• No results found

betekenis van de Vergeten kennis van Enderlein voor Infectieziekten, kanker en AIDS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "betekenis van de Vergeten kennis van Enderlein voor Infectieziekten, kanker en AIDS"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

betekenis van de

Vergeten kennis van Enderlein

voor Infectieziekten, kanker en AIDS

24 april 1984. "E{m bepaald virus lijkt veroor- zaker van AIDS te zijn". Zo opent het NRC- Handelsblad zijn dinsdageditie.

De verwekker van AIDS is gevonden, zo wordt in de wetenschappelijke wereld aangenomen.

Een golf van publiciteit verspreidt zich over de wereld. Een bijkomende vraag is welke onder- zoeksgroep de eer toekomt de eerste te zijn ge- weest die het virus heeft gevonden: de Ameri- kaanse of de Franse. Deze kan namelijk reke- nen op het ontvangen van de Nobelprijs.

En dit is niet onterecht. Afgezien van de weten- schappelijke vaardigheid die er voor komt kij- ken om een dergelijk virus te isoleren, kan de ontdekking een grote stap voorwaarts beteke- nen om te komen tot een bevredigende behande- ling van deze mysterieuze ziekte.

Toch is het de moeite waard om een dergelijke ontdekking in een historisch perspectief te zien.

Namelijk eenzelfde ontwikkeling heeft zich in de geschiedenis voorgedaan bij onderzoek naar andere ziekten, zoals infectieziekten en kanker.

Ook bij deze ziektes zijn micro-organism en ge- signaleerd en aangemerkt als de verwekkers.

Toch hebben deze aandoeningen nog een groot aandeel in de mortaliteit: infectieziekten, zoals malaria in de derde wereld (doodsoorzaak num- mer 1 in de wereld!) en kanker in de Westerse wereld (hier nummer 2). Als de micro- organismen de primaire en enige oorzaak zou- den zijn van deze ziekten, dan zou een afdoende behandeling ook gevonden zijn. Dit is helaas nog niet het geval. De conclusie is dat er andere factoren ook een rol spelen bij de ontwikkeling van deze ziekten.

LE TERRAIN C'EST TOUT, LE MICROBE N'EST RIEN

Dit is een uitspraak van de beroemde Franse fy- sioloog Claude Bernard (1813-1878). Letterlijk vertaald betekent het: het milieu is alles, de mi- crobe is niets. Deze uitspraak deed hij als reactie

door: Drs. G.E. Schuitemaker

Louis Pasteur, grondlegger van de bacteriologie.

op de nieuwe trend in de vorige eeuw die vooral door Louis Pasteur werd verkondigd. Toen na- melijk werden met behulp van de lichtmicros- coop belangrijke ontdekkingen gedaan in het menselijk lichaam. Pasteur bevestigde het ver- moeden dat Augostino Bassi reeds aan het eind van de achtiende eeuw had uitgesproken dat mi- croben.de oorzaak waren van de infectieziekten.

De tot dan gangbare filosofie van Hippocrates dat ziekte ontstond door een verstoring van de vier levenssappen werd door Pasteur in zijn en- thousiasme voor zijn ontdekking met de micros- coop geheel op de helling gezet. Na Pasteur ont- dekte de Duitse geleerde Robert Koch (1843- 1910) de verwekker van de to en veel voorko- mende ziekte tuberculose. Met deze ontdekkin- gen werd de basis gelegd voor de ook nu nog geldende opvattingen betreffende infectieziek- ten. Ook een andere geleerde Rudolf Virchow

Orthomoleculair fif. 3 (1984) 3

(2)

(1821-1902) deed veel onderzoek met de micros- coop. Hij was in die tijd een zeer vooraanstaand arts (hij werd wel de paus van de geneeskunde genoemd) en ontdekte dat de ene eel uit de an- dere ontstond. Hij schreef ziekte toe aan stoor- nissen in de struetuur en funetie van de eel.

Hiermee legde Virchow de basis voor de cellu- laire benadering van ziekte. Hoewel hij het in het geheel niet eens was met de opvatting van Pasteur (en terecht) dat de microbe de boosdoe- ner was, verwierp ook de aloude opvattingen van Hippocrates (ontereeht). Ook zijn bevin- dingen hebben nog steeds een grote invloed op het huidige medische denken. Zijn waarnemin- gen zijn nog steeds uitgangspunt van de medi- sehe research van tegenwoordig.

Bernard verwierp de nieuwe ontdekkingen van Virehow en Pasteur niet, maar paste ze in in de tot dan toe geldende denkbeelden. Hij sehreef het ontstaan van ziekte nog steeds toe aan een verstoord milieu in het menselijk liehaam.

Feitelijk is de opvatting van Bernard nog steeds de grondslag van het handelen van de na- tuurarts van heden. De ontdekkingen op cellu- lair niveau, zoals die worden gedaan in labora- toria van ziekenhuizen, industrie en universiteit worden door hen gebruikt om hun holistisehe opvattingen met deze waarnemingen te onder- bouwen.

DE MOORDENAAR DE OORZAAK?

Terug naar Pasteur. Hij besehouwde de micro- be als de verwekker van ziekten en verliet de op- vatting van Hippocrates en zijn volgelingen dat ziekte een verstoring was van het milieu in het li- chaam. Hoewel zijn filosofie ook vandaag de dag nog als algemeen geldend wordt beschouwd is deze op puur principiele gronden niet staande te houden. Hoe is het mogelijk dat een ziekte van iemand wordt veroorzaakt door een ander.

Of wei, is de moordenaar de oorzaak van het te gronde gaan van zijn slachtoffer? Of is het slachtoffer bezweken aan de kogel uit het moordwapen? Natuurlijk is dit niet zoo Het slachtoffer is bezweken aan het uitvallen van bepaalde functies in zijn eigen lichaam. Ais bij- voorbeeld de kogel het hart heeft getroffen, dan is hartstilstand de oorzaak.

De patholoog-anatoom zal dit ook als dood- soorzaak opgeven: Dood door hartstilstand.

Niet: dood door een kogel. De kogel is slechts de indirecte oorzaak. Eenzelfde verhaal kan

worden verteld over het menselijk lichaam en het aanwezig zijn van microben. Pasteurs op- vatting is op louter filosofische gronden niet houdbaar. Daarentegen de opvatting dat het li- chaam verzwakt wordt en eventueel te gronde gaat door een stoornis in het lichaam zelf (wat deze ook moge zijn) is de juiste! Een ineenstor- ten van de afweer of een degeneratie van het Ji- chaam (hoe algemeen gesteld ook) is de oorzaak van ziekte en dood. Daarom kan per definitie niet de veroorzaker van AIDS gevonden zijn.

Wei: de aanvaller die bij sommige mensen AIDS veroorzaakt is gevonden. Maar de oor- zaak is een immuundeficientie. Misschien lijkt bovenstaande te principieel. Toch is dit voor het begrip van ziekte van eminent belang. Op deze wijze alleen kunnen de diverse factoren onder- scheiden worden en kan gezocht worden naar een adequate oplossing, c.q. therapie. En hier is het uiteindelijk om te doen!

OPLOSSINGEN,

ALGEMEEN GESTELD

De oplossing voor het probleem is ook weer op filosofische overwegingen gebaseerd. Uiteraard

Gunther Enderlein, werkte Pasteurs waar- nemingen uit.

