• No results found

IHP Onderwijs Gouda. Kosten verduurzaming schoolgebouwen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "IHP Onderwijs Gouda. Kosten verduurzaming schoolgebouwen"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Eendrachtsweg 3 telefoon 0172 – 651264 K.v.K. 27311612 2411 VL Bodegraven e-mail info@merosch.nl BTW NL8224.23.066.B01

@Merosch_ internet www.merosch.nl IBAN NL80 TRIO 0197 8235 99

IHP Onderwijs Gouda

Kosten verduurzaming schoolgebouwen

Datum: 22 november 2018 Projectnr: 1676

Status: Definitief

Auteur(s): Bart Advokaat en Niels Aantjes

(2)

2

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 3

2 Uitgangspunten ... 4

2.1 Integraal huisvestingsplan Gouda ... 4

2.2 Scholen primair onderwijs & voortgezet onderwijs ... 4

3 Toelichting klimaat- en energieconcepten ... 6

3.1 Energieconcepten nieuwbouw en renovatie ... 6

3.2 Overzicht samengestelde maatregelen ... 9

4 Financiële analyse ... 11

4.1 Schaaleffecten ... 11

4.2 Stichtingskosten... 11

4.3 Exploitatievoordelen ... 12

5 Conclusies en aanbevelingen ... 13

Bijlage 1 Stichtingkosten renovatie primair onderwijs Bijlage 2 Stichtingkosten nieuwbouw primair onderwijs Bijlage 3 Stichtingkosten renovatie voortgezet onderwijs Bijlage 4 Stichtingkosten nieuwbouw voortgezet onderwijs Bijlage 5 Meerkosten investering en exploitatie primair onderwijs Bijlage 6 Meerkosten investering en exploitatie voortgezet onderwijs

(3)

3

1 Inleiding

De gemeente Gouda heeft de ambitie om de gebouwde omgeving klimaatneutraal te maken. In deze rapportage is die ambitie inzichtelijk gemaakt in relatie tot het integraal huisvestingsplan van 2017. Zowel de (meer) kosten als de exploitatievoordelen zijn in beeld gebracht voor de oplopende ambitieniveaus BENG/Gasloos, Energieneutraal (energieneutraal op gebouwniveau) en Nul op de Meter (energieneutraal op gebouwniveau + gebruiksniveau). In dit onderzoek is vastgesteld welke minimale maatregelen

noodzakelijk zijn om te komen tot gasloze nieuwbouw en renovatie. Voor de aanvullende ambitieniveaus Energieneutraal en Nul op de Meter zijn de benodigde aanvullende maatregelen (t.o.v. IHP, Gasloos) onderzocht. De bouwkundige- en installatietechnische maatregelen zijn hierin integraal benaderd zodat evenwichtig pakket van maatregelen ontstaat in de diverse ambitieniveaus.

De technische en financiële uitgangspunten in het IHP 2017 zijn tegen het licht gehouden en daar waar nodig bijgesteld aan de huidige wetgeving en prijspeil. Deze rapportage kan gebruikt worden bij de vaststelling van de aanvullende budgetten voor het Energieneutraal en/of Nul op de Meter maken van de schoolgebouwen uit het primair en voortgezet onderwijs in Gouda.

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de verschillen tussen de technische en financiële uitgangspunten in het IHP en de huidige wetgeving en inzichten. Er wordt ingegaan op het vraagstuk hoe binnen de budgetten van het huidige IHP de betreffende schoolgebouwen gasloos gemaakt kunnen worden. Hierin is enkel de relatie gelegd tussen de diverse ambitieniveaus (IHP BENG/Gasloos, Energieneutraal & Nul op de Meter).

Alle bouw- en exploitatiekosten die geen directe relatie hebben met de ambitieniveaus zijn niet geïnventariseerd binnen dit onderzoek.

Om een beeld te krijgen van wat de verschillende ambitieniveaus concreet inhouden voor de scholen is in hoofdstuk 3 een overzicht gegeven van de maatregelen die technisch nodig zijn als aanvulling op het IHP.

Omdat voor zowel nieuwbouw als renovatie uitgegaan wordt van een langjarige investering is ervoor gekozen om de Trias energetica principes toe te passen. Hierbij wordt in eerste instantie in verhouding tot het ambitieniveau gezocht naar een zo laag mogelijk primair energiegebruik en wordt in tweede instantie gekeken naar een duurzame opwekking voor de benodigde resterende energie gebruik.

