidelijk aan waar het nu om draait: ‘réalisons le fédéralisme de collaboration’. Wij hebben met opzet de Franstalige zinswending geci- teerd, omdat die eigenlijk nog veel beter dan onze eigen term knechtfederalisme aanduidt wat er aan de hand is: uw samen- werkingsfederalisme is een collaboratiefe- deralisme, en collaboratie in de volle bete- kenis van het woord. Ge moet met uw Vlaamse minderheid in de federale rege- ring de Franstaligen wel opvrijen of ge hebt er meteen gelegen. En nu mogen ze tegen ons komen zagen en klagen dat wij altijd maar weer datzelfde refrein herhalen, wij zullen het verdomme blijven zingen en op die spijker blijven hameren totdat die diep in het hout gedreven zit. De CD(&V) is een bende volksverlakkers en gij zijt daar het opperhoofd van.

Laten we nog maar een uitspraak cite- ren uit hoger vernoemd interview. Dit- maal in vertaling. ‘De N-VA heeft geko- zen voor de strategie van het immobilisme en wacht af tot de Franstaligen vragende partij worden uit financiële overwegingen.

Vandaag is de CD&V vragende partij voor een staatshervorming.’ Wij knipperen ongelovig met de ogen, maar het staat er wel dege- lijk: ‘Vandaag is de CD&V vragende partij voor een staatshervorming.’ In godesnaam!

Hoe is dat nu toch mogelijk, hoe diep kan iemand vallen? Gij zijt samen met de gei- tenboer al sinds Nieuwjaar van alle daken aan het roepen dat de economie priori- teit heeft en dat de staatshervorming maar moet wachten tot betere tijden en plots voert ge u zelf weer ten tonele als ‘motor van de staatshervorming’!? Ge begint zon- der meer aan hetzelfde kwaadaardige leu- gensyndroom te lijden als Leterme. Onze vingers jeuken om het voortaan ook stel- selmatig over Marianne de la Tourette te hebben. En we schrijven dat hier niet om de strategie van de N-VA te verdedigen, wel om de uwe aan de kaak te stellen: lieg, lieg, lieg tegen honderd per uur, er blijft altijd wel iets van hangen. Of met andere woorden: veeltsjeverij!

De redenering die ge naar voor schuift in Le Soir, lijkt te zijn dat door het vinden van een onderhandelde oplossing voor B-HV het vertrouwen voldoende moet hersteld worden om tot die zo hard door CD(&V) gewenste staatshervorming te komen.

Larie en apekool, “onderhandelde oplos- sing voor B-HV” is al een teken aan de wand dat gij tot grote toegevingen bereid zijt, wat de Franstaligen alleen maar zal sterken in hun overtuiging dat ze tot het einde der tijden met uw en onze voeten kunnen spelen. Trouwens, voor ons ligt het ledenblad Ampersand van CD(&V) van de maand januari, met alweer uw nieuw- jaarsboodschap over de prioriteit van de crisis. ‘Neem het van mij aan, 2010 wordt het jaar van de economie’, zo besluit gij uw hoofdcommentaar ... waarin met geen woord gerept wordt over CD(&V) als vra- gende partij voor een staatshervorming.

Met geen woord, geen punt, geen komma, geen niks nul noppes. Ampersand? Amper verstand, ja. Bedrog des te meer. Er komt wellicht een kruiwagen schmink aan te pas voor gij ‘s morgens in de spiegel durft kij- ken. Dus eens te meer de vaststelling: eens tsjeef, altijd tsjeef. Of het nu de mannelijke of de vrouwelijke versie is. CD(&V), weg ermee!

Brief aan ...

pen om bij Hem te wonen in zijn huis. Je hoeft geen vrede en rust meer te zoeken, je hebt ze nu voluit. Je mag voor eeuwig geluk- kig leven.” Bloemen noch kransen, geen leeu- wenlied maar wel samen met de paters tij- dens de communie het “Gebed voor het ons vaderland”.

Weet dat de pater al sinds 2003, van bij het begin dus, voorganger was voor de mis- viering tijdens de IJzerwake. Hij wordt deze zomer op 22 augustus herdacht als hoeder die zich uitsprak tegen vruchtafdrijving en euthanasie en streefde naar een mooi en groot volk, zowel in zeden, taal als gedrag.

De confraters en de familieleden met de overtuiging van “nonkel pater” zijn die dag hartelijk welkom.

Johanvan herreweghe

Lotto ArenA voLzet?

De kaartenverkoop voor het 73ste Zang- feest op 28 februari a.s., onder het schaak- motto “Vlaanderen aan zet”, loopt als de spreekwoordelijke trein. Als de bestellingen met dezelfde sneltreinvaart blijven toestro- men, verwacht het ANZ een tjokvolle Lotto Arena.

