• No results found

Studiewijzer Praktijk Opleiding Social Work Voltijd en Deeltijd

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Studiewijzer Praktijk Opleiding Social Work Voltijd en Deeltijd"

Copied!
30
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Studiewijzer

Praktijk Opleiding Social Work Voltijd en Deeltijd

2019-2020

© Hogeschool Utrecht,

HU Instituut voor Social Work

Utrecht, juli 2019

(2)

2

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Inhoud

Voorwoord ... 3

Praktijkbureau Social Work ... 4

Contactgegevens praktijk Social Work ... 5

Praktijkleren binnen de opleiding Social Work ... 7

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 1 ... 9

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 2 ... 13

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 3 ... 17

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 4 ... 22

Regelingen en randvoorwaarden ... 24

Bijlage 1: Beroepstaken opleiding Social Work, Hogeschool Utrecht, met niveau-indeling ... 27

(3)

3

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Voorwoord

Voor u ligt de praktijkgids van het Instituut Social Work. De gids is bedoeld voor de studenten van Social Work en voor de vertegenwoordigers van de praktijkorganisaties waar zij leren, meewerken of stage lopen en geeft een overzicht van de mogelijkheden voor het leren in de praktijk gedurende de vierjarige opleiding Social Work.

In deze studiewijzer Praktijk wordt algemene uitleg gegeven over het leren in de praktijk, de nieuwe opleiding en de leeruitkomsten. Over alle jaren van de nieuwe opleiding en de voltijd en deeltijd is specifieke informatie te vinden. In verschillende hoofdstukken volgt per studiejaar meer inhoudelijke informatie over het leren in de praktijk bij de betreffende werkplaats.

Studenten vinden via de Canvassites van de verschillende werkplaatsen in hun leerjaar meer informatie, die van belang is tijdens het volgen van de werkplaats. Daarnaast is het digitale stageprogramma OnStage ingericht voor registratie, goedkeuringsprocedures en

begeleidingstrajecten.

We hopen als opleiding ook dat de studiewijzer de praktijkorganisaties een goed beeld kan geven van het vernieuwde onderwijs van Social Work. Dat nieuwe onderwijs en de nieuwe vormen voor het leren in de praktijk was niet mogelijk geweest zonder de inbreng van de praktijkorganisaties en de studenten zelf.

We willen iedereen die mee heeft gewerkt aan deze mooie onderwijsinnovatie dan ook op deze plek bedanken.

Team Social Work

(4)

4

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Praktijkbureau Social Work

Het Praktijkbureau van Social Work is er voor ondersteuning van studenten, docenten en organisaties in het werkveld om het leren in de praktijk te realiseren. Studenten van het tweede, derde en vierde leerjaar kunnen bij het Praktijkbureau ISW terecht met alle vragen met betrekking tot OnStage (het digitale stage programma), vacatures, praktische zaken rondom stage en praktijk (bijvoorbeeld het vroegtijdig afbreken of overstappen) en de benodigde documenten rondom de stage, zoals een overeenkomst.

Voor studenten van het eerste leerjaar geldt dat zij geen gebruik maken van OnStage. Het Praktijkbureau is voor hen geen aanspreekpunt voor vragen. Dit is binnen het leerjaar 1 belegd.

Studenten kunnen bij vragen m.b.t. stage terecht bij Roel Bax en Jeanette de Goede (zie het overzicht op pagina 4 voor contactgegevens).

Praktijk/stagemarkten

Gedurende het jaar organiseert het Praktijkbureau meerdere praktijk-/stagemarkten voor verschillende leerjaren. Praktijkorganisaties en betreffende studentengroepen worden hiervoor via de mail uitgenodigd.

Contactgegevens Praktijkbureau Social Work

Locatie: Hogeschool Utrecht, Padualaan 101, kamer 0.114 Telefoon: 088-4814000

Email: praktijkbureauiswutrecht@hu.nl

Voor studenten:

Stagevacatures worden ook gepubliceerd op de Facebookpagina van het Praktijkbureau.:

https://www.facebook.com/PraktijkbureauSocialWorkHua/

Het Praktijkbureau houdt spreekuur op dinsdag en donderdag van 11.00 tot 12.00 uur in ruimte

0.114

(5)

5

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Contactgegevens praktijk Social Work

Jaar 1 Opleidingsmanager Propedeuse Ronald Boer Werkplaats Periode

(blok)/

omvang/uren

Beroepstaken (alleen nummers)*

Criteria

Ontwikkelen Jeanette de Goede

Jeanette.degoede@hu.nl

Inclusie Roel Bax

Roel.bax@hu.nl

Participatie 1 Marja Langenhuizen

Marja.langenhuizen@hu.nl Sociale

Cohesie

Frank van der Velde Frank.vandervelde@hu.nl

Deeltijd jaar 1 Nici van t End

nici.vantend@hu.nl Jaar 2 Teamleider jaar 2 Dave Kuiper

Participatie 2 16 uur/2 dagen

2 Groepsopdracht

(max. 4) kunnen uitvoeren.

Inhoud: Silvia Visser silvia.visser@hu.nl Vacatures en logistieke zaken: praktijkbureau (praktijkbureauiswutrecht

@hu.nl) Zelfregie 16 uur/2

dagen

1 Inhoud: Carmen Ros Parra

carmen.rosparra@hu.nl Vacatures en logistieke zaken: praktijkbureau (praktijkbureauiswutrecht

@hu. nl) Sociale

Veiligheid

16 uur/2 dagen

7 Inhoud: Herma Tigchelaar

herma.tigchelaar@hu.nl Vacatures en logistieke zaken: Praktijkbureau (praktijkbureauiswutrecht

@hu.nl) Sociale

Rechtvaardigh eid

16 uur/2 dagen

3 Groepsopdracht Inhoud: Bilal Majdoubi bilal.majdoubi@hu.nl Vacatures en logistieke zaken: Praktijkbureau (praktijkbureauiswutrecht

@hu.nl)

Deeltijd jaar 2 Nici van t End

nici.vantend@hu.nl

(6)

6

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Jaar 3 Opleidingsmanager Hans van Reenen

Beroepsvormende stage voor de periode van 1 jaar of 2 x half jaar.

Profiel specifiek: keuze uit Welzijn en Samenleving, Zorg of Jeugd Eventueel Forensisch accent of Creatief Cultureel accent

Contactpersonen uitstroomprofielen Social Work voltijd en deeltijd Profiel Welzijn en Samenleving Marco van Stralen marco.vanstralen@hu.nl Profiel Zorg Will van Genugten will.vangenugten@hu.nl

Profiel Jeugd Jeanette de Goede jeanette.degoede@hu.nl Periode

(blok),omvang ,uren

Beroepstaken (alleen nummers)*

Criteria

Optie 1 24 uur/3 dagen

Jaarstage (10 maanden, 960 uur)

Optie 2 24 uur/ 3 dagen

Twee keer half jaar stage (5 maanden, 480 uur)

Jaar 4 in ontwikkeling

*Zie bijlage I voor het overzicht van alle beroepstaken op niveau.

