TL - 20160404 / 1 Oprichting stichting
Vandaag, ***, verscheen voor mij, mr. Ton Kornelis Lekkerkerker, notaris te Arnhem:
Mevrouw Iris Leene, geboren te Delft op dertig mei negentienhonderd
zevenenzestig, wonende te J. Winnubstlaan 15, 3533 NA Utrecht [legitimatie, burgerlijke staat], te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van de Gemeente Arnhem, een publiekrechtelijk rechtspersoon, gevestigd te Arnhem, kantoorhoudende aan de Koningstraat 38 te 6811 DG Arnhem, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 09214908 met vermelding RSIN
001825112.
Van de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de verschenen persoon blijkt uit een onderhandse akte van volmacht die aan deze akte is gehecht (bijlage 1).
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde als volgt.
1. Binnen de gemeente Arnhem zijn vanuit de wijken sociale wijkteams werkzaam, die de toegang tot de zorg verzorgen en (kortdurende) ondersteuning, hulp en zorg bieden aan de inwoners van de wijken waarin zij werkzaam zijn.
2. In de gemeentelijke kadernota “Naar een veerkrachtige Samenleving” is de herpositionering van de sociale wijkteams benoemd en in de
Koersnota “Van wijken weten” is een nieuwe toekomstige positie van de sociale wijkteams als opdrachtnemende organisatie van de gemeente Arnhem als uitgangspunt vastgelegd.
3. De gemeente Arnhem heeft er voor gekozen om alle sociale wijkteams onder te brengen binnen één op te richten stichting, waarvan alle sociale wijkteams onderdeel van uit maken. De keuze voor deze rechtspersoon is het meest wenselijk, omdat de besluitvorming en besturing relatief eenvoudig is en de vorm aansluit bij de maatschappelijke opgaven van de wijkteams. Hiermee wordt de gewenste afstand tussen de gemeente Arnhem en de sociale wijkteams gecreëerd. Daarnaast draagt deze onafhankelijke positie bij aan de gewenste laagdrempeligheid bij inwoners. Ook biedt de stichtingsvorm voor de gemeente Arnhem voldoende mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het behalen van de doelen.
4. Bij het vorenstaande is uitgangspunt dat de gemeente Arnhem steeds bevoegd is de gebieden aan te wijzen waar binnen per gebied één sociaal
wijkteam werkzaam zal zijn.
5. Ieder sociaal wijkteam en de daarbij behorende coaches zal gehuisvest en werkzaam zijn in de eigen wijk en worden aangestuurd door één
teamleider-bestuurder. Daarbij zullen de teamleiders-bestuurders tezamen met één zakelijk mede-bestuurder het bestuur in de zin van de wet van de stichting vormen, zulks onder toezicht van een Raad van Toezicht.
Gelet op het vorenstaande, verklaarde de verschenen persoon bij dezen een stichting op te richten waarvoor gelden de volgende:
S T A T U T E N Artikel 1
Naam, zetel
1.1 De stichting draagt de naam: Stichting Sociale Wijkteams Arnhem.
1.2 De stichting heeft haar zetel te Arnhem.
Artikel 2 Definities
In de statuten wordt verstaan onder:
(a) "Algemeen Bestuur": het bestuur van de stichting in de zin van de wet bestaande uit de Teamleider-bestuurders en de Zakelijk mede-bestuurder;
(b) "Dagelijks Bestuur": de Zakelijk mede-bestuurder;
(c) “Sociaal Wijkteam”: organisaties die in de gemeente Arnhem in het sociale domein werkzaam zijn en als zodanig door de gemeente Arnhem zijn aangewezen, zoals nader omschreven in de koersnota “Van Wijken Weten”, welke nota is vastgesteld door raad van de gemeente Arnhem op negenentwintig februari tweeduizend zestien;
(d) “Teamleider-bestuurder”: een natuurlijk persoon die leiding geeft aan één van de Sociale Wijkteams;
(e) “Zakelijk mede-bestuurder”: een natuurlijk persoon niet zijnde een persoon die leiding geeft aan een van de Sociale Wijkteams.
Artikel 3 Doel
3.1 De stichting heeft tot doel het vergroten en bevorderen van de
zelfredzaamheid van inwoners van de gemeente Arnhem en van de wijze waarop zij, op basis van wat zij kunnen, meedoen aan de samenleving.
