• No results found

2005REG23A Taken provincie conform Nota Ruimte en Uitvoeringsagenda Nota Ruimte, mede gerelateerd aan Streekplan en Meerjarenactieprogramma

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2005REG23A Taken provincie conform Nota Ruimte en Uitvoeringsagenda Nota Ruimte, mede gerelateerd aan Streekplan en Meerjarenactieprogramma"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• De wijze waarop een aantal elementen uitgewerkt is in het streekplan is beschreven in de GS notitie: “Implementatie van de Nota Ruimte in het Streekplan Utrecht 2005-2015” (15 september 2004). Deze notitie is door de cie. REG betrokken bij de bespreking van het streekplan. In dit overzicht wordt slechts kort op die betreffende acties ingegaan.

• In het (ontwerp) Meerjarenactieprogramma streekplan, dat 28-02-2005 in de cie. REG besproken is, zijn alle acties opgenomen die voortvloeien uit het streekplan. In onderstaand overzicht is daarna een verwijzing opgenomen. Daarbij is ook aangegeven of de actie uit de Nota Ruimte (NR) voortvloeit, of dat het een eigen (streekplan)actie is.

• De onderwerpen in de Agenda Vitaal Platteland zijn voor het merendeel ook benoemd in de Nota Ruimte en in de Uitvoeringsagenda van de Nota Ruimte.

Daarnaast ligt er een belangrijke relatie met het ILG. In het kader van het ILG wordt een 7-jarig investeringsprogramma gemaakt.

• Die acties waarbij het Rijk primair het voortouw heeft, maar waarbij de provincie wel betrokken zal worden, zijn hieronder niet allemaal benoemd.

• In het overzicht zijn ook de nodige vervolgacties benoemd. Daarin heeft enige selectiviteit plaatsgevonden in die zin dat daar waar zeer reguliere instrumenten als de toetsing van bestemmingsplannen aan de orde zijn, deze niet telkens genoemd zijn.

• Onderstaande opsomming is gebaseerd op de Nota Ruimte zoals die 23 april 2004 door het Kabinet is vastgesteld. 21 februari 2005 is de behandeling van de Nota Ruimte in de commissie van de Tweede Kamer aan de orde geweest. De Nota Ruimte is nog niet helemaal vastgesteld. De Tweede Kamer moest bij het ter perse gaan van het overzicht nog stemmen over de ingediende moties. Het Kabinet zal vervolgens invulling moeten geven aan de door de Tweede Kamer aangenomen moties. De voor de provincie Utrecht relevante moties zijn in het overzicht in de eerste kolom aangegeven. Vervolgens zal de Eerste Kamer de nota behandelen, waarna een definitieve versie verschijnt.

(2)

H.1: STURINGS- FILOSOFIE Sturingsfilosofie Provincies krijgen beschikking over nieuw instrumentarium, waar- onder de project- procedure en grond- beleid. (p 26).

Nee rijksinitiatief Nee Relatie met nieuwe wet RO.

Provincie zal Nota Grondbeleid opstellen.

Provinciale inbreng via IPO

Zit in planning. Voortgang wordt ook via MAP gemonitored. 1ekwartaal 2005 Nota Grondbeleid in GS Stedelijke vernieuwing

ISV-2 budget wordt versoberd (p 37).

Nee Nee Kabinet bezint zich of maatregel

door moet gaan. Bezuiniging gaat waarschijnlijk niet door.

Voorjaar 2005 uitsluitsel. Dan consequenties bezien.

Verstedelijkings- afspraken Afspraken over woningbouwproductie 2005-2010 (p 38).

Woningtekort in 2010 terugbrengen tot 1,75%

(p 72)

Nee

Nee

Afspraken tussen Rijk en

provincies/WGR Nee

Nee

Afspraken BRU en Amersfoort zijn door partners ondertekend.

Provincies hanteren andere rekenmethode, maar het beoogde doel wordt in Utrecht bereikt. Dit is ook in streekplan neergelegd.

Afspraken worden gemonitored.