(7)

7

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Praktijkleren binnen de opleiding Social Work

Co-creatie

De nieuwe opleiding Social Work kenmerkt zich door een sterke verbinding met de beroepspraktijk waarvoor we opleiden. Vraagstukken uit de beroepspraktijk zijn de basis voor de inhoud van het onderwijs en het onderzoek vanuit het Kenniscentrum Sociale Innovatie. Door intensieve samenwerking willen we optimaal bijdragen aan de professionalisering en innovatie van de beroepspraktijk. Zo werken we samen aan de sociale kwaliteit van onze samenleving. Studenten leren in en met de praktijk en zijn daarin maatschappelijk van betekenis.

Werkplaatsen

De opleiding is onderverdeeld in werkplaatsen die de student gedurende zijn studie achtereenvolgens doorloopt. Een werkplaats is een ‘community’ waarin studenten, docenten, onderzoekers, sociale professionals en gebruikers met en van elkaar leren. Dit gebeurt aan de hand van thematisch geordende praktijkvraagstukken. In elke werkplaats ontwikkelt de student zich in een of meer beroepstaken waar leeruitkomsten bij geformuleerd zijn. De student stemt met de praktijk af welke taken hij binnen de betreffende organisatie uitvoert. De leeractiviteiten in de praktijk, op de opleiding en via de digitale leeromgeving zijn met elkaar verweven tot een samenhangend geheel. De student wordt getoetst op de beroepstaken. Feedback vanuit de praktijk op het functioneren van de student is daarbij altijd van belang.

Leerteam

Het leerteam vormt de thuisbasis voor de student. Hier komt de student met medestudenten en met de leerteambegeleider bij elkaar om ervaringen te verdiepen die opgedaan zijn in de opleiding en in de praktijk. De student verweeft het leerteamleren met het leren in de werkplaatsen en in de praktijk.

Met elkaar wordt een plan gemaakt over hoe te gaan werken om de leeruitkomsten van de periode en van het hele jaar te gaan behalen. Dit wordt vastgelegd in een (samenwerkings)contract. De formulieren zijn te vinden op canvas. Hiermee wordt gewerkt aan de eigen persoonlijke profilering, de beroepsidentiteit en de studieloopbaan. Ook is het leerteam de plek voor het verbinden van theoretische kennis, praktijkkennis en ervaringskennis en integratie tot nieuwe kennis. Daartoe ontwikkelt de student reflectief vermogen.

Als alle of veel studenten uit een leerteam in dezelfde organisatie praktijk lopen (jaar 2 en 3) kan er soms voor gekozen worden om het leerteam op locatie te laten plaatsvinden. Dit gebeurt in overleg tussen leerteambegeleider en praktijkbegeleider.

Opbouw van het leren in de praktijk binnen de opleiding

In elke fase van de opleiding is er sprake van leren vanuit en in de praktijk. De omvang en complexiteit van taken en opdrachten neemt gedurende de opleiding toe.

Voor de voltijd betekent dit:

De student werkt in jaar 1 in vier werkplaatsen en leert zo in meerdere praktijken. De student

oriënteert zich op de verschillende beroepscontexten in het sociale domein. De student is daarbij één

dag per week in de praktijk. Het kan zijn dat een student zich langer dan 10 weken aan een

(8)

8

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

praktijkorganisatie wil verbinden. Dan bekijkt de leerteambegeleider met de student hoe deze praktijk kan aansluiten bij meerdere werkplaatsen.

In jaar 2 zijn er ook vier werkplaatsen. Voor twee werkplaatsen is de student 20 uur per week gedurende vijf maanden in de praktijk. In een van de andere werkplaatsen doet de student een onderzoek en er is een werkplaats met een meer projectmatige invulling van de praktijk.

In jaar 3 leren studenten in een praktijkcontext voor 24 uur per week gedurende een studiejaar of twee keer een half jaar. De student werkt aan beroepstaken binnen het profiel dat hij kiest: Zorg, Jeugd of Welzijn & Samenleving. Ook heeft hij de optie om te kiezen voor een accent: forensisch of creatief cultureel. In dat geval kiest de student een praktijkcontext waar hij invulling kan geven aan dat accent.

In jaar 4 kiezen studenten een minor en nemen ze deel aan een afstudeerproject. Het afstudeerproject kan vormgegeven worden bij een praktijkorganisatie in verbinding met een van de lectoraten van HU.

Er worden ‘afstudeerkringen’ geformeerd rond inhoudelijke thema’s, waarbij praktijkorganisaties, lectoraten, docenten en studenten vanuit de verschillende profielen kunnen aansluiten. De student kan er ook voor kiezen om in jaar 3 eerst de minor te volgen en daarna te starten met het profiel en daarbij passende praktijk(en).

De deeltijdvariant van de opleiding Social Work vormt een onderdeel van de landelijke pilot flexibilisering leeruitkomsten. Studenten kunnen zelf hun leertempo en –traject bepalen. Ze zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor het kunnen werken aan de leeruitkomsten binnen een beroepscontext.

Veelal zijn ze al werkzaam binnen een beroepspraktijk in het sociale domein. De student kan met het leren in de werkplaatsen inspelen op vragen en behoeften die zich op de werkplek voordoen. Er is geen vastgesteld aantal uren dat de student in de praktijk werkt aan de leeruitkomsten. De student is 1 dag op de opleiding.

Een leeruitkomst bestaat uit een beroepshandeling gekoppeld aan het niveau. Er zijn drie niveaus.

Deze niveaus zijn een combinatie van praktijkbekwaamheid, theoriebekwaamheid en ontwikkelbekwaamheid. De integratie van deze bekwaamheden neemt met het niveau toe. In bijlage 1 is de uitwerking van de beheersingsniveaus terug te vinden. De deeltijdstudent kan ook middels een stage of projecten werken aan de leeruitkomsten.

Als de deeltijdstudent in jaar 3 en 4 een profiel en eventueel accent kiest, werkt de student daaraan binnen een praktijkcontext dat aansluit bij het profiel en eventueel accent.

(9)

9

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 1

In jaar 1 maakt de student kennis met het beroep en de waarden van sociaal werk, het HBO-niveau en zichzelf als aankomend professional. De student leert over de (groepen) mensen waarmee hij gaat werken, over hun situaties en wat je als sociaal werker kunt doen. De student krijgt een brede kennisbasis.

De student werkt en leert op niveau 1. Hij leert in vier werkplaatsen met een thema, een waarde en één of twee leeruitkomsten. In de werkplaatsen werkt de student aan praktijkopdrachten en wordt kennis getoetst. Basiskennis over het beroep en sociaal functioneren van mensen leert de student tijdens de werkplaats grondslagen.

De werkplaatsen hebben als titel een van de waarden van sociale kwaliteit. Bij elke werkplaats staat een voorbeeld over hoe het werken aan de beroepstaak en in de praktijk eruit kan zien en korte informatie die relevant is voor het leren in de praktijk.

(10)

10

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Werkplaats Ontwikkelen Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen in hun primaire omgeving.

Leeruitkomst: Brengt relevante aspecten ten aanzien van de situatie van mensen in kaart en maakt daarbij gebruik van het gesprek.

Voorbeeld: De student brengt de opvoedmilieus van een jeugdige in kaart door meerdere contactmomenten met drie verschillende personen in en om een gezin.

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

Student brengt het opvoedmilieu/situatie van een jeugdige (tussen de 6 en 17 jaar) in kaart aan de hand van het Balansmodel en een inventarisatie van de draagkracht en draaglast van het opvoedmilieu. Hiervoor oefenen studenten o.a. met het voeren van professionele gesprekken, waarvan er vijf dienen te worden opgenomen.