3.2 De stichting tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door:
a. het bieden van dienstverlening in de buurt van inwoners van de gemeente Arnhem;
b. het bieden van kortdurende coaching, ondersteuning, hulp en zorg aan inwoners van de gemeente Arnhem;
c. het waar nodig verschaffen van toegang tot maatwerk- en specialistische voorzieningen aan inwoners van de gemeente Arnhem;
d. het op een effectieve en efficiënte wijze als regisseur sturing en coördinatie geven aan de Sociale Wijkteams die werkzaam zijn in de wijken van de gemeente Arnhem;
e. het volgen van de resultaten van de ingezette zorg;
f. het bewaken van de goede samenwerking tussen betrokken hulpverleners;
g. ieder Sociaal Wijkteam feitelijk te huisvesten en werkzaam te laten zijn in de eigen wijk;
h. iedere coach behorend tot een Sociaal Wijkteam in de regel slechts in één wijk werkzaam te laten zijn.
3.3 De stichting beoogt niet het maken van winst.
Artikel 4 Vermogen
Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:
- bijdragen van opdrachtgevers;
- subsidies en donaties;
- schenkingen, erfstellingen en legaten;
- alle andere verkrijgingen en baten.
Artikel 5 Organen
5.1 De stichting kent als organen:
(a) het Bestuur, zijnde het bestuur in de zin van de wet;
(b) de Raad van Toezicht, belast met het toezicht op het Bestuur.
5.2 Het Bestuur bestaat uit een Algemeen Bestuur, waarin is opgenomen het Dagelijks Bestuur.
Artikel 6
Algemeen Bestuur
6.1 Het Algemeen Bestuur vormt het bestuur in de zin van de wet.
Het is belast met het besturen van de stichting. Het Algemeen Bestuur draagt de eindverantwoordelijkheid voor het realiseren van de
doelstellingen van de stichting. Vanuit die eindverantwoordelijkheid is het Algemeen Bestuur belast met:
(a) de handhaving van de bepalingen van deze statuten en de reglementen;
(b) het nemen van besluiten welke niet aan anderen zijn opgedragen;
(c) het vaststellen van het stichtingsbeleid en het jaarprogramma met
begroting;
(d) het vervullen van de taken die de stichting als werkgever heeft ten opzichte van de medewerkers van de stichting.
6.2 Het Algemeen Bestuur van de stichting bestaat uit zoveel leden als er Sociale Wijkteams zijn en uit de Zakelijk medebestuurder. Daarbij dient ieder Sociaal Wijkteam in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd te zijn, door de desbetreffende Teamleider-bestuurder.
6.3 Het Algemeen Bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter. Deze rol wisselt periodiek.
6.4 De leden van het Algemeen Bestuur worden benoemd en ontslagen door de Raad van Toezicht. Een lid van het bestuur kan niet tevens lid zijn van de Raad van Toezicht.
6.5 De jaarlijkse bezoldiging van een lid van het Algemeen Bestuur mag niet hoger worden vastgesteld dan de jaarlijkse bezoldiging van de
Burgemeester van Arnhem.
6.6 Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd, onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 9.
6.7 Een bestuurslid kan te allen tijde door de Raad van Toezicht worden geschorst en ontslagen. Terzake van schorsing, handhaving of opheffing van de schorsing of ontslag besluit de Raad van Toezicht met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
Het betrokken bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de Raad van Toezicht te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
6.8 De schorsing van een bestuurslid vervalt, indien de Raad van Toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag, tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden
gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
6.9 Een bestuurslid defungeert:
(a) door zijn overlijden;
(b) doordat hij failliet wordt verklaard of doordat de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem - al dan niet voorlopig - van toepassing wordt verklaard;
(c) door zijn onder curatelestelling;
(d) door zijn vrijwillig aftreden;
(e) door zijn ontslag door de rechtbank;
(f) door zijn ontslag verleend door de Raad van Toezicht;
(g) doordat zijn dienstbetrekking met de stichting eindigt;
(h) doordat hem surséance van betaling wordt verleend;
(i) doordat één of meer van zijn goederen onder
meerderjarigenbewind, als bedoeld in titel 19 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, worden gesteld.
6.10 Bij het ontstaan van één (of meer) vacature(s) in het Algemeen Bestuur, zal de Raad van Toezicht binnen twee maanden na het ontstaan van de desbetreffende vacature daarin voorzien door de benoeming van één (of meer) nieuw(e) bestuurslid (bestuursleden). Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden.
6.11 Bij ontstentenis of belet van één of meer bestuursleden, niet zijnde alle bestuursleden of het enige (overgebleven) bestuurslid, nemen de overblijvende leden, of neemt het overblijvende lid het gehele bestuur waar. Daarnaast kan de Raad van Toezicht besluiten om een tijdelijk bestuurslid te benoemen, die afkomstig is uit dezelfde wijk als het bestuurslid werkzaam is dat vervangen moet worden.
Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden of van het enige
(overgebleven) bestuurslid wordt het bestuur waargenomen door de Raad van Toezicht, onverminderd de bevoegdheid van de Raad van Toezicht een of meerdere personen, al dan niet uit haar midden, aan te wijzen.
6.12 Het Algemeen Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
6.13 Het einde van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur leidt automatisch tot het einde van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 7
Dagelijks Bestuur
7.1 Het Dagelijks Bestuur bestaat uit één persoon, de Zakelijk mede-
bestuurder. Het Dagelijks bestuur maakt onderdeel uit van het Algemeen Bestuur.
7.2 Het Dagelijks Bestuur is specifiek belast met de taken zoals die nader zijn omschreven in het desbetreffende functieprofiel. Deze taken kunnen worden vastgelegd in een reglement. De vaststelling van dit reglement behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht.
7.3 Het Dagelijks Bestuur faciliteert de overige leden van het Algemeen Bestuur zodanig dat zij hun leidinggevende taak op wijkniveau adequaat kunnen uitvoeren.
7.4 Het Algemeen Bestuur kan taken delegeren aan het Dagelijks Bestuur, onverminderd het bepaalde in artikel 6 lid 1.
7.5 Het einde van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur leidt
automatisch tot het einde van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur.
Vergaderingen en besluiten van het Algemeen Bestuur Artikel 8
8.1 De vergaderingen van het Algemeen Bestuur worden gehouden te Arnhem.
8.2 Ieder kwartaal wordt tenminste één vergadering van het Algemeen Bestuur gehouden.
8.3 Vergaderingen van het Algemeen Bestuur zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter dit wenselijk acht of indien één van de andere leden van het Algemeen Bestuur daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave der te behandelen punten aan de voorzitter het verzoek richt. Indien de voorzitter aan een dergelijk verzoek geen gevolg geeft in dier voege, dat de vergadering kan worden gehouden binnen drie weken na het verzoek, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtneming van de vereiste formaliteiten.
8.4 De oproeping tot de vergadering geschiedt - behoudens het in lid 3 bepaalde - door de voorzitter, tenminste zeven dagen tevoren, de dag der oproeping en die der vergadering niet meegerekend, door middel van oproepingsbrieven.
8.5 De oproepingsbrieven vermelden, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te behandelen onderwerpen.
8.6 Zolang in een vergadering van het Algemeen Bestuur alle in functie zijnde leden van het Algemeen Bestuur aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
8.7 De vergaderingen van het Algemeen Bestuur worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid wijst de vergadering zelf haar voorzitter aan.
8.8 Van het verhandelde in de vergaderingen van het Algemeen Bestuur worden notulen gehouden. De notulen worden in de volgende
vergadering vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter heeft gefungeerd.
8.9 Het Algemeen Bestuur kunnen ter vergadering alleen dan geldige besluiten nemen indien de meerderheid zijner in functie zijnde leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
Een lid van het Algemeen Bestuur kan zich ter vergadering door een medebestuurslid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter der vergadering
voldoende, volmacht. Een medebestuurslid kan daarbij slechts voor één ander medebestuurslid als gevolmachtigde optreden.
8.10 Het Algemeen Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle leden van het Algemeen Bestuur in de gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, of per electronisch communicatiemiddel hun mening te uiten.
Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de
ingekomen antwoorden door de secretaris of het Stichtingsbureau een relaas opgemaakt, dat na mede-ondertekening door de voorzitter bij de notulen wordt gevoegd.
8.11 Ieder lid van het Algemeen Bestuur heeft het recht tot het uitbrengen van één stem.
8.12 Voorzover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden alle besluiten van het Algemeen Bestuur genomen met volstrekte
meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen over zaken is een extra stem, uit te brengen door de voorzitter van de vergadering, doorslaggevend. Staken de stemmen bij een stemming omtrent personen, dan beslist het lot. Indien bij stemmen omtrent meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is
verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
8.13 Alle stemmingen ter vergadering geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigden dit voor de stemming verlangt.