4 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

(3)

staat het iedereen vrij om die oplossing te kiezen die hij wenselijk acht. Toch komt in vele levens- overtuigingen als de oplossing naar voren om te komen tot een vreedzame co-existentie, tot een even wicht, tot een harmonie. Het is nu eenmaal een feit dat de mens microben niet uit de weg kan gaan. Evenmin kunnen micro ben de mens uit de weg gaan. Ze kunnen elkaar het leven zuur maken; daarentegen kan ook gestreefd worden naar een samenwerking, het gebruik maken van elkaars diensten.

Laten we uitgaan van de mogelijkheden die de mens ten dienste staan. Het ging tens lotte om het komen tot een therapie voor zijn ziekte, of het nu een infectieziekte, kanker of AIDS is.

Vooropgesteld zij dat bij deze ziekten een mi- crobe in het spel is. Voor infectieziekten is dit zonder meer duidelijk. Bij AIDS is een virus ge- signaleerd, zoals het Handelsblad wist te mel- den. Bij kanker is dit gegeven volgens de huidi- ge opvattingen minder vaststaand. Toch is bij vele vormen van kanker een "virus" gesigna- leerd. Zo is bekend dat het Epstein-Barr virus voorkomt bij Burkitt's lymfoom. Hetzelfde vi- rus is gesignaleerd bij de ziekte van Hodgkin (1). Mensen die wratten hebben dragen een be- paald virus dat ook nu is gesignaleerd bij be- paalde vormen van kanker (2). Ook bij rheuma- toide arthiritis is onlangs een virus waargeno- men (3). Hier reeds kan de verdienste van prof.

Gunther Enderlein genoemd worden, want hij heeft vastgesteld dat microben aanwezig zijn bij allerhande degeneratieziekten.

BIOCHEMISCHE, BIOFYSISCHE EN

BIOLOGISCHE FACTOREN

In dit artikel wordt verder niet ingegaan op bio- chemische of biofysische factoren. Het zal dui- delijk zijn dat deze factoren niet minder belang- rijk zijn, maar hierop is reeds ingegaan in vorige artikelen in Orthomoleculair (biochernische:

"vrije radicalen en hun invloed op het lichaam", nr. 2, eerste jaargang en biofysische:

in hetzelfde artikel en in "Biofotonen, de le- venslampen van de eel", nr. 1, tweede jaargang). Nu is het de beurt aan de biologische factoren en de belangrijke rol die Enderlein gespeeld heeft bij het ontrafelen van deze pro- blematiek.

Zoals reeds eerder is gesteld, wordt uitgegaan van de mens. Welke mogelijkheden heeft de mens tot zijn beschikking om te overleven te-

(Advenemie)

fialure~ Plus

(

....•

)

.. ~ ... .

The Number 1 Multivitamin in the

Health Food Industry

voor aile Nature's Plus

formule's!

,.~ CIS

FLEVOLAAN 60 E -WE ESP 02940 - 16886

Orthomoleculair nr. 3 (1984) 5

(4)

Bakterien-Cyclogenie

Prolegomena zu Untersuchungen

Qber Bau, geschlechtliche und ungeschlechtliche Fort- pflanzung und Entwick.lung der Bak.terien

Von

Professor Dr. GUnther Enderleln

Mit 330 Abbildungen

Semmelweis-Institut

'erl •• fir ellperlmente •• OIlllcllOtlle IInIIIH

Atrophose, Miotrophose, Pliotrophose.

werden, weil sie in der Mebrzabl der StAbchen nieht slurefest Bind (d.

MUCH etc.).

Wie bei Metazoen die EicI mit fehlendem Dotter mit "alecithaleu Eier bezeichnet werden, so sei die Erscheinung des Fehlens von Tropho~

tonien und geiosten Reaenestoffen in del Bakterienzelle mit Atro,hoae (Dotterrnangel) bezeichnet. Dementsprechend ist die Erscheinung des reichen Auftretens von Trophoconien oder von gelosten Reservestofien mit PliotropholM! (Dotterrcichtum), die des splirlichen Vorbandenaeins der einen oder'del anderen mit Mlotrophose (Dotterarmut) zu bezeiehnen.

: . l l ;:'!;·~

.,

·

0'.> ' . .

2. :=t 4. 5. 6. 7.

Fig. 2-7. Euty!l14 ptllis (Yersin 1894). Pesturegtr. VCltr. 10000; 1. E:remplare a.ua mensehliehem }Hut eines Pt'stkranken.

Fig. 2. Di~ychit. Die beiden Mych in Trophosomellen gehUlit. - .n~. 3. Didimychit. Drei der Mych In Trophosome gehiillt, das vierte Myeh ohne Trorhoconaenhiille und daber an seiner SteUe nithh sichtbar. - fig. 4. Oas eine dE'r be-iden ~ yeh geteilt, die Tochtermych Doeh rucht weirer auseinandergerUckt; das andere ungeteilt oder, wenn schon geteilt, das Tochtermych ohne TrophoconienhUlle. - Fig. o. Didimychiti beide .End·Mych kun nach der Mychomitose. - Fig. G. Didimychit; drei Mych in Trophosome. eine in eine Trophosomelle gehiillL - Fig. 7. Die heiden jungen aus der Teilung d~ DidiJnychites entstandenen Dimychite; das obere mit nur einen Trophosom. das untere mit einem Tropho~om und ~iner

Trophosoruelle

SchlieJ3lich empfiehlt es sieh, die Bakteri(,Dzellen (sei es ein einfaches Mychit oder ein PJiomychit), die Zellen der nachsten 'Verwandten uDd Uberhaupt die Zellen im allgemeinen! nach ihrem Gehalt an Trophoconien und gE'losten Reservt'stotlen etc. IU benennen

1. das Atrophit = die dotterlose Zelle, 2. das Miotrophit = die dotterarme Zt'lie, 3. das Pliotrophit = die dotterreiche Zelle.

Naeh der Lage in der BakterienzeHe ist das Trophosom zu bezeichnen:

1. als TelotrophoBom, das stets a.m Ende eines Bakterienstabes oder -fadens liegt;

2. als Ascotrophosom, das an irgendeiner Stelle des Fadensliegt, mit Ausnahme der beiden EndHl.

Het boek "Bakterien - Cyc/ogenie" van prof. dr. G. Enderlein (1924), waarin hi) zijn waarnemingen nauwkeurig documenteerde.

midden van microben? Deze vraag wordt met name relevant in geval de mens ziek is en dreigt ten onder te gaan. De mogelijkheden zijn:

1. weten waar de aanvaller, c.q. de microbe zich bevindt en hoe hij eruitziet (virus, bacterie, schimmel etc.)

2. weten welke wapens de aanvaller heeft en de- ze wapens eventueel afnemen

3. de aangevallene, c.q. de mens een goed af- weersysteem geven om zich te verdedigen 4. de aangevallene, c.q. de mens wapens in han- den geven om op zijn beurt de aanvaller (micro- be) uit de weg te ruimen.

Het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek beweegt zich vooral op punt 1. De ontdekking van het virus bij AIDS is hier een goed voor- beeld van. Ontdekkingen op dit terrein kunnen tweeerlei worden aangewend: met de bedoeling om de aanvaller (microbe) uit de weg te ruimen (punt 4), of met de bedoeling goede afweerme- chanismen te ontwikkelen als basis voor een

goede samenwerking met de microbe (punt 3).