(4)

4

2 Uitgangspunten

2.1 Integraal huisvestingsplan Gouda

Uitgangspunt voor dit onderzoek is het Integraal Huisvestingsplan Gouda, d.d. 15 maar 2018 opgesteld door Hevo. De eerste stap is het inventariseren van de maatregelen die al zijn opgenomen en betrekking hebben op het klimaat- en energieconcept. Belangrijke conclusie hieruit is dat bij renovatie het

installatieconcept is gebaseerd op een warmteopwekking op aardgas. Per 1 juli 2018 is de gasaansluitplicht voor kleinverbruikers komen te vervallen en is het gemeentelijk beleid dat er gasloos wordt gebouwd.

Gezien de te verwachtte ongunstige prijsontwikkeling in de tarieven voor fossiele energie (waaronder aardgas) is het ook bij grootschalige renovatie niet wenselijk om de warmtevoorziening met behulp van aardgas te behouden. Bovendien sluit dit niet aan op de ambitie van de gemeente Gouda om te komen tot een CO2-neutrale gemeente.

2.2 Scholen primair onderwijs & voortgezet onderwijs

In bijlage 5 is het totaaloverzicht van de scholen weergegeven waarvoor de meerkosten en het exploitatievoordeel (t.o.v. het IHP, BENG/ Gasloos) voor Energieneutraal en Nul op de Meter zijn uitgewerkt. De berekening is opgesteld voor alle scholen waar conform het IHP 2017 een renovatie of nieuwbouw staat gepland. Het gaat hierbij om de scholen in tabel 1 en 2. Alle overige gebouwen zijn buiten beschouwing gelaten omdat deze een andere benadering vragen van de berekening van de meerkosten en de exploitatievoordelen.

Tabel 1 - Inventarisatielijst schoolgebouwen primair onderwijs PRIMAIR ONDERWIJS

Bruto vloeroppervlakte [m2 BVO]

Nieuwbouw

- Het Vlot & Plaswijckschool 1.722

- De Cirkel 1.855

- Livingstoneschool (en J.C.) uitbreiding 648

- De Triangel & Het Schateiland 1.884

- De Bijenkorf & Koningin Wilhelminaschool 2.417

- Casimirschool 955

- Graaf Jan van Nassauschool & Beversluisschool 3.738 Renovatie

- De Carrousel 1.777

- Livingstoneschool 1.285

- Prinses Julianaschool 1.850

- Westerschool 1.583

- Casimirschool 1.388

(5)

5 Tabel 2 - Inventarisatielijst schoolgebouwen voortgezet onderwijs

VOORTGEZET ONDERWIJS

Bruto vloeroppervlakte [m2 BVO]

Nieuwbouw

- Kesper College 536

Renovatie

- Coornhert JvR 2.847

- Coornhert RdB 1.216

- Alpha Driestar 4.893

- Bèta Driestar 6.170

- Kanaalstraat DGW 7.357

- Antoniuscollege 5.691

- Kesper College 1.592

(6)

6

3 Toelichting klimaat- en energieconcepten

Bij het samenstellen van de energieconcepten dienen de verschillende ambities (BENG, Gasloos,

Energieneutraal en Nul op de Meter) in samenhang benaderd te worden met het streven om een fris en gezond binnenklimaat te realiseren. Specifiek per gebouw dient een analyse gemaakt te worden met welk klimaatconcept voldaan kan worden aan de eisen t.a.v. het binnenmilieu (focus op luchtkwaliteit en thermisch comfort). Vervolgens dient bekeken te worden met welk energieconcept (gegeven het

klimaatconcept) voldaan kan worden aan het gestelde ambitieniveau t.a.v. BENG, Gasloos, Energieneutraal en Nul Op de Meter. In dit hoofdstuk wordt een beschrijving gegeven van de hierboven vermelde

ambitieniveaus.

Voor de bepaling van de eisen t.a.v. het binnenmilieu is het Frisse Scholen Programma van Eisen 2015 aangehouden. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen drie ambitieniveaus: klasse C (voldoende), klasse B (goed) en klasse A (uitmuntend). Bij de vaststelling van de beschreven klimaatconcepten is in

overeenstemming met het IHP, als algemeen ambitieniveau (thema’s Lucht, Licht, Temperatuur en Geluid) klasse B aangehouden.

