• No results found

Vrije Universiteit Brussel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vrije Universiteit Brussel"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'Ambachten in de Zuidelijke Nederlanden (voor 1795). Een bijdrage tot de samenstelling van een bibliografische lijst van studies verschenen in de 19de en 20ste eeuw'

Jacobs, Marc; VANBELLINGHEN, MARIANNE

Published in:

Oostvlaamse Zanten

Publication date:

1999

Document Version:

Final published version Link to publication

Citation for published version (APA):

Jacobs, M., & VANBELLINGHEN, MARIANNE. (1999). 'Ambachten in de Zuidelijke Nederlanden (voor 1795).

Een bijdrage tot de samenstelling van een bibliografische lijst van studies verschenen in de 19de en 20ste eeuw'. Oostvlaamse Zanten, 74, 185-326.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research.

• You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Download date: 21. Mar. 2021

(2)

In de loop van de jaren 1 990 .lag het zwaartepunt van het onderzoek door (leden van) het Centrum voor de studie van PreIndustriële Productieprocessen en Arbeidsverhoudingen (afgekort PIPA) van de Vrije Universiteit B russel bij de studie van ambachten. In het mid­

deleeuwse en vroegmoderne West­

Europa vervulden deze corporaties in vele steden belangrijke economische, sociale, culturele, religieuze en politieke functies. PIPA benadert deze fenome­

nen vanuit een langetermijnperspectief, waarbij ook de vormen van continuïteit naar de negentiende eeuw toe worden bestudeerd. Het empirisch onderzoek van PIPA concentreerde zich de voor­

bije j aren op de Zuidelij ke Nederlanden en in het bijzonder op het hertogdom B rabant en het graafschap Vlaanderen in de Nieuwe Tijd.

De projecten van PIPA in het laatste decennium van de 20ste eeuw sloten aan bij of speelden in op de grote en toene­

mende internationale belangstelling voor dit onderwerp. Sedert de jaren tachtig verschenen in de internationale literatuur verschillende markante stu­

dies die de beeldvorming over corpora­

tieve beroepsgroepen grondig wijzig­

jen. Precies het openbreken van de per­

�ptie en duiding van de werking en

�ffecten van deze "gesloten" instellin­

�en biedt verschillende kansen tot inno­

latief interdisciplinair onderzoek. Het 11uriforme karakter van de instituties

biedt zicht op talrij ke maatschappelijke processen en structuren in het verleden.

Dit resulteerde ook in België in een hele reeks van studies die al gepubliceerd, ter perse of in voorbereiding zijn. Hierbij kan onder andere worden gewezen op twee bundels die door het Brusselse centrum werden gepubliceerd. (') Deze verhoogde belangstelling van professio­

nele historici en netwerken die zich toe­

leggen op de studie van de Late Middeleeuwen, de Nieuwe Tijd en de overgangsfase 1 750- 1 850, sorteerde en sorteert nog steeds effecten op weten­

schappelijk onderzoek van aankomende historici bij de keuze van thema's voor hun eind verhandelingen. We hopen dat het hier gepubliceerde werkinstrument nuttig kan zijn voor studenten geschie­

denis en ook stimulerend kan werken voor andere onderzoekers die zich in Vlaanderen en omstreken met een thema willen bezighouden dat interna­

tionale belangstelling geniet. Allerlei aspecten van het corporatisme in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd vor­

men immers steeds vaker centrale the­

ma's op internationale congressen.

De internationale samenwerking en kruisbestuiving werd zelfs op institutio­

neel vlak vorm gegeven. Enerzijds kan worden gewezen op de oprichting van een FWO-onderzoeksgemeenschap :

"Arbeid, arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkten in West-Europa, 1 500- 2000", waarbij PIPA de kerneenheid vormt. Meer dan twintig universitaire

(3)

teams in -binnen- en buitenland partici­

peren hieraan. Anderzijds werd met name de samenwerking met Nederlandse onderzoeksploegen (die ook participeren aan de FWO-onder­

zoeksgemeenschap) gecultiveerd. Dit nam onder andere de vorm aan van een onderzoeksproject (Gent-akkoord), mede gefinancierd door het FWO, Vlaanderen: "Comparatieve studie van de sociaal-economische, politiek-institu­

tionele en culturele functies vervuld door ambachten/gilden in Vlaanderen en Nederland, 1 7de - 1 8de eeuw".

H ieraan werkten naast PIPA, onder­

zoeksploegen van het Instituut voor Geschiedenis van de Universiteit Utrecht (verantwoordel ijke: prof. dr. M . Prak) e n het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam (verantwoordelijke prof. dr. J.

Lucassen), mee. In België betreft het F.K.F.O.-project nr. G 22 1 2.95 .

Om al deze werkzaamheden te onder­

steunen, werden werkinstrumenten ont­

wikkeld. Één van de hulpmiddelen die in de schoot van PIPA ontwikkeld wer­

den, was wat intern gemeenzaam 'de ambachtenbibliografie' werd genoemd.

De basis voor de bibliografie werd gelegd door een projectmedewerkster die tijdelijk was aangeworven als onder­

zoekster in functie van het net vermelde Gent-akkoordproject. Marianne Van­

bellinghen (licentiaat in de geschiede­

nis, Vrije Universiteit Bru el) hanteer­

de een aantal klas ieke bibliografi che

repertoria om een basislijst samen te brengen. Ondergetekende bracht ook een reeks van titels samen. De titels werden ingevoerd in DBASE IV. Na twee jaar verliet Marianne de VUBIPIPA om een even verrassende als sympathieke wending aan haar profes­

sionele carrière te geven: zij vatte stu­

dies aan om vroedvrouw te worden.

Haar opvolger, Emmanuel Meersschaut (licentiaat 10 de geschiedeni s, Universiteit Gent) legde de basis voor het register van plaatsnamen en beroe­

pen in het Nederlands en het Frans en selecteerde eveneens een aantal titel . Ik dank hem hierbij van harte voor deze inspanningen. De volgende maanden en jaren werden de bestanden aangevuld met titels die her en der gesprokkeld werden. H. Soly, andere collega's en studenten signaleerden af en toe nieuwe titels. Hierbij wens ik alle mensen te bedanken die op één of andere wijze hebben bijgedragen aan de tot tandko­

ming van de lijst. Het geheel werd in 1 998 omgezet naar Micro oft Acce . De voorbije jaren werd de databank vooral gebruikt om tudenten ge chi - deni in functie van werkcolleg n verhandelingen literatuurinformati bezorgen. Ook onderzo k r maakt n bij gelegenheid gebruik an h t 'V rk­

in trument. Om d rzam ld in� r­

matie ook voor derd n t r b hikkin te tellen

vorm van

ver ie in .. � ... v •• u zijn n. uIt rbaa .. in

(4)

de lokalen van PIPA (VUB, Pleinlaan 2, 1 050 Brussel) en voortaan ook in het documentatiecentrum van het Vlaams Centrum voor Volkscultuur (Gallait­

straat 76, 1 030 Brussel), waar aanvul­

lingen en correcties zullen worden bij­

gehouden. Met behulp van aangepaste software zijn verschillende zoekfuncties mogelijk.

Globaal genomen werden titels opgeno­

men van studies die in hoofdzaak han­

delen over ambachten (en wat daarmee samenhangt) in de Zuidelijke Neder­

landen in de Middeleeuwen en in de Nieuwe Tijd. Het onderzoek van PIPA is vooral georiënteerd op de studie van corporatieve groepen in Vlaanderen en Brabant. Bij het creëren van een biblio­

grafisch instrument leek het ons nuttig breder te verzamelen. Zo werden titels verzameld voor de hele Zuidelij ke Nederlanden. Uiteraard zijn de grenzen vaak veranderd in de loop der eeuwen.

We hebben voor een pragmatische oplossing gekozen, mede in het licht van soortgelijke projecten in het buiten­

land. In het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis te Amsterdam hebben Piet Lourens en Jan Lucassen een databank gecreëerd waarin alle titels werden opgenomen van publica­

ties die ze vonden over middeleeu wse en vroegmoderne ambachten in steden én dorpen die binnen de grenzen van de huidige nationale staat Nederland gelegen zijn waarvan sommige plaat­

sen voor 1 648 tot de Bourgondische of

Spaanse Nederlanden werden gerekend;

bepaalde entiteiten zoals de streek rond Weert of Roermond behoorden zelfs tot het einde van de I Sde eeuw tot de Oostenrijkse Nederlanden). In Rijsel werd de voorbije jaren intensief onder­

zoek verricht naar corporaties in steden die vandaag tot het grondgebied van Frankrij k behoren maar die vroeger (voor het midden van de 1 7de eeuw) tot Vlaanderen of Henegouwen of, ruimer, tot de Habsburgse Nederlanden behoor­

den. Bovendien besteedde en besteedt de befaamde Rijselse groep ook de nodige aandacht aan andere grensre­

gio's van de Zuidelij ke Nederlanden (zoals de streek rond Verviers). In de praktijk werd door ons gekozen voor het maken van een bibliografie die aansluit bij de in andere instellingen (die partici­

peren aan het hoger vermelde FWO-net­

werk) samengestelde instrumenten en deze ook aanvult. In onze lijsten werden vooral publicaties opgenomen over ambachtelijke groepen in steden die op het huidige grondgebied van het konink­

rijk België en het groothertogdom Luxemburg te situeren zijn. De histori­

sche connectie tussen bijvoorbeeld Vlaanderen, Brabant, Henegouwen, Luxemburg of Namen is evident als men de samenstelling bekijkt van de lappen­

dekens die worden aangeduid met ter­

men als de Spaanse of de Oostenrijkse Nederlanden. De geografische afbake­

ning is echter ook deels ingegeven uit

(5)

overwègingen van internationale werk­

verdeling. Dit betekent dus dat ook voor het oude Prinsbisdom Luik gegevens werden geregistreerd. Voor het gebied ten zuiden van de taalgrens werd niet met dezelfde intensiteit bibliografisch onderzoek verricht en vooral daar zal de bibliografische lijst wellicht voor verde­

re aanvulling vatbaar zijn. Toch menen we dat het nuttig is om een aanzet te geven waarmee verder kan worden gewerkt.

In de regel werd gefocust op door een officiële machtshebber erkende organi­

saties van meesters die (ooit) aanspra­

ken cultiveerden op de arbeidsmarkt of in verband met verkoopbare producten, maar ook op organisaties die gerekend werden tot "corporatieve systemen" in middeleeuwse en vroegmoderne steden en die door tijdgenoten of historici met ambachten werden geassocieerd.

Publicaties over organisaties van gezel­

len of broederschappen werden in de regel niet opgenomen. In sommige gevallen werd ervoor geopteerd voor een bepaalde stedelijke configuratie relevant geachte artikels, die niet strikt aan deze criteria beantwoorden, toch op te nemen. In principe werden publica­

ties en ongepubliceerde verhandelingen en proefschriften opgenomen die gro­

tendeels gewijd zijn aan ambachten (documenten, voorwerpen, reglemente­

ringen of andere aspecten van entiteiten uit het "corporatieve ysteem"). In som­

mige gevallen, bijvoorbeeld door het

opnemen van enkele stadsgeschiedenis­

sen, werd ook hiervan afgeweken omdat de onderzoekspraktijk u itwees dat onderdelen van de monografieën regel­

matig gehanteerd worden door onder­

zoekers of studenten die met de studie van ambachten bezig zijn.

Het maken van registers was een al even moeilij ke zaak Er werd gekozen voor een beperkte ontsluiting naar plaatsna­

men en "beroepen" op basis van de titels. Wie vertrouwd is met vroegmo­

derne ambachten weet dat vooral een register op "beroepen" een heikele en oeverloze onderneming is. Vooreerst zijn "beroepen" (in deze context vaak clusters van exclusieve aanspraken op professionele vaardigheden of activi­

teiten) niet zomaar gelijk te stellen aan wat we vandaag onder die concepten verstaan. Door de strijd over de afbake­

ning van aanspraken over de productie en distributie van bepaalde producten of over het verlenen van bepaalde dien ten, kon de inhoud van een "beroep ' om van stad tot tad verschillen. In ommi­

ge meer algemene bijdragen word n tientallen beroepen of teden be prok n (en precies die, vaak erg intere ant publicaties, zijn via deze r gi ter mo i­

lijk te traceren). Met en at gorie al

"textielnijverheid ' h bb n w g tra ht dit enig zin te ond r ang n. rd r was het zo dat vro gm d rn amba ht n n.

waarond r m z r uit-

(6)

eenlopende professionele vaardigheden of beroepen konden schuil gaan.

Tenslotte moet rekening gehouden wor­

den met het feit dat de verzameling titels deels werd samengebracht op basis van bibliografische instrumenten en dat niet elke publicatie werd opgespoord en ont­

leed. De lijst die in tekstvorm hier wordt aangeboden en de elektronische versie ervan kunnen in elk geval dienen als basis voor wie zich geroepen voelt om een titanenwerk van volledige ontslui­

ting te realiseren.

Deze publicatie is dus een tussenstap, een bijdrage en stimulans tot verder onderzoek over een fascinerend en veel­

zijdig onderwerp. Een vetsie in het Frans (en eventueel in andere talen) van het plaatsnamenregister en van het beroepenregister wordt alvast via het internet (onder andere via www.vcv.be) ter beschikking gesteld zodat buiten­

landse en anderstalige onderzoekers ook gebruik kunnen maken van de hier gepresenteerde bibliografische lijst op papier. In de nabije toekomst (na 2000) kunnen de aangevulde bestanden in elektronische vorm ter beschikking wor-

den gesteld van derden. Op basis van verdere aanvullingen (ook van nieuwe studies die momenteel ter perse zijn) en correcties wordt een permanent aanpas­

bare en uitbreidbare publicatie van de titels via het i nternet overwogen.

Gegevens ter aanvulling, correcties en andere suggesties worden in dank aan­

vaard. U kan zich hiervoor richten tot het secretariaat van PIPA (op dit ogen­

blik waargenomen door drs. E. Steegen, PIPA, Pleinlaan 2, 1 050 B russel) of tot ondergetekende (Marc Jacobs, marc.jacobsl @pandora.be of via het vev, Gallaitstraat 76/2, 1 030 B russel of info@ vcv.be).

1 LIS (c.) & SOLY (H.) (eds.), Werken volgens de regels. Ambachten in Brabant en Vlaanderen, 1500-/800, Brussel, VUB-Press, 1 994 (ISBN 90 5487 089 3 NUGI 644) en LIS (C) & SOLY (H.) (eds.), Werelden van verschil. Ambachts­

gilden in de Lage landen, Brussel, VUB-Press, 1 996 (ISBN 90 5487 089 3 NUGI 644). Via het voetnotenapparaat van de bijdragen die in deze twee bundels verschenen zijn, kunnen belang­

stellenden een aantal van de belangrijkste bui­

tenlandse publicaties die baanbrekend waren in de jaren 1980 en 1990 op het spoor komen.

Andere publicaties zijn in voorbereiding.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ACP+ Project: Implementatie van het ACP+ programma ter ondersteuning van implementatie van vroegtijdige zorgplanning in woonzorgcentra.. Gilissen, Joni; Van den Block,

11.1 De Atlas Copco Belgium NV kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade bij gebruik van Materialen in omstandigheden die niet in overeenstemming zijn met de aanwijzingen

Recent onderzoek door Justin Colson naar de sociale topografie van laatmiddeleeuws Londen toont na- melijk aan dat economische infrastructuur en clustering van

Beiden worden in volle onafhankelijkheid onderzocht door de sanctionerend ambtenaar en dus niet door de burgemeester. 124 Later in de procedure kan de geld- boete nog vervangen

Procesgericht werken met groepen betekent dat naast de taak, de agenda, waarrond de groep samen is, expliciet aandacht wordt besteed aan de individuele deelnemer, de interactie tussen

vergoeding van de verzekeraar te vragen, ook als het zeker was dat deze schade was veroorzaakt door bederf, wat normaal gezien niet verzekerd werd. 33 De betekenis van die

Aangezien Sp.a – Spirit enorm hoog scoorde is een terugval logisch, maar het is wel opvallend dat Patrick Janssens in 2006 het gros van de linkse kiezers achter zich

Ouderen voldoen doorgaans aan minder specifieke PS- criteria dan (jong) volwassenen; antisociale, histrionische, vermijdende, dwangmatige, paranoïde en schizoïde PS komen op