Criteria praktijk: Mogelijkheid tot het voeren van gesprekken met jeugdigen en gezinsleden en iemand uit zijn/haar netwerk. Een deel van de gesprekken dienen te kunnen worden opgenomen.

Werkplaats Inclusie Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun groepen en netwerken.

Beroepstaak: Regisseren en organiseren van samenwerking Leeruitkomsten:

1. Legt contact en onderhoudt dit contact waarbij aangesloten wordt op het verhaal of levensepisodes van de ander.

2. Ontwikkelt een plan voor een evenement of activiteit en stuurt in samenwerking een deel van de uitvoering van het evenement of de activiteit zelfstandig aan. Meerdere actoren spelen een rol in de opzet en uitvoering van het evenement/activiteit.

Voorbeeld: Een groepje studenten gaat op zoek naar verhalen van mensen (die ‘anders’ zijn dan zijzelf) en organiseren een creatieve presentatie hiervan.

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

Het doel van de Werkplaats Inclusie is om contact te leggen en onderhouden met iemand die anders is en om dit contact zorgvuldig af te ronden. Dit contact staat centraal. De verhalen van de ander zijn een middel om het doel te bereiken.

Tijdens het praktijkgedeelte doet de student (bij voltijd als groepje)

vooronderzoek naar de achtergronden en context van de ander en de groep in de samenleving waartoe deze behoort. Het contact wordt voorbereid, onderhouden en afgerond. Dit kan in de vorm zijn van een plek bij een organisatie of op eigen initiatief. De studenten organiseren ook een activiteit in het kader van inclusie. Dit kan op de opleiding zijn (veelal voor

voltijdstudenten) of in de praktijk.

Criteria praktijk: Voor voltijd gaat het om 40 praktijkuren verspreid over 10 weken. Dit aantal uren is indicatief voor deeltijdstudenten.

Werkplaats Sociale cohesie Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun gemeenschappen.

Beroepstaak: Ondernemend hanteren van sociale vraagstukken Leeruitkomsten:

1. Creëert mogelijkheden tot en momenten van ontmoetingen waarin mensen zich met elkaar kunnen verbinden passend binnen de context en de specifieke vragen van gebruikers.

(11)

11

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

2. Beschrijft een afgebakend aanbod in de markt van sociaal werk op basis van een gesignaleerde behoefte. Onderbouwt de financiële haalbaarheid van dit aanbod.

Voorbeeld: Een groepje studenten gaat aan de slag met een

praktijkvraagstuk. In Utrecht ervaart een groot aantal oudere mensen eenzaamheid. Welke burgergerichte voorziening kan bijdragen aan verminderen van eenzaamheid onder ouderen?

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

In deze werkplaats werken studenten aan een (deel van de) oplossing van een concrete vraag uit het werkveld. Deeltijdstudenten verwerven zelf de opdrachten, voor voltijdstudenten werven de docenten van de werkplaats deze opdrachten/opdrachtgevers.

In de eerste week van de periode worden studenten gekoppeld aan een vraag en een opdrachtgever. Vervolgens verdiepen ze zich op planmatige wijze in de organisatie en de context waarbinnen de vraag speelt. Daarvoor gaan studenten onder andere meewerken in de organisatie en verschillende onderwerpen uitzoeken. Er wordt vervolgens een oplossing ontwikkeld in de vorm van een dienst. Indien mogelijk gaan studenten actief meewerken aan (een deel van) de oplossing van de vraag.

Binnen de werkplaats Sociale Cohesie werken studenten veel op locatie.De docent van de werkplaats kan ook op locatie aanwezig zijn waar de

studenten werken aan de opdracht.

Criteria praktijk: Omvang praktijkuren voor voltijdstudenten: 40, verspreid over tien weken Kunnen meewerken in de praktijk en een dienst ontwikkelen.

Werkplaats Participatie Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen in hun primaire omgeving.

Leeruitkomst: Beschrijft hoe de sociaal werker mensen kan versterken zodat zij in hun kracht komen. Voert onderdelen van de begeleiding van mensen uit.

Voorbeeld: De student doet ervaring op in het begeleiden van mensen door mee te doen aan activiteiten, mee te lopen en/of delen van de begeleiding uit te voeren.

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

Studenten werken aan hun vaardigheden en inzichten in het begeleiden van mensen in het participeren. Specifiek richten we ons in deze werkplaats op burgers met een bepaalde mate van kwetsbaarheid. Die kwetsbaarheid kan samenhangen met een beperking of psychische stoornis, zoals mensen met een (licht) verstandelijke beperking, depressie, dementie, autisme of psychosegevoeligheid.

Centraal in de leeropdracht staat het leveren van een bijdrage aan het versterken van mensen en het inspelen op hun behoeften en het aanboren van (onvermoede) krachten van deze mensen.

In de praktijk doen studenten ervaring op in het begeleiden van mensen door mee te doen aan activiteiten of delen daarvan. Daarnaast leren studenten wat begeleiden inhoudt door het meelopen met professionals; het afkijken van de kunst. Studenten leggen hun leerervaringen in de praktijk vast in een logboek door middel van teksten en beeldmateriaal. Vanuit de opleiding worden de studenten ondersteund om de aangereikte kennis, bijvoorbeeld over een houding die past bij de herstelbenadering, of stapjes in het methodisch werken, uit te proberen.

(12)

12

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Criteria praktijk: Omvang praktijkuren: voor voltijdstudenten gaat het om 40 praktijkuren verdeeld over 10 weken, die studenten daadwerkelijk inzetten ten behoeve van het contact en het begeleiden in de praktijk.

Deeltijdstudenten kunnen, mede afhankelijk van de mate waarin hun werk past bij het toekomstig beroep, de eerstejaars praktijkopdrachten vanuit hun eigen organisatie uitvoeren, of per werkplaats vanuit een passende

praktijkorganisatie.

Leerteam Beroepstaken: Profileren en Onderzoeken

Leeruitkomsten:

Formuleert een (eigen) te onderzoeken vraag gebaseerd op een uitgebreide verkenning van een inhoudelijk social work thema, gaat op zoek naar antwoorden en maakt daarbij gebruik van leer/praktijkervaringen, literatuur en zelfgekozen andere bronnen (expert, ervaringsdeskundige). Vergelijkt de gegevens uit deze verschillende bronnen (theorie, praktijk en ervaring) met elkaar vanuit de gestelde vraag.

Presenteert de maatschappelijke opdracht en de sociale waarden van het beroep en verbindt dit met de eigen motivatie, inspiratie voor het sociaal werk. Benoemt de eigen onderbouwde kwaliteiten, valkuilen en

belemmeringen en verbindt deze met de eisen die aan het uitvoeren van het beroep worden gesteld.

Praktische informatie bij leren in de praktijk:

Gedurende het hele studiejaar maken studenten deel uit van een leerteam. In jaar 1 werken studenten hierin o.a. aan bovengenoemde leeruitkomsten. De student kiest in het kader van dit onderdeel zelf op welke wijze daarin invulling wordt gegeven aan praktijkleren. Dat kan bijvoorbeeld door deelname aan congressen, maar ook door bezoeken aan en verdiepen in organisaties en/of een traject waarin student vrijwilligerstaken uitvoert. Indien van toepassing benadert de student hiervoor zelf eventuele praktijkorganisaties en maakt

bijbehorende afspraken. Voor dit alles heeft de student maximaal 120 uur, gedurende het studiejaar, in te vullen. De student stemt af met de leerteambegeleider of de (uiteenlopende) voorgenomen

activiteiten kunnen bijdragen aan het behalen van de leeruitkomsten.