Wie nog geen zitje besproken heeft, gelieve zich te reppen: 03/237.93.92 van het ANZ - info@anz.be. Bestellen kan nu ook op de webstek www.teleticketservice.

com. Wedden dat we met 5.000 zijn? Of meer, wie weet?

Geen woorden maar daden!

Sluit aan bij het Vlaams ziekenfonds.

Bel hiervoor ons gratis nummer: 0800-179 75.

Surf voor ons kantorennetwerk naar vnz.be.

Hoofdzetel: Hoogstratenplein 1 - 2800 Mechelen - www.vnz.be

adv58x45pallieter 05-01-2006 14:03

(4)

De dingen dezer dagen 4

17 februari 2010

Twee troeven

Waarom dat boek?

Jan Hendrickx: “Ik was actief op het ministerie van Buitenlandse Zaken in de jaren toen de culturele autonomie startte. Vaststellen kon men toen hoe moeilijk het was dat beleid van culturele zelfstandigheid in te passen in het kader van artikel 68 van de toenmalige grondwet.

Noch de ambtenaren en de diplomaten van Buitenlandse Zaken, noch de ambtena- ren en de leden van de Cultuurraad konden overweg met het internationale kader van de culturele autonomie. Sedertdien heb ik verbaasd de splitsing van het Belgische bui- tenlandbeleid in een federale praktijk en een deelstatelijke praktijk gevolgd. Door te schrijven, parlementaire teksten te lezen, te herlezen of gesprekken te voeren met Hugo Schiltz en andere essentiële actoren is voor mij scherper geworden dat het staatsvor- mende proces van Vlaanderen veel verder gaat dan de Vlamingen beseffen. België is een buitenbeentje. Ik toon Vlamingen en niet-Vlamingen hoe ver de bevoegdheden, budget- ten, eigen diplomaten, verdragen gaan. Opvallend ver, is het besluit.”

‘t P.: Welke troeven had u om het boek tot een goed einde te brengen?

J.H.: “Ik deed belangrijke opdrachten voor het federale en later het Vlaamse buiten- landbeleid. Weinigen hebben die twee domeinen persoonlijk bewandeld. Geen enkele ambtenaar is verhuisd van het federale buitenlandministerie naar de Vlaamse diploma- tieke en buitenlanddienst. Die heeft vandaag 800 ambtenaren.

Toen de andere departementen geregionaliseerd werden, één voorbeeld slechts, Openbare Werken, werden de ambtenaren verdeeld over die nieuwe deelstatelijke ministeries. Bij Buitenlandse Zaken is zelfs geen secretaresse van adres veranderd.

Een tweede troef bij het schrijven is dat ik zowel in de privé- als in de publieke sec- tor gewerkt heb. Zeker deel twee en deel drie van mijn boek zijn een originele analyse en opsomming. Een primeur.”

Jan Hendrickx: “Ik pleit voor een nieuwe buitenlandstrategie van Vlaanderen. Elke Vlaamse regering geeft prioriteit aan Zuid- Afrika, om culturele en sentimentele rede- nen. En Kongo en Indonesië. Je kunt dat kri- tisch benaderen. Het is veel beter thematisch te werken dan gericht op voorkeurlanden.

Nederland wordt geïdentificeerd met water.

Kijk naar onze waterbouwer Jan de Nul, naar de hoge productiviteit van onze groen- teteelt, naar de Vlaamse maritieme kennis, naar de tropische geneeskunde. Zoek drie à vier sterkten waarmee Vlaanderen kan geïdentificeerd worden en anker daaraan je buitenlandbeleid. Per legislatuur daarenbo- ven één of twee wervende ideeën voor de buitenlandse betrekkingen, en waar men zich aan houdt, zou perfect zijn.”

‘t P.: Het minderhedenverdrag zou door de diplomaten van Vlaanderen moeten opgelost worden?

Jan Hendrickx: “Ik zit daar zelf mee in een knoop. De Franstaligen in de Rand beschou- wen zich als een minderheid, de Vlamingen zeggen neen, geen sprake van, dat zijn inwij- kelingen en zij dienen zich in hun betrek- kingen met de overheid aan te passen aan de bestuurstaal. De Franstaligen verdedigen het recht van het individu, inclusief het taal- gebruik. Ik woon in Vlaams-Brabant en zie steeds meer Franstaligen opduiken. Vlamin- gen die in Waver wonen, doen alles in het Frans. Maar dat is niet wederkerig. Ik begrijp dus dat men niet ratificeert. Dit beschadigt echter, onder meer door het gestook van de Franstaligen, de reputatie van Vlaande- ren. Die kwalijke faam wordt versterkt door de manier waarop de Vlaamse regering han- delt in het minderhedenverdrag. De regeer- verklaring-Peeters II zegt kortaf: “We zullen het verdrag niet ratificeren.” Punt. Zo doe je niet volwassen aan internationale diploma- tie. Een botte weigering prikkelt de Raad van Europa, die zich dan geroepen voelt waarne- mers te sturen.

Als Vlaming vind ik dat wie zich hier aan- biedt, iedereen, niet alleen Turken en Marok- kanen, ook Franstaligen, dient in te burgeren en de taal moet leren. De Vlaamse regering kan minstens een werkgroep oprichten om na te gaan hoe Roemenië, met twee mil- joen Hongaren, Zwitserland en Italië (Zuid- Tirol) dergelijke kwesties beheren, en daar- uit sterke argumenten halen om zich elegant te weren. Dat is diplomatie.”

‘t. P.: De ontwikkeling van het Vlaamse buitenlandbeleid is een hink- stapsprong?

J.H.: “De Vlamingen hebben geen tradi- tie om op het niveau van hun deelstaat een buitenlands beleid te voeren. Wat zij haast veertig jaar doen, werd altijd omvangrij- ker en interessanter. Alles hebben zij zelf opgebouwd, want het federale ministerie heeft niemand naar de Vlaamse buitenland- diensten laten gaan. Het federale ministe- rie van Buitenlandse Zaken heeft wel een zeer grote traditie, een sterke korpsgeest en veel bekwame mensen, onder wie sinds de hervorming van Hendrik Fayat, boeiende Vlaamse diplomaten. Vlaanderen heeft geen school voor diplomaten, stages noch bijscho- ling. Tussen de federale en de Vlaamse diplo- maten is de kloof te breed. Na hun pensi- oen zouden de federalen aan die Vlaamse diplomatenschool kunnen doceren. Stijl, eti- quette, internationale politiek, traditie, het heeft allemaal belang.”

‘t P.: De federale diplomatie is nog steeds essentieel?

J.H.: “Het federale buitenlandbeleid blijft grote terreinen bezetten. Defensie, ontwa- pening en vrede, ontwikkelingsbeleid, lenin- gen van staat tot staat, enzovoort. Waar ligt de “grens” tussen België en Vlaanderen? Je ziet die inkrimpen, uitstulpen, bewegen. De tegenstellingen tussen het federale en het Vlaamse buitenlandbeleid groeien. Vlaande- ren en zijn diplomaten zullen in Kongo nooit doen wat de federale regering wel zal blijven

doen. In Vlaanderen is de vredesgedachte sterker dan op federaal niveau, anderzijds is er de Vlaamse trouw aan de NAVO. Het Vlaams Parlement zwijgt te veel over deze kwesties. Wij hebben een toestand gescha- pen die nergens anders bestaat. Artikel 35 van de huidige Grondwet bepaalt dat alle din- gen die niet toegewezen zijn aan een autori- teit bij een betwisting, niet toekomen aan de federale overheid, wel aan de gewesten.

Ten tweede is er geen hiërarchie van de normen, dus beweegt men naast en door elkaar. Minister-president Luc van den Brande vroeg mij verdragen voor te berei- den met de Baltische republieken. Hij invi- teerde de eerste Litouwse ambassadeur van het nieuwe regime in België, een ex-profes- sor internationaal recht in Vilnius, voor een lunch. Die begreep geen letter van de Bel- gische evenwichtsoefening tussen staat en deelstaat.”

Het staatsvormende proces van Vlaanderen gaat veel verder dan

veel Vlamingen beseffen.

‘t P.: Waarom zijn de federale spe- cialisten niet overgeheveld?

J.H.: “Decennialang was er bij Buiten- landse Zaken geen belangstelling voor de staatshervorming en trok men de neus daar- voor op. Het ministerie voelde nationaal, met de nieuwe term federaal, en vond zich te belangrijk om dergelijk gekissebis ter harte te nemen.

De ambtenaren waren ongemotiveerd om de decentralisering te volgen. Er was en soms blijft er op Buitenlandse Zaken een latent onderbewuste om het federale belang- rijker te vinden dan het regionale beleid. In

‘t begin was je een halve gek om te geloven in de nieuwe werkverdeling, en akkoord, zij hangt met haken en ogen aan elkaar, maar zij hangt aan elkaar.”

‘t P.: En de dualiteit vandaag tussen federale en Vlaamse ambtenaren?

J.H: “De schizofrenie tussen het federale en het Vlaamse buitenlandse beleid zit meer bij de respectieve ministers dan bij de amb- tenaren en de diplomaten. Met Louis Michel als uitzondering, werd Buitenlandse Zaken de voorbije decennia geleid door Vlamingen.