In werkelijkheid is de ene benadering meer van toepassing dan de andere. Zo is punt 2, weten welke wapens de aanvaller heeft en deze wapens eventueel afnemen voor de praktijk niet zo van belang. De punten 1,3 en 4 zullen een voor een de revue passeren.

PUNT 4

"de aangevallene, c.q. de mens wapens in han- den geven om op zijn beurt de aanvaller (micro- be) uit de weg te ruimen".

Met dit punt wordt begonnen, omdat deze mo- gelijkheid tot nu toe nog het meeste is toege- past. In geval van infectieziekten zijn dit de an- tibiotica, in geval van kanker de cytostatic a en we staan op het punt om in geval van AIDS (nu het virus is gevonden) miljarden te gaan uitge-

6 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

(5)

yen om middelen te vinden om dit virus uit te roeien. In geval van infectieziekten en kanker heeft deze methode even wei niet zijn gewenste effect gehad. Integendeel, nog steeds sterven de meeste mensen aan infectieziekten. Door het toepassen van antibiotica hebben zich steeds re- sistentere vormen van bacterien ontwikkeld (zie ook: "Overleven door onderdrukking?" Ortho- moleculair nr. 4 (1983). Bijvoorbeeld in zieken- huizen is het momenteel een groot probleem hoe de bacterien in toom te houden. Bacterien zitten namelijk ook niet stil, wanneer ze worden aan- gevallen. Deze ziekenhuisinfecties hebben zelfs een speciale naam gekregen, namelijk hospita- lisme.

Dr. 10hannus Kuhl, een Duits arts zegt hiero- ver: "microbenjagers kunnen we zijn en wor- den, maar het zal Ons nooit lukken de bacillen te vernietigen". En verderop in zijn boek "Ge- schwiilste" schrijft hij: "Men moet nu eindelijk eens de tuberkelbacillen met rust laten". Kuhl geeft er dan ook de voorkeur aan de stofwisse- ling van de cellen te verbeteren. AIleen in geval dat de bacterien al te opdringerig worden en de mens dreigt te gronde te rich ten is het gebruik van antibiotica gerechtvaardigd.

PUNT 1

"weten waar de aanval/er, c.q. de microbe zich bevindt en hoe hij eruit ziet (virus, bacterie, schimmel etc.}".

Wat betreft AIDS zijn we dus sinds kort een eind in de goede richting gekomen. Het virus lijkt gevonden. Nu het gevonden is en we weten hoe het eruit ziet, is het moment aangebroken om te proberen in harmonie te komen met het virus in plaats van te proberen het op onze beurt aan te vallen en te gronde te richten. Het is voor de handliggend te veronderstellen dat de medi- sche research op het punt staat middelen te gaan zoeken om het virus te lijf te gaan.

Met name op dit punt, namelijk het wat en waar van de microbe, heeft prof. Enderlein baanbre- kend werk verricht aan het begin van deze eeuw.

Door zijn onderzoekingen met behulp van een speciale microscoop-techniek heeft hij bevin- dingen van Pasteur weerlegd. Het betrof hier niet in de eerste plaats Pasteurs opvatting dat de microbe de oorzaak is van menig ziekte (hetgeen in het voorgaande reeds is weerlegd), maar Pasteurs opvatting als zou de bacterie slechts een enkele vorm (monomorfisme) kunnen aan- nemen en als zou de bacterie slechts door muta-

tie van vorm kunnen veranderen. Enderlein heeft zijn bevindingen in 1924 opgetekend in het boek "Bakterien-cyclogenie" (4). Nauwkeurig als hij was heeft hij zijn waarnemingen, die hij met behulp van de donkerveldmicroscoop deed in lev end bloed, opgetekend in dit boek. Zijn hele theorie, een geheel nieuw classificatie- systeem van micro ben en zijn weer legging van de theorie van Pasteur zijn erin terug te vinden.

Degene die het boek leest krijgt een geheel nieu- we kijk op de bacteriologie en zal uiteindelijk moeten toegeven dat de bacteriologie zoals die tegenwoordig algemeen is aanvaard totaal op losse schroeven is komen te staan. Tevens kun- nen aan de hand van dit boek de waarnemingen van Enderlein op hun juistheid worden gecon- troleerd. Zijn bevindingen kunnen revolutionair genoemd worden. Later zal aandacht besteed worden, waarom deze toch niet recente ontdek- kingen niet zijn geaccepteerd.

Ook zullen andere wetenschappers die soortge- lijke waarnemingen hebben gedaan worden besproken. Aan Enderlein komt evenwel de eer toe het meest volledig te zijn geweest en het nauwkeurigst zijn waarnemingen te hebben neergeschreven.

ENDERLEINS

GRONDPRINCIPES

Met behulp van de donkerveld-microscopie, heeft prof. Enderlein levend bloed bestudeerd bij een zeer grote vergroting (l200 - ISOO maal).

Hij kwam tot de volgende conclusies:

- het bloed is niet steriel

- baeterien doorlopen een bepaalde eyelns (zoals insecten en de malariaparasiet) in plaats van dat zij steeds een en dezelfde vorm behonden (eyclogenie).

- ziekte gaat gepaard met een verstoring van de symbiose, ook in bloed en weefsels.

Daarnaast, maar voor de me disc he wetenschap van minder belang yond hij dat bacterien een kern bezaten of iets wat daarop leek (dit is later bevestigd door de officiele bacteriologie) en dat bacterien naast ongeslachtelijke voortplanting zich ook geslachtelijk vermenigvuldigden.

BLOED IS NIET STERIEL

Injectievloeistoffen worden voor inspuiten ste- riel gemaakt. Operaties worden onder zo steriel mogelijke omstandighedenuitgevoerd. Dit zijn

Orthomoleculair nr. 3 (1984) 7

(6)

goede voorzorgsmaatregelen om de patient te beschermen tegen pathogene invloeden van bui- tenaf. Dit impliceert evenwel niet, zoals alge- meen wordt aangenomen dat het bloed en de weefsels onder normale omstandigheden vrij van levende organismen zouden zijn. Zo kan de vraag gesteld worden, waar het virus vandaan komt welke niet aIleen gesignaleerd is bij ver- schillende typen kanker, (1, 2) maar ook bij rheumatoide arthritis (3).

Chirurgische ingrepen en ziekten als kanker (de- generatie van het lichaam) hebben gemeen dat het natuurlijke evenwicht in het lichaam is ver- stoord. Dan kan een microbe, of het nu een vi- rus of een bacterie is pathogeen worden. Ender- leiri heeft niet aIleen micro ben in hun pathologi- sche vorm, waarin ze groter van omvang zijn, met de donkerveld-microscoop gezien, maar ook in de vorm, waarin ze in symbiose leven met de mens. In deze vorm is de symbiont na- melijk kleiner. Met de donkerveld-techniek konden grotere vergrotingen verkregen worden, dan met een gewone lichtmicroscoop, waardoor aileen met deze techniek in lev end bloed de sym- bionten waargenomen konden worden.

Met een electronen-microscoop kunnen nog veel grotere vergrotingen verkregen worden, maar bij deze techniek moet altijd gebruikge- maakt worden van dood materiaal, zodat deze techniek voor dit doel niet voldoet. De aldus met de donkerveld-microscoop zichtbaar ge- maakte endobionten (zo noemde Enderlein zijn gevonden microben) werden door de conventio- nele bacteriologen niet als levend geaccepteerd.

De bewegingen die de endobionten vertoonden werden toegeschreven aan de Brownse bewe- ging. Dit is een beweging van levensloze parti- kels onder invloed van temperatuur. Enderlein zag evenwel dat de beweging meer was dan aI- leen maar een passieve. Hij zag dat de endobi- onten zich actief voortbewogen.

Een ander bewijs voor het niet steriel zijn van het bloed werd geleverd, toen men zonder uit- zondering uit bloed een schimmel kon kweken, welke zich wederom kon ontwikkelen tot bacte- rie (5).

Deze bevinding van het niet steriele bloed heeft verstrekkende gevolgen. De vraag kan gesteld worden of de endobionten van moeder op kind overdraagbaar zijn en zo ja, hoe deze over- dracht dan plaatsvindt. In dit verband is de vraag of kanker erfelijk is voor de handliggend.

Het is vastgesteld dat in sommige families kan- ker vaker voorkomt. Er is een verband gelegd tussen kanker en hormonen. Dr. Virginia Li- vingston uit de Verenigde Staten heeft aange-

Een donkerveld-opname (l200x). Sparen en sporangia in bloed. Op achtergrond de rode bloedcellen. Dit beeld gee]t een precancerase aan. (jato: B. Musch/ien)

toond dat het HCG (een hormoon) niet aileen wordt geproduceerd door de testis, het tropho- blast en de kankercel, maar ook door een door haar in het bloed gevonden microbe. Zij stelt dat deze microbe kankerverwekkend is en al eeuwen voorkomt in de cellen van primaten (6).

Tevens stelt zij dat genen uit de lichaamscel (on- cogenen?) coderen voor deze microbe, vooral onder invloed van carcinogene stoffen en stra- ling. Zij heeft met de donkerveld-microscoop deze microbe waargenomen, zittend als een astronaut op een spermacel. Het is de vraag of deze waarnemingen allemaal juist zijn, maar dat een microbe overerfbaar is kan ook aan een aantal andere onderzoeken gestaafd worden.

Zo meldt het British Medical Journal (7) dat het HLA-DR3 gen codeert voor insuline- afhankelijke diabetes (komt voor bij jeugdigen) en dat deze ziekte op deze wijze van moeder op kind wordt overgedragen.

Tevens is gesignaleerd dat diabetes vaak voor- komt bij congenitale rubeola (een virusziekte!).

Deze diabetes was van het HLA-DR3 type. Mo- gelijk (zoals Livingston stelt) wordt het virus ge- netisch overgedragen.

Nieper haalt een onderzoek van Clark (8) aan, die de overdraagbaarheid van kanker heeft be- wezen. Deze overdraagbaarheid was welliswaar niet van moeder op kind, maar van mens op dier. Vit een menselijke maagtumor werd een cultuur van subcellulaire organellen op een voe- dingsbodem gekweekt. Deze cultuur werd in- gespoten bij proefdieren die daarop tumoren ontwikkelden. Ook meldt Nieper (9) dat bij le- venspartners van kankerpatienten in 60% van de gevallen antigenen zijn te vinden die ook bij de kankerpatienten zelf voorkomen. Deze le- venspartners zijn welliswaar gezond, waar-

8 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

(7)

schijnlijk omdat zij een sterkere consitutie (ver- gelijk het milieu van Bernard) hebben dan hun zieke huisgenoten. De nog niet lang geleden ont- dekte oncogenen, die door virus sen tot een ver- hoogde activiteit zouden worden aangespoord, waardoor ze de cel van kankereigenschappen voorzien, zouden dus volgens bovenstaande on- derzoeken overerfbaar zijn of door infectie van de ene persoon op de andere kunnen worden overgedragen.

Hier doet zich de strijdvraag voor, wat nu pre- cies wat veroorzaakt. Is het het virus dat de on- cogenen aanzet tot de tumorgroei? Of coderen de oncogenen het virus om pathogene vormen aan te nemen? Dat er een wisselwerking bestaat tussen de lichaamscel en de in het bloed voorko- mende micro ben staat weI vast. Ook het interfe- ron speelt een rol in deze wisselwerking. Interfe- ron hecht zich aan de celmembraan en bein- vloedt vanaf deze plaats de vermenigvuldiging van de micro ben en bovendien de groei en de- ling van de cel (13).

Een ander opmerkelijk punt dat hier nog ge- noemd kan worden is de rol van het mitochon- drium. Nog niet lang geleden heeft men ontdekt dat deze celorganel ook DNA bevat. De betrok-

kenheid van dit _genetisch materiaal is reeds ge- noemd bij het ontstaan van de tumorcel (9). De wetenschap is evenwel nog niet zover dat de ge- heimen op dit micro-niveau volledig zijn ontra- feld.

DE CYCLOGENIE

Enderlein definieerde de cyclogenie van bacte- rien ais een kringloop, uitgaande van een oercel (de mychit), via allerlei mogelijke tussenvormen met een hoger morfologisch ontwikkelingsstadi- um tot de hoogst mogelijke vorm (de culmi- nant) en weer terug via al die tussenstadia naar de oervorm (de mychit). Al deze morfologische ontwikkelingsvormen kunnen zich vermeerde- ren, zodat naast een verandering in vorm ook verschillende generaties ontstaan (vermeerde- ring). lets vergelijkbaars doet zich voor bij het insect: ei - Iarve - pop - vlinder.

Het verschil zit hem echter daarin dat de vlinder niet meer tot ei wordt. Ook vermenigvuldigen de tussenvormen zich niet waardoor niet een reuzenverzameling van vormen en soorten ont- staan. Volgens Enderlein is de kleinste vorm een

(Advenentie)

Alternatieve Medische Praktijk ALTERMED

R. Linschoten, arts Natuurgeneeswijze H. Ferron, Natuurgeneeskundige

H.L.B. BLOEDTEST

Deze test is ontwikkeld door de artsen: HEITAN en LaGARDE en werd door het "BRADFORD RESEARCH INSTITUUT" te SAN-FRANCISCO verder uitgewerkt.

Met deze test kunnen veranderingen in de celstofwisseling door sterk reagerende molecuuldeeltjes in een vroeg stadium worden gesignaleerd.

Vooral kanker, maar ook andere degeneratieve ziekten kunnen in een beginstadium worden aangetoond.

Kosten met ad vies van natuurgeneeskundige f 35, -.

Ook per post, nadat bloed - volgens instructie - werd afgenomen.

Informatie:

ALTERMED

J .

M. Kemperstraat 3 3581 KG UTRECHT.

Tel. 030-511717.

Orthomoleculair nr. 3 (1984) 9

(8)

coloidaal eiwit (meestal aangezien voor virus) dat nauwelijks zichtbaar gemaakt kan worden.