3.1 Energieconcepten nieuwbouw en renovatie

Bij het samenstellen van de energieconcepten is uitgegaan van het onderstaande driestappenmodel. Kern van dit model, dat vergelijkbaar is met het trias-energetica model, is dat eerst gekeken wordt of de energievraag zo ver mogelijk gereduceerd kan worden, alvorens na te denken over de duurzame invulling van de resterende energievraag.

Vanuit de bovenstaande benadering zijn een viertal energieconcepten, bestaande uit samenhangende bouwkundige en installatietechnische maatregelen, samengesteld met een oplopend ambitieniveau welke kunnen worden toegepast bij de te renoveren en nieuw te bouwen scholen:

Stap 1

• Beperking energievraag

(bijv. goede isolatie, HR+++ glas, daglichttoetreding)

Stap 2

• Warmteterugwinning

(bijv. warmterugwinning uit ventilatielucht)

Stap 3

• Duurzame energie

(bijv. warmtepomp, energieopslag, zonnepanelen)

(7)

7 3.1.1 Energieconcept BENG

De referentie BENG (Bijna Energie Neutraal Gebouw) betreft het energieconcept waarmee wordt voldaan aan de nieuwbouweisen conform het huidige Bouwbesluit en de energetische eisen voor BENG. In de BENG eisen is vastgelegd wat de maximale energiebehoefte (per m2 gebruiksoppervlak) mag bedragen. De energiebehoefte moet worden ingevuld met een vastgelegde maximale hoeveelheid fossiele energie en een vastgelegde minimale hoeveelheid hernieuwbare energie. De energiebehoefte wordt beperkt door te voldoen aan de wettelijke minimum aan isolatiewaarden voor de vloer, dak, gevels en beglazing.

Voor de ventilatie wordt gebruikt gemaakt van een standaard gebalanceerd ventilatiesysteem met een hoog rendement warmteterugwinning. Om het energieverbruik voor de ruimteverwarming te beperken (in het lader van de BENG- eisen) wordt gebruik gemaakt van een warmtepomp in combinatie met

laagtemperatuur (vloer en/of lucht) verwarming. Doordat het warm tapwaterverbruik in scholen minimaal is, wordt voor de warm tapwaterbereiding in het gebouw gebruik gemaakt van kleine elektrische close-in boilers bij de warm tapwaterpunten.

De koellast wordt zoveel als mogelijk voorkomen door bouwkundige voorzieningen zoals het toepassen van een optimaal glaspercentage op de verschillende geveloriëntaties, buitenzonwering en de massa

(accumulerend vermogen) van het gebouw. Echter dit zal naar alle waarschijnlijkheid voor het gebouw niet voldoende zijn om de temperatuur in het voorjaar en de zomer op een comfortabel niveau te houden.

Naast de genoemde bouwkundige voorzieningen zal in deze referentievariant daarom tevens in actieve koeling worden voorzien middels de warmtepomp (met warmte uit de buitenlucht).

3.1.2 Energieconcept Gasloos

Deze variant betreft de referentie voor bestaande schoolgebouwen. Bij deze variant is het uitgangspunt dat de huidige aansluiting op de gasinfrastructuur komt te vervallen. Omdat andere energiebronnen (als bijvoorbeeld een warmtenet of biogas) niet voorhanden zijn in de gemeente Gouda is binnen deze variant een warmtepomp het uitgangspunt. Alle noodzakelijke maatregelen zijn opgenomen om over te stappen van aardgas naar het warmtepompconcept.

Om te komen tot gasloze schoolgebouwen zijn bouwkundige maatregelen zoals na-isolatie een

onvermijdelijk onderdeel. Zowel de gevel als het dak wordt hierbij voorzien van een betere isolatiewaarde.

Gezien de grote verschillen in het ontwerp, de bouwkundige staat en de aanwezige isolatie dient er voor elk gebouw een specifiek plan te worden opgesteld waarmee de benodigde isolatiewaarden worden behaald.

Laagtemperatuur verwarming is een voorwaarde voor de toepassing van een warmtepomp. In bestaande gebouwen wordt over het algemeen gebruik gemaakt van hoogtemperatuur warmteafgiftesystemen zoals bijvoorbeeld radiatoren. De radiatoren zouden vervangen kunnen worden voor laagtemperatuur

convectoren. Daarbij moet wel gekeken worden of daarmee het afgiftevermogen voldoende is of dat er aanvullend afgiftevermogen gerealiseerd moet worden (bijv. door plaatsing van aanvullende convectoren of met behulp van luchtverwarming).

Voor zover nog niet aanwezig is de toepassing van een gebalanceerd ventilatiesysteem met

hoogrendement warmteterugwinning noodzakelijk om alleen al te kunnen voldoen aan de huidige eisen t.a.v. gezondheid en comfort.

(8)

8 Indien de toepassing van zonnepanelen op dit moment nog als niet haalbaar wordt geacht, wordt in ieder geval aanbevolen om de daken maximaal voor te bereiden op de (toekomstige) toepassing ervan. Hierbij moet gedacht worden aan de locatie van mogelijke andere dak obstakels ter voorkoming van

schaduwwerking, het reeds reserveren van kabeltracés van het dak naar de meterkast, etc. Door hier nu al rekening mee te houden, wordt de mogelijke (toekomstige) toepassing van zonnepanelen niet belemmerd.

3.1.3 Energieconcept Energieneutraal

Een variant waarmee het gebouw nog minder energie gebruikt door verdergaande optimalisatie van de gebouwschil en de toepassing van het warmtepompconcept en zonnepanelen. Voor nieuwbouw betekent dit ten opzichte van de BENG variant, het toepassen van isolatie met een hogere Rc-waarde voor de vloer (4,5), dichte geveldelen (5,5) en het dak (8,0), HR+++ (drievoudige) beglazing met extra goed geïsoleerde kozijnen en luchtdicht bouwen. Tevens dient een energiezuinige warmte en koude opwekking systeem te worden toegepast waarmee het primaire jaarlijkse energieverbruik kan worden gedekt met de benodigde duurzame opwek (met behulp van zonnepanelen).

De ruimteverwarming zal ook bij dit concept worden voorzien doormiddel van een elektrische

warmtepomp. Door het lagere opwekkingsrendement en het hogere elektriciteitsgebruik voor koeling, zal de toepassing van een warmtepomp met warmte uit de buitenlucht, bij dit concept niet de voorkeur hebben. Het gebruik van bodemenergie zorgt voor een lager primair energieverbruik van de warmtepomp waardoor de toepassing van bodemenergie het uitgangspunt is. Tevens sluit dit goed aan bij het

klimaatbestendig maken van de gemeente omdat een warmtepomp met bodemwarmte bijdraagt aan het verlagen van de hittestress in de zomer.

3.1.4 Energieconcept Nul op de Meter

Het energieconcept NOM is gelijk aan het energieconcept Energieneutraal echter dient binnen deze variant naast het gebouwgebonden (denk aan verwarming, ventilatoren, verlichting en pompen) energieverbruik, ook het gebruiksgebonden (denk aan keukenapparatuur, computers) energieverbruik duurzaam te worden opgewekt met bijvoorbeeld zonnepanelen. Voor Nul op de Meter dienen er (t.o.v. Energieneutraal) dus extra zonnepanalen te worden toegepast.

De bouwkundige schil veranderd niet ten opzichte van de variant Energieneutraal. In verband met het lage energieverbruik voor verwarming en koeling is ook binnen deze variant een warmtepomp in combinatie met bodemenergie het meest voor de hand liggend. Voor de warm tapwaterbereiding wordt ook in deze variant uitgegaan van een beperkt aantal elektrische close-in boilers.

(9)

9

3.2 Overzicht samengestelde maatregelen

Voor nieuwbouw en renovatie zijn vier ambitieniveaus geïnventariseerd welke zijn gebaseerd op de klimaat- en energieconcepten; IHP 2017 (BENG), IHP 2017 (Gasloos), Energieneutraal en Nul op de Meter.

Een gedetailleerde technische omschrijving van deze concepten is beschreven in hoofdstuk 3.1. In tabel 3 hieronder en tabel 4 op de volgende bladzijde, is een overzicht gegeven van de samengestelde maatregelen voor nieuwbouw en renovatie.

Voor gasloze nieuwbouw is het IHP 2017 (BENG) aangehouden en voor gasloze renovatie zijn de minimale maatregelen opnieuw geïnventariseerd (i.v.m. aardgas als uitgangspunt van het IHP 2017) en vastgesteld.