8.14 Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
8.15 In alle geschillen omtrent stemmingen, niet bij de statuten voorzien, beslist de voorzitter.
Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging Artikel 9
9.1 Het Algemeen Bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
9.2 Het Algemeen Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
9.3 Voor het sub 9.2 bedoelde besluit is de schriftelijke goedkeuring door de
Raad van Toezicht noodzakelijk.
Artikel 10
10.1 De stichting wordt vertegenwoordigd door het Algemeen Bestuur.
10.2 De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende leden van het Algemeen Bestuur.
10.3 Het Algemeen Bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer
bestuursleden, alsook aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
Artikel 11
Raad van toezicht: samenstelling en benoeming
11.1 De Raad van Toezicht van de stichting bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf natuurlijke personen. Het aantal leden van de Raad van Toezicht wordt - met inachtneming van het in de vorige zin bepaalde - door de Raad van Toezicht met algemene stemmen vastgesteld in een vergadering waarin alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
11.2 Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Raad van Toezicht, met inachtneming van hetgeen verder in dit artikel is bepaald.
Een lid van de Raad van Toezicht kan niet tevens lid zijn van het Algemeen Bestuur. Leden van de Raad van Toezicht mogen geen dienstbetrekking hebben met de stichting. Leden van de Raad van Toezicht besluiten zonder last of ruggenspraak.
11.3 Het medezeggenschapsorgaan van de stichting wordt in de gelegenheid gesteld om een voordracht te doen voor de benoeming van één lid van de Raad van Toezicht, tenzij het medezeggenschapsorgaan heeft
aangegeven hier geen gebruik van te willen maken. De voordracht geschiedt met inachtneming van de door de Raad van Toezicht opgestelde profiel.
11.4 Zodra een vacature ontstaat met betrekking tot het lid van de Raad van Toezicht dat op voordracht van het medezeggenschapsorgaan is
benoemd, stelt de Raad van Toezicht het medezeggenschapsorgaan onverwijld hiervan schriftelijk in kennis en in de gelegenheid een bindende voordracht te doen. Indien binnen een termijn van twee maanden na deze schriftelijke mededeling door het
medezeggenschapsorgaan geen voordracht is opgesteld, is de Raad van Toezicht gerechtigd naar eigen inzicht een nieuw lid van de Raad van Toezicht te benoemen ter vervulling van de vacature.
11.5 Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Raad van Toezicht, genomen in een vergadering waarin
ten minste twee/derde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is.
11.6 Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de Raad van Toezicht
overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordracht het bindend karakter te ontnemen, dan is de Raad van Toezicht vrij in de keus.
11.7 Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een periode van maximaal drie jaar. De leden van de Raad van Toezicht treden af volgens een door de Raad van Toezicht op te maken rooster van aftreden. Een volgens het rooster aftredend lid is één maal onmiddellijk
herbenoembaar.
De in een tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd.
11.8 Een niet voltallige Raad van Toezicht behoudt zijn bevoegdheden, doch neemt onverwijld maatregelen ter aanvulling.
Bij ontstentenis of belet van alle leden van de Raad van Toezicht kan de rechtbank, op verzoek van iedere belanghebbende of het openbaar
ministerie in de vervulling van de ledige plaatsen voorzien. De rechtbank neemt daarbij zoveel mogelijk de statuten in acht.
11.9 Een lid van de Raad van Toezicht kan te allen tijde door de Raad van Toezicht worden geschorst en ontslagen. Terzake van schorsing,
handhaving of opheffing van de schorsing of ontslag besluit de Raad van Toezicht met een meerderheid van ten minste twee/derde van de
uitgebrachte stemmen. Het betrokken lid van de Raad van Toezicht wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de Raad van
Toezicht te verantwoorden. Daarbij kan hij zich doen bijstaan door een raadsman.
11.10 De schorsing van een lid van de Raad van Toezicht vervalt, indien de Raad van Toezicht niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag, tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan eenmaal voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing werd genomen.
Artikel 12
Einde lidmaatschap Raad van Toezicht
Het lidmaatschap van de Raad van Toezicht eindigt:
(a) door zijn overlijden;
(b) doordat hij failliet wordt verklaard of doordat de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem - al dan niet
voorlopig - van toepassing wordt verklaard;
(c) door zijn onder curatelestelling;
(d) door zijn vrijwillig aftreden;
(e) door zijn ontslag door de rechtbank;
(f) door zijn ontslag verleend door de Raad van Toezicht;
(g) door zijn periodiek aftreden zonder herbenoeming;
(h) indien en zodra de situatie als omschreven in artikel 11.2 ontstaat;
(i) doordat hem surséance van betaling wordt verleend;
(j) doordat één of meer van zijn goederen onder
meerderjarigenbewind, als bedoeld in titel 19 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, worden gesteld.
Artikel 13
Taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht
13.1 De Raad van Toezicht heeft tot taak om toezicht te houden op het beleid van het Algemeen Bestuur en de algemene gang van zaken in de stichting en staat het bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van zijn taak richten de Raad van Toezicht en zijn individuele leden zich naar het gemeenschappelijke belang van de stichting. Zonodig kan de Raad van Toezicht zich bij de uitoefening van zijn taak doen bijstaan door deskundigen.
13.2 De Raad van Toezicht vervult de taken als werkgever ten opzichte van de leden van het Algemeen Bestuur.
13.3 De Raad van Toezicht heeft, met inachtneming van de wet en regelgeving op het gebied van de bescherming van privacy en
persoonsgegevens, na overleg met het Algemeen Bestuur, toegang tot alle lokaliteiten van de stichting en het recht om inzage te nemen van alle bescheiden en boeken van de stichting. De Raad van Toezicht kan zich daarbij, na overleg met het Algemeen Bestuur, doen bijstaan door de (register)accountant en/of andere deskundige van de stichting aan wie inzage van de volledige administratie dient te worden verleend.
13.4 Het Algemeen Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.
13.5 Aan de schriftelijk goedkeuring door de Raad van Toezicht zijn, onverminderd het elders in deze statuten bepaalde, onderworpen besluiten van het Algemeen Bestuur tot:
a. het vaststellen van de begroting;
b. het vaststellen van de jaarstukken;
c. het vaststellen of wijzigen van het sub 13.6 bedoelde reglement.
d. het wijzigen van de statuten of het ontbinden van de stichting.
13.6 In een reglement kunnen andere bestuursbesluiten dan omschreven in artikel 13.5 worden onderworpen aan de goedkeuring door de Raad van Toezicht.
Artikel 14
Vergaderingen en besluitvorming Raad van Toezicht
14.1 De Raad van Toezicht vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als een lid van de Raad van Toezicht of een lid van het bestuur het nodig achten. De oproepingen tot de vergaderingen
geschieden met inachtneming van een termijn van tenminste zeven dagen vóór de datum van de vergadering, onder toezending van een agenda. In spoedeisende gevallen kan met een kortere termijn worden volstaan, zulks ter beoordeling van de voorzitter van de Raad van Toezicht.
14.2 Ieder lid van de Raad van Toezicht dat niet geschorst is, is bevoegd tot het uitbrengen van één stem. De Raad van Toezicht besluit met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen wordt binnen drie weken opnieuw een vergadering belegd. Indien de stemmen dan opnieuw staken, is het voorstel verworpen.
14.3 De Raad van Toezicht kan alleen geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden van de Raad van Toezicht ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
Een lid van de Raad van Toezicht kan zich ter vergadering door een ander lid laten vertegenwoordigen op overlegging van een schriftelijke volmacht.
14.4 Indien in een vergadering van de Raad van Toezicht alle in functie zijnde leden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, mits met algemene stemmen, ook al zijn de statutaire voorschriften voor het oproepen en het houden van vergaderingen niet in acht genomen.
14.5 De Raad van Toezicht kan, met kennisgeving aan het Algemeen Bestuur, ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle leden in de
gelegenheid zijn gesteld schriftelijk, al dan niet per enig
telecommunicatiemiddel, hun mening te uiten en geen lid van de Raad van Toezicht zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
14.6 De vergaderingen van de Raad van Toezicht worden bijgewoond door de voorzitter van het Algemeen Bestuur, tenzij de Raad van Toezicht de wens te kennen geeft zonder het bestuur te willen vergaderen.
14.7 Van het verhandelde in de vergaderingen worden notulen gehouden, die na vaststelling door de Raad van Toezicht door de voorzitter en de
secretaris van de vergadering worden ondertekend.
Boekjaar en jaarstukken Artikel 15
15.1 Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
15.2 Per het einde van het boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten.
Daaruit worden door het Dagelijks Bestuur een balans en een staat van baten en lasten al of niet met toelichtingen over het geëindigde boekjaar opgemaakt, welke jaarstukken vergezeld van een rapport van een registeraccountant binnen vier maanden na afloop van het boekjaar aan het Algemeen Bestuur worden aangeboden.
15.3 De jaarstukken worden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar door het Algemeen Bestuur vastgesteld.
Reglement Artikel 16
16.1 Het Algemeen Bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen worden geregeld, welke niet in deze statuten zijn vervat.
16.2 Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn.
16.3 Het Algemeen Bestuur is te allen tijde bevoegd het reglement te wijzigen of op te heffen.
Statutenwijziging Artikel 17
17.1 Het Algemeen Bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging behoeft de voorafgaande schriftelijk goedkeuring van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem en van de Raad van Toezicht. Het besluit tot statutenwijziging moet door het Algemeen Bestuur worden genomen met een meerderheid van ten minste drie/vierde van de ter vergadering uitgebrachte stemmen in een vergadering, waarin alle leden van het Algemeen Bestuur
aanwezig of vertegenwoordigd zijn, zonder dat in het Algemeen Bestuur enige vacature bestaat.
17.2 Indien in een vergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging behandeld wordt niet het voltallige Algemeen Bestuur aanwezig of vertegenwoordigd is, dan kan niet eerder dan twee weken, doch uiterlijk drie maanden daarna een vergadering bijeengeroepen worden, in welke vergadering over het desbetreffende voorstel tot statutenwijziging kan worden beslist, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden van het Algemeen Bestuur, mits met een meerderheid van tenminste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen.
17.3 De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand
komen.
17.4 De leden van het Algemeen Bestuur zijn verplicht een authentiek
afschrift van de wijziging, alsmede de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
Ontbinding en vereffening Artikel 18
18.1 Het Algemeen Bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het daartoe te nemen besluit is het bepaalde in artikel 17 lid 1 van toepassing.
18.2 De stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is.
18.3 De vereffening geschiedt door het Dagelijks Bestuur.
18.4 De vereffenaars dragen er zorg door, dat van de ontbinding van de
stichting inschrijving geschiedt in het register, bedoeld in artikel 17 lid 4.
18.5 Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
18.6 Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt zoveel mogelijk besteed overeenkomstig het doel van de stichting
18.7 Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden stichting gedurende zeven jaren berusten onder de jongste vereffenaar.
Slotbepaling Artikel 19
In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het Algemeen Bestuur.
Overgangsbepalingen Artikel 20
20.1 In afwijking van het bepaalde in artikel 6.2 van de statuten wordt thans nog geen Zakelijk mede-bestuurder benoemd en wordt thans nog niet ten aanzien van alle Sociale Wijkteams een lid van het Algemeen Bestuur benoemd. Deze benoemingen zullen zo spoedig als mogelijk na de oprichting plaatsvinden.
20.2 In afwijking van het bepaalde in artikel 11 van de statuten wordt thans slechts één lid van de Raad van Toezicht benoemd. Deze niet-voltallige Raad van Toezicht is blijkens lid 9 van artikel 11 bevoegd tot het uitoefenen van al haar bevoegdheden en zal zo spoedig als mogelijk voorzien in de vervulling van de vacante posities.
De bevoegdheden van de Raad van Toezicht bestaan onder meer uit de benoeming van de ontbrekende leden van het Algemeen Bestuur en uit de benoeming van de ontbrekende leden van de Raad van Toezicht.
Slotverklaringen
Tot slot verklaarde de verschenen persoon voor en namens de oprichter van de stichting:
1. Tot eerste Teamleider-Bestuurder is benoemd: Johannes Arend van Burken, geboren te Hillegom op vijfentwintig september negentienhonderd zestig;
2. Tot eerste lid van de Raad van Toezicht is benoemd mevrouw Iris Leene, geboren te Delft op dertig mei negentienhonderd zevenenzestig, wonende te J. Winnubstlaan 15, 3533 NA Utrecht.
3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december tweeduizend en zeventien.
SLOT
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE
is verleden te Arnhem op de datum in het begin van deze akte vermeld.
De inhoud van deze akte is aan de verschenen persoon zakelijk opgegeven en toegelicht. Hierbij is de verschenen persoon gewezen op de gevolgen die uit de akte voortvloeien.
De verschenen persoon heeft vervolgens verklaard kennis te hebben genomen van de inhoud van de akte en met de inhoud en beperkte voorlezing van deze akte in te stemmen.
Onmiddellijk na beperkte voorlezing is deze akte door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.