Er zijn weliswaar Belgische Vlamingen en Vlaamse Vlamingen. Zelfs aan hun lichaams- taal kon men zien hoe bijvoorbeeld Karel de Gucht en Kris Peeters elkaar op de zenu- wen werkten bij conflicten als het Vlaams Huis. Bij de ambtenaren leeft de tendens om samen te werken, zij coördineren stand- punten. De ministers willen scoren bij de kiezers, dus daar is dat anders. Ik betreur dat Vlaanderen te weinig belangstelling heeft voor een verstandige samenwerking met de federalen. Ik zeg niet dat Vlaanderen min- der moet doen, dat Vlaanderen zijn autono- mie moet laten varen. Er is een groot ver- schil tussen, wij willen met de federalen niks te maken hebben, én, wat kunnen wij samen doen ten voordele van Vlaanderen, dat is de juiste spirit.

‘t P.: Wie moet de Vlaamse diplo- matie leiden?

J.H.: “Voor het antwoord inspireer ik mij op het buitenland. Catalonië werd interna- tionaal beroemd door Jordi Pujol, Beieren door Franz-Joseph Strauss. Krachtige men- sen die in de wereld het symbool werden van hun deelstaat. Internationale zichtbaarheid opbouwen is de rol van de Vlaamse minister- president. Hij is ook de enige die gezagvol de coördinatie kan opnemen van de versnip- perde buitenlandse bevoegdheden van Vlaan- deren. Het Franse ministerie van Buiten- landse Zaken, het Quai d’Orsay, heeft een afdeling cultuur, want cultuur is in Frankrijk verbonden met de buitenlandse politiek en de buitenlandse handel. Elke Vlaamse rege- ringsvorming neigt naar een verdeling van de bevoegdheden over verscheidene minis- ters. Het buitenlandse cultuurbeleid zit bij de

minister van Cultuur, de buitenlandse han- del bij een andere excellentie, het ontwikke- lingsbeleid idem dito. Minister-president Kris Peeters leidt en coördineert vandaag onze diplomatie. Het is te vroeg om Peeters II te beoordelen na een eerste half jaar. Kwesties als die van het Vlaams Huis in New York kun- nen wij missen.”

‘t P.: De taak van Vlaams buiten- landminister is nogal eens een aan- hangsel?

J.H.: “De kwaliteit van het Vlaamse bui- tenlandbeleid hangt samen met de moti- vering en de kwaliteit van de bewindslui.

Er zijn er veel gepasseerd in die korte tijd:

Johan Sauwens, Patrick Dewael, Luc van den Brande, Geert Bourgeois, Paul van Grem- bergen. Sommigen waren ondermaats en onvoorbereid en begrepen niet hoe essen- tieel het buitenland is voor het algemene beleid. Een aantal ministers besefte amper in welke schitterende positie een deelstaat met internationale bevoegdheden zit. Dat is een groeiproces. Het Vlaamse buiten- landbeleid heeft tienerpukkels. Mijn indruk is dat de Vlaamse politieke klasse belang- rijke bevoegdheden verworven heeft en niet het niveau van bekwaamheid en daad- kracht bereikt dat daarbij hoort. Vlaande- ren is substatelijk geworden en vermenig- vuldigt, soms stijlloos en impulsief, zeker tussen 2003-2009, zijn instellingen, institu- ties en administraties. Ik denk aan de auteur Northcote Parkinson en zijn bekende ana- lyse van organisaties: “increase and multi- ply”. Het aantal ambtenaren is geen crite- rium van succes.”

‘t P.: Vlamingen hebben weinig aan- dacht voor hun buitenland?

J.H: “Onder meer omdat de Vlaamse Beweging heel lang al haar energie moest gebruiken om het Belgische establishment te overtuigen dat Vlaanderen autonomer diende te worden. Het buitenland, ach, dat was zo ver. De basisstrijd was een confron- tatie met België, zelden een bezinning over, wat komt er als Vlaanderen zelfstandiger is. Dat oordeel velde Hugo Schiltz zaliger vaak. Toen hij naar Praag reisde voor een eerste Vlaams Huis, was ik, zoals velen ver- baasd, en begreep ik niet waar hij naar toe wilde. In 1993, met het verwerven van het verdragsrecht voor de deelstaten, kreeg hij terecht een staande ovatie voor zijn rol in die beslissing.”

‘t P.: Wat met de twee genootschap- pen voor buitenlandse betrekkingen?

J.H.: “Het Koninklijke Instituut voor Internationale Betrekkingen heeft lang een amechtig bestaan gekend tot minister Louis Michel het een flinke som geld heeft toege- schoven en Philippe de Schoutteette en Rik Coolsaet het instituut volwassen gemaakt hebben met studiewerk en aantrekke- lijke lezingen. Vira, de Vlaamse evenknie, is door ereambassadeur Willy Stevens, uit zijn winterslaap gehaald, en ook daar stijgt het niveau. Pragmatisch kunnen KIIB en Vira samenwerken.”

‘t P.: Wordt het buitenlandbeleid van Vlaanderen en België goed voor- bereid?

J.H.: “Bewonderend kijk ik naar het Nederlandse kenniscentrum Clingendael, voor 95% is de begroting van 5 miljoen euro gefinancierd door een handvol ministeries.