Uit de inventarisatie van de bouwkundige maatregelen voor renovatie is gebleken dat het IHP 2017 een vergaand pakket van maatregelen heeft gehanteerd. De isolatiewaarde van de bouwkundige schil zijn conform het IHP 2017 op het niveau van energieneutrale nieuwbouw (betere isolatiewaarde dan bouwbesluit). Uit een analyse van de bouwkosten voor renovatie is gebleken dat de aanvullende kosten voor een zeer goed geïsoleerde gebouwschil de meerkosten (t.o.v. bouwbesluit) dekken van de

elektrificatie van de warmteopwekking. Om deze reden is voor renovatie gekozen de isolatiewaarde van de gebouwschil af te stemmen op het bouwbesluit zodat het vrijkomende budget gebruikt kan worden om de centrale verwarming aardgasloos te kunnen maken. Hierdoor kunnen de scholen binnen het budget van het huidige IHP gasloos gemaakt worden.

Tabel 3 – samengestelde klimaat- en energieconcepten nieuwbouw Klimaat- en energieconcept

Nieuwbouw

IHP 2017, BENG Energieneutraal Nul op de Meter

Klimaat Lucht:

Basis ventilatie

Gebalanceerde luchtbehandeling, Frisse Scholen niveau B afgifte: luchtverdeelslang of roosters

Comfort winter:

Verwarming Laagtemperatuur vloerverwarming met luchtverwarming

Comfort zomer:

Koeling

Buitenzonwering, zomernachtventilatie actieve koeling met lucht

Comfort visueel:

Verlichting 500 lux

Energie

Isolatie vloer Rc = 3,5 Rc = 4,5 Rc = 4,5

Isolatie gevel Rc = 4,5 Rc = 5,5 Rc = 5,5

Glas HR++ Uraam = 1,2 HR+++ Uraam = 0,8 HR+++ Uraam = 0,8

Isolatie dak Rc = 6,0 Rc = 8,0 Rc = 8,0

Luchtdichtheid Qv;10 0,400 0,300 0,300

Opwekking warmte Warmtepomp + lucht Warmtepomp + bodem

Opwekking koude Warmtepomp + lucht Warmtepomp + bodem

Verlichting Led (+DAR en AWD)

Pompen en ventilatoren Lage weerstanden lucht en water en energielabel A componenten

(10)

10 Tabel 4 – samengestelde klimaat- en energieconcepten renovatie

Klimaat- en energieconcept Renovatie

IHP 2017, Gasloos

Energieneutraal Nul op de Meter

Klimaat Lucht:

Basis ventilatie

Gebalanceerde luchtbehandeling, Frisse Scholen niveau B afgifte: luchtverdeelslang of roosters

Comfort winter:

Verwarming Laagtemperatuur vloerverwarming met luchtverwarming

Comfort zomer:

Koeling

Buitenzonwering, zomernachtventilatie actieve koeling met lucht

Comfort visueel:

Verlichting 500 lux

Energie

Isolatie vloer Conform bestaand Rc = 4,5 Rc = 4,5

Isolatie gevel Rc = 4,5 Rc = 5,5 Rc = 5,5

Glas HR++ Uraam = 1,2 HR+++ Uraam = 0,8 HR+++ Uraam = 0,8

Isolatie dak Rc = 6,0 Rc = 8,0 Rc = 8,0

Opwekking warmte Warmtepomp + lucht Warmtepomp + bodem

Opwekking koude Warmtepomp + lucht Warmtepomp + bodem

Verlichting Led (+DAR en AWD)

Pompen en ventilatoren Lage weerstanden lucht en water en energielabel A componenten

(11)

11

4 Financiële analyse

4.1 Schaaleffecten

De schaalgrootte zijn gebaseerd op de bruto vloeroppervlakte en zijn rechtstreeks overgenomen uit het IHP 2017. Voor alle toegepaste maatregelen binnen het klimaat- en energieconcept zijn de schaaleffecten (t.a.v. de bouwkosten) onderzocht aan de hand van de bouwkosten kengetallen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (Investeringskosten maatregelen Utiliteitsbouw 2016). De bouwkosten kengetallen zijn vertaald naar de gehanteerde schaalgrootte en geïndexeerd naar het huidige prijspeil.

Omdat de gebouwgrootte in de praktijk bepalend is voor de keuze van bodemenergie (gesloten bron) of warmte- koude opslag (open bron) en de daarmee samenhangende kosten betekent dit niet perse dat de stichtingskosten (per m² BVO) dalen naarmate het gebouw groter wordt. Het schaaleffect treedt daardoor met name op bij de bouwkundige maatregelen t.a.v. de gebouwschil.

In bijlage 1 tot en met 4 is (per ambitieniveau) het overzicht gegeven van de totale stichtingskosten. In deze tabellen is bovenin de schaalgrootte aangegeven in bruto vloeroppervlakte. Op basis van de schaalgrootte is (conform het IHP 2017) een gemiddeld aantal bouwlagen aangenomen. Voor de bepaling van de omvang van de bouwkundige maatregelen zijn de vormfactoren uit het IHP 2017 gehanteerd.

4.2 Stichtingskosten

De stichtingskosten zijn opgebouwd uit de bouwkosten + 15% (renovatie) en 17% (nieuwbouw) bijkomende kosten en incl. BTW. Voor de berekening van de totale meerkosten per ambitieniveau is gerekend met de stichtingskosten per m2 BVO vermenigvuldigd met de bruto vloeroppervlakte van de betreffende school. Bij de bepaling van de stichtingskosten per m2 BVO zijn alle scholen gecategoriseerd aan de hand van de bruto vloeroppervlakte (in de schaalgrootte 1 t/m 3). In tabel 5 is een overzicht opgenomen van de huidige stichtingskosten conform het IHP en de meerkosten voor de oplopende ambitieniveaus.

In bijlage 5 zijn specifiek per school de totale meerkosten in stichtingskosten weergegeven per

ambitieniveau. Het IHP 2017 (BENG/ Gasloos) is de referentie in de berekening van de meerkosten voor Energieneutraal en Nul op de Meter. Zoals eerder beschreven betreft het hier uitsluitend de maatregelen die betrekking hebben op het ambitieniveau. Overige maatregelen die bij nieuwbouw en renovatie aan de orde komen en niet bepalend zijn voor het ambitieniveau zijn niet opgenomen in de meerkosten.

Tabel 5 – totale stichtings- en meerkosten

BENG = IHP Gasloos Energieneutraal (ook gasloos)

Nul-op-de-meter (ook gasloos) Nieuwbouw

Primair onderwijs

€ 27.381.050,- IHP € 1.879.900,- € 2.117.800,- Voortgezet

Onderwijs

€ 1.286.400,- IHP € 78.800,- € 88.400,-

Renovatie Primair onderwijs

€ 12.751.600,- IHP € - 307.400,- € 2.672.300,- € 2.814.200,- Voortgezet

Onderwijs

€ 42.514.800,- IHP € ≈ 0,- € 8.334.800,- € 8.818.400,-

(12)

12

4.3 Exploitatievoordelen

De ambitieniveaus Energieneutraal en Nul op de Meter leiden (t.o.v. het IHP, BENG/ Gasloos) dankzij een zeer optimale gebouwschil en een energiezuinige warmte- koude opwekking tot een aanzienlijke besparing op het energieverbruik. De energiekosten zijn aan de hand van de schaalgrootte gebaseerd op de

benchmark van het ambitieniveau. De correctie voor de (minder)kosten van het vastrecht voor de elektriciteitsaansluiting zijn voor Energieneutraal en Nul op de Meter meegenomen in de berekening van het exploitatievoordeel. Eventuele subsidies op (de terug levering van) de opgewekte duurzame energie zijn niet meegenomen in de besparing op de energiekosten.

De exploitatievoordelen (t.o.v. het IHP, BENG/ Gasloos) zijn samengesteld uit het voordeel op de energiekosten en de meerkosten t.b.v. het onderhoud. De onderhoudskosten zijn aan de hand van de schaalgrootte gebaseerd op de benchmark van het ambitieniveau. Net als voor de berekening van het energievoordeel is ook voor de berekening van de onderhoudskosten enkel gekeken naar het verschil t.o.v.

de referentie (IHP, BENG/ Gasloos). In tabel 6 is een totaaloverzicht gegeven van de exploitatievoordelen over 20 jaar. Het exploitatievoordeel is berekend op basis van de huidige energietarieven en

onderhoudskosten. Er is niet gerekend met een indexering van de energie- en onderhoudskosten.

Tabel 6 – exploitatievoordelen over 20 jaar

BENG = IHP Gasloos Energieneutraal (ook gasloos)

Nul-op-de-meter (ook gasloos) Nieuwbouw

Primair onderwijs

gasloos (IHP) € 1.039.300,- € 1.243.400,- Voortgezet

Onderwijs

gasloos (IHP) € 32.400,- € 40.300,-

Renovatie Primair onderwijs

IHP € - 85.100,- € 427.300,- € 556.500,-

Voortgezet Onderwijs

IHP € 381.000,- € 1.009.000,- € 1.686.400,-

Uit de bovenstaande tabel 6 blijkt dat met de uitvoering van IHP Gasloos er een exploitatieverhoging ontstaat bij de renovatie van het primair onderwijs. Bij de renovatie van het voortgezet onderwijs ontstaat wel een exploitatievoordeel omdat als gevolg van het lagere primaire energieverbruik voor verwarming en koeling, de energiekosten lager uitvallen.

(13)

13

5 Conclusies en aanbevelingen

Voor renovatie en nieuwbouw geldt dat binnen de budgetten van het huidige IHP 2017 de betreffende scholen in het primair en voortgezet onderwijs Gasloos gemaakt kunnen worden. Voorwaarde is dat de isolatiewaarde van de gebouwschil op het niveau gebracht worden van het bouwbesluit i.p.v. de

verdergaande isolatiewaarde welke als uitgangspunt in het IHP zijn gehanteerd. Een vermindering van de isolatiewaarde levert een besparing op in de bouwkosten die kan worden gebruikt om de kosten voor een duurzame en elektrische warmte- en koude opwekking te kunnen dekken.

Het Gasloos maken van het primair en voortgezet onderwijs is mogelijk binnen de budgetten van het huidige IHP 2017 echter zal dit binnen het primair onderwijs tot een (kleine) exploitatieverhoging leiden.

Met de energieconcepten Energieneutraal en Nul op de Meter wordt er voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs een aanzienlijk exploitatievoordeel behaald echter vraagt dit om extra investeringen t.o.v. het IHP 2017.

Uit het overzicht van de meerkosten en de exploitatievoordelen (bijlage 5 en 6) blijkt dat de

exploitatievoordelen onvoldoende hoog zijn om de volledige meerkosten van Energieneutraal en Nul op de Meter terug te verdienen binnen de technische levensduur van de installaties (20 jaar). Hierbij dienen wel drie kanttekeningen te worden gemaakt. Ten eerste is de berekening zonder het toepassen van indexaties uitgewerkt. Ten tweede wordt er conform het IHP 2017 een aanzienlijk percentage voor bijkomende kosten gerekend. Tot slot kan door een daadwerkelijk energetisch optimaal ontwerp en mogelijke subsidies het verschil nog flink kleiner worden.

Met de realisatie van het IHP 2017 Gasloos wordt een grote stap gezet richting verduurzaming van de betreffende schoolgebouwen. Om het IHP aan te laten sluiten op de ambitie van de gemeente “Gouda CO2-neutraal in 2040” is echter een verdergaande investering (Nul op de Meter) wenselijk. Nu investeren in Nul op de Meter gebouwen voorkomt bovendien hogere investeringskosten op de langere termijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De PSG vindt het belangrijk dat de overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs optimaal verloopt; elke leerling verdient het beste onderwijs op het juiste

Zoals eerder aangegeven valt onderzoek naar de verbreding met andere functies dan onderwijs en opvang niet binnen het IHP, maar dient dit wel per locatie als optie te worden

Voor alle andere leerlingen die niet onder categorie A, B of C vallen en die zijn ingeschreven op een school voor speciaal onderwijs, een basisschool of een school voor

Zoals in het vorige hoofdstuk is vermeld, heeft het oordeel ‘zeer zwak’ per juli 2017 een wettelijke basis: in de wetgeving voor het primair, voortgezet en (voortgezet)

Zwakkere financiële positie: In 2014 stond twintig procent van alle dertig vrije schoolbesturen onder aangepast financieel toezicht, dit was op dat moment een factor tien hoger

Op 1 juli verloopt het huidige thuiszitterspact (2017 – 2021) voor het primair onderwijs en voor het voortgezet onderwijs.. Het thuiszitterspact regelt de samenwerking tussen

Geldelijke of materiële bijdragen, of vrijstelling van een (een deel) van de betaling, niet gebaseerd op de onderwijswetgeving, niet zijnde de ouder- /leerlingbijdragen indien

De Inspectie van het Onderwijs maakt een bestandsopname van de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) op alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven met