• No results found

Blauwdrukken voor een openbare omroep

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Blauwdrukken voor een openbare omroep"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

e 1,95

70

ste

jaargang • nummer 33 • woensdag 13 augustus 2014 Weekblad P608721 Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X

Voor mensen met een goed hart en een slecht karakter...

Blauwdrukken voor een openbare omroep

Deze week Lees blz. 3

De geheime wapens

van de MR 2

De Belgische

Eerste Wereldoorlog 3

“Onze goede koning Willem” 4

Rodelantaarndrager

werkloosheid 7

Over Bart,

de ezel en de steen 5

Walen met het mes op de keel 7

Ook in Vlaanderen scheert men niet langer gratis

Dat de nieuwe Vlaamse regering en de federale regering fors moeten besparen, is duidelijk. De Vlaamse regering plant voor de komende vijf jaar een bezuinigings- operatie van acht miljard euro, waarvan ongeveer anderhalf miljard in 2015. Ver- onderstellen dat onderhandelaars dis- creet blijven, is naïef.

De ruwe Vlaamse cijfers zijn er en ze ston- den - gelekt door een liberaal of een ACW’er?

- dit weekend in De Morgen. Laat ons wel wezen: de paniekzaaiers zijn op komst, maar de inspanning die Vlaanderen van ons vraagt, is flink uitgesplitst en valt voor de meeste Vla- mingen wellicht mee. Ze is maar een fractie van de circa zeventien miljard die de volgende federale premier moet vinden.

De Morgen kon als eerste beslag leggen op

“de grote Vlaamse snoeiwerken” zoals die op de ultieme onderhandelingsnacht zijn gepre- senteerd. Acht snoeimessen op een rij. We volgen in de feiten, met een eigen(zinnige) commentaar.

1. Subsidies voor verenigingen

Er wordt jaarlijks 203,7 miljoen euro bespaard bij jeugd-, sport- en cultuurvereni- gingen en sociale organisaties. Het bericht zorgde zondag al voor tegenwind. Het netwerk

“de Verenigde Verenigingen” sprak meteen over “de verharding in onze samenleving”. De weerstand van verenigingen als 11.11.11, Bond Beter Leefmilieu, vakbonden, ziekenfondsen, ACW, de Vlaamse Jeugdraad en het Netwerk tegen Armoede was voorspelbaar. Met gemak springt men daar over de vaststelling dat in de marge van veel waardevolle initiatieven nogal wat rommel zweeft.

2. Besparing bij provincies

Provincies krijgen 294 miljoen euro min-

der. Het was al bekend dat zo’n kwart van de

“provinciale” jobs zou sneuvelen (1.500 werk- nemers), al suste Bourgeois meteen de critici.

N-VA heeft de provincies niet kunnen afschaf- fen, want CD&V wou daar niet van weten. Maar er wordt stevig bespaard in het aantal taken, het aantal bestendig gedeputeerden (maxi- maal vier) en het aantal provincieraadsleden (half zoveel). Een besparing in een bestuurs- niveau dat zijn eigen nut nauwelijks uitgelegd krijgt, lijkt geen onzin.

3. Herschikking in de Zorg

Onze verplichte bijdrage voor de Zorgver- zekering, waarmee zwaar zorgbehoevenden tot 130 euro per maand kunnen terugtrek- ken, wordt opgetrokken van 25 euro naar 40 euro (370 miljoen). Een algemene belasting- verhoging van drie Duvels per jaar, dat valt nog mee. Voorts gaat minder geld naar de zorg- centra (de “animatie” in de RVT’s zou wegval- len) (110 miljoen), worden de kinderbijslagen twee jaar niet geïndexeerd (175 miljoen) en wordt het groeipad voor gezinshulp afgeremd.

Klinkt allemaal niet sympathiek, maar er kan best een verklaring voor zijn.

Meer inkomsten wil de Vlaamse regering dan weer halen uit de verhoging van de mini- mumbijdrage voor kinderopvang. Die wordt opgetrokken van 1,56 naar 5 euro per dag. Er wordt gesleuteld aan de “kinderkorting” waar- van ouders kunnen genieten als ze meer kin- deren ten laste hebben (133 miljoen). Een schandelijke streep door de rekening van werklozen en migranten? Of een terechte maatregel tegen vormen van profitariaat?

Laat ook hierover het debat maar eens wor- den gevoerd.

4. Besparingen in de ambtenarij

Met 1.950 ambtenaren minder en het afschaffen van “niet-thematische” verloven bespaart Vlaanderen zelf 529 miljoen euro.

Een samenleving met minder bemoeizucht, minder voorschriftjes en wetten, en dus min- der personeel, ook dat lijkt acceptabel snoei- werk. En tijdelijke verlofstelsels, moeten die niet vooral dienen voor noodgevallen? Eer- der dus voor zwaar zieke familieleden bijvoor- beeld dan voor wereldreizigers? Asociaal kun je dat soort maatregelen niet noemen, al zul- len lobbygroepen en vakbonden het ons wel anders uitleggen.

5. Besparingen in het onderwijs

Wordt het Vlaams onderwijs met een bespa- ring van 819 miljoen euro “in het hart” getrof- fen? Vooral het hoger onderwijs zal minder krijgen. Het budget wordt even niet aange- past aan de stijging van het aantal studenten, het aantal personeelsleden en de werkings- middelen worden even bevroren. Er komt wat minder geld voor studenten uit “bevolkings- groepen die ondervertegenwoordigd” zijn, en voor het maandblad Klasse. Kleinere besparin- gen zijn er voor het veel omvangrijker basis- en middelbaar onderwijs (150 miljoen), een paar procent minder salaris voor peutertuinen, kinderdagverblijven en naschools toezicht van de GO!-scholen in Brussel, en een loonkost- besparing en minder werkingsmiddelen voor de CLB’s, de inspectie, het volwassenonder- wijs, het deeltijds kunstonderwijs en de inter- naten (125,8 miljoen).

Zien wat dat in september en oktober aan commotie oplevert. Socialisten en groenen zullen niet zomaar aanvaarden dat hun soms al te ver doorgedreven gelijkheids- en gratis- politiek onhoudbaar is. Gedaan met ‘gratis scheren’. Inschrijvingsgelden voor het hoger onderwijs, maar ook voor volwassenen- en het deeltijds kunstonderwijs zijn niet meer van deze tijd. Zal het onderwijsveld dat accep- teren? Vergeleken met de rest van Europa én met Wallonië is het hoger onderwijs in Vlaan-

deren niet uitzonderlijk duur. Beursstudenten - een kwart van het totaal - betalen slechts 80 euro inschrijvingsgeld. Dat doen ook de nau- welijks gemotiveerden, de velen die een foute studiekeuze maakten, de bissers en de buiten- landers. Hier is werk aan de winkel.

6. Besparen in opleiding

De Vlaamse regering zet ook het mes in opleidingscheques (13 miljoen). In sommige gevallen niet meer dan vrijetijdsbesteding en dus geldverspilling, lijkt de redenering. Ook het systeem van Gesco’s (gesubsidieerde con- tractuelen, vooral gecreëerd als opvang van langdurige en vaak laaggeschoolde werkzoe- kenden bij de overheid) wordt aangepakt (93 miljoen), en er komt een kleinere besparing in de sociale tewerkstelling (15 miljoen). Er vol- gen nog maatregelen (kwart miljard), maar waar precies is nog niet duidelijk. Misschien is de Gesco-aanpak de zwakste plek in het bud- gettaire plan van de regering-Bourgeois. Hoe valt het te rijmen met “meer mensen aan het werk” en de strengere aanpak van de werklo- zen? Dat willen we wel nog eens zien.

7. Duurdere woning, duurdere energie

De woonbonus (°2005), vanaf 1 juli een Vlaamse bevoegdheid, wordt beperkt tot 2.280 euro per persoon. Vermoedelijk ver- dwijnt de 760 euro toeslag in de eerste tien jaar en de verhoging voor grote gezinnen. Dat zou tijdens de legislatuur 680 miljoen euro opleveren. Vlaanderen schrapt voorts de aftrek voor wie verbouwt of investeert in diefstal- en brandpreventie (168 miljoen). Renovatiepre- mies worden met twee jaar vertraging betaald (162 miljoen) en de projectsubsidies van de Vlaamse Maatschappij Sociaal Wonen worden teruggedraaid (147 miljoen).

Lees verder blz. 4

(2)

Actueel

13 augustus 2014

2

Uit de smalle beursstraat

De geheime wapens van de MR

De Franstalige liberalen zouden er ernstig aan denken twee topeconomen tot de volgende regering te laten toetreden: Bruno Colmant en Etienne de Callataÿ. Een verstandige keuze.

Het blijft natuurlijk gissen, maar de MR wil een mogelijke Zweedse federale coalitie niet enkel met mensen uit de eigen partij vullen.

Meer en meer worden hun namen genoemd. Bruno Colmant is con- sultant bij Roland Berger en Etienne de Callataÿ is hoofdeconoom bij Bank Degroof, maar hun huidige functie is in deze niet van belang, wel wat ze als gerenommeerde economen in het verleden gedaan en gezegd hebben. En dan blijkt dat die heren wel eens de geheime wapens van de MR kunnen zijn. Ze zijn toppers in hun vakgebied.

De Luikenaar Bruno Colmant, consultant bij Roland Berger, was een aantal jaren geleden kabinetschef van Didier Reynders toen die minister van Financiën was. Het was de periode van de paarse rege- ringen en de PS liet weinig ruimte voor een rechts beleid. Colmant wist dat samen met Reynders te counteren door de notionele intrest- aftrek in het leven te roepen, zoals bekend een manier om de belas- tingen voor de bedrijven te verlagen en dat zonder het nominale tarief in de vennootschapsbelasting naar beneden te halen.

Na zijn periode als kabinetschef ging Colmant onder andere aan de slag bij Ageas. Hij staat bekend als één van de beste financiële ana- listen in Franstalig België. Colmant heeft als docent aan de Gentse Vlerick Business School ook een band met Vlaanderen. Hij blijft zich bovendien voortdurend in het publieke debat mengen met columns over de financiële sector, de beurzen en de nood aan een fiscale her- vorming. In dat verband liet hij recent weten voorstander te zijn van een verlaging van de lasten op arbeid die dan voor een deel gecom- penseerd worden door hogere lasten op consumptie via de verho- ging van een aantal btw-tarieven. Niet toevallig een beleidspiste die

op de tafel van de Zweedse coalitie ligt. Geven we tenslotte nog mee dat Colmant een aversie heeft van de PS. Hij liet zich in vertrouwe- lijke gesprekken wel eens ontvallen dat hij naar Vlaanderen zou ver- huizen indien Wallonië als onafhankelijke staat gedomineerd zou worden door de PS.

Zo’n uitspraken zal men niet meteen optekenen uit de mond van de iets bezadigder Etienne de Callataÿ. Al schuwt ook die econoom geen klare taal. Zo is het voor hem duidelijk dat we “tot ons 70ste moeten werken om de pensioenen betaalbaar te houden”. Volgens hem zijn de ambtenarenpensioenen veel te royaal en kan het prin- cipe van uitgesteld loon daarbij niet langer gelden. Reden: de lonen in de privésector en die bij de overheid zijn naar elkaar toegegroeid en door de langere levensverwachting is de intrinsieke waarde van het hoge ambtenarenpensioen ook gestegen.

De Callataÿ staat bekend als één van de grootste pensioenexperts van het land. Zal hij minister van Pensioenen worden? Zelf is hij er in elk geval niet tegen. Hij heeft ervaring in de politieke wereld. De econoom, 52 jaar, was eerst aan de slag bij de Nationale Bank en het IMF voor hij in de jaren negentig voor premier Jean-Luc Dehaene ging werken. Daarna was hij kabinetschef van minister van Finan- ciën Jean-Jacques Viseur (PSC). De Callataÿ, nazaat van een Hon- gaarse familie van adel onder Jozef II, moest eind de jaren negen- tig ontslag nemen omdat hij op een lezing verklaard had dat onze pensioenen onbetaalbaar dreigden te worden. Hij ging dan bij Bank Degroof aan de slag.

De MR wil de cdH van Benoît Lutgen graag een neus zetten door De Callataÿ minister te maken, want de econoom heeft een cdH-eti- ket, ook al omdat zijn vrouw cdH-gemeenteraadslid is in Sint-Pie- ters-Woluwe.

Angélique VAnderstrAeten

Woorden zonder draagkracht

Op 4 augustus 1914 viel het Duitse leger België binnen. Filip en Mathilde nodigden twee dozijn al dan niet “gekroonde” staatshoofden, regeringsleiders en prominenten uit 83 landen uit om, samen met hen, die rampzalige dag te herdenken. Of andere her- denkingsplechtigheden hetzelfde niveau kunnen halen, is twijfelachtig. Zevenhonderd agenten optrommelen en twaalf sluipschutters in stelling brengen om wereldleiders te beschermen, dat kan niet altijd.

Het plebs werd op veilige afstand gehou- den van het blitse Luikse station, de herden- kingslocatie voor het puik van Europa. Maar zelfs die elite heeft niet altijd alles in de hand.

Er zijn immers betere momenten denkbaar om te doen waar ze altijd al in uitblonk: krachtda- dig of ontroerd, zelfs schuldbewust naargelang nodig, de gebruikelijke aangepaste woorden afvuren zonder aan ondersteunende daad- kracht te willen, kunnen of durven denken.

Minder het kijken naar de “gasten” van het geliefde Belgische koningskoppel maar vooral hen gedreven bezighoren, bezorgde mij gelei- delijk gemengde gevoelens, gevoed door een vleugje misselijkheid en geestelijke moeheid.

Vanop veilige afstand de onzin en het leed van oorlog aanklagen, komt, naargelang de tremo-

lo’s elkaar opvolgen, absurd en grotesk over.

Zeker als men bedenkt dat duizend kilometer verder nog altijd resten bij elkaar geschraapt worden van uit de lucht geschoten mensen in een passagiersvliegtuig.

In Het Laatste Nieuws verwoordde gelegen- heidsopiniemaker José Masschelin het haar- scherp: “Onze Europese leiders doen niets meer dan “morele schande” roepen. Ze zijn geoefende herdenkers. In sereniteit zijn ze nog moeilijk te kloppen. Terwijl de Duitse leider zei dat het leger van zijn land zich honderd jaar geleden schuldig maakte aan gruwelijke fei- ten tegen burgers gebeurde in Gaza precies wat hij bezig was aan te klagen.” Hij had er kunnen aan toevoegen dat de westerse onmacht om in de wereld orde op zaken te stellen steeds dui-

delijker wordt. Zoals in delen van Irak en Syrië, waar leiders van een zelfverklaard “kalifaat”

ongestraft een genocide uitvoeren. Om te zwij- gen over de totale anarchie die in een aantal

“bevrijde” landen heerst en die haaks staat op het beeld van de “Arabische lente”.

Families

Uit respect voor de miljoenen geslacht- offerde jonge en oudere levens in de Eerste Wereldoorlog laat ik de speeches tijdens de herdenking vol show en glitter in Luik en Ber- gen voor wat ze waard zijn. Behalve dan die ene opmerking in de speech van gastheer koning Filip, “dat we vandaag genezen zijn van de wrok die onze families heeft belaagd”. Zou het kunnen dat hij niet de miljoenen in diepe rouw gedompelde “gewone” families bedoelde van elke gesneuvelde Jan met de pet, en wel zijn eigen - verre - familie die, versnipperd over een aantal landen, aan de macht was en aan de basis lag van de “Groote Oorlog”, nadat Frans Ferdinand, de Oostenrijkse troonopvolger, in Sarajevo werd vermoord? Dat koning Albert I een neef was van de Duitse keizer - voor wie het niet wist - is veelzeggend in dat heikele ver- band. De media hadden geen aandacht voor die terloops gemaakte opmerking, of wilden die niet hebben. Ze hadden het te druk met het bejubelen van de randfenomenen rond de herdenkingshow, die blijkbaar ook Elio di Rupo wat van zijn melk brachten. Zoniet had hij, toen de parade zich in Luik meldde, haar niet wel- kom geheten in… Bergen.

Ook herdenkende hoge gasten moeten eten, niet op kosten van de koninklijke gastheer, wel op die van het algemeen. Uit de kranten- bijdrage “Dit geeft Filip zijn gasten te eten”

bleek dat na de volbrachte herdenkingstaak de schare “groten der aarde” forel-en-zalm- tartaar wegspoelde met een Riesling uit 2012.

Het dessert bestond, origineel aangepast aan de locatie, uit een “café liégeois”. Ga ervan uit dat de herdachte oorlogsslachtoffers het destijds in hun loopgraven met veel minder moesten stellen. Waarom de media kansen om te zwijgen waar nodig blijven missen, is één van de raadsels van de moderne “vrolijke en blije” berichtgeving. Maar er is een publiek voor, dat zeker!

Tang op het varken

Om dat publiek ter wille te zijn, mogen de media, ook bij “sobere” herdenkingen van jaren rampspoed, in de berichtgeving het aandeel

“glitter and glamour” niet over het hoofd zien.

Het blikvangersveld is in alle omstandighe- den voorbehouden aan “stralende koningin- nen en prinsessen”. Bejubeld boegbeeld van de eerste categorie op de grote herdenkings- plechtigheid in Luik was koningin Mathilde.

Prinses Kate Middleton was “top of the bill”

van de tweede categorie. “Een sobere plech- tigheid maar Harry en Kate amuseren (!) zich wel”, “Prinses Kate verovert de Belgische har- ten”, “Kate en Mathilde schitteren in sober- heid” en “Sobere herdenking en royaltyparade”

zijn titels uit een reeks die als vlag telkens een lading geschreven onzin dekten, die bij een massale dodenherdenking nog stukken min- der pasten dan de spreekwoordelijke tang op het beruchte varken.

Met de media is het al zo erg gesteld dat op redacties niet eens meer het besef doordringt dat in zekere omstandigheden bepaalde nor- men in acht dienen genomen. Dat geldt zowel voor de media als voor de “publiekslievelingen”

die ceremonieën verwarren met een wande- lingetje op de catwalk van een modeshow. Het is een illusie, maar het zou goed zijn, mocht al wie het aanbelangt daar rekening mee hou- den bij alle volgende “commemorative days”.

Het herdenken van de “Groote Oorlog” loopt tot 11 november.

D.Mol









 

NOg EEN traNsFEr

Vlaanderen is een flitsland. Dat konden we in een bijna twee bladzijden groot arti- kel lezen in Het Laatste Nieuws. De krant brengt een overzicht van de 1.500 flitspa- len die her en der langs Vlaamse wegen staan ingeplant. De krant zwijgt echter zedig over het aantal flitspalen in Wallonië en zwijgt nog zediger over de verdeling van de opbrengsten. Exacte cijfers zijn er niet, maar er staan ongeveer 250 flitspalen in Wallonië. Hoeveel de flitspalen in Vlaande- ren opbrengen, en hoeveel de flitspalen in Wallonië opbrengen, ook dat is moeilijk uit te rekenen.

Maar één zaak is duidelijk: de 250 flit- spalen in Wallonië kunnen onmogelijk evenveel opbrengen als de 1.500 flitspalen in Vlaanderen. Veronderstel dat elke flit- spaal gemiddeld evenveel opbrengt (dat is natuurlijk niet zo, het is maar een reken- voorbeeld), dan is de inbreng van Vlaande- ren in totaal zesmaal groter dan de inbreng van Wallonië. Zesmaal! Eén derde van die opbrengsten gaat naar het verkeersvei- ligheidsfonds; de rest gaat naar de natio- nale staatskas (Di Rupo). Heel simpel ver- taald: in de totale pot van verkeersboetes (ongeveer 430 miljoen euro in 2013) zorgt Wallonië voor een inbreng van een 70 mil- joen euro, Vlaanderen zorgt voor 360 mil- joen euro. Na herverdeling op zijn Belgisch vloeit er 248 miljoen terug richting Vlaan- deren, 182 miljoen vloeit richting Wallo- nië. Conclusie: we hebben te maken met een financiële transfer van zo’n 112 miljoen euro, enkel dankzij verkeersboetes. Ja, we geven het toe, we kunnen er een miljoen- tje naast zitten, maar de teneur is overdui- delijk. De verkeersboetes zorgen voor een zoveelste transfer richting Wallonië. Och, het is natuurlijk “maar” 112 miljoen euro, een peulschil in vergelijking met de 16 mil- jard euro die jaarlijks naar Wallonië versast wordt.

Daar komt ook bij de volgende federale regering geen einde aan, want er mag niet over het communautaire gepraat worden.

Logisch toch.

WEEr MEEr asiElaaNvragEN

Het aantal asielaanvragen in ons land is voor de tweede maand op rij gestegen.

Dat is opvallend, want normaal gezien zijn er in de zomer minder asielzoekers. Met- een zit België op een korte tijd dus weer op hetzelfde niveau als in januari 2013. In juli waren er 1490 asielaanvragen, dat is bijna veertien procent meer dan in juli vorig jaar.

Daaronder opmerkelijk veel Eritreeërs.

Maggie de Block zat er bij haar toelichting niet helemaal gemakkelijk bij.

(3)

Actueel 13 augustus 2014 3 De Belgische Eerste Wereldoorlog

De manier waarop België de honderdste verjaardag van de Eerste Wereldoorlog herdenkt, is beschamend. Terwijl de wereld zich vooral de vier jaren herinnert dat er werd standgehouden aan de IJzerlinie, koos België gauw Luik uit om een interna- tionale herdenkingsdag te organiseren in aanwezigheid van allerlei staatshoofden, waaronder de Franse president Hollande, die een ererol toegemeten kreeg.

De fransdolheid ging zo ver dat de vliegtui- gen die tijdens de herdenking over Luik vlo- gen, in de lucht niet de kleuren van de Belgi- sche maar die van de Franse vlag nabootsten:

rood-wit-blauw, terwijl er geen Fransman aan de gevechten om de forten van Luik deelnam.

Je moet het maar durven. België heeft hier- mee de toon gezet voor een buitenproporti- onele beklemtoning van de Franse belangen bij de herdenking van 1914-1918. Terloops wist de Belgische premier van lopende zaken Di Rupo zich tussen de autoriteiten met hun veelal betekenisloze hoogdravende toespra- ken te wringen met een louter voor binnen- lands gebruik bedoelde tussenkomst, waarin hij in het Frans zei uit de Eerste Wereldoor- log te hebben geleerd dat “wij ons onverbid- delijk moeten opstellen tegen elke vorm van racisme, xenofobie en antisemitisme”. Van racisme had men in 1914 nog nooit gehoord behalve in gunstige zin. Zo had koning Albert I het in zijn toespraken steeds over de twee rassen (letterlijk) die België telde. Van xeno- fobie was geen sprake want de immigratie bleef beperkt tot circuspersoneel. Antisemi- tisme was onbekend: al lustte men de Joden niet erg, niemand in de deelnemende legers dacht er aan om ze anders te behandelen dan hun medeburgers.

Vlaanderen afwezig

Wat hebben wij ons met Di Rupo op de hals gehaald! Welk een verantwoorde- lijkheid hebben de Belgische partijen van Vlaanderen (CD&V, SP, VLD) op zich geno- men toen ze meer dan twee jaar geleden toestonden dat deze sluwerik zonder allure, een man zonder opvoeding, zonder cultuur, aan het hoofd werd geplaatst van België en derhalve van Vlaanderen. Hij geniet geen enkel gezag in de internationale wereld waar hij namens ons een representatierol dient te vervullen, behalve – uit opportu- nisme – in Frankrijk en dan nog uitsluitend in het zogenaamd linkse deel ervan. De Ita- liaanse politiek en regering houden zich zichtbaar op afstand. En dan spreekt dit per- sonage op de enige enigszins internationale herdenking van de Eerste Wereldoorlog die bij ons plaatsvond, over racisme, xenofobie en antisemitisme, mijn hemel! Het is jam- mer dat alle aanwezigen beschaafde men- sen waren en derhalve niemand uit protest is opgestapt toen Di Rupo sprak.

Er is trouwens een forse en goed geor- kestreerde campagne aan de gang om te verhinderen dat Vlaanderen , in welks zoge- naamde “Westhoek” de oorlog vier jaar lang woedde, de herdenking zou monopolise- ren, en vooral: dat Vlaanderen op het idee zou komen - wat nog niet gebeurd is – om de herdenking in het teken te stellen van de geschiedenis van de Vlaamse Beweging.

Die kreeg immers een forse impuls door enerzijds de uitroeping van de Vlaamse onafhankelijkheid in het bezette land en anderzijds de anti-Belgische klacht die opsteeg uit de loopgraven aan de IJzer.

Allerlei instanties doen hun uiterste best om de legitimiteit van de Vlaamse herden- king van de Eerste Wereldoorlog onderuit te halen, en daar staat tot hiertoe aan Vlaamse zijde weinig of niets tegenover.

Terwijl bijvoorbeeld Vlaamse kran- ten allerlei niet onjuiste maar van Vlaams standpunt uit gezien irrelevante artikelen over de oorlog publiceren, slagen de Frans- talige media erin om sinds begin augustus geen dag te laten voorbijgaan zonder een of andere vileine aanval op Vlaanderen, op de geschiedenis van Vlaanderen en op de Vlaamse Beweging.

Een Vlaamse mythe?

Dit culmineerde in Le Soir van 7 augus- tus in een betoog van twee bladzijden

“bewijzend” dat het verhaal als zouden de Vlaamse soldaten de Franstalige bevelen van hun officieren niet begrepen hebben, een mythe is. Het is het stokpaardje van Sophie De Schaepdryver, die een paar

goede werken heeft geschreven over de Eerste Wereldoorlog maar daarom nog niet noodzakelijk de enige bron daarvoor hoeft te zijn. Dat verhaal dus over de tragische gevolgen van de eentaligheid van de Bel- gische militaire bevelvoerders, is afkom- stig van talloze getuigenissen, om te begin- nen van Frans Daels, die legerarts was.

Waarom zouden die mensen niet de waar- heid hebben gesproken, zoals zij die zelf vernomen hadden uit de mond van de vele Vlaamse soldaten die amper konden lezen en schrijven, en dus zelden zelf hun erva- ringen konden wereldkundig maken? Er is, vooral in Vlaanderen (Gent), een histo- rische school aan het ontstaan die alleen gelooft wat geschreven staat, en dus (ver- rassend voor lieden die zo graag voor “pro- gressief” doorgaan) bij voorbaat alles uit de geschiedenis weggommen wat slechts op mondelinge overlevering berust. We hebben dit fenomeen, dat fundamen- teel anti-sociaal is want het erkent geen andere historische actoren dan een hoog- geletterde elite, recentelijk in dit blad nog aangeklaagd in verband met de geschied- schrijving over de naoorlogse repressie:

wie alleen met geschreven bronnen werkt, heeft er niets van verstaan en komt tot ver- keerde conclusies.

De verkeken kans

Hoe jammer is het dat wij op dit moment niet meer beschikken over een IJzerbe- devaardcomité zoals dat bestand toen er na de oorlog vele tienduizenden deelna- men aan de IJzerbedevaart, dat wil dus zeggen voordat Lionel Vandenberghe in opdracht van Hugo Schiltz overging tot dynamitering van de Bedevaarten door de deelneming eraan van het Vlaamse radica- lisme onmogelijk te maken.

Hoe jammer dat wij op dit herdenkings- moment geen reusachtige bedevaart meer kunnen organiseren, zoals dat in de jaren vijftig-zestig-zeventig van vorige eeuw nog wel kon. Hoe had de wereld, die gesen- sibiliseerd is door de verschillende her- denkingen overal, daarnaar opgekeken.

Wat een tribune had dit kunnen zijn voor Vlaanderen, en ja, ook voor de inmiddels alweer bijna vergeten doelstelling van de Vlaamse onafhankelijkheid. Wat een steun had dit kunnen zijn voor Schotland, waar in september over de zelfstandigheid wordt gestemd, en voor Catalonië, waar dit in november gebeurt.

Nu staan we daar: naakt, – sorry maar het is geen aantrekkelijk gezicht. We hadden vandaag wereldwijd betekenis kunnen hebben en Europese politieke invloed kunnen uitoefenen door de unieke Vlaamse koppeling van Eerste Wereldoor- log aan independentisme, maar de kans is verkeken, – door onze eigen grote schuld, doordat we ons hebben overgeleverd aan partijen die hun kleine particuliere belan- getjes lieten prevaleren op de Vlaams-nati- onale doelstelling. En niemand die dit aan- klaagt. Niemand ook die zelfs maar klaagt.

Niemand die nog eens herinnert aan de boodschap van de erfgenamen van de gebeurtenissen van de Eerste Wereldoor- log in Vlaanderen, en die luidde: “nooit meer oorlog” (en geen praatjes over

“vrede”, het woord dat tegenwoordig door alle oorlogvoerenden wordt gebruikt),

“godsvrede” (en geen lafhartige verdraag- zaamheid, het motto van de beginsel- loze, leidend tot geven en toegeven), en

“zelfbestuur”, wat nooit iets anders bete- kend heeft dan volledige of althans vol- doende nationale zelfstandigheid om pre- cies te doen wat het woord zegt: onszelf besturen. Wie zal in Vlaanderen de Eer- ste Wereldoorlog herdenken vanuit deze authentieke Vlaamse traditie? Wie zal dit internationaal omkaderen door er een betoging van te maken voor het zelfbe- schikkingsrecht der volkeren?

MARK GRAMMENS

Blauwdrukken

voor een openbare omroep

De Open Vld wil de hakbijl in de openbare omroep zetten, heette het in de pers, na het interview van Bart Tommelein in De Standaard van vorige donderdag. Dat uitgerekend de Open Vld de VRT wil kortwieken, is toch wel ironisch. Hoewel van oudsher een rode burcht, kan niet ontkend worden dat precies de Open Vld de laatste jaren in één van de bovenste laden van de VRT-nieuwsdienst lag.

Wie enkele jaren geleden de aanbidding van Guy Verhofstadt door Ivan de Vadder in De Zevende Dag zag, of andere op televisie uitgezonden gesprekken onder blauwe vrien- den waarvan de kijker geacht werd te denken dat het interviews waren, weet het al langer:

de VRT is geen exclusief rode of rood-groene burcht meer. Er waait inderdaad al een tijd een nadrukkelijk blauwe wind door de gangen van de Reyerslaan. Het is dan ook met enige Schadenfreude dat we vaststellen dat de Open Vld wil besparen op de openbare omroep, en speeltjes zoals MNM en het derde televisienet zo snel mogelijk van de hand wil doen.

Kerktorenmentaliteit

Alleen stellen we ons vragen bij de manier waarop de Open Vld zich een “visie” heeft gevormd over hoe een openbare omroep eruit zou moeten zien. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat het niet meer is dan een bijzonder kortzichtige en puur ideologische kramp, waarop het woord visie amper van toe- passing is. Om maar één voorbeeld te nemen:

de Open Vld gaat er prat op een partij van Euro- peeërs en kosmopolieten te zijn die overal in de wereld thuis zijn. Maar als het erop aan- komt, raakt de «media-expert» van de partij, Bart Tommelein, niet verder dan een verge- lijking met de zieltogende openbare omroep aan de andere kant van de Belgische taalgrens.

Waarbij Tommelein ofwel verzwijgt ofwel niet weet dat één van de grote redenen waarom de RTBf zo’n laag marktaandeel heeft, niet is omdat de Waalse commerciële zenders er zou- den floreren, maar wel dat de Walen gewoon geen behoefte hebben om te kijken naar twee- derangse Belgisch-Franstalige programma’s of zenders. Zij kijken in de eerste plaats naar de Franse openbare en commerciële zenders.

Laten we niet in de val trappen te vergelijken met Nederland. Het stelsel van Nederlandse omroepen is gewoon te specifiek om over te plaatsen naar Vlaanderen. De situatie is er zelfs zo merkwaardig dat naast de Nederlanders zelf vermoedelijk alleen Vlamingen ouder dan pak- weg veertig jaar in staat zijn er ook maar iets van te snappen. Dan is het misschien beter te kijken naar de Scandinavische landen, die ongeveer even groot zijn als Vlaanderen en tot op zekere hoogte een gelijkaardige cultu- rele achtergrond hebben.

Drie, vier of zelfs zes tv-kanalen?

Neem nu dat fameuze derde net. De Open Vld maakt er een punt van dat derde net zo snel mogelijk te willen sluiten, al was het maar omdat het een «speeltje» van de vorige minis- ter van Media, Ingrid Lieten, zou zijn. We gaan er geen gewoonte van maken Lieten te ver- dedigen, maar hoe uitzonderlijk is zo’n derde net eigenlijk?

De Noorse NRK heeft er ook drie, onderver- deeld op ongeveer dezelfde manier als de VRT:

een eerste kanaal dat zeer vergelijkbaar is met één, een tweede kanaal voor sport, cultuur en iets dieper gravende actualiteitsprogramma’s, en een derde kanaal voor kinderprogramma’s

en avondprogramma’s die wat rustiger zijn of meer op vrouwen gericht. Ter referentie: Noor- wegen telt zo’n vijf miljoen inwoners, en nie- mand stelt dat derde net in vraag.

Ook het Finse Yle heeft drie tv-kanalen, of zelfs vier, als men er het Zweedse Yle Fem bij- telt. Toeval of niet: de rolverdeling in Finland is gelijklopend met die in Noorwegen en Vlaan- deren. En, met een kleine vijf en een half mil- joen inwoners, stelt niemand het derde net in vraag.

Dezelfde situatie in Zweden (9,5 miljoen inwoners): naast de twee basiskanalen SVT 1 en SVT 2 hebben de kinderen er in de namid- dag en de vooravond een eigen tv-kanaal dat in de avond overschakelt naar cultuur en nieuws.

Als er al vraag is naar verandering, dan eerder of het niet tijd wordt een vierde kanaal op te richten.

Borgen

Denemarken met een kleine zes miljoen inwoners ziet het echter grootser. Naast de basiskanalen DR 1 en DR 2 hebben jongeren en jongvolwassenen er een eigen DR 3, jonge kinderen DR Ramasjang, 7- tot 12-jarigen DR Ultra, en de cultuurliefhebbers DR K. Dat zijn dus zes tv-kanalen, maar alleen omdat men in 2013 besloot het zevende kanaal, DR Update, dat om de tien minuten nieuws herhaalde, te sluiten wegens te weinig interesse.

Dat Denemarken het iets grootser ziet, werpt vruchten af. Er mag kwaliteit geproduceerd worden, en dat doen ze ook. Met als resul- taat exportproducten zoals Forbrydelsen (The Killing) en Broen/Bron (The Bridge), en het bij politici zeker niet onbekende Borgen (had dat in het Nederlands niet The Capitol moe- ten heten?).

Anderzijds, ook in Denemarken slagen cul- turo’s erin er af en toe eens ferm naast te zit- ten. Google maar eens de term «Blachman», maar best niet als er kinderen in de buurt zijn…

Kerntaken

Ook in Scandinavië duikt de discussie over wat de kerntaken van de openbare omroep moeten zijn geregeld op. Als een openbare omroep rommel produceert, geldt dat al snel als het bewijs dat openbare omroepen nu een- maal niet werken. Produceert ze – buiten dra- maseries of actualiteitsprogramma’s – iets suc- cesvols, dan komt de vraag of daaraan wel belastinggeld besteed dient te worden. Of hoe het eigenlijk nooit goed kan zijn.

Hét grote verschil is misschien dat in Scan- dinavië openbare omroepen niet onmiddel- lijk gezien worden als een strijdmiddel om de bevolking in een links en patriottisch gareel te houden. Zeker, de tendens is ook daar, zoals overal elders, eerder links, maar niet op de chagrijnige doctrinaire wijze die we op de VRT wel eens te zien krijgen. Het zou niet slecht zijn als de nieuwe minister van Media en Cul- tuur, Sven Gatz, daar eens wat aan zou sleute- len. Of zou dat uitdrukkelijk niet de bedoeling zijn van Open Vld?

FvL

Karel De Gucht op weg naar de nooduitgang

(4)

Dossier

13 augustus 2014

4

Opportunistisch

Om de Zuidelijke en de Noordelijke Neder- landen te verenigen, was er meer nodig dan een opportunist zonder politiek inzicht, een hooghartige betweter die woedend wordt bij het kleinste woord kritiek, iemand die slo- ten papier creëert en tezelfdertijd geen idee heeft van de realiteit in zijn land. Willem was geen Camillo Benso, conte di Cavour, die erin slaagde Italië aan elkaar te lijmen. En hij was zeker geen Otto von Bismarck, die Duitsland aan elkaar hamerde en die geen seconde zou geaarzeld hebben een paar regimen- ten grenadiers te zenden om een separatis- tische revolutie binnen 24 uur de kop in te drukken. Willem beet een maand lang alleen maar op zijn nagels.

Pretentieus

Willem wordt geboren in 1772 als de zoon van erfstadhouder Willem V, de hoog- ste erfelijke ambtenaar en leger- en mari- nebevelhebber van de Republiek van de Zeven Provinciën. “Bijna koninklijk” is de status van de Oranjefamilie, maar toch niet helemaal want de elites van de Republiek zijn verdeeld tussen regenten, die vinden dat het land het wel zonder Oranje aankan, en prinsgezinden, die zweren bij die fami- lie. Zijn vader is een zwakke figuur, alleen geïnteresseerd in het prestige van het ambt maar niet in het harde politieke werk om de Republiek onder de duim te houden.

Willem is geen gemakkelijk kind. Hij is een dwarskop, pretentieus en zich bewust van zijn toekomstige rang. Hij leert de ingewik- kelde structuur van het land grondig ken- nen en krijgt een militaire opleiding, waar- voor hij niet het geringste talent heeft. De familie is uiteraard hervormd maar niet te fanatiek, al heeft ze geen enkele sympa- thie voor het katholicisme dat toch de gods- dienst van veertig procent van de Noord- Nederlanders is. Willems moedertaal is het Nederlands, al spreekt en schrijft hij veel in het Frans zoals alle aristocraten doen, maar dat Frans is behaard en dikwijls een letterlijke vertaling uit het Nederlands. Hij is dertien jaar wanneer in de Republiek een kleine burgeroorlog uitbreekt tussen prins- gezinden en de regenten die zich Patriotten noemen en die een moderne staat wensen zonder een halve of hele koning, met een groter aandeel in het bestuur voor de bur- gerij en zelfs meer rechten voor de katho- lieken. De Oranjes kunnen alleen de teugels in handen houden omdat de moeder van Willem een beroep doet op de regimenten van haar broer, de koning van Pruisen. De erfprins trouwt vervolgens met de konings- dochter - zijn volle nicht - die hem zes kin- deren geeft.

Laf

Sommige Nederlandse regenten vluchten na de opstand van de Patriotten naar Frank- rijk en stoken daar de Franse revolutionairen op. De Fransen beginnen in 1794 aan hun tweede en definitieve verovering en plunde- ring van de Zuidelijke Nederlanden en trek- ken ten slotte op naar het Noorden. Ze ver- klaren de oorlog aan de Oranjes (niet aan de Republiek). Willem krijgt van zijn vader het opperbevel cadeau. Een vergiftigd geschenk.

Hij is een bureaugeneraal die veel papier bevuilt en die soldaten harteloos en mee- dogenloos streng behandelt, maar hij gaat er als een haas vandoor zodra er echt gevochten wordt. De Fransen profiteren van een strenge winter om de grote rivieren over te steken. De Oranjes vluchten naar Engeland. Nederland wordt als Bataafse Republiek een satelliet- staat van Frankrijk. De familie leeft voortaan royaal op kosten van de Britse koning, maar voor Willem wordt het een frustrerende tijd.

Hij koopt in Polen wat landgoederen en op dat eenvoudige niveau kan hij zich uitleven in veranderingen en verbeteringen. In 1798 landt hij met een Brits legertje in Noord-Hol- land, ontdekt in Alkmaar dat niemand op een stadhouderlijk regime wacht en al na

zes weken moet hij op de loop gaan. Inmid- dels begrijpt heel Europa dat de oude tijden niet meer terugkomen en dat alleen onder- handelingen met de Fransen een eind aan de permanente oorlogen kunnen maken. Wil- lem rent naar Parijs om zo kruiperig mogelijk compensaties voor de Nederlandse verliezen te krijgen van Eerste Consul Bonaparte. Bij de onderhandelingen tussen de grootmach- ten is hij niet welkom, maar met bewonde- ring kijkt hij naar de semi-dictatoriale macht en de resultaten van de Corsicaan. Bij de korte Europese vrede van 1802 vallen er wat appels uit de bomen. In Nederland is Willems rol uitgespeeld. Hij krijgt wel, als monarch, het vroegere bisdom Fulda in Duitsland, plus nog wat abdijen elders en de stad Dortmund.

Willem rekent uit dat de Oranjes ongeveer twintig procent van hun geleden verliezen recupereren. Vader Willem V draagt zijn rech- ten graag over aan zijn zoon, en sterft kort daarna.

Kruiperig

In Fulda is Willem in zijn element. De stad telt nauwelijks 10.000 inwoners en alles is makkelijk te overzien. Zoals veel vorsten van zijn tijd moeit hij zich met onderwijs, bibli- otheken, wegenaanleg, gezondheidszorg, enzovoort. Willems geldzucht is algemeen bekend. Voortdurend probeert hij meer compensaties te krijgen voor de Neder- landse verliezen. Bonaparte weigert dat.

Willem weigert op zijn beurt eer te bewijzen aan de dictator, inmiddels keizer van Frank- rijk geworden. Wanneer Bonaparte ook nog eens het voorouderlijke graafschapje Nas- sau en Dortmund aan een nieuwe satelliet- staat schenkt, is de maat vol. Willem schaart zich in 1806 aan de zijde van zijn zwager, de nieuwe koning van Pruisen, die de oor- log verklaart aan de Corsicaan. Het Prui- sische leger wordt vernietigd, samen met Willems reputatie. Als bevelhebber van Erf- urt geeft hij de sterke vesting zonder slag of stoot over aan de Fransen. Hij wordt zelfs wegens lafheid voor een krijgsraad gedaagd, al gaat alles in de doofpot. Bonaparte neemt Fulda in beslag. In een reeks gênante kruipe- rige brieven aan de keizer biedt Willem zijn excuses aan en steekt zijn verslagen zwager een dolk in de rug. Het helpt niet. Voortaan moet hij op kosten van diezelfde zwager en van een Britse subsidie leven. Hij heeft tijd zat en begint een verhouding met een hof- dame van zijn vrouw die hem op vijf jaar tijd vier bastaarden schenkt. De hoop van de familie rust voortaan op de schouders van Willems oudste zoon, ook een Willem.

Die is nog maar vijftien jaar wanneer vader al aan een “plan-Willem” werkt. In het ver- leden waren er nauwe familiebanden met de Britse vorsten. En het enige kind van de prins van Wales, de tweede in lijn voor de troon, is prinses Charlotte. Een huwelijk kan het fortuin van de Oranjes op termijn her- stellen. Daarenboven toont Willem junior militair talent. De jongeman leert een paar jaar het vak in Spanje, als lid van de staf van Wellington, die er een Brits leger aanvoert dat tegen de Fransen vecht. Bijna zeven jaar moet Willem op een houtje bijten, tot Bona- parte zijn ondergang tegemoet gaat in Rus- land. Die nederlaag zet Europa op zijn kop.

Willem begrijpt meteen dat de sleutel van Europa in Londen ligt, waar hij zich onder- danig aanbiedt. De Britten willen een sterke staat ten noorden van Frankrijk: geen repu- bliek, wel een krachtige monarchie, en dan komt wegens het verleden een lid van de Oranjes in aanmerking voor de troon; zeker een man die er geen probleem mee heeft dat een paar belangrijke vroegere Neder- landse koloniën (o.a. de Kaap) definitief in Britse handen komen. De Britten denken eerst aan Willem junior, maar twintig jaar is wel erg jong en Wellington, wiens woord zwaar weegt, kiest ook voor de weinig sym- pathieke vader.

(Vervolg en slot komende week.) Jan neckers

“Onze goede koning Willem” (1)

Een autist! Dat is het harde oordeel over koning Willem I van het Koninkrijk van de Verenigde Nederlanden van zijn beste biograaf. Jeroen Koch gebruikt dat woord niet in zijn boek, maar hij gebruikte het wel in interviews toen het in november 2013 verscheen. Toch blijft een traditioneel deel van de Vlaamse bewegers nog altijd over

“onze goede koning Willem” spreken, omdat hij even het Nederlands tot officiële taal van de Nederlanden verhief, maar dat plan bij de eerste zware tegenwind liet vallen.

Vervolg van blz. 1

Zaaien naar de zak, het lijkt een gezond prin- cipe. Als ondernemers pleiten voor een slan- kere overheid, hebben ze het dan ook over de woonfiscaliteit? Sociale herverdeling is in een solidaire samenleving een heilige principe, maar gebeurt ze niet best fiscaal, aan de bron?

Niet iedere Vlaming heeft die bonus nodig. En huurders hebben er al helemaal niets aan. Ook dat dossier vertoont sociale gaten.

8. Mobiliteit

Tot slot zouden een kilometerheffing voor buitenlandse vrachtwagens (616 miljoen), wat bezuinigingen in het openbaar vervoer, vooral bij De Lijn (30 tot 40 miljoen), en een hogere verkeersbelasting (113 miljoen) een smak geld moeten opbrengen.

Factuurregering

Dat socialisten en groenen het Vlaams Par- lement vervroegd willen bijeenroepen om de

“Factuurregering Bourgeois” aan te pakken, is begrijpelijk, maar maakt weinig indruk. De begroting wordt besproken op de vierde maan- dag van september. Wat zou het nu anders zijn…

Dat Bourgeois de kosten en lasten asociaal

herrekent (“voor alle inkomens gelijk”) klopt maar gedeeltelijk. Zullen rood en groen dan nooit aanvaarden dat je vanuit sociale motie- ven niet noodzakelijk op elke beleidsvlak cor- rigerend moet optreden. Zoiets werkt admini- stratief en juridisch verstikkend. Zo creëer je een wildgroei van regelgeving en dat is niet de taak van een efficiënt werkende overheid. De door hen voorgehouden ‘gratis-maatschappij’, lijkt al helemaal niet meer van deze tijd. De fis- caliteit kan maar beter eens grondig worden herdacht, te beginnen met een veel ingrijpen- der fiscale autonomie voor Vlaanderen. Een waardig debat tussen taboes, van flat-tax tot vermogensbelasting.

De regering-Bourgeois snoeit hier en daar, en dat zal al eens pijn doen. De inspanning had kleiner kunnen zijn als men een staatshervor- ming had gerealiseerd waarbij men van het federale niveau niet alleen wat bevoegdheden, maar ook het daarbij horende geld had gekre- gen. Maar daarom is ze nog niet meteen “een kille regering die enkel de kant kiest van de rijk- sten” (Van Malderen, sp.a) en die met “vijf jaar snoeien iedereen laat bloeden” (Björn Rzoska, Groen)… Met dergelijke slogans zal de oppo- sitie vooral zichzelf in

de vernieling rijden.

Ook in Vlaanderen scheert men niet langer gratis

Mist boven het federale moeras

Elders in dit blad hebben we het over de besparingen van de Vlaamse Regering. Die val- len al bij al nog mee. “Vlaanderen moet een put van 1,4 miljard euro dichten. Federaal wacht een ravijn van 17 miljard euro”, vatte Jeroen van Horenbeek het verschil samen in De Mor- gen. Dat is dus andere koek. Dat zijn krant op diezelfde voorpagina opende met een verhaal over acht miljard Vlaamse besparingen nemen we er maar bij. Vergelijkingen tussen besparin- gen in een legislatuur en in een jaar is niet mak- kelijk. Een mens kan al eens een appel voor een peer houden.

De co-formateurs Kris Peeters en Charles Michel willen volgend weekend klaar zijn met de startnota die als basis moet dienen voor de echte regeringsonderhandelingen. De kamika- zeregering van N-VA, CD&V en MR (doorgaans de Zweedse coalitie genoemd) moet tegen 2019 – jawel - een sanering van 17,3 miljard euro uittekenen.

Wordt het budget de struikelblok? Wellicht niet. Dat wordt wellicht la résistance in Frans- talig België, al kunnen PS en CdH die opsparen om het schip van de liberalen te raken nadat het volle zee koos.

Maar misschien komt het niet eens zo ver.

In de kamikaze-onderhandelingen moet nog gebikkeld worden om – we beperken het lijstje - een indexsprong, het bevriezen van over- heidsuitgaven in 2015 en 2016, meer geld voor de sociale zekerheid, langer werken, het ver- lagen van uitkeringen en (brug)pensioenen en de pensioenput (40 miljard in 2019), het beperken van werkloosheidsuitkeringen in de tijd, over een forsere aanpak van fiscale en sociale fraude, over het lot van Belgacom en Bpost, over de uitstap uit de kernenergie, duur- dere accijnzen op diesel, een btw-verhoging, hogere taksen, aard en omvang van een loon- lastenverlaging, flexijobs, elektriciteitsprijzen, nachtvluchten en vliegroutes, de Arco-affaire, de crisis in de horeca, de demografische tijd- bom, het weer stijgend aantal asielzoekers, de onophoudelijke hypermigratie… Oef…

We vermoeden dat de kamikaze-minister- postjes verre van verdeeld zijn. Met de libera- len in politieke pole-position en de MR inzake postjes een lange straat voor de anderen uit volgt hierover vast nog vuurwerk. Alleen is het best mogelijk dat de lont niet eens wordt aan- gestoken… “Ze zijn er bijna, maar nog niet helemaal”, de kans is groot dat we dit liedje nog vaak zullen horen. anJa Pieters

(5)

Actueel 13 augustus 2014 5

Over Bart, de ezel en de steen

De N-VA heeft in het kielzog van haar sterke voorzitter in de voorbije tien jaar sterke en wervende communautaire analyses gemaakt. Dat heeft de partij geen windeieren gelegd. Tegelijk heeft ze de jongste jaren een pragmatische bocht gemaakt. Wat blijft er de komende weken en maanden over van de scherpte waarmee ze vooral tot 2010 haar aanhang opbouwde en die winst nadien consolideerde? Grasduinend in de door Karel Cambien verzamelde citaten (*), laten we De Wever hierover zelf aan het woord.

Zijn communautaire doelstelling heeft hij in 2007 in Het Laatste Nieuws in drie zin- nen netjes samengevat: “Toen de Volksunie zich in 1954 tot het federalisme bekeerde, vond iedereen dat een incivieke gedachte en een vies woord van een stelletje extremisten.

Intussen is die Volksunie door alle partijen niet alleen in zijn federalisme gevolgd, maar ook in zijn confederalisme. Intussen zijn wij als N-VA op een punt aanbeland van het separatisme waaraan 40 procent van de Vlamingen geen aanstoot meer blijkt te nemen.”

Wie bovenstaande grondig las, heeft gemerkt dat er iets niet klopt. Niet alleen is het separatisme uit het vocabularium geschrapt, ook het confederalisme – door De Wever al aan de vergane Volksunie gelinkt – lijkt in de N-VA-communicatie naar de wachtkamer ver- wezen.

Dat de bondgenoten van vandaag (CD&V en Open Vld) ook “voorstander van confe- deralisme” zouden zijn, zoals hij nog in 2013 zei, klopt deels voor de CD&V maar niet meer voor de liberalen.

Argumenten

Voor zijn sterke communautaire focus had De Wever nochtans goede argumenten, blijkt alleen al uit verschillende interviews in De Standaard. “België is op nationaal niveau achterhaald en op supranationaal niveau te klein om relevante schaalvoordelen te bie- den.” (2004) … “Wij hebben het geloof in het project België als natiestaat verloren. Op het macroniveau heb je Europa en op microni- veau is Vlaanderen veel geschikter als homo- gene democratie dan België.” (2007) … “De ontrafeling in gemeenschappen die cultureel, sociaal, economisch en democratisch groten- deels of volledig van elkaar zijn losgekomen, heeft de objectieve basis voor de Belgische natie weggeslagen.” (2011) … “België is uit mekaar gevallen na Leuven Vlaams.

Daarna werden alle nationale partijen gesplitst. Er is dus geen sprake meer van een federale democratie.” (2013) … “België is een bruistablet. Opgelost staat netjes”, was mis- schien wel de sterkste oneliner (Het Laatste

Nieuws, 2006).

De Wever hoor je dit vandaag nog nauwe- lijks zeggen. Al een hele tijd overigens is dui- delijk dat hij opteert voor pragmatisme en voor

“geleidelijkheid”.

Confederalist? Misschien…

Dat pragmatisme breidt zich zelfs uit naar het confederalisme. Ook dat kan nog even wachten? “Het confederalisme is een coper- nicaanse omwenteling waarbij de deelstaten afspreken wat ze samen kunnen doen en wat niet”, zei De Wever kort voor de verkiezingen van 2010. Er werd aan dat confederalisme in dit voorjaar een bemoedigend congres gewijd.

Maar staat het vandaag nog op de agenda van de onderhandelaars van de N-VA?

Dat De Wever zijn strategie bijstuurde, is voor iedere rationeel denkende Vlaamsge- zinde nog best begrijpelijk. Vlamingen zijn inderdaad geen revolutionairen. Tussen de hogervermelde radicale analyses door is allang duidelijk dat de N-VA-voorzitter kiest voor de weg van de geleidelijke omslag. Dat gaat van

“België zal verdwijnen door evolutie” (De Mor- gen, 2005) tot “Nationalisme is maar een mid- del. Het doel is een efficiënte democratie. Die evolutie zal eindigen waar ze zal eindigen, met name bij een onafhankelijk Vlaanderen, maar dat zal een verhaal zijn met veel tussenstati- ons” (2014).

Of nog, na de verkiezingsoverwinning, in juni 2010: “We zijn een partij van hervor- mers, niet van revolutionairen… De N-VA moet beseffen dat 70 procent van het land niet op ons gestemd heeft, dat we bruggen moeten bouwen. Zin voor verantwoordelijkheid moet primeren.”

De N-VA kiest voor de strategie van de Volksunie: “via de tafel van de onderhande- lingen betekenisvolle stappen zetten”, klonk het al in 2007. “Hoon en spot horen erbij, van verraad tot verraad gaan we naar een Vlaamse staat.”

En ondertussen…

Wat blijkbaar wel sneller mocht gaan, was de “verblauwing” van de partij. Het wordt al

eens ontkend, maar de N-VA heeft maar wei- nig met rood, veel meer met blauw. Ook dat werd vooral na de sprong voorwaarts duide- lijk, in oktober 2010: “Nationalisme en libera- lisme zijn niet tegengesteld aan elkaar, maar tweelingbroers. Het liberalisme kan nu een- maal niet zonder een concrete gemeenschap waarin het zijn ideeën over vrijheid, gelijkheid en gerechtigheid voor het individu tastbaar gestalte kan geven.” Nogal wat Vlaamsgezin- den zullen zich over die “verblauwing” wel vra- gen stellen. Echt niet alleen de “romantische Vlaamse beweging” waarvan De Wever zegt dat hij er weinig voeling mee heeft. In reële machtstermen – electorale kracht dus – is die beweging inderdaad fel verzwakt. Maar zijn partij is gebaseerd op de sokkel van Vlaams- nationalisten, die “rebellen voor wie deelname aan de macht niet evident is”.

En nu?

België is het beste af met “het bruistablet- model”, klonk het. Maar dan wel een model dat bijzonder traag werkt. De Wever lachte met het pleidooi voor “communautaire rust”, dat steevast klitte aan elke staatshervorming.

Hij citeerde ooit - duidelijk instemmend - Her- man van Rompuy’s suggestie “dat de Vlamin- gen maar eens moeten weigeren om een fede- rale regering te vormen”. En nu?

“Alleen de linkse kerk heeft nog niet begre- pen dat België dood is”, zei De Wever in De Morgen, in 2009. Ook daarin zou hij zich wel eens grondig van tegenstrever kunnen vergis- sen. Binnen het blauwe fabriekje zijn er veel meer die dat niet hebben begrepen.

“We moeten stoppen met te onderhande- len over wat we niet meer samen wensen te doen”, klonk het nog stoer in Knack (decem- ber 2012). En vandaag? “Ik geef het toe, we zijn gevaarlijk. Gevaarlijk voor de gevestigde waarden die alles bij het oude willen laten.”

En vandaag?

De keuze voor pragmatisme is op zich niet zorgwekkend. Dat de partij van onafhankelijk- heidspartij naar confederalisme overstapte, ook niet. Dat ze het communautaire nu redu- ceert tot iets voor de toekomst is zorgwek- kend. Dat ze geruisloos verblauwt, maakt haar politieke kleur troebel. “De Volksunie had op een bepaald ogenblik geen wervend verhaal meer. Ze vertelden alles en dus niks”, zei De Wever over de ondergang van die partij. Oplet- ten voor de ezel en de steen, Bart.

AnjA Pieters

RuTTeNs AuReool

Het aureool van Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten is twee weken na haar heiligverklaring op 21 juli al heel wat min- der. Bij de verdeling van de ministerpos- ten maakte ze meer vijanden dan vrien- den. Dat ze op één nacht tijd in de regering stapte was voor sommigen ook geen onver- deeld succesverhaal. Quid Oosterweel, onderwijshervorming, Vlaamse bouw- meester? Zullen de liberalen, overbodig om aan meerderheid te geraken, wegen op het beleid? Volgens Wouter Beke had- den ze “hoegenaamd geen invloed op het regeerakkoord”.

MAGGie eN KAMiKAze

In Franstalig België is de scepsis groot tegenover de MR die als enige Fransta- lige partij in een regering stapt met drie Vlaamse partijen. Dat blijkt uit een enquête die werd uitgevoerd door het onderzoeks- bureau iVox in opdracht van VTM. Voor zes- tig procent van de Franstaligen is dat “een probleem”. Slechts 35 procent vindt dat de volgende premier Franstalig moet zijn.

Maggie De Block (Open VLD) is zelfs de meest aangewezen persoon om die kami- kaze-regering (Zweedse coalitie) te leiden, meldde VTM al. Bij de Nederlandstaligen staat Peeters met bijna 48 procent afgete- kend aan de leiding, voor Maggie De Block (22 %) en Bart De Wever (17 %).

GespleTeN opiNie

Nog volgens iVox denken Franstaligen en Vlamingen erg verschillend over de regeringsvorming. Een meerderheid van de Franstaligen tegenover minder dan een vierde van de Vlamingen denkt dat met de op stapel staande coalitie ook de kans ver- hoogt dat België zal worden gesplitst. Ter- wijl 60 procent van de Vlamingen denkt dat een Zweedse coalitie een goede zaak zou zijn voor de economie, is slechts 38 procent van de Franstaligen daarvan over- tuigd. Gevraagd naar de grootste uitda- ging voor de volgende federale regering, schuiven beide taalgroepen werkgelegen- heid naar voren. De Nederlandstaligen vin- den daarna de pensioenen en de begroting bijna even belangrijk. In Franstalig België staat het samenleven tussen Vlamingen en Franstaligen op de tweede plaats.

ARMoeDe opGeKlopT?

In vergelijking met de rest van Europa stelt de Belg vaak een doktersbezoek uit om financiële redenen. Van 31 Europese landen haalt België amper de 20ste plaats.

Dat schrijft De Morgen op basis van een onderzoek van de Europese Commissie.

Volgens Sara Willems, professor aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde (UGent) en een van de hoofdonderzoekers, stelt 8,6 procent van de Belgen een bezoek aan de huisarts uit om financiële rede- nen. In Nederland en Duitsland is dat 1,6 en 4,5 procent. Het remgeld, met de der- debetalersregering nochtans laag, zou nog mensen afschrikken. Wie een Omnio- statuut heeft moet één euro betalen voor een huisartsbezoek, maar daar wordt niet optimaal gebruik van gemaakt, “uit onwe- tendheid, of drempelvrees”, zo werd ons in alle media voorgehouden. Dat klopt noch- tans maar voor 56,1 procent van de onder- vraagden.

VRAAGTeKeN? uiTRoepTeKeN!

Bij de vorming van de nieuwe regerin- gen sneuvelen bij bosjes ministerspostjes.

Of beter, ze blijven maar worden straks ingevuld door anderen. De voor hun dien- sten aan volk, vorst en vaderland bedankte excellenties behouden wel “zekere rech- ten”. Dat van twee vaste medewerkers voor een termijn van vijf jaar is er één. Aan zo’n duo kleeft het prijskaartje van 100.000 euro belastinggeld. Hoe dat het “algemeen belang” dient, is onduidelijk. Geert Bour- geois, kersvers Vlaams minister-president, plaatst in passend politiek jargon “vraag- tekens bij het systeem”. Hij wil “het debat daarover openen”. Vraagtekens? Alleen een uitroepteken achter een klaar en dui- delijk “weg ermee” zal als signaal aan de zich blauw betalende belastingbetaler vol-

staan!

BeeTje oNziN VAN Noels

Econoom en opiniemaker Geert Noels lanceerde het idee om elk jaar of elke twee jaar van premier te wisselen. Zo heeft het viertalige Zwitserland een systeem uitge- werkt “om alle taalgemeenschappen gelijk te bedienen”. Carl Devos, een beetje wijzer in deze, gelooft niet in dat systeem voor ons land. Zwitserland is immers totaal anders georganiseerd dan ons land, met veel min- der gecentraliseerde macht”. Maar vooral:

zo’n systeem neemt de conclicten niet weg.

En een blik op onze buurlanden volstaat om te weten dat dergelijke “wissel” poli- tieke nonsens is en de stabiliteit niet ten goede komt. En Noels? Die houdt vol…

ReyNDeRs of ThysseN?

De race om Europees commissaris te worden voor ons land gaat nog tussen Marianne Thyssen (CD&V) en Didier Reyn- ders (MR). Karel De Gucht (Open VLD), die lang getipt werd om zichzelf op te volgen, is van de lijst van kanshebbers verdwe- nen. Dat schreef toch De Standaard. MR en CD&V willen de functies van eerste minis- ter en EU-commissaris bij de federale for- matie onderling verdelen. Als de kamikaze- coalitie er komt, met Peeters als numero uno, zit Reynders in een zetel. Als…

sTRAffe BoNDGeNooT

De Belgische Unie (BUB) trekt naar het Grondwettelijk Hof tegen de zesde staats- hervorming.

De belgicisten zijn tegen de bepalingen die het de gewesten mogelijk maken de

provincies af te schaffen. Dat is niet con- form met de grondwet, aldus de BUB die de provincies beschouwt als de belangrijk- ste oplossing voor de communautaire pro- blemen.

De Unie verzet zich ook tegen de artike- len die raken aan federale kernbevoegdhe- den als justitie en verkeer, want die taken zijn impliciet vastgelegd in artikel 35 van de grondwet, betoogt de BUB.

sCAlpeN VAN liNKs BelGië

In De Standaard heeft Karel Verhoeven het over de vele linkse stokpaarden die dra zouden sneuvelen. Enkele voorbeelden: de overheid moet niet langer post bestellen of gsm-operator spelen; wie te veel verdient, zal zijn sociale woning moeten afstaan; de

uitstap uit de kernenergie wordt in vraag gesteld; er is vraag naar gemeenschaps- dienst voor wie te lang zonder werk zat, naar een minimale dienstverlening bij sta- kingen en naar flinkheid bij het beteuge- len van misbruik in de sociale zekerheid...

Allemaal voorlopig nog ballonnetjes van partijen die zich opwarmen voor de fede- rale onderhandelingen. Het verzamelen van opzichtige scalpen van “links België”

wordt de bestaansreden van een regering die “een aartsgevaarlijk avontuur” wordt.

Maar de socialisten en de vakbonden zijn niet plotseling van het toneel verdwenen.

“Ook zonder links is de vrijheid voor rechts gelimiteerd. Sommigen vloeken daarop, voor anderen is het een bron van hoop.

Maar het is hoe democratie werkt”, aldus Verhoeven.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mensen moeten zeker kunnen zijn van fatsoenlijk werk, liefdevolle zorg, goed onderwijs en. een

Voor de overige prioritaire soorten relevant voor het Vlaamse beleid wordt voor een gestructureerde gegevensinzameling gekozen indien (geordend volgens afnemende

Gelet op het feit dat medewerkers nu nog bezig zijn met het inhalen van werk dat is blijven en gelet op de drukte die de decembermaand altijd al oplevert, heeft B&W besloten om

In deze oproep wordt meer informatie gegeven over de voorwaarden en de manier waarop gemeenten en voorschoolse instellingen een plan kunnen indienen voor het invoeren van

En ik zal alles horen: het verdriet, de angst, de eenzaamheid, de vermoeidheid, het oud en der dagen zat zijn, het verlangen naar degenen die er, soms al zo lang, niet meer zijn..

Ook daarover is Berkelmans kritisch jegens de vaste golfers: ‘Greenfeeërs moet je verwelkomen, al was het alleen maar omdat ze voor jouw ronde golf betalen.. Daarnaast zijn dit

In de hierna volgende verkenningen onderzoeken we hoe je tot een andere verbinding tussen burger en bestuur komt, hoe je toewerkt naar een meervoudige democratie, hoe je het

Dit nulalternatief in deze studie wordt als volgt gedefinieerd: een situatie waarbij de Betuweroute in Nederland compleet is en gereed voor goederenvervoer, maar waarbij er