NEGENDE OPENBARE VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET
Naam gefailleerde : VB Fototechniek B.V. &
Ready to Print B.V.
Faillissementsnummer : 03.0148 en 03.0341
Datum uitspraak : 27 maart 2003 en 24 juni 2003
Curator : mr J. Lensink
Rechter-Commissaris : mr R.H.C. Jongeneel
Verslagperiode : 1 juli 2006 t/m 31 Januari 2007 Bestede uren verslagperiode : 30 uur en 06 minuten (zie bijlage 1) Bestede uren totaal : 660 uur en 48 minuten
Datum verslag : 15 februari 2007
Onze referentie : 2030163
Algemeen
Gezien de mate van verwevenheid van de faillissementen van VB Fototechniek B.V. en Ready to Print B.V. ben ik zo vrij (ook) in dit verslag op de toestand van boedels van beide vennootschappen in te gaan, gelijk in mijn vorige verslagen.
Sinds mijn vorige verslag hebben mijn werkzaamheden in slechts betrekking gehad op het afwikkelen van de relatie tussen VB Fototechniek B.V., De Rabobank, De Lage Landen Trade Finance en VB Visual Design B.V., waarover hierna meer.
VB Fototechniek B.V. en Ready to Print B.V.
1. Inventarisatie
1.1 Directie en organisatie 1.2 Winst en verlies 1.3 Balanstotaal
1.4 Lopende procedures 1.5 Verzekeringen 1.6 Huur
1.7 Oorzaken faillissement
De curator verwijst voor wat al deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
VB Fototechniek B.V. en Ready to Print B.V.
2. Personeel
2.1 Aantal ten tijde van faillissement 2.2 Aantal in jaar voor faillissement 2.3 Datum ontslagaanzeggingen
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
3. Activa
Ready to Print B.V.
Ready To Print B.V. had geen activa van enige waarde, geen werknemers en een kleine schuld aan haar crediteuren, zoals in mijn eerdere verslagen overwogen. Wat de crediteuren betreft zal ik daar in het hiernavolgende onder 8 op terugkomen. Voor het overige ben ik zo vrij te verwijzen naar mijn eerdere verslagen.
VB Fototechniek B.V.
Onroerende zaken Bedrijfsmiddelen
3.5 Beschrijving 3.6 Verkoopopbrengst 3.7 Boedelbijdrage
3.8 Bodemvoorrecht fiscus
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
Voorraden / onderhanden werk
3.9 Beschrijving 3.10 Verkoopopbrengst 3.11 Boedelbijdrage
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
Andere activa
3.12 Beschrijving 3.13 Verkoopopbrengst
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
4. Debiteuren
4.1 Omvang debiteuren 4.2 Opbrengst
4.3 Boedelbijdrage
In het kader van een financiering heeft VB Fototechniek B.V. op 28 september 1998 ten behoeve van De Lage Landen Trade Finance B.V. (hierna: “De Lage Landen”) en de Rabobank een pandrecht gevestigd op de vorderingen van VB Fototechniek B.V. op derden dat strekt tot “zekerheid voor al hetgeen (onder meer) de bank te vorderen heeft of mocht hebben uit hoofde van verstrekte en/of alsnog te verstrekken geldleningen,
verleende en/of alsnog te verlenen kredieten in rekening-courant, tegenwoordige en/of toekomstige borgstellingen, dan wel uit welken andere hoofde ook.”
In voornoemde pandakte heeft VB Fototechniek B.V. zich verbonden om haar “reeds bestaande vorderingen en vorderingen die rechtstreeks zullen worden verkregen uit reeds bestaande rechtsverhoudingen met derden op de door de bank aangegeven wijze te vermelden op een door of namens de pandgever te ondertekenen pandlijst, en deze pandlijst terstond te zenden of af te geven aan de bank.”
Tevens heeft VB Fototechniek B.V. zich verbonden om “vorderingen op derden die na ondertekening van deze akte zullen ontstaan, en vorderingen die rechtstreeks zullen worden verkregen uit rechtsverhoudingen die na ondertekening van deze akte zullen ontstaan, door middel van pandlijsten aan de bank te verpanden.”.
VB Fototechniek B.V. heeft in de pandakte van 28 september 1998 aan De Lage Landen en de Rabobank onherroepelijk volmacht verleend om de vorderingen die eerst in de toekomst kunnen worden verpand, aan zichzelf te verpanden en de in dat kader op te maken pandlijsten voor en namens VB te ondertekenen. Dergelijke pandlijsten zijn echter nooit opgemaakt.
Zoals de Curator reeds in kort geding in zijn dagvaarding en pleitnotities uiteen heeft gezet, heeft de Rabobank hiermee (alsmede met de hierna te bespreken ongedateerde
overeenkomst tot het vestigen van zekerheden en de notariële akte van 25 maart 2003) slechts een (tweede) pandrecht verkregen op de vorderingen van VB Fototechniek B.V. op derden, voorzover het vorderingen betreft die ten tijde van het opmaken van de pandakte d.d. 28 september 1998, dan wel ten tijde van de registratie van die pandakte op 16 oktober 1998, reeds bestonden of nadien (doch vóór 31 maart 2003) rechtstreeks zijn verkregen uit een op 28 september 1998, c.q. 16 oktober 1998, reeds bestaande rechtsverhouding.
Meteen na het uitspreken van het faillissement van VB Fototechniek B.V. op
31 maart 2003 is de Curator begonnen te inventariseren welke debiteuren, inventaris en voorraden van VB Fototechniek B.V. al dan niet verpand waren. Daarbij heeft de Curator aan de Rabobank ruimschoots de gelegenheid gegeven om, al dan niet aan de hand van pandlijsten, aan te tonen welke debiteuren van VB Fototechniek B.V. verpand zijn aan de
Rabobank. Aangezien de Rabobank niet in staat bleek dergelijke pandlijsten te overleggen, heeft de Curator geconcludeerd dat er dan ook geen vorderingen na 28 september 1998 aan de Rabobank zijn verpand, althans niet zolang de Rabobank daarvan geen enkel bewijs (al dan niet in de vorm van pandlijsten) kan overleggen.
Per 27 maart 2003 (datum surseance van VB Fototechniek B.V.) had VB Fototechniek B.V.
in totaal voor € 379.249,67 aan vorderingen op haar debiteuren. Deze vorderingen zijn door VB Fototechniek B.V. verkregen na 28 september 1998 c.q. na 16 oktober 1998, althans uit een eerst na die data totstandgekomen rechtsverhouding en vallen derhalve niet onder een pandrecht van de Rabobank. Al deze vorderingen vallen derhalve in de
faillissementsboedel van VB Fototechniek B.V..
Na verschillende sommaties, heeft de Curator de Rabobank op 10 juni 2004 in kort geding gedagvaard voor de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam.
De Voorzieningenrechter heeft de Curator in zijn vonnis van 15 juli 2004 gevolgd en geoordeeld dat de Rabobank de door haar gepretendeerde verpanding niet aannemelijk heeft kunnen maken. De Voorzieningenrechter overweegt dat uit de hierna te bespreken ongedateerde akte en de notariële akte van 25 maart 2003 weliswaar blijkt dat het de bedoeling van partijen was een dergelijke verpanding tot stand te brengen, maar dat verpanding ten behoeve van de Rabobank niet daadwerkelijk heeft plaatsgevonden.
De Voorzieningenrechter overweegt dat De Lage Landen de haar daartoe bij voorbaat verstrekte machtiging niet heeft aangewend om een pandrecht ten behoeve van de Rabobank te vestigen.
Derhalve heeft de Voorzieningenrechter de Rabobank veroordeeld het bedrag van
€ 47.500,= dat de Rabobank na ontvangst van De Lage Landen ten onrechte onder zich hield, te storten op een speciaal daartoe door de Curator geopende rekening bij de Kas Bank N.V.
Het bedrag is apart gezet onder de voorwaarde dat de Rabobank vóór 1 september 2004 tegen de curator een bodemprocedure aanhangig zou maken. Dat heeft de Rabobank gedaan, nu zij kennelijk nog steeds van mening is dat de vorderingen die door VB Fototechniek B.V. zijn verkregen na 28 september 1998, c.q. na 16 oktober 1998, of die door haar zijn verkregen uit een eerst na die data totstandgekomen rechtsverhouding wél aan de Rabobank zijn verpand omdat aan de vereisten van een geldig pandrecht zou zijn voldaan. De Rabobank meent derhalve nog steeds dat deze vorderingen niet in de faillissementsboedel van VB Fototechniek B.V. vallen.
Dientengevolge heeft de Rabobank de Curator op 31 augustus 2004 gedagvaard voor de Rechtbank Amsterdam met als vordering voor recht te verklaren (i) primair dat de
Rabobank een rechtsgeldig pandrecht heeft verkregen op de vorderingen van VB
Fototechniek B.V. en (ii) subsidiair dat ingevolge de tussen VB Fototechniek B.V., De Lage Landen en de Rabobank gesloten overeenkomsten, het tussen de Rabobank en de Curator
in geschil zijnde bedrag ad € 47.500,= aan de Rabobank toekomt en dientengevolge door de Curator aan de Rabobank dient te worden afgedragen.
De Rabobank legt in bedoelde procedure geen nieuwe feiten en omstandigheden ten grondslag aan haar vorderingen. Het gaat mijns inziens de porté van dit openbare verslag te boven hier nader in te gaan op de juridische positie van partijen, maar het komt mij voor dat de juridische positie van ondergetekende allerminst zwak is te noemen. De procedure staat thans voor repliek.
Wel lijkt het mij opportuun het financiële belang van de boedel te belichten en daarbij kan de financiële positie van de overige betrokkenen niet onvermeld blijven.
Zowel op 27 maart 2003 (datum surseance) als op 31 maart 2003 (datum faillissement) had De Lage Landen niets van VB Fototechniek B.V. te vorderen. Op 27 maart 2003 had De Lage Landen € 14.039,97 van VB Fototechniek B.V. onder zich en na 27 maart 2003 hebben debiteuren van VB Fototechniek B.V. in totaal een bedrag van
€ 129.927,02 ten behoeve van VB Fototechniek op de rekening van VB Fototechniek B.V.
bij De Lage Landen voldaan. Per saldo zou De Lage Landen derhalve
(€ 14.039,97 + € 129.927,02 =) € 143.966,99 van VB Fototechniek B.V. onder zich moeten hebben. Partijen leken het erover eens dat de aldus betaalde bedragen geen betrekking hebben op een op 28 september 1998 c.q. 16 oktober 1998 bestaande rechtsverhouding en de betreffende vorderingen derhalve niet aan de Rabobank zijn verpand, althans niet op grond van de onder 1. bedoelde akte.
Conform het overzicht van de Rabobank d.d. 26 juni 2003 heeft De Lage Landen na datum faillissement zonder overleg met ondergetekende een bedrag van
€ 48.890,33 overgemaakt aan de Rabobank. De Lage Landen heeft vervolgens kennelijk € 75.000,= overgemaakt aan VB Visual Design B.V., eveneens zonder overleg met
ondergetekende. Aldus heeft De Lage Landen thans nog (€ 14.039,97 +
€ 129.927,02 -/- € 48.890,33 -/- € 75.000,00 =) € 20.076,66 onder zich.
Ingevolge het vonnis van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam d.d. 15 juli 2004 heeft de Rabobank een bedrag van € 47.500,00 overgemaakt naar de (tweede) faillissementsrekening. Aldus heeft de Rabobank nog een bedrag van
(€ 48.890,33 -/- € 47.500,00 =) € 1.390,33 onder zich.
Ik heb mij steeds op het standpunt gesteld dat de vorderingen die VB Fototechniek B.V.
heeft verkregen na 28 september 1998 c.q. na 16 oktober 1998, of die door haar zijn verkregen uit een eerst na genoemde data tot stand gekomen rechtsverhouding, niet aan de Rabobank zijn verpand, nu aan de vereisten voor de vestiging van een pandrecht op die vorderingen niet is voldaan. Per 27 maart 2003 had VB Fototechniek B.V. vorderingen op haar debiteuren voor in totaal € 379.249,67. Deze vorderingen vallen naar mijn mening in de faillissementsboedel van VB Fototechniek B.V.
Inmiddels is het de Curator gebleken dat de Rabobank VB Visual Design B.V. op enig moment de opdracht heeft gegeven de debiteuren van VB Fototechniek B.V. te incasseren.
Dat heeft VB Visual Design B.V. de Curator laten weten kort na het kort geding. VB Visual
Design B.V. heeft bedoelde debiteuren aangeschreven en de debiteuren gevraagd de door hen verschuldigde bedragen over te maken naar de rekening van VB Visual Design B.V., stellende dat een en ander de goedkeuring zou hebben van de Rabobank. Aldus hebben de debiteuren van VB Fototechniek B.V. in totaal € 169.380,08 aan VB Visual Design B.V.
voldaan. Het komt mij echter voor dat bedoelde debiteuren niet bevrijdend hebben kunnen betalen aan VB Visual Design B.V., omdat zij slechts bevrijdend aan VB Fototechniek B.V.
zouden hebben kunnen betalen. Aldus zal ik bedoelde debiteuren opnieuw tot betaling moeten aanspreken, hetgeen mij voor de Rabobank en VB Visual Design B.V. onwenselijk lijkt, omdat ik daarbij zal moeten stellen dat zij door de Rabobank en VB Visual Design B.V.
op het verkeerde been zijn gezet.
De boedel heeft gezien het bovenstaande in totaal nog recht op een bedrag van
€ 265.847,07, te specificeren als volgt:
saldo De Lage Landen 27 maart 2003 € 14.039,97 ontvangen door De Lage Landen: € 129.927,02 geïncasseerd door VB Visual Design B.V.: € 169.380,08 +
€ 313.347,07 voldaan door de Rabobank: € 47.500,00 -/-
€ 265.847,07
Samenvattend kom ik tot de volgende constateringen:
• De Lage Landen had € 14.039,97 van VB Fototechniek B.V. onder zich en
heeft € 129.927,02 voor VB Fototechniek B.V. ontvangen, welk bedragen zij aan de boedel dient af te dragen. Van dit bedrag heeft de boedel inmiddels
€ 47.500,= via de Rabobank ontvangen. Aldus is De Lage Landen gehouden
(€ 14.039,97 + € 129.927,02 -/- € 47.500,- =) € 96.466,99 aan de boedel af te dragen.
Dat De Lage Landen € 75.000,- heeft doorbetaald aan VB Visual Design B.V. is een zaak die de boedel niet regardeert.
• De Rabobank heeft € 48.890,33 van De Lage Landen ontvangen en heeft
€ 47.500,- aan de boedel doorbetaald. Aldus heeft de Rabobank nog een bedrag van (€
48.890,33 -/- € 47.500,00 =) € 1.390,33 zonder recht of titel onder zich.
• VB Visual Design B.V. heeft zonder recht of titel de debiteuren van VB Fototechniek B.V.
geïncasseerd en aldus een bedrag van in totaal € 169.380,08 ontvangen. Voorts heeft zij
€ 75.000,- van De Lage Landen ontvangen. In totaal heeft VB Visual Design B.V.
derhalve een bedrag van € (€ 169.380,08 + € 75.000,- =) € 244.380,08 zonder recht of titel onder zich.
• Debiteuren van VB Fototechniek B.V. hebben € 169.380,08 niet-bevrijdend betaald aan VB Visual Design B.V. Zij kunnen voor genoemd bedrag door de boedel opnieuw worden aangesproken.
De Rabobank ontkende VB Visual Design B.V. opdracht te hebben gegeven de debiteuren van VB Fototechniek B.V. te incasseren. Aldus is VB Visual Design B.V. doende geweest een en ander te reconstrueren en bewijs van de opdracht van de Rabobank is aan de Rabobank overgelegd.
Vervolgens heeft ten kantore van de Rabobank een bespreking plaatsgevonden waarbij alle betrokkenen aanwezig waren. Tijdens die bespreking heeft de Rabobank bevestigd dat zij zal instaan voor de (pretense) vordering van de boedel op VB Fototechniek, stellende dat VB Visual Design B.V. niet de dupe zal mogen worden van enig handelen van de Rabobank. Aldus is de inzet van de procedure het hiervoor genoemde (berekende) bedrag van € 265.847,07. De Rabobank lijkt (te zijn) overtuigd van het feit dat zij inderdaad aan VB Visual Design B.V. de opdracht heeft gegeven de debiteuren van VB Fototechniek te incasseren.
Inmiddels heeft de Rabobank gerepliceerd en stond de zaak op de rol van 10 januari jl voor vonnis. Op 10 januari jl is het wijzen van vonnis echter aangehouden tot 28 maart 2007.
Overleg over een regeling in der minne heeft niet tot het gewenste doel mogen leiden.
5. Bank / zekerheden
5.1 Vordering van bank(en) 5.2 Leasecontracten
5.3 Beschrijving zekerheden 5.4 Seperatistenpositie
Voor wat betreft het pretense pandrecht van de Rabobank op de debiteuren van VB Fototechniek B.V. ben ik zo vrij u te verwijzen naar het gestelde onder punt 4.
5.5 Boedelbijdrage
5.6 Eigendomsvoorbehoud 5.7 Reclamerechten 5.8 Retentierechten
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
6. Doorstart / voortzetten
Voortzetten
6.1 Exploitatie / zekerheden 6.2 Financiële verslaglegging 6.3 Beschrijving
6.4 Verantwoording 6.5 Opbrengst 6.6 Boedelbijdrage
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar het eerste openbare verslag.
7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht
7.2 Depot jaarrekeningen
7.3 Goedkeurende verklaring accountant 7.4 Stortingsverplichting aandelen 7.5 Onbehoorlijk bestuur
7.6 Paulianeus handelen 7.7. Diversen
De curator verwijst voor wat deze punten betreft naar de eerdere openbare verslagen.
8. Crediteuren (zie bijlage 2) Ready to Print B.V.
8.1 Boedelvorderingen
Anders dan de algemene faillissementskosten zijn de Curator geen boedelcrediteuren van Ready to Print B.V. bekend.
8.2 Preferente vordering van de fiscus
De belastingdienst heeft geen vordering ingediend.
8.3 Preferente vordering van het UWV UWV heeft geen vordering ingediend.
8.4 Andere preferente vorderingen
Het Grafisch Bedrijfsfonds SGB heeft een preferente vordering bij mij ingediend ten grootte van € 164,41.
8.5 Aantal concurrente crediteuren
Er zijn momenteel 10 concurrente crediteuren die een vordering hebben ingediend.
8.6 Bedrag concurrente crediteuren
Op dit moment hebben concurrente crediteuren vorderingen bij de Curator ingediend ter grootte van € 17.557,91.
8.7 Verwachte wijze van afwikkeling
Met zekerheid kan thans reeds worden gesteld dat crediteuren van Ready to Print B.V. bij de afwikkeling van dit faillissement geen uitkering zullen kunnen ontvangen.
VB Fototechniek B.V. (bijlage 3)
8.1 Boedelvorderingen
Nico Tel Makelaars heeft ten behoeve van de verhuurder/eigenaar van het pand Noordhollandstraat 59 te Amsterdam een boedelvordering bij de Curator ingediend ter grootte van € 35.009,90 betreffende de huur over de maanden april en mei 2003.
Voorts heeft UWV een boedelvordering van € 102.623,04.
8.2 Preferente vordering van de fiscus
De Belastingdienst Amsterdam heeft preferente vorderingen bij de Curator ingediend, in totaal groot € 228.656,34.
8.3 Preferente vordering van het UWV
UWV heeft preferente vorderingen bij de Curator ingediend, in totaal groot
€ 134.243,34.
8.4 Andere preferente vorderingen
De heer E.R. Hehenkamp te Zoetermeer heeft een preferente vordering bij de Curator ingediend ten grootte van € 300,02 ter zake van door VB Fototechniek B.V. ten onrechte op zijn loon ingehouden gelden die niet onder de loongarantieregeling worden vergoed.
8.5 Aantal concurrente crediteuren
Er zijn momenteel 95 concurrente crediteuren die een vordering hebben ingediend. Dat is nog wel aanzienlijk minder dan het aantal crediteuren dat onbetaald bleef ten tijde van het uitspreken van het faillissement van VB Fototechniek B.V.
8.6 Bedrag concurrente crediteuren
Op dit moment hebben concurrente crediteuren vorderingen bij de Curator ingediend ter grootte van € 1.208.048,64.
8.7 Verwachte wijze van afwikkeling
Dit faillissement zal kunnen worden afgewikkeld indien en zodra het dispuut over het al dan niet verpand zijn van de debiteuren zal zijn beslecht. In het gunstigste geval genereert dat een bate voor de boedel van € 265.847,07. Ook in dat geval zal echter geen betaling kunnen worden gedaan aan concurrente crediteuren, gezien de hoogte van de boedel/preferente vorderingen.
9. Overig
9.1 Termijn afwikkeling faillissement
Onbekend.
9.2 Plan van aanpak
De Curator zal de uitkomst van de procedure tegen de Rabobank dienen af te wachten, behoudens een eerdere minnelijke regeling. Een en ander zal nog wel de rest van dit jaar nemen.
9.3 Indiening volgend openbaar verslag
Het volgende verslag wordt over 6 maanden ingediend.
mr J. Lensink, curator