Deze vorm kan echter uitgroeien tot een bacte- rie, als het in een hoger ontwikkelingsstadium komL Zo kunnen uit een oervorm verschillende soorten bacterien ontstaan, elk met eigen biolo- gische eigenschappen. Deze kunnen als afzon- derlijke individuen beschouwd worden. Pasteur had aIleen maar deze "onveranderlijke" tussen- vormen waargenomen: by. stafylococcus au- reus, streptococcus viridans, vibrio cholerae etc. Enderlein yond dat deze bacterien zich op hun beurt ook weer verder kunnen ontwikkelen tot schimmels. Zo is bekend dat de tuberkelba- cil kan veranderen in de schimmel Aspergillus niger; de endobiont verandert in Mucor race- mosus. Enderlein yond uit dat tijdens het leven de tuberkelbacil in het bloed voornamelijk aan- wezig is in zijn submicroscopische vorm, die on- der bijzondere omstandigheden kan uitgroeien tot het bekende staafje.

Enderlein heeft er zijn levenswerk van gemaakt aIle vormen te classificeren en overeen te laten stemmen met de in de conventionele bacteriolo- gie bekende classificaties. Immers de bacteriolo- gie had zijn eigen classificatie die even wei niet voorzag in de morfologische veranderingen van de bacterien. Waarschijnlijk doordat deze mor- fologische veranderingen in veel gevallen slechts zeer langzaam verliepen, heeft zij deze 'poly- morfie' nooit als zodanig onderkend. Ook het feit dat de donkerveld-methode slechts door weinigen is gebruikt (de techniek zelf vergt na- melijk reeds veel vaardigheid), heeft ertoe bijge- dragen dat zij de monomorfie (in tegenstelling tot de polymorfie) is blijven aanhangen. Wan- neer een morfologische verandering werd waar- genomen, werd dit toegeschreven aan een muta- tie. Enderlein heeft zijn hele leven zich tegen de- ze zienswijze verzeL

De verandering die een bacterie onderging werd volgens Enderlein bepaald door interne en door externe factoren van de bacterie. Deze externe factoren betroffen aldus het milieu waarin zich de bacterie beyond. Zo werden bij bestudering van levend bloed onder de donkerveld- microscoop verschillende vormen waargeno- men, afhankelijk van de conditie waarin zich het lichaam beyond.

Bevond het lichaam zich in een goede conditie, dan waren de endobionten nauwelijks waar- neembaar en voor het lichaam orischadelijk.

Zeer waarschijnlijk !even ze dan in symbiose met het lichaam en hebben mogelijk een nuttige functie (vergelijk de symbiose zoals die in de

Een bekend voorbeeld van polymorjie in de na- tuur: eitjes (fig. 1,2) - rups (fig. 3,4) -

pop (fig. 5) - vlinder (fig. 6,7)

darm aanwezig is). Evenwel als het lichaam ge- degenereerd is ontwikkelen de endobionten zich tot hog ere vormen, waarvan enkele voor het or- ganisme pathogeen zijn. Deze vormen zijn in het donkerveld goed zichtbaar. Op dit gegeven berust de toepassing van donkerveld- microscopie als diagnosetechniek van al/erlei ziekten: degeneratie, precancerose en kanker.

Deze techniek wordt door sommige onderzoe- kers in Duitsland nog steeds aangewend. Zij verifieren dagelijks de bevindingen van prof.

Enderlein betreffende de cyclogenie en het niet- steriel zijn van het bloed en weefsels. In de vol- gende Orthomoleculair zal hierop gedetailleerd ingegaan worden door mevrouw S. Bell. Zij ver- richt al jarenlang diagnostiek met behulp van de donkerveld-microscoop bij degeneratieziekten (precancerose-test). In haar artikel zal aan de hand van foto's en tekeningen deze vroegdiag- nose van kanker uiteengezet worden, alsook de cyclogenie en het polymofisme.

COLLEGA'S VAN ENDERLEIN

Bechamp was de eerste die in 1866 de cyclogenie van microben heeft beschreven. In zijn boek

10 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

(9)

"Microzymas" beschrijft hij hoe in aIle dierlij- ke en plantaardige cellen kleine granula voorko- men die na het sterven van de gastheer niet te gronde gaan, maar verder blijven leven. Vol- gens Bechamp zijn zij de oorzaak van de gisting en uit deze granula kunnen micro-organismen ontstaan. Prof. W.P.Dunbar, een Amerikaanse arts (1863-1922) bewees dat het celplasma bij al- gen het chlorofyl verloor, wanneer het milieu veranderde (10). Het celplasma werd zo omge- vormd tot bacterien. Het is de verdienste van prof. Enderlein geweest dat hij al deze waarne- mingen in een systeem heeft ondergebracht.

Waarnemingen v66r de tijd van Enderlein, maar ook erna, kunnen in dit systeem worden ondergebracht. Er zijn nog al wat onderzoekers die de verwekker van kanker gevonden menen te hebben met of zonder zich te realiseren dat er zoiets is als een cyciogenie. Een tijdgenoot van Enderlein was dr. W. von Brehmer. Ook hij vond een microbe die betrokken was bij kanker.

Hij noemde deze Siphonospora polymorpha von Brehmer. Ook von Brehmer vond dat deze microbe een cycius doorliep. Enderlein en von Brehmer zijn het indertijd lang niet altijd met elkaar eens geweest. Nu kan gesteld worden, dat

von Brehmers Siphonospora ingepast kan wor- den in het systeem van Enderlein. Zo komt de Siphonospora overeen met Enderleins Leptotri- chia buccalis Robin (5).

Een andere wet ens chap per , de microbioloog F.Geriach heeft aangetoond dat mycoplasmata altijd in het lichaam voorkwamen in geval van een tumor (11). Gerlach beschouwde deze my- coplasmata ook als verwekkers van kanker. Het gelukte hem deze microben te kweken uit een tumor. Hiervan maakte hij dan een vaccin (au- tovaccin) welke bij de patient werd ingespoten.

Vanaf 1958 was prof. Gerlach werkzaam in de kliniek van dr. Issels in Zuid-Duitsland. Zijn autovaccins werden bij patienten van IsseIs in- gespoten en inderdaad werden op deze wijze tu- moren teruggedrongen.

In de Verenigde Staten heeft dr. Virginia Li- vingston ook geciaimd de kankerverwekker ge- vonden te hebben. Zij noemde deze Progenitor cryptocides en wist dat deze microbe ook een cyclus doorliep (6). Zij past bij patienten, die aan kanker lijden nog steeds deze autovaccins toe. Zij zegt dat ze met behulp van onder andere deze autovaccins tot nu toe ook drie gevallen van AIDS met succes heeft behandeld.

(Advertentie)

DR. SHELDON C. DEAL D.C. N.D.

Kinesioloog, orthomoleculair voedingsdeskundige, chiropractor, natuurarts.

President van de International College of Applied Kinesiology.

Lid van Bestuur van de Touch for Health Foundation.

Auteur van

"New Life Through Nutrition"

(Ned. vertaling: Nieuw Leven, Anders Eten; Ankh Hermes)

"New Life Through Natural Methods"

geeft

LEZING

"KINESIOLOGIE EN VOEDING"

Inlichtingen: Survival Stichting, Postbus 343, 1380 AH Weesp. Tel: 02940-10923.

TIJD: Woensdag 4 juli 1984 om 8 uur 's avonds.

PLAA TS: Hotel Restaurant Hoog Brabant (Brabantzaal), Radboudkwartier 23 (op Hoog Catharijne) in Utrecht.

Gemakkelijk per auto of per trein bereikbaar.

ENTREE: f 12,50 per persoon

Orthomoleculair nr. 3 (1984) 11

(10)

Tekeningen van prof. dr. w.H.P. Dunbar (1907). Verschillende vormen van algen met chlorofyl (donker). In fig. P4 heeft de alge het chlorofyl verloren. De alge is als zodanig niet meer herkenbaar. Het cytoplasma heeft zich als bacterie omgevormd. Fig. Q: sterrenvormige bacterien, aange/roffen in algen. Fig. R: spiro- chaeten, ook aanwezig in algen.

PUNT 3

"de aangevallende, c.q. de mens een goed af- weersysteem geven om zich te verdedigen".

Terug bij de mogelijkheden die de mens tot zijn beschikking heeft om te overleven temidden van microben. Wapens, zoals antibiotica die de mens in staat stellen om micro-organismen te doden en kennis omtrent de microben zelf zijn respectievelijk in de punten 4 en I aan de orde geweest. Ook zijn de pogingen van Gerlach (11) en Livingston (6) besproken die met behulp van

autovaccins het afweermechanisme van de mens wisten te stimuleren.

Op grond van zijn ontdekkingen betreffende de cyclogenie heeft Enderlein preparaten ontwik- keld die de pathologische vormen van de endo- biont moesten veranderen in niet pathologische.

Deze preparaten bevatten endobiontvormen die een verbinding aan moesten gaan met de patho- logische vorm.

Dit principe berustte op de wijze van voortplan- ting van de endobionten zoals die in de natuur verliep. De verbinding die de verschillende en- dobiontvormen aangingen was een vorm van geslachtelijke voortplanting. Enderlein maakte met zijn preparaten hiervan gebruik door een pathogene vorm te laten kopuieren met een niet pathogene. Op deze wijze vormde zich een en- dobiont in een morfologisch lager stadium die voor de mens onschadelijk bleek.

Hijzelf was ervan overtuigd dat de werking van deze middelen onveranderlijk gunstig zouden zijn. De Duitse arts Karl Windstosser, die jaren- lang medewerker was van prof. Enderlein pro- beerde deze middelen in de kliniek uit.

"Evenwel", zo merkt Windstosser desgevraagd op, "was de werking van Enderleins preparaten niet altijd een even groot succes. Ze werkten dan weer wei, dan weer niet." Hij schreef deze wisselvallige resultaten toe aan de omgevings- factoren. Wanneer deze niet verbeterd werden, dan was het toedienen van Enderleins middelen niet voldoende om de pathogene vorm in een niet-pathogene te veranderen. "Tel kens" , zo gaat Winds tosser voort," "was het een strijd tussen ons: hij de bacterioloog, ik de clinicus.

Ik had te maken met de praktijk, waaruit over- duidelijk bleek dat het mid del niet altijd werkte.

Ais Enderlein hier dan weer van hoorde zei hij dat er bij de behandeling weer iets fout was ge- gaan." Ook dr. lohannus Kuhl, een kankerspe- cia list bij uitstek kwam tot de conclusie dat En- derlein de uitwendige factoren onderschatte.

Hij stelt in zijn boek "Geschwiilste": "Ender- leins ontdekking is geweldig, maar uitsluitend causale waarde kan ik ook nu nog niet aan zijn endobionten toekennen. En waarom niet? In een gezond leven is het predomineren van de ox ida tie van de cellen verreweg het belan- grijkste. Een optimale prestatie hangt af van een zuurgraad die het neutrale punt benadert."

Kuhl vervolgt: "de bacterien worden overge- waardeerd. Ze zijn niet de ziekteverwekkers, maar zij bepalen slechts welke vorm de ziekte aanneemt, wanneer ze zich voldoende kunnen vermeerderen.' ,

Enderleins middelen versterken hoogstwaar-

12 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

(11)

schijnlijk niet zozeer de afweer van het lichaam, maar brengen de endobionten in een minder pa- thologische vorm. Dat de werking niet altijd even effectief bleek, is waarschijnlijk het gevolg van het feit dat deze benadering niet voldoende was. Naast deze vorm van therapie is het be- langrijk dat ook gewerkt wordt aan een verster- king van de natuurlijke afweer van de mens en het voorkomen van degeneratie.

BESMETTING

EEN BIOLOGISCHE FACTOR.

Dr. Karl Windstosser, leerling van prof. Ender- lein.

Ais oorzaken van degeneratie moe ten genoemd worden de levensomstandigheden en de le- vensstijl van mensen en in nauwe samenhang hiermee de voedingsgewoonten. Hierop zal in dit verband niet verder ingegaan worden, dan dat stress, voedingstekorten, het blootstaan aan straling en het binnenkrijgen van carcinogene stoffen hiervan de belangrijkste factoren zijn.

Deze gegevens zijn gevoeglijk bekend en in an- dere artikelen van Orthomoleculair reeds be- handeld. Ze kunnen samengevat worden onder de noemer biochemische en biofysische invloe-

(Advertentie)

Het negatieve ion.

Even noodzakelijk als de lucht die u inademt!

Negatieve ionen: geheime krachtbron. Negatieve ionen zijn een natuurlijk fenomeen.

Ze zorgen er voor dat u zich fit- ter voelt. Energieker! Ze kunnen vele klachten voorkomen.

De

Mountain Breeze®

is een luchtionisator voor persoonlijk gebruik die aan aile normen voldoet.

Onafhankelijk wetenschappelijk getestop effectiviteit, gaedgekeurd door A TL en BEC en als enige ioniser voorzien van een KemaKeur. Het Flux Control stabilisatiesysteem zorgt er voor dat de negatieve ionenproductie constant blijft, jaar na jaar. Tevens wordt hierdaor het straomverbrUlk beperkt tot 5 cent per week bij dag en nacht gebrUlk. G(Mn gevaarlijke uitstekende naalden, daarom ook veilig voor kinderen. Ideaal voor plaatsing in de slaapkamer, huiskamer of op buro.

Lage prijs:

f 229, -

incl. BTW. Verkrijgbaar via apotheek, reform winkel af recht- streeks. Vraag naar onze informatiemap!

Nu ook verkrijgbaar in Belgie

Bel of schrijf: SIT Sidha Technology & Trading

Postbus 1058, 3220 BB Hellevoetsluis, tel. 01883-12474.

Orlhomoleculair nr. 3 (1984) 13

(12)

den. Daarnaast zijn er dan de bi%gische facto- ren die eveneens een rol kunnen spelen bij het ontstaan van degeneratieziekten, nameIijk door besmetting of door overerving.

Het is mogeIijk dat microben met een dusdanige overmacht aanwezig zijn dat het lichaam hier- door wordt verzwakt. Als het lichaam nog niet over de middelen beschikt om bestand te zijn te- gen een dergeIijke overmacht zal zij eerder te gronde gaan. Dit is bijvoorbeeld in de tweede helft van de achtiende eeuw de Polynesiers in de Stille Zuidzee overkomen. Voordat de Europea- nen onder de bekoring van de pracht, het kli- maat en de vriendelijkheid van de Polynesiers kwamen, heersten bij dit yolk geen infectieziek- ten, zoals die toendertijd in Europa de ronde deden. Polynesiers werden aigemeen bewon- derd voor hun kracht en gezondheid. Zij waren geheel in harmonie met hun omgeving, inclusief hun 10k ale "pathogenen". Evenwel kort nadat captain Cook in 1778 voet aan wal had gezet stierven de bewoners van Hawai aan infectie- ziekten zoals tuberculose, roodvonk, mazelen, gesiachtsziekten en andere infectieziekten. De populatie liep terug van 300.000 in 1778 tot minder dan 37.000 in 1860. Gedurende dezelfde periode werd de bevolking van de Nieuwe He- briden teruggebracht tot eentiende van het oor- spronkeIijke aantal. Deze holocaust zoals Rene Dubos in zijn boek de "Mirage of Health" be- schrijft is toe te schrijven aan de genoemde in- fectieziekten. Mazelenepidemieen, kinkhoest en influenza troffen Hawai in 1848. Geen enkel kind dat dat jaar geboren werd overleefde de ziekten. Zo zijn er tal van voorbeelden te noe- men die het bewijs leveren dat een yolk dat blootgesteld wordt aan tot dan toe vreemde bac- terien en virussen hieraan bezwijkt. Tupari- indianen in Brazilie die tot 1949 nog nooit een blanke hadden gezien werden na dat jaar getrof- fen door mazelen, die door tweederde van de bevolking niet werd overleefd. En dat terwijl een doodgewoon kind in de Westerse wereld vrijwel altijd een ziekte als mazelen overleeft.

Dit kind bezit evenwel een natuurlijke afweer tegen het mazelenvirus, waardoor deze weinig kwaad kan doen.

Bij de indianen was de overmacht van het virus te groot en beschikte de bevolking niet over de juiste afweermiddelen. Dit zijn voorbeelden van een onvoldoende afweer bij een overmacht van microben. Nu is het een biologische factor (an- ders dan schadelijke stoffen en straling etc.) die het harmonische evenwicht (de vreedzame co- existentie tussen mens en microbe) verstoort.

AIDS BESMETTELIJK?

Het mag duidelijk zijn hoe belangrijk het is dat de mens beschikt over een goed functionerend afweermechanisme. Het lot van de Polynesiers en de Tupari-indianen werpt ook een nieuw licht op een ziekte als AIDS. Het is vastgesteld dat HaW de oorsprong is van AIDS. Daar heeft in 1979 een varkenspest geheerst, veroorzaakt door een virus dat afkomstig was uit Afrika.

Ha'iti is een geliefd vakantieoord voor vele Amerikaanse toeristen, met name homoseksue- len. Het natuurlijk evenwicht was reeds in Haiti verstoord, de Amerikaanse homoseksuelen heb- ben het virus (of een variant hiervan; vergelijk de cyclogenie volgens Enderlein) overgebracht naar de Verenigde Staten en heeft zich van daar- uit verder verspreid over de wereld. Het heeft hier het natuurlijke evenwicht verstoord met als gevolg dat AIDS-slachtoffers zijn gevallen. Een natuurlijk afweersysteem was nog niet ontwik- keld. Risicogroepen van AIDS, zoals Haitia- nen, homoseksuelen, verslaafden en mensen die bloedtransfusies krijgen hebben waarschijnlijk een geringere weerstand tegen het virus dan an- dere mensen. Ook kan opgemerkt worden dat Haitianen en homoseksuelen dichter bij de bron zitten dan andere bevolkingsgroepen. Voorts kan het virus waarschijnlijk slechts op bepaalde manieren van mens op mens worden overgedra- gen: via injectie en via venerisch contact. Ana- loog aan het alom aanwezig zijn van bacterien in geval van een epidemie, is het zeer voor de handliggend te veronderstellen dat het AIDS- virus momenteel ook alom aanwezig is in de Westerse wereld.

AFWEER VERSTERKEN

Evenwel slechts bepaalde groepen met een ver- zwakte afweer zijn gevoelig voor de ziekte. Ook bij epidemieen in vroeger tijden was altijd een deel van de bevolking niet vatbaar voor de in- fectieziekte. De Duitse professor M. von Pet- tenkofer (I 818-190 1) demonstreerde een en an- der door in het bijzijn van zijn studenten een oplossing te drinken, die besmet was met chole- rabacillen. Pettenkofer werd niet ziek.

Paul Ehrlich (1854-1915), Nobelprijswinnaar en grondlegger van de chemotherapie van vandaag zei in 1909 dat slechts een lichaam met een ver- zwakte afweer ziek kan worden. En dat dit prin- cipe ook geldt voor kanker. Hij gaat verder:

" ... afweermechanismen het kunnen verhinde-

14 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

(13)

ren, dat enkele kankercellen zich tot een kan- kertumor kunnen ontwikkelen."

De bekende literator Bernard Shaw formuleerde het aldus: "de karakteristieke microbe van een ziekte zou weI eens een symptoom kunnen zijn in plaats van een oorzaak."

De nadruk bij het behandelen van genoemde ziekten dient dus gelegd te worden op het ver- sterken van de natuurlijke afweer. In dit ver- band kan de beroemde uitspraak van Bernard nog eens in herinnering worden gebracht: "Le terrain c'est tout, Ie microbe n'est rien."

EEN HYPOTHESE VOOR AIDS

Het principe van Bernard is uiteraard ook van toepassing op een ziekte als AIDS. Toch heeft elke ziekte zijn eigen karakter. Hoewel het grondprincipe hetzelfde is voor de behandeling van kanker en infectieziekten, vereisen beide ziektes toch een aanpak die bij hun specifieke karakter hoort. In geval van infectieziekten wordt tegenwoordig in ziekenhuizen een ziekte als tyfus nie meer met antibiotica behandeld, maar daar zorgt men ervoor dat de waterhuis- houding en de electrolytensamenstelling van het lichaam op peil gehouden worden (patienten drogen bij tyfus namelijk uit door overmatige diarree). Op deze wijze houdt men de lichaams-

functies in stand. Een holistische kankerbehan- deling maakt gebruik van thymuspreparaten, goede voeding, vitamine B17 etc. De behande- ling is erop gericht om een regressie van de tu- mor te bewerkstelligen. De tumor is tens lotte het sympt66m van kanker. Het symptoom van AIDS is een ineenstorten van het afweersysteem van het lichaam. Dit maakt een therapie voor deze ziekte niet eenvoudiger, omdat een verster- king van het afweersysteem nu eenmaal de kern vormt van de behandeling van degeneratieziek- ten. Dit maakt een behandeling van AIDS ook moeilijker in vergelijking met die van kanker.

Daarom is een andere benadering op zijn plaats.

Deze nieuwe benadering is mogelijk als men het principe van de cyclogenie volgens Enderlein kent. Zoals reeds genoemd, ontwikkelde Ender- lein preparaten waarin zich micro ben bevonden die een verbinding aangingen met de pathologi- sche vorm die zich in het lichaam bevond. Door deze binding ging die pathologische vorm over in een niet-pathologische. Nu is sinds kort de aard van het virus dat bij AIDS aanwezig is, gei- dentificeerd. Dee identificatie zou er toe kunnen bijdragen een middel te ontwikkelen die micro- ben bevat die het pathologische AIDS-virus on- schadelijk zou kunnen maken. Ook weet men dat het virus waarop het AIDS-virus lijkt uit Afrika afkomstig is. Op grond van het feit dat AIDS in Afrika als zodanig niet voorkomt, mag

1589 Thomas Moffet ontdekt dat scabies door mijt wordt veroorzaakt.

Behandeling met sulfur.

ca. 1600 Zacharias Janssen 1632-1723 A. van Leeuwenhoek 1749-1823 Edward Jenner 1773-1856 Agostino Bassi 1813-1878 Claude Bernard 1821-1902 Rudolf Virchow 1818-1865 Ignaz Semmelweis 1822-1895 Louis Pasteur 1843-1910 Robert Koch 1854-1915 Paul Ehrlich

1866 Bechamp

1863-1922 William Ph.Dunbar 1905 Fritz Schaudinn 1860-1937 Carl Spengler 1872-1968 Gunther Enderlein 1884-1958 Wilhelm von Brehmer

uitvinder microscoop

ontdekker spermatozoe met microscoop past vaccinatie toe

vermoedt dat infectieziekten door micro ben worden veroorzaakt Frans fysioloog. "Le terrain c'est tout, Ie microbe n'est rien"

ziekte is stoornis van .de cel. Microbe niet veroorzaker ontdekker vroedvrouwenkoorts door microben

bevestigt kiemtheorie bij ziekten (1854) ontdekt de tuberkelbacil

grondlegger chemotherapie. Salvarsan tegen syfilis beschrijft als eerste cyclogenie der microben Amerikaans arts. Ontdekt polymorfisme bij algen.

ontdekker Treponema pallidum als verwekker syfilis uitvinder Spenglersanen

ontwikkelt leer der endobionten ontdekt Siphonospora Polymorpha

Orthomoleculair nr. 3 (1984) 15

(14)

men veronderstellen dat deze virusvorm daar in harmonie leeft met de andere microben. Door middel van een stu die met de donkerveld- microscopie, zou men meer inzicht kunnen krij- gen in de symbiose die daar heerst. Een dergelij- ke kennis zou bij kunnen dragen tot de ontwik- keling van een preparaat zoals Enderlein deze heeft gemaakt voor kanker.

Dr. Livingstone claimt drie AIDS patienten ge- nezen te hebben met autovaccins. Deze autovac- cins berusten op hetzelfde principe als de prepa- raten van Enderlein. Ook dit is mogelijk een in- gang om te komen tot een oplossing van het AIDS-vraagstuk.

EPILOOG

Mensen die aan AIDS lijden kunnen door ver- schillende oorzaken sterven: infectieziekten (bv.

pneumocystis carnii), schimmelziekten, parasi- taire aandoeningen, hepatitis B en de meest voorkomende, het Karposi sarcoom (een huid- kanker). De aard van deze ziekten geeft aan dat bij AIDS zeer veel verschillende vormen van mi- croben aanwezig zijn, varierend van virus tot

Literatuur:

schimmel. Deze verscheidenheid ondersteunt de cyclogenie-theorie van Enderlein. Dit gegeven is des te meer een reden om aan te nemen dat we uitgaande van zijn theorie op het goede spoor zitten. Toch zal hetgeen wat in dit artikel aan de orde is geweest sommigen nogal speculatief toe- schijnen. Hoogstwaarschijnlijk zijn er weinig lezers die ooit enig bewijs met eigen ogen heb- ben gezien van de cyclogenie van bacterien vol- gens Enderlein. Integendeel, zij zijn opgegroeid met de ideeen van Pasteur. Deze mensen zou ik willen vragen om het artikel in de volgende Or- thomoleculair te lezen van de hand van de heer W. Prigge. Hij werkt dagelijks met de donkerveld-microscoop. Hij zal de theorie van Enderlein nader uiteenzetten aan de hand van opnamen van bloedpreparaten onder de donkerveld-microscoop. Voor de geinteresseer- de lezer is er vanaf het verschijnen van deze Or- thomoleculair de mogelijkheid om zich per- soonlijk te overtuigen van de juistheid van de in dit artikel geponeerde stellingen. Hiervoor kan men zich in verbinding stellen met de Survival Stichting. Tot slot zijn opgemerkt dat de stellin- gen betreffende de behandeling van AIDS slechts op hypothesen zijn gebaseerd en dat hiervoor tot nu toe nog geen bewijs is geleverd.

o

l. Gassman W, Schmitz N, Loffler H. Zur Frage der Virusatiologie des Morbus Hodgkin. Dtsch Med Wochenschrift 1982; 107:p.1171

2. Van Everdingen J.J.E, Het verband tussen wratten en kanker. N.T.v.G. 1983;172:nr.49,p.2257 3. "The viral aetiology of rheumatoid arthritis. The Lancet, 7 april 1984, p.772.

4. Enderlein, G. Bakterien-cyclogenie. Semmelweis-Institut

5. Muschlien B. Die cyclogenie der Mikroben. Das Seminar, Heft I (1983) p.ll

6. Livingston C. The role of nutrition in the immunotherapy of cancer. Journal of IAPM, voI.5,no.2,p.54.

7. Leslie R D.G. Causes of insulin dependent diabetes. Br.Med.J. 2 juli 1983.

8. Clark G.A. Succesful culturing of Glover's cancer organism and development of metastaszing tumors in animals. Proc.Cong.of Microbiol., Rome, Italy, 1953.

9. Nieper H.A. 1st Krebs eine Pilzerkrankung? Raum & Zeit, Heft 6,p.25

10. Dunbar Ph. W. Zur Frage der Stellung der Bakterien, Hefen und Schimmelpilze in System. Ver- lag von R.Oldenbourg (1907). Heruitgegeven Semmelweis-Institut (1981).

11. IsseIs J. Mehr Heilungen von Krebs. Helfer Verlag (1980)

12. Windstosser K. Zum Tode von Prof.dr. Gi.inther Enderlein. Erfahrungsheikunde, Heft 11, Band 17 (1968)

13. Sikora K, Smedley H. Interferon and Cancer. Br.Med.J. 1983;6367:p.739

Algemene literatuur.

Medicine, an illustrated history. Abrams Inc. 1978 Dubos R. Mirage of Health. Allen & Unwin 1959 Schwitters B. Vrije Radicalen. Orthom.nr.2 (1983)

Van Doorn P.A.M. Biofotonen, de levenslampen van de cel. Orthom.nr.1(1984)

16 Orthomoleculair nr. 3 (1984)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vriend- schap als een ruimte waar de geestelijk verzor- ger vanuit zijn religieuze of levensbeschouwelijke traditie wordt gebracht en hem een unieke kans biedt op zijn eigen

[r]

Gauss, Bolyai en Lo- batchevsky, de non-Euclideans, zoals O’Shea ze noemt, rekenen in het begin van de negen- tiende eeuw af met de pretentie van de eucli- dische meetkunde als

In de epiloog verklaart D’Arcy Thompson zijn bedoeling met dit boek: “Te laten zien dat een bepaald wiskundig aspect van de morfologie essentiéél is voor het goed bestuderen

Zou het bijvoorbeeld een idee zijn om de lange termijn planning kritisch door te lopen en te kijken welke projecten uitgesteld zouden kunnen worden..

Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, kunt u contact opnemen met de afdeling Interne Dagbehandeling of met uw

Tweeërlei Abraham, een aards verkoren Abraham om Israël tot een aartsvader te zijn, maar ook een geestelijk vader te zijn voor de geestelijke Joden die door het geloof in Christus,

Nadat die Ieser direkte verwysings na die gevestigde werklikheidsmodel verwerk het deur dit te interpreteer en in verband te bring met die res van die gedig, word