In de toetsing verantwoordt de student de inzet van de 120

praktijkuren.

(13)

13

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 2

In jaar 2 gaat de student de brede basis verder verdiepen. De student werkt aan leeruitkomsten op niveau 2 en doet dat in vier werkplaatsen met elk een thema/een waarde. De student verdiept zich in het werken met verschillende sociale contexten: mensen in hun primaire omgeving en netwerken en gemeenschappen. Ook krijgt de student een stevige basis mee in het onderzoeken van een praktijkvraagstuk.

In elke werkplaats wordt de student getoetst door middel van een kennistoets en een portfolio. De student werkt aan praktijkopdrachten en laat in een portfolio zien wat hij geleerd heeft. De student onderbouwt met behulp van theorie en reflecteert op handelen en op ethische aspecten.

(14)

14

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020 Criteria praktijk voltijd:

Combinatie werkplaatsen Zelfregie en Participatie in netwerken

In een aaneengesloten periode van 20 weken lopen voltijdstudenten twee dagen per week stage bij een organisatie en werken daar aan de beroepstaken van de werkplaatsen Zelfregie en Participatie. De helft van de studenten start hiermee in september en de andere helft in februari. Zij zijn twee dagen in de praktijk aanwezig en draaien mee als aankomende professional. Studenten dragen zelf een praktijk aan of maken een keuze uit het aanbod vanuit de opleiding. Het aanbod vanuit de opleiding is in co-creatie met de praktijken vorm gegeven zodat duidelijk is dat studenten daar aan de leeruitkomsten kunnen werken. Een eigen voorstel van een student wordt besproken in het leerteam en ter goedkeuring voorgelegd aan het Praktijkbureau en de verantwoordelijke docent van de werkplaats.

Voor deeltijdstudenten geldt dat zij in jaar 2 een eigen werkplan maken hoe zij willen werken aan de leeruitkomsten van de vier werkplaatsen.

Werkplaats Zelfregie Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen in hun primaire omgeving.

Leeruitkomst: Ontwerpt en realiseert (delen van) een aanpak die mensen in de primaire leefomgeving versterkt en verbindt.

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

Voor de werkplaats Zelfregie is het belangrijk dat de student direct contact heeft met cliënten en kan (mee)werken aan de ondersteuning van herstel- of

ontwikkelingsprocessen vanuit de cliënt.

Werkplaats Participatie in netwerken

Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun groepen en netwerken.

Leeruitkomst: Beïnvloedt doelgericht processen in groepen en/of netwerken op basis van een analyse van het functioneren.

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

Voor de werkplaats Participatie in netwerken is het belangrijk dat de student contact heeft met groepen burgers of cliënten. De praktijkinstelling geeft gelegenheid de leeruitkomst te behalen.

Werkplaats Sociale Rechtvaardigheid

Beroepstaak: Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun gemeenschappen.

Leeruitkomsten:

1. Ontwerpt in co-creatie met gemeenschapsinitiatieven een aanpak dat ten doel heeft verbindingen tot stand te brengen of te versterken binnen

gemeenschappen. Voert delen van de aanpak participatief uit.

2. Realiseert een product of dienst ten behoeve van mensen, weet hiervoor draagvlak te creëren en houdt aantoonbaar rekening met relevante randvoorwaarden.

Algemene informatie in het kader van de praktijk:

Studenten werken, middels een vraagstuk uit de praktijk, projectmatig aan een praktijkopdracht. Er wordt een product of dienst ontwikkeld door studentgroepjes van drie á vier studenten. Deeltijdstudenten kunnen dit ook individueel doen. De studenten werken zoveel mogelijk in co-creatie met betrokkenen uit de praktijk aan het project. Voor voltijdstudenten zijn er twee dagen per week voor gereserveerd.

(15)

15

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Studenten leveren (als subgroepje) zelf een praktijkproject aan dat voldoet aan de criteria die geformuleerd zijn voor de werkplaats Sociale Rechtvaardigheid of kiezen uit het aanbod vanuit de opleiding. Het aanbod wordt beheerd door het

werkplaatsteam. Onderstaande criteria zijn van toepassing bij het werken aan deze opdracht:

- De student dient de mogelijkheid te hebben om samen met diverse betrokkenen te werken aan het project.

- In het project moet de mogelijkheid bestaan om verbindingen te creëren of te versterken binnen of tussen gemeenschappen en het creëren van draagvlak. Dit kunnen zowel directe, bijvoorbeeld door middel van ontmoetingen, als indirecte verbindingen zijn, zoals een filmpje om een bepaald probleem of situatie onder de aandacht te brengen.

- Voltijd: Studenten dienen van de twee dagen die zij bij deze praktijk aanwezig zijn, 16 uur beschikbaar te zijn om daadwerkelijk met dit project en de mensen binnen de project aan de slag te kunnen gaan.

- Er is een contactpersoon of opdrachtgever en er zijn deelnemers die (op wat voor manier dan ook) tussendoor en na afloop feedback kunnen geven.

- Het project dient ruimte te bieden om te werken aan agogische veranderingsprocessen die bijdragen aan een sociale en rechtvaardige samenleving.

Werkplaats Sociale Veiligheid

Beroepstaak: Onderzoeken en innoveren

Leeruitkomst: Onderzoekt een praktijkvraagstuk methodisch en formuleert aanbevelingen gericht op de verbetering van de praktijk.

Studenten werken aan een onderzoek rond het thema sociale veiligheid. Voor voltijd zijn hier twee dagen per week voor gereserveerd. Studenten voltijd kiezen bij voorkeur uit een praktijkvraagstuk dat wordt aangeboden vanuit de lectoraten, maar het is ook mogelijk om zelf een vraagstuk aan te dragen vanuit een

praktijkorganisatie waarmee ze verbonden zijn. Wanneer voltijdstudenten ervoor kiezen zelf een vraagstuk aan te dragen dan dient dat uiterlijk in week 2 van het blok goedgekeurd te zijn door het werkplaatsteam. Het werkplaatsteam bekijkt of een (eigen) vraagstuk 1) aansluit bij een van de lectoraten, 2) aansluit bij het thema sociale veiligheid en 3) uitvoerbaar is.

Deeltijdstudenten kiezen een eigen praktijkvraagstuk en spreken dit goed door met de werkplaats. Voor hen is er ook de mogelijkheid te kiezen voor een

praktijkvraagstuk dat wordt aangeboden vanuit de lectoraten.

Pilot en individuele verzoeken praktijk jaar 2 voltijd

In het kader van een pilot waarin er samenwerking is tussen praktijk, onderwijs en een lectoraat kan een groep studenten voor een langere periode aan een praktijk verbonden worden. Dit geldt ook voor verzoeken van individuele studenten om langer dan een half jaar in een bepaalde praktijk te werken aan de leeruitkomsten. Deze verzoeken worden beoordeeld in overleg met de leerteambegeleider op haalbaarheid met betrekking tot het behalen van de leeruitkomsten en de begeleidingsroute wordt vastgelegd.

Deeltijdstudenten kunnen, mede afhankelijk van de mate waarin hun werk past bij het toekomstig beroep, alle tweedejaars praktijkopdrachten vanuit hun eigen organisatie uitvoeren, of per werkplaats vanuit een passende praktijkorganisatie.

Meer informatie? Studenten voltijd:

Uitgebreidere informatie over het praktijkleren in jaar 2 wordt gegeven in de

(16)

16

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

voorlichting aan eerstejaars, halverwege het studiejaar.

Binnen het eerstejaars leerteam kan de student zich voorbereiden op het zoeken naar passende praktijkplekken voor jaar 2.

Afhankelijk van de werkplaats, verloopt het vinden en goedkeuren van praktijkplekken in OnStage of via interne administratie van het werkplaats.

Praktijkorganisaties: De opleiding maakt gebruik van een digitaal stageprogramma

‘OnStage’ voor het aanmelden, goedkeuren en administreren van praktijkplekken en stagecontracten. Voor inhoudelijke toelichting of overleg bij de verschillende praktijkplekken, zie contact bij schema p. 4. Voor overige en praktische vragen met betrekking tot het praktijkleren kan het Praktijkbureau van het instituut benaderd worden: PraktijkbureauISWutrecht@hu.nl

Studenten deeltijd kunnen met alle vragen terecht bij de leerteambegeleider van het deeltijd leerteam.

(17)

17

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 3

Na de brede basis van de opleiding in jaar 1 en 2 start de student met de verdieping in een van de drie profielen:

 Zorg, hierbinnen ook GGZ-agoog als optie

 Jeugd

 Welzijn en Samenleving

De student kiest een praktijk die past binnen het gekozen profiel. Binnen de invulling van de profielen is het voor de student mogelijk om ook nog te kiezen voor een accent creatief-cultureel of een forensisch accent. In dat geval heeft de student een praktijkplek nodig waar vanuit dat specifieke accent kan worden gewerkt.

Gedurende het gehele derde studiejaar lopen voltijdstudenten stage (september-juni). Het is ook mogelijk dat de student kiest voor een andere volgorde en begint met de profileringsruimte. In dat geval start het praktijkleren vanuit het profiel in februari, in blok C.

Net zoals in jaar 1 en 2 werkt de student in (een) werkplaats(-en) aan een aantal beroepstaken, die weer door de combinatie van leren in de praktijk, op de opleiding en door zelfstudie, behaald dienen te worden. In het derde jaar ligt voor voltijdstudenten daarbij de grootste nadruk op het leren in de praktijk, via de beroepsvormende stage.

Omvang/duur voor voltijd

- Optie 1: jaarstage, 24 uur per week, drie dagen per week, totaal 960 uur, bij één praktijkorganisatie.

- Optie 2: twee keer een half jaar stage, 24 uur per week, drie dagen per week, 480 uur, achtereenvolgens bij twee verschillende

praktijkorganisaties.

Begeleiding vanuit de opleiding voltijd en deeltijd

- De leerteambegeleider begeleidt student tijdens het studiejaar en is tevens de contactpersoon voor de praktijkorganisatie.

- Leerteambegeleider beoordeelt de beroepstaken van Sociaal functioneren II en III (en neemt daarin ook het advies vanuit de praktijkorganisatie mee).

- Vanuit de werkplaatsen wordt de student begeleid vanuit de betreffende beroepstaken, door verschillende docenten.

Begeleiding vanuit de

praktijkorganisatie

- Praktijkbegeleider beschikt over een afgeronde HBO-opleiding (voorwaarde voor voltijd en sterk aanbevolen voor deeltijd)

- Begeleidingsgesprekken voeren met student

(18)

18

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

- Advies/feedback geven bij uitvoeren van taken e.d.

- De praktijkbegeleider neemt deel aan het beoordelingsgesprek van Sociaal Functioneren, niveau 3. Dit gesprek wordt gevoerd op de opleiding, onder leiding van de verantwoordelijke leerteamdocent.

- Beroepstaken niveau 2, eerste half jaar:

- Bevorderen van sociaal functioneren van mensen (beroepstaken 1-3) - Regisseren en organiseren van samenwerking tussen (professionele)

netwerken (beroepstaak 4)

- Profileren en positioneren van professional, beroepsgroep en maatschappelijke vraagstukken (beroepstaak 6)

De eerste drie beroepstaken worden beoordeeld door de leerteamdocent, met schriftelijk advies van de praktijkbegeleider. De beroepstaken 4 en 6 worden vanuit de werkplaats beoordeeld, hier zal ook advies worden gevraagd aan de praktijk over het functioneren van de student.

Beroepstaken niveau 3, tweede half jaar:

- Bevorderen van sociaal functioneren van mensen (beroepstaken 1-3) - Regisseren en organiseren van samenwerking tussen (professionele)

netwerken (beroepstaak 4)

- Ondernemend hanteren van sociaal maatschappelijke vraagstukken (beroepstaak 5)

Niveau 3 is het eindniveau van de opleiding: beginnend beroepsprofessional. Er zijn hier twee beoordelaars, waaronder de leerteamdocent. Zie boven voor rol

praktijkbegeleider bij beoordeling.

Vinden passende stageplek voltijd:

- In de beroepsvormende stage in het derde jaar solliciteert de student persoonlijk bij een organisatie.

- Er kan gekozen worden uit het stagebestand van de opleiding (Onstage) Daarnaast kan de student ook buiten het stagebestand op zoek gaan naar een passende stageplek. Deze plek dient dan ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de opleiding, via het Praktijkbureau.

- In alle gevallen wordt op individueel niveau, per stage, door de opleiding beoordeeld of de student passende stagetaken gaat uitvoeren, behorend bij gekozen profiel en eventueel accent.

- Omvang van de stage: 24 uur. Let op: sommige organisaties verwachten van stagiaires een grotere omvang van stage-uren per week. Maak hier heldere afspraken over met de organisatie en bedenk in hoeverre dit voor jou realiseerbaar is.

- Voor de stage zijn voor het studiejaar 2019-2020 in ieder geval de maandag, dinsdag en donderdag gereserveerd.

- Voor de helft van de studenten is de woensdag standaard gereserveerd voor onderwijs, daarnaast kunnen er voor hen ook onderwijsactiviteiten op de vrijdag worden georganiseerd. Voor de andere helft van de studenten is dat andersom: vrijdag als standaardlesdag en woensdag voor mogelijke onderwijsactiviteiten.

- Gemaakte afspraken over invulling van de taken, duur en omvang van de stage, verzekering, stagevergoeding, enz. worden vastgelegd in een stagecontract tussen praktijkorganisatie, het instituut SW en de student zelf. De werkzaamheden van de student, bij de organisatie, passen binnen een bestaande en betaalde functieomschrijving op HBO-niveau Social Work;

- Algemene criteria

t.a.v. de

praktijkorganisatie voor voltijd:

- De student wordt begeleid door een praktijkbegeleider met minimaal een diploma HBO Social Work (eerder SPH, MWD, CMV), of vergelijkbaar (zie verder kopje ‘Praktijkbegeleider’);

- De praktijkorganisatie biedt mogelijkheden voor de student om aan praktijkopdrachten vanuit de opleiding te werken; zoals meedenken over

(19)

19

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

beleid; projectmatig, ondernemend en innovatief werkzaamheden uitvoeren;

- De praktijkorganisatie biedt de student de mogelijkheid om samenwerken met andere disciplines te bevorderen;

- De organisatie bevindt zich binnen een straal van 60 km van de opleiding;

- De organisatie is geen eenmanszaak;

- Het voortbestaan van de organisatie is minstens gegarandeerd voor de duur van de stageovereenkomst.

De praktijkbeleider voor voltijd:

- beschikt over ten minste één jaar werkervaring in de stageorganisatie;

- geeft feedback over voortgang in het leren en voert

begeleidingsgesprekken met de student: in de inwerkfase één keer per week, later in de stage minimaal één keer per veertien dagen;

- onderhoudt het contact met de opleiding en voert gesprekken met de docent vanuit de opleiding;

- biedt de student de mogelijkheid om in toenemende mate zelfstandig te werken;

- geeft een gefundeerde adviesbeoordeling op afgesproken momenten;

- zorgt bij eventuele wisseling van praktijkbegeleider voor een goede overdracht;

- bewaakt de positie van de student in de organisatie.

- Is aanwezig bij het beoordelingsgesprek van Sociaal Functioneren 3 en heeft daarbij een adviserende rol.

Deeltijd Deeltijdstudenten kiezen ook een profiel en eventueel een accent. Het is van belang dat de student vanuit het gekozen profiel aan de beroepstaken en bijbehorende leeruitkomsten kan werken. In de meeste gevallen zal een student een profiel en/of accent kiezen, dat daar goed op aansluit. Indien dat niet het geval is, is het van belang dat de student op zoek gaat naar mogelijkheden om daar een passende oplossing voor te vinden. Hiervoor kan advies worden ingewonnen bij de leerteambegeleider.

Meer informatie?

Voor voltijd

Praktijkmarkt:

In januari wordt elk jaar een stagemarkt georganiseerd door de opleiding, waarbij vertegenwoordigers vanuit uiteenlopende praktijkorganisaties aanwezig zijn om voorlichting te geven bij hun derdejaars praktijkplekken van het studiejaar er op. Alle tweedejaars studenten en hun leerteamdocenten worden uitgenodigd om deze markt te bezoeken.

Studenten:

Uitgebreidere informatie over het praktijkleren in jaar 3 wordt gegeven in de voorlichting aan tweede jaars, halverwege het studiejaar.

Binnen het eerstejaars leerteam kan de student zich voorbereiden op het zoeken naar passende praktijkplekken voor jaar 2.

Afhankelijk van de werkplaats, verloopt het vinden en goedkeuren van

praktijkplekken in OnStage (digitaal stage-programma) of via interne administratie van het werkplaats.

Voor de praktijkorganisaties: De opleiding maakt gebruik van een digitaal

stageprogramma ‘OnStage’ voor het aanmelden, goedkeuren en administreren van praktijkplekken en stagecontracten. Voor inhoudelijke toelichting of overleg bij de verschillende praktijkplekken, zie contact op pagina 5. Voor overige en praktische vragen met betrekking tot het praktijkleren kan het Praktijkbureau van het instituut benaderd worden: PraktijkbureauISWutrecht@hu.nl

Dit zijn de criteria waar een praktijkplek aan dient te voldoen binnen het profiel Jeugd. Dit is tevens indicatief voor deeltijd.

(20)

20

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

- De praktijkorganisatie opereert binnen het brede domein van Jeugd.

Daarbinnen vallen de beroepscontexten: Ondersteuning/ontplooiing;

preventie; jeugdhulp en Jeugdbescherming en jeugdreclassering (accent forensisch)

- Ook specialistische zorg aan jeugdigen past bij dit profiel: kinder- en jeugdpsychiatrie, Jeugd-LVG, Jeugdverslavingszorg.

- De praktijkorganisatie stelt de student in de gelegenheid om ervaring op te doen in het werken met jeugdigen (tot 23 jaar) en hun naaste omgeving (opvoeder(s), het gezin en/of het netwerk, in het kader van systeemgericht werken.

- In zijn/haar werkzaamheden houdt de student zich bezig met het geven van (laagdrempelige) ondersteuning en/of hulp aan jeugdigen (tot 23 jaar) en hun opvoeders bij opgroei- en opvoedvragen of –problemen. Dit kan zijn in een voorlichtende rol, in een ambulante setting of (semi)residentiele setting;

- Voor de praktijkbegeleider is een afgeronde HBO opleiding Pedagogiek ook passend;

- Het beschikken over de SKJ-registratie (praktijkbegeleider) is een pré.

Dit zijn de criteria waar een praktijkplek aan dient te voldoen binnen het profiel.

Dit is tevens indicatief voor deeltijd.

- De praktijkorganisatie is gericht op een van de volgende kernactiviteiten:

ondersteunen, helpen, activeren, ontwikkelen en verbinden van burgers;

- De praktijkorganisatie heeft als doel verbinden van diverse groepen in de samenleving ter verbetering van sociaal functioneren van burgers. De organisatie streeft naar sociale cohesie, participatie van burgers en richt zich op meerdere facetten van het bestaan;

- De praktijkorganisatie werkt óf vanuit individueel perspectief en betrekt het netwerk en de gemeenschap erbij óf werkt vanuit het

gemeenschapsperspectief en heeft oog voor individuele perspectief;

- De praktijkorganisatie werkt binnen een wijk of regio aan verbinding passend bij de schaalgrootte;

- De praktijkorganisatie stelt de student in de gelegenheid om deel te nemen aan samenwerkingsverbanden op lokaal, regionaal of (inter-) nationaal niveau;

Dit zijn de aanvullende criteria waar een praktijkplek aan dient te voldoen binnen het profiel Zorg. Dit is tevens indicatief voor deeltijd.

- De praktijkorganisatie is gericht op een van de domeinen GGZ, VGZ of lichamelijke gezondheidszorg;

- De praktijkorganisatie biedt langdurige of complexe zorg aan cliënten uit een van deze domeinen, met het doel te bevorderen dat mensen tot hun recht komen in de samenleving, als mens en als burger;

- De praktijkbegeleider beschikt over een afgeronde HBO sociaal werk opleiding, met ervaring in een van de domeinen van zorg.

- De praktijkorganisatie voor studenten die kiezen voor afstuderen als ggz- agoog, biedt de mogelijkheid om aan de landelijk gestelde competenties te voldoen of de ruimte om elders deze competenties te behalen:

(21)

21

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

o Outreachend werken: op proactieve wijze contact leggen met cliënten die niet om hulp vragen maar het wel nodig hebben en hun naasten;

o Herstelgericht werken: persoonlijk, maatschappelijk en functioneel herstel bevorderen;

o Rehabilitatie: bevorderen van re-integratie en participatie;

o Netwerkontwikkeling: ontwikkelen van sociaal netwerk en sociaal isolement tegengaan;

o Motiveren en ondersteunen in gedragsverandering: gericht op handhaven en versterken van zelfredzaamheid;

o Werken in gedwongen kader: op duidelijke en respectvolle wijze om kunnen gaan met cliënten bij een gedwongen opname;

o Groepsgerichte behandeling: streven naar gedragsverandering door de inzet van een (leef)groep.

(22)

22

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Algemene toelichting praktijkleren werkplaatsen jaar 4

In het vierde jaar van de studie is een half jaar gereserveerd voor het volgen van een minor. Studenten kunnen deze kiezen binnen, maar ook buiten hun eigen opleiding. Het tweede half jaar is bestemd voor afstuderen. Het is ook mogelijk dat studenten een andere volgorde kiezen binnen jaar 3 en 4, dan kan bijvoorbeeld de minor al in jaar 3 worden gevolgd. Studenten kunnen, samen met hun leerteambegeleider, onderzoeken welk studietraject in de laatste twee jaar het beste past bij de student.

De student studeert af binnen het eigen profiel en eventueel het gekozen accent. De ontwikkeling van jaar 4 is in een vergevorderd stadium, maar is nog niet op alle onderdelen uitgekristalliseerd. Dit onderdeel gaat van start in het collegejaar 2020/2021. In 2019-2020 is sprake van enkele pilots hiermee. (De opleidingen CMV, MWD en SPH werken in studiejaar 2019-2020 voor het laatst met de bestaande vormen van afstudeeropdrachten).

Praktijk Gedurende een half jaar maakt de student deel uit van een afstudeerkring

bestaande uit lectoraat, beroepspraktijk, docenten en studenten. In de regel zal dit de periode februari tot half juni zijn. In een afstudeerkring staat een sociaal vraagstuk centraal met bijbehorende praktijkopdrachten waar studenten aan kunnen werken. Deze praktijkopdrachten komen tot stand in de samenwerking met lectoraat en beroepspraktijk. Afstudeerkringen komen een aantal keren per half jaar samen om voortgang praktijkopdrachten te bespreken, maar ook voor inspiratie en kennisdeling tussen beroepspraktijk, lectoraten, docenten en studenten. Veel praktijkorganisaties hebben al contacten met een lectoraat van de Hogeschool Utrecht. In dit contact kunnen ideeën voor een afstudeerkring verder worden uitgewerkt. Praktijkorganisaties die wel praktijkvragen hebben, maar geen contact met een lectoraat, kunnen hun vraag inbrengen bij een centraal meldpunt. Waar mogelijk wordt deze dan in een afstudeerkring ondergebracht.

Studenten verwerven een praktijkopdracht passend binnen hun profiel. In de afstudeerkring werkt de student aan een praktijkvraagstuk dat past bij het profiel én vraagt om een interprofessionele aanpak.

Het is ook mogelijk dat studenten zelf een opdracht buiten een afstudeerkring verwerven. In dat geval wordt bekeken of een opdracht bij een afstudeerkring kan worden ondergebracht of dat er een ‘nieuwe’ afstudeerkring wordt opgericht.

De praktijkopdracht kan individueel of soms ook in groepjes worden opgepakt (maar de student wordt altijd individueel getoetst). In hoeverre studenten daadwerkelijk

(23)

23

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

uren maken in de beroepspraktijk, is afhankelijk van de opdracht die zij uitvoeren.

Voor de uitvoering van deze opdracht staat 25 EC (450 uur).

Het uiteindelijke doel is een beroepsproduct dat een toegevoegde waarde heeft voor de betreffende beroepspraktijk. Van belang is dat studenten methodisch te werk gaan, goed aansluiten bij de vragen in de praktijk en draagvlak weten te creëren gedurende het gehele proces. De student wordt daarbij gecoacht door een docent maar kan ook vanuit het lectoraat of de beroepspraktijk op onderdelen worden begeleid of geïnspireerd. Tevens zal de praktijkorganisatie een adviserende stem krijgen in de beoordeling. De student presenteert het uiteindelijke

beroepsproduct op een congres waar alle beroepsproducten van dat jaar worden samengebracht.

(Fictief) voorbeeld In de afstudeerkring ‘Gezond oud worden in de wijk’ staat het gezond ouder worden in de eigen wijk centraal. Aan deze afstudeerkring zijn diverse praktijkorganisaties verbonden alsmede verschillende lectoraten. Een praktijkopdracht in dit kader kan zijn hoe vrijwilligers beter kunnen worden toegerust om ouderen met beginnende dementie te begeleiden. Of de vraag naar passende activiteiten voor ouderen met een hoge opleiding die meer zingeving aan hun leven willen geven.

Criteria De daadwerkelijke inrichting van de afstudeerkring vraagt nog om verdere uitwerking. Van belang is dat de beroepspraktijk, lectoraat en onderwijs zich verbinden voor een langdurige samenwerking rondom een sociaal vraagstuk.

Idealiter stellen zij met elkaar een kennisagenda op voor een aantal jaar waar vervolgens praktijkopdrachten aan worden opgehangen. De criteria waar deze praktijkopdrachten aan moeten voldoen, zijn nog in ontwikkeling.

(24)

24

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Regelingen en randvoorwaarden

Het afbreken van een praktijk of stage

Het kan voorkomen dat een stage of praktijk niet bevredigend verloopt, noch voor jezelf, noch voor de organisatie. Wanneer er na overleg tussen betrokken partijen geen uitzicht is op verbetering, kan besloten worden het leertraject in de praktijk af te breken. In alle gevallen is het van belang dat er contact wordt opgenomen met de leerteambegeleider en het Praktijkbureau.

Het afbreken van een praktijk heeft vaak consequenties. Afhankelijk van het leerrendement dat behaald is kan besloten worden dat de praktijkuren in zijn geheel worden overgedaan of dat er een deel van de al gewerkte uren wordt meegenomen naar de nieuwe stage. Dit is ter beoordeling van de leerteambegeleider. De afspraken hierover moeten worden vastgelegd op het ‘voortgangsformulier stage’ (verkrijgbaar bij het Praktijkbureau).

Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een nieuwe stage, maar het Praktijkbureau wil je hierin graag ondersteunen.

Ziekte of verzuim tijdens de stage

Bij verzuim (bijvoorbeeld door ziekte) stel je de praktijkorganisatie daarvan op de hoogte. Indien het verzuim langer dan twee weken duurt of bij herhaaldelijk verzuim, maak je met de

praktijkorganisatie afspraken over een oplossing. Je informeert je leerteambegeleider over de gemaakte afspraken.

Vakantie

Je kunt als stagiair in overleg met de stageorganisatie (school)vakantie of vrije dagen opnemen.

Klachten, problemen en bezwaar

Indien je problemen hebt in relatie tot de praktijkbegeleider en het lukt niet om daar met deze betrokkene uit te komen, kun je je wenden tot je leerteambegeleider. Indien zich problemen voordoen tussen leerteambegeleider, praktijkbegeleider en jou die onderling niet oplosbaar blijken, kan elke participant zich wenden tot de teamleider van je profiel.

Als je een formele klacht wilt indienen ga je naar Studentzaken. Verder attenderen wij je op de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon bij de Hogeschool Utrecht.

Vertrouwelijkheid

Je bent als stagiair verplicht de regels, voorschriften en aanwijzingen die bij de praktijkorganisatie gelden in het belang van de vertrouwelijkheid in acht te nemen. Vraag ernaar voordat je begint met je stage.

Aansprakelijkheid en vergoeding

(25)

25

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

1. De stageverlener is conform artikel 7: 658 BW aansprakelijk voor letsel of schade die de stagiair mocht lijden tijdens de uitoefening van de stagewerkzaamheden.

2. De stageverlener is verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid jegens de stagiair en derden, en tegen ongevallen.

3. De stagiair is verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid. De aansprakelijkheid van de stagiair jegens de stageverlener is meeverzekerd onder de WA-verzekering van de hogeschool, onder de in de desbetreffende polis opgenomen voorwaarden.

Praktijkorganisaties zijn aan de opleiding geen vergoeding verschuldigd. Anders ligt het voor de

vergoeding aan de student zelf. Soms is het in de CAO vastgelegd dat de stagiair recht heeft op een

stagevergoeding. Indien dit niet het geval is, is het in principe een afspraak tussen student en

stageorganisatie of er al dan niet stagevergoeding gegeven wordt. Het is gebruikelijk dat de

opdrachtgever de reiskosten en onkosten van de stagiair vergoedt.

(26)

26

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

(27)

27

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Bijlage 1: Beroepstaken opleiding Social Work, Hogeschool Utrecht, met niveau-indeling

Niveau 1: Propedeuse

Niveau 2: Hoofdfase, algemeen Niveau 3: Hoofdfase, afstudeerniveau

Beroepstaak Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3

1. Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun primaire

leefomgeving

Kan relevante aspecten ten aanzien van de situatie van mensen in kaart

brengen en maakt daarbij gebruik van het gesprek.

Beschrijft hoe de sociaal werker mensen in de primaire leefomgeving kan versterken en verbinden. Voert daar een onderdeel van uit.

Ontwerpt en realiseert (delen van) een aanpak die mensen in de primaire leefomgeving versterkt en verbindt.

Ontwerpt en realiseert (delen van) een aanpak vanuit één van de drie contexten in samenhang met één andere context.

Handelen en

verantwoording vanuit systemisch perspectief.

Is in staat op dialogische wijze een professioneel traject gericht op kracht en verbinding binnen de drie contexten en hun onderlinge wisselwerking (primaire omgeving, netwerken, gemeenschappen) voor te bereiden, uit te voeren, te evalueren en te

verantwoorden. Mogelijke

spanningsvelden in de wisselwerking tussen contexten kunnen benoemen en hanteren.

2. Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun netwerken

Benoemt vanuit actieve deelname in netwerken welke kwesties in de interactie tussen individu en groep of netwerk een rol spelen.

Beïnvloedt doelgericht processen in netwerken op basis van een analyse van het functioneren.

3. Bevorderen van sociaal functioneren van mensen en hun gemeenschappen

Neemt initiatieven voor

gemeenschapsgerichte voorzieningen gericht op leefbaarheid, gezondheid, lokale economie, culturele participatie en/of democratische betrokkenheid van burgers.

Ontwerpt in co-creatie met

gemeenschapsinitiatieven een aanpak dat ten doel heeft verbindingen tot stand te brengen of te versterken binnen gemeenschappen. Voert delen van de aanpak participatief uit.

4. Regisseren en organiseren van samenwerking

Ontwikkelt een plan voor een evenement of activiteit en stuurt in samenwerking een deel van de

Kan in kaart brengen op welke wijze de regiefunctie vorm krijgt in samenwerking gericht op het belang van

Vervult een regierol in de afstemming

tussen formele en informele relaties,

netwerken en

(28)

28

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

tussen

(professionele) netwerken

uitvoering van het evenement of de activiteit zelfstandig aan. Meerdere actoren spelen een rol in de opzet en uitvoering van het

evenement/activiteit. Er wordt gewerkt vanuit een gegeven doel en context.

mensen. Is in een regierol betrokken bij onderdelen van de uitvoering.

samenwerkingsverbanden. Is daarbij gericht op optimale communicatie tussen betrokkenen, en op effectieve en productieve inzet van processen en middelen. Heeft daarbij de verbinding tussen en versterking van mensen als doel.

5. Ondernemend hanteren van sociaal maatschappelijke vraagstukken

Beschrijft een afgebakend aanbod in de markt van sociaal werk op basis van een gesignaleerde behoefte.

Onderbouwt de financiële haalbaarheid van dit aanbod.

Realiseert een product of dienst ten behoeve van mensen, weet hiervoor draagvlak te creëren en houdt aantoonbaar rekening met relevante randvoorwaarden.

Geeft als (intern)ondernemer vorm aan producten en/of diensten in het sociaal werk die bijdragen aan het sociaal functioneren van mensen. Hanteert daarbij adequaat bedrijfsmatige aspecten door het op een

resultaatgerichte wijze inzetten van dienstverlening en klantgericht werken.

6. Profileren en positioneren van professional, beroepsgroep en maatschappelijke vraagstukken

Presenteert de eigen inspiratiebronnen en motivatie voor het sociaal werk en verbindt dit aan de maatschappelijke opdracht en de sociale waarden van het beroep.

Benoemt de eigen kwaliteiten en belemmeringen en verbindt deze met de eisen die aan het uitvoeren van het beroep kunnen worden gesteld.

Presenteert een onderbouwde visie en ambitie ten aanzien van een sociaalmaatschappelijk vraagstuk in relatie tot de waarden en taken van het beroep.

Zet zich op politiek en maatschappelijk terrein zichtbaar in ten aanzien van het bereiken van sociale waarden en de aanpak van sociale vraagstukken ten einde beleidskeuzes te beïnvloeden.

Brengt het bestaansrecht, de missie en de betekenis van de inzet van sociaal werk en de inzet van zichzelf als sociaal werker overtuigend voor het voetlicht.1

7. Onderzoeken en innoveren van de sociaal werk praktijk

Formuleert een (eigen) vraag binnen het sociaal werk, gaat op zoek naar antwoorden en maakt daarbij gebruik van leer/praktijkervaringen, literatuur en zelfgekozen andere bronnen

Onderzoekt een praktijkvraagstuk methodisch en formuleert aanbevelingen gericht op de verbetering van de praktijk.

Onderzoekt een praktijkvraagstuk methodisch en ontwerpt aan de hand daarvan voorstellen voor vernieuwende elementen of vormen van sociaal werk en creëert daarvoor draagvlak.

1 Concept tekst voorgelegd dd 21-8-18 aan de cc. Deze leeruitkomst is een samenvoeging van twee eerdere leeruitkomsten.

(29)

29

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

(mensen, expert, ervaringsdeskundige).

Vergelijkt de gegevens uit deze

verschillende bronnen (theorie, praktijk en ervaring) met elkaar vanuit de gestelde vraag.

(30)

30

Praktijkgids Instituut Social Work 2019-2020

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het onderwijs in deze opleiding moet ervoor zorgen dat een kandidaattriagist voldoet aan alle eisen die gesteld worden voor diplomering tot triagist.. De (basis)opleiding Triagist

Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Pedagogiek en Lerarenopleiding Pedagogiek, Faculteit Onderwijs en Opvoeding.. Voorwoord voor

Om door te mogen gaan met de opleiding moet je binnen één jaar minimaal 38 credits (van de 45 EC propedeuse) behaald hebben, moet je in de praktijk aantonen geschikt te zijn voor

4.14.3 Tot afwijzing wordt overgegaan, indien de student de propedeutische fase danwel –in geval van een Ad-opleiding- de eerste 60 studiepunten nog niet heeft voltooid en met

Shift B: periode 1 Aantal examinatoren 1 surveillant Toegestane hulpmiddelen Niet van toepassing Wijze van aanmelden

De opleiding toetst op een valide, betrouwbare en inzichtelijke manier of de studenten de beoogde competenties en de kennis uit de kennisbasis beheersen. Ze heeft een duidelijk

©Hobéon Certificering  Beoordelingsrapport hbo-bacheloropleiding Opleiding tot Verpleegkundige, Hanzehogeschool Groningen, versie 2.0

Als de aanmelding niet voor de eerste dag van de maand waarin de opleiding start is ingetrokken via Studielink, wordt de student ingeschreven mits aan alle toelatings-