Een gelijkaardig initiatief zou perfect passen in Antwerpen. De havenstad blijft de motor van de Vlaamse economie en een belangrijk expertisecentrum voor de zeevaart en de handel. We kunnen met een Vlaams inter- universitair instituut het noodzakelijke stu- diewerk doen voor de oriëntatie op de lange termijn van het Vlaamse buitenlandbeleid.

(lacht) Waarom dat niet lukt? Lees of her- lees het boek “Onder professoren” van Wil- lem Frederik Hermans.”

Jan RabbiJn

Vlaams buitenlandbeleid heeft tienerpukkels

Jan Hendrickx voert al 65 jaar de pen. Als journalist, docent, auteur, columnist, diplomaat, polemist, raadge- ver en reiziger. De Vlaamse ereambassadeur publiceerde een fraai vormgegeven boek “Vlaanderen en zijn bui-

tenlandse Betrekkingen. Historiek van een staatsvormende tocht” (Lannoo Campus).

Jan Hendrickx is Kempenaar, flamingant, stijlbewust en erudiet. Zijn nieuwste boek is een eerste en uniek panorama van de groeiende buitenlandse betrekkingen van Vlaanderen.

Schuifelend, experimenterend, af en toe met een zware tegenslag, ontwikkelt de deelstaat een buitenlandbeleid en is daarmee juridisch en staatsrechtelijk een unicum.

(5)

1945 - 2010: van “rioolgazetje” tot “Moniteur”.

Hoe dacht onze stichter-hoofdschrij- velaar over repressie en epuratie in dit beste der vaderlanden? Ter attentie van de weerstand deed hij in zijn Pallieterke opmerken dat zij die zich in de oorlog ver- zet hadden tegen de onmenselijke metho- den van Adolf, nà de oorlog een bestraf- fingsregime in stand hielden dat heel wat punten van gelijkenis vertoonde met dàt wat zij (terecht) bij de Duitsers afkeur- den. Vrij en vrank vergelijkt hij de Belgi- sche weerstanders met de Amerikaanse senator en communistenjager McCar- thy (1908-1957), “recordhouder van het aantal scheldnamen”, want op het ogen- blik dat ‘t Pallieterke zijn “briefje” tot hem richt, schijnt geen mens méér en dapper- der te zijn uitgescholden dan hij. De typisch Amerikaanse manier waarop de senator de strijd tegen het communisme heeft aan- gebonden, noemt het weekblad primitief kinderachtig: “Gij verdenkt iedereen en onderzoekt tot in den treure het verle- den van uw landgenoten, om na te gaan of ze toch nooit eens een communisti- sche krant hebben gelezen of gevrijd heb- ben met een meiske dat de zuster was van de man die nààst de deur van een com- munist woonde.” In de Belgische pers van die dagen wordt McCarthy’s hek- senjacht als vreselijk belachelijk gedood- verfd. In “Europe-Amérique” wordt zelfs het scheldwoord “razende hansworst”

(in ‘t Frans dan) aan het verduldige papier toevertrouwd. Voor Bruno de Winter, al heeft hij zo zijn bedenkingen bij de manier waarop, gaf die senator McCarthy toch ook wel blijk van gevoel voor consequen- tie. Kon Amerika het zich veroorloven zijn soldaten naar de Koreaanse dodendans te sturen (“zogezegd om de vrijheid te ver- dedigen tegen het communisme”) en in eigen land de spionage en het ondermij- ningswerk van Moskou toe te laten? Hoe zit dat overigens met de razende hanswor- sten in eigen land, wil de hoofdredacteur weten. Hij schrijft: “Duizenden McCarthy’s hebben bij ons, vijf, zes jaar geleden, de rol gespeeld die gij (McCarthy) thans speelt en overal ‘verraders’ gezien. Lang voor- aleer uw naam bij ons bekend was, vierde het McCarthysme hier hoogtij. Het was weliswaar niet op communisten dat men jacht maakte, maar op ‘zwarten’. En al de kinderachtig belachelijke methoden die gij thans gebruikt om communistische infil- tratie op te sporen, ik heb ze hier gekend, hansworstiger en razender dan gij ooit ver- moeden kunt. Gij verdenkt iedereen van communisme. Zij, uw belagers van thans, verdachten toen iedereen van incivisme.

En wee de stakkerd die in zijn kapotte schoen een oude ‘Volk en Staat’ had ste- ken om ‘t nat en de kou wat tegen te hou- den. Daarom, dear Sir, trek u niet te veel aan van wat de Belgische kranten over u schrijven. Zijt gij een zot, een razende zot, zij zijn het geweest vòòr u en hebben alle reden om te zwijgen.” Had die McCarthy, zijn methodes buiten beschouwing gela- ten, het overigens zò verkeerd voor met zijn anticommunistische ideeën, vraagt De Winter zich af. Naar de grote nazi-over- winnaar Winston Churchill in zijn memoi- res onthulde, had het in de lente van 1945 volstaan dat de Russische “bondgenoten”

enkele kilometers meer westwaarts waren opgerukt om het Westen in een nieuwe bevrijdingsoorlog te dwingen.

‘t Pallieterke stelt zich voor dat men dan een beroep zou gedaan hebben op onze

oostfrontstrijders om, zijde aan zijde met de westersen, de strijd voort te zetten.

Zulke bedenking moet een mens er toch toe brengen het drama van de repressie in een gans nieuw licht te zien en te besef- fen hoe onverantwoord het was, in ons land alleen, een half miljoen mensen bij een nietsontziende zuivering te betrek- ken, schrijft het blad. Kerels van het slag der Demany’s, vervolgt Bruno de Win- ter, hadden die repressiemiserie nodig om zichzelf interessant te maken en “om de aandacht af te wenden van het wérkelijke landverraad dat, langs de goedjonstigheid ten opzichte van de communistische par- tij, gepleegd wordt. Door Demany onder andere.”

Voor onze ietwat jongere lezers: com- munist Fernand Demany was korte tijd

“minister zonder portefeuille” in de rege- ring-Pierlot, maar gaf in november 1944 zijn ontslag uit protest tegen Pierlots ministerieel besluit dat de weerstanders (tegen betaling...) hun wapens moesten inleveren. Demany was ook de grote baas van het Onafhankelijkheidsfront (O.F.), de grootste en de rabiaatste verzetsorganisa- tie van ‘t belzjieksken, waar ook “het leger der partizanen”, dat heel wat moorden op “incivieken” op zijn vaderlands gewe- ten had, deel van uitmaakte. Voornoemde Pierlot (Hubert, 1883-1963) nam als eerste minister tijdens de oorlog de benen naar Limoges en Londen en werd door prins- regent Karel, broer van Leopold III, in de adelstand verheven. Je zult in naslagwerken ongetwijfeld goedgeformuleerde bepalin- gen aantreffen van repressie, maar zeker nergens die van non-conformist Bruno de Winter: “Ze is enkel een vulgaire politieke zet geweest, onder de drang van de toen- maals door de idiote bende der patriot- tards op de ereplaatsen verheven com- munisten, om de rechtse elementen in dit land ten dele uit te roeien en ten dele de schrik op het lijf te jagen. ... In 1944 is immers, mede dank zij Pierlot & C°, in België een politiek gangsterisme begon- nen dat voorlopig nog niet aan zijn eind is.

En met gangsters praat men onmogelijk over Recht, noch over Naastenliefde. Het is pijnlijk om neer te schrijven, maar het is een waarheid.”

HvO

(wOrdtvervOlgd)

7. Vulgaire politiek en gangsterisme

Bruno de Winter

AVV-VVK

Kerk en Vlaamse beweging (3)

Na de Eerste Wereldoorlog is de politieke situatie grondig door elkaar geschud.

De eerste naoorlogse verkiezingen met algemeen enkelvoudig stemrecht voor mannen breken de katholieke meerderheid. De katholieke partij kan alleen maar regeren met een militant ongelovige socialistische of liberale partner. Ze moet niet hopen op overheidsgeld voor haar middelbare scholen in een maatschappij waar opleiding altijd belangrijker wordt. Voor de bisschoppen is in die situatie de eenheid van alle katholieken belangrijker dan ooit, zeker om de katholieke Waalse minderheid te beschermen.

Aanvankelijk is er geen probleem, omdat een opstoot van Belgisch nationalisme alles wat Vlaams is verwoest. In Brussel over- spoelt de tweede verfransingsgolf de stad en haar randgemeenten. De Vlaamse poli- tici stellen onder de leiding van Frans van Cauwelaert een minimumprogramma op (volledige vernederlandsing van onderwijs, bestuur, leger en gerecht in Vlaanderen) maar dat wordt door het Belgische esta- blishment hooghartig van tafel geveegd.

Koning Albert heeft dan wel een Neder- landstalige universiteit beloofd, in de prak- tijk komt daar niets van in huis. Hoewel er nauwelijks duizend Vlaamse studenten zijn, wordt die vernederlandsing HET symbool- dossier dat de tweederangspositie van de Vlamingen typeert.

De rechtbanken straffen de naïeve, maar dikwijls idealistische activisten zo zwaar dat deze oorspronkelijk gehate kleine minder- heid een martelaarskroontje krijgt. Vooral in de katholieke colleges ontstaat een nieuwe opstoot van Vlaamsgezindheid, gesteund door veel priesters en goed georganiseerd door het AVKS. Kardinaal Mercier duldt dat niet in zijn aartsbisdom, maar de andere bis- schoppen hebben veel minder problemen met het succes van het AVKS dat zo’n 7.000 scholieren telt in een tijd dat alleen de elite hoger middelbaar onderwijs volgt. De arro- gantie van franskiljons en Walen radicaliseert de top van de organisatie en creëert een Vlaams nationalisme dat niet langer België als vaderland aanvaardt. Dat is een stap te ver voor alle bisschoppen en ze verwerpen het in naam van de eenheid van alle katholieken.

Duizenden gelovigen komen in gewetens- nood. Ze willen hun herders volgen, maar aanvaarden moeilijk dat ze een doodzonde plegen omdat ze België verwerpen. Maar veel mensen zijn nog diepgelovig en ze verkiezen hun geloof boven hun politieke overtuiging.

Het AVKS gaat ten onder.

Maar de bisschoppen zalven ook. Ze aan- vaarden het Vlaamse minimumprogramma en kort voor zijn dood begrijpt kardinaal Mercier dat een Nederlandstalige universi- teit in Leuven onafwendbaar is. Een genera- tie van katholieke politici heeft dan wel het odium van lauwen, minimalisten of zelfs laf- aards, maar realiseert wel met succes haar programma. Gent wordt vanaf het academie- jaar 1930-31 definitief vernederlandst. De nieuwe kardinaal Van Roey ziet het gevaar van deze concurrentie zodat Leuven vanaf 1935 een volwaardige Nederlandstalige poot heeft.

Het middelbaar onderwijs is dan al in Vlaanderen principieel Nederlandstalig. Een reeks belangrijke taalwetten realiseren (aan- vankelijk meer in theorie dan in praktijk) een ééntalig Vlaanderen dankzij de samenwer- king van de Vlaamse katholieken en socia- listen. Zelfs de Waalse socialisten geven de Vlaamse franskiljons op omdat zij te veel angst hebben voor een wettelijke tweetalig- heid in Wallonië.

Scheiding Kerk - Vlaamse beweging

Een klein deel van de katholieke Vlamin- gen legt zich niet neer bij de kerkelijke muur rond het unitaire België en gaat wel de fede- rale en zelfs de splitsingstoer op. Maar in de traditie van de Vlaamse beweging zijn zij hopeloos verdeeld tussen radicalen en meer gematigden. Meer dan vijf procent van de stemmen halen de diverse elkaar bestrij- dende nationalisten meestal niet. De econo- mische crisis van 1930, de pure Franstalige haat tegenover het verlies van hun voor- rechten drijven de nationalisten toch weer in elkaars armen en dat leidt tot de stichting van het VNV. Bij de verkiezingen van 1932 haalt het Vlaamsch Nationaal Blok (overkoe- peling van VNV en andere nationalisten) zo’n negen procent van de Vlaamse stemmen.

Dan gaat het crescendo naar bijna veertien procent vier jaar later.

De Smet zijn excuses aan voor zijn verraad aan de Vlaamse zaak. Vanaf dat ogenblik volgt de Kerk de federalisering van het land en lijkt het erop dat de kloof tussen Vlaamse beweging en Kerk definitief gedicht is. Niet dat het veel uitmaakt, want de secularise- ring maakt de Kerk onbelangrijk. Kardinaal Danneels maakt zich alleen maar belache- lijk als hij het Vlaams Blok ‘wilden’ noemt en gelovigen geven onbekommerd verder hun stem aan Blok/Belang. Toch herleeft met de katholieke vleugel van het Belang (Anne- mans, Colen) een oude Vlaamse traditie die Katholieke leiders (geestelijken en leken)

zien met lede ogen hoe hun partij achteruit- boert. Aan de basis van de Vlaamse bewe- ging zoals bij het Davidsfonds of het Verbond der Vlaamse Oudstrijders werken katholie- ken en nationalisten meestal goed samen, maar aan de top botert het niet. Een akkoord tussen de Vlaamse katholieken en het VNV blijft dode letter; wel zetelen er VNV’ers in twee bestendige deputaties. Maar Van Roey en zijn collega’s willen daar niets van weten.

Ze hebben tijdens de vieringen van honderd jaar België al eens het Vlaams-nationalisme veroordeeld en Kerstmis 1936 herhalen ze nog eens hun standpunt.

Het VNV is inmiddels opgeschoven naar een rechts-autoritaire beweging die geen heil meer ziet in een liberaal-democratische staat. Niet dat Van Roey en co zo’n demo- craten zijn, maar ze begrijpen wel hoeveel de Kerk te danken heeft qua rijkdom en invloed aan de moderne vrijheden. Ze weten ook wat in Duitsland gebeurd is waar de Kerk door de Gleichschaltung veel van haar invloed verloren heeft. Het VNV kan zijn katholieke schapen aan boord houden omdat een deel van zijn leden volgens een oude Vlaamse tra- ditie ultramontaans is; fanatieker katholiek dan de bisschoppen. Tijdens de oorlog ver- diept de breuk zich tussen de officiële Kerk en het collaborerende VNV.

Van Roey staat sterk. Hij weet dat de Duit- sers geen heibel willen met het establish- ment. Al in augustus 1940 verbiedt hij katho- lieke bewegingen om met het VNV samen te werken en in oktober laat hij een herderlijke brief voorlezen die de partij impliciet veroor- deelt. Een jaar later veroordeelt hij alle col- laboratie en nogal wat gelovige nationalis- ten komen in een spagaat terecht. Sommige Vlaams-nationale priesters als pater Cal- lewaert trekken zich terug. Anderen zoals Stracke en Van Assche blijven het VNV steu- nen en een politieke dwaas als Verschaeve is de handpop van de heidense SS. Pijnlijk wordt het als vele priesters nieuwe-orde- mannen in uniform de communie weigeren, maar ze volgen het voorbeeld van de kardi- naal die de begrafenis van “den Leider” De Clercq in Sint-Goedele verbiedt.

Verzoening, maar te laat

Het klopt niet dat de kardinaal tijdens de repressie zwijgt. Hij veroordeelt de uitwas- sen wel degelijk, zij het niet met de krasse woorden van de bisschop van Luik, de Vla- ming Kerkhofs. Alle bisschoppen komen tus- sen in individuele dossiers en ze staan toe dat veel van hun priesters zich inzetten om de misère van de collaborateurs en hun familie te verlichten. Maar Van Roey aanvaardt niet dat collaboratie verontschuldigd wordt met referenties naar een christelijke kruistocht tegen het bolsjewisme; al hebben sommige van zijn priesters naïeve jongeren soms wel met dat argument overtuigd. De bisschoppen zijn natuurlijk gelukkig met de verdwijning van het VNV, want dankzij de nationalisti- sche stemmen wordt de CVP “incontour- nable” zodat ze een oude droom realiseert.

Ze haalt de volstrekte meerderheid en kan eindelijk geld naar de katholieke middelbare scholen sluizen.

De opkomst van de Christelijke Vlaamse Volksunie wordt dan ook niet op prijs gesteld. Vóór de verkiezingen van 1958, die beslissend worden voor de schoolstrijd, ver- klaart de Brugse bisschop De Smet dat een stem voor de Volksunie een doodzonde is.

Acht jaar later kent de kerk nog een laatste opstoot van belgicisme als alle bisschoppen autoritair verklaren dat de Franstaligen in Leuven blijven.

Ik herinner me nog de hoogmis in de Mechelse Sint-Rombouts waar een studen- tenkoor de hele tijd “Suenens of Barabas?

Barabas!!!!” dreunt. Kardinaal Suenens, de opvolger van Van Roey, staat er schijnbaar onbewogen bij, maar vertelt later hoeveel pijn het hem deed. In 1968 biedt bisschop

de officiële Kerk te lauw en niet katholiek genoeg vindt. Het laatste woord in de saga Kerk/Vlaamse beweging komt uit de mond van een Waal. De bisschop van Namen, Léo- nard, zegt openlijk dat het maar eens uit moet zijn met het superioriteitsgevoel van de Franstaligen. Zijn aanstelling als aartsbis- schop van Mechelen wordt door de meest radicale vleugel van de Vlaamse beweging met enthousiasme begroet.

Jan neckers

‘t Pallieterke BRILJANT

17 februari 2010

5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maar niet tevreden met zijn nieuwe leven, keert Jonathan terug naar de aarde om anderen zoals hij te vinden om hen te vertellen wat hij had geleerd en om zijn liefde voor het

Weet je, wanneer de Heer Jezus Christus terugkomt en ik sta aan Zijn oordeelstroon, dan verwacht ik elke schoen die ooit mijn winkel is uitgegaan, daar in een grote stapel te

Deze passage is van het grootste belang voor ons onderwerp, eerstens omdat ze, met grote nauwkeu- righeid, de procedure stelt in connectie met de eerste opstanding; en tweedens omdat

 Sociale netwerkinformatie, inclusief accountgegevens en alle informatie afkomstig van uw openbare posts met betrekking tot Sportief Besteed Groep of uw contacten met ons Wanneer

Dan is de Kimchi klaar voor gebruik. Gebruik wat je nodig hebt en zet de rest in de koelkast. In de koelkast stopt het fermentatie proces en is het maanden houdbaar. Hierboven tref

Ook zijn we er ons van bewust dat onze koerswijziging – het aannemen van de woonvisie door de raad – schuurt met signalen die we eerder hebben afgegeven.. Daar voelen we

Natuurlijk zijn foto’s die met ISO 102.400 zijn gemaakt minder scherp en bevatten ze veel ruis, maar de resultaten zijn nog steeds bruik- baar – vooral dankzij het goede detailniveau

- het ontwerpbestemmingsplan ‘Kleinere kernen, Hunzeweg 82 De Groeve’ vanaf 27 november 2019 gedurende een periode van zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen;. -