Rapportage op hoofdlijnen

Rijk maakt afspraken met provincies over jaarlijks inzicht in het gevoerde beleid (p 39)

Nee Jaarlijkse

rapportage

Nvt Verslag ruimtelijk beleid 2003 en 2004 wordt gecombineerd

2ekwartaal 2005 in cie REG.

(3)

WGR+

Provincie stelt WGR- gebied vast (p 39).

Afstemming taken provincie en WGR

Nee

Nee

Gebied vaststellen.

Actie provincie- WGR

Nee

Nee

Parlementaire behandeling WGR+

is nog gaande (1eKamer).

Kaders in WGR+

Uitwerking door provincie en BRU in loop 2005

Programmaministers Niet in Nota Ruimte opgenomen, maar NV- Utrecht maakt onder- deel uit van Noord- vleugelprogramma.

Daarbij ook relatie met projecten uit de Noord- vleugel Amsterdam, zoals onsluiting Almere en A6/A9 discussie.

Programma Groene Hart Nee

VWB

Preverkenning infrastructuur ring Utrecht en driehoek Utrecht, Amersfoort, Hilversum.

Uitwerking integrale lange termijnvisie 2010-20030 NH, ZH en Utrecht zijn trekker.

Nee

Beide elementen worden in NV- verband opgepakt.

Ook relatie met concernstrategie en statenmotie lange termijn.

In samenwerking met LNV wordt programma opgesteld.

Preverkenning wordt door Ministerie V en W uitgevoerd en moet uitmonden in

definitieve Nota Mobiliteit.

Lange termijnvisie zit in planning en moet begin 2006 afgerond zijn.

Zit in planning.

Instrumentarium Provincies krijgen in nieuwe WRO bevoegd- heid tot maken

bestemmingsplan (p 40) Provincies krijgen

Nee

Nee

Nee

Nee

Afhankelijk van uitwerking nieuwe WRO

Idem

Provinciale inbreng via IPO.

Idem.

(4)

voorkeursrecht en ont- eigeningsbevoegdheid (p 40)

Bij gelijktijdige ontwikkeling van rood en groen kunnen pro- vincies gebruik maken van bovenplanse verevening (p 87)

Nee Nee Idem Idem. Relatie met provinciale

Nota Grondbeleid.

H.2: NETWERKEN EN STEDEN

Algemeen

WGR+ verantwoorde- lijk voor afstemming binnen gemeenten.

Provincie verantwoor- delijk voor bovenre- gionale samenhang (p 60).

Nee Nee Provinciale visie en

verantwoordelijkheden in streekplan uitgewerkt.

Recreatie in en rond de steden

Provincies en gemeenten moeten voldoende ruimte voor parken, groen en recreatie in en rond de stad reserveren ( p 62 en 86)

Nee In ruimtelijke

plannen vastleggen.

Ja Ruimtelijke reserveringen zijn in streekplan geregeld.

Financiering nog niet rond.

Stadsgewest Utrecht:

uitwerking via

landinrichtingsprojecten Stadsgewest Amersfoort:

Deels in verkennende fase, deels via Agenda 2010 (Schammerplas).

(5)

Bundelingsbeleid Rijk wil verstedelijking zoveel mogelijk

bundelen en stelt aan dit bundelingsbeleid specifieke eisen (p72, 82)

Rijk heeft bundelings- gebieden indicatief aangegeven (p 72).

% verstedelijking binnen bundelingsge- bied en daarbuiten tenminste gelijk houden (p 72).

VWB

VWB

VWB

Uitwerking door provincies

Exacte begrenzing in streekplan vastleggen

Ja

Ja

Ja

Is in streekplan uitgewerkt

In streekplan staan vwb de verstedelijking de beide

stadsgeweten centraal. Deze vallen binnen het bundelingsgebied.

% blijft in provincie Utrecht zeker gelijk. Basis daarvoor is in streekplan neergelegd.

Bundelingsgebied speelt ook een belangrijke rol bij lange termijnvisie NV-Utrecht.

Exacte begrenzing komt in een uitwerkingsplan. Actie is ook in MAP opgenomen.

Grenzen mede afhankelijk van uitkomsten lange termijnvisie.

Via monitoring wordt vinger aan de pols gehouden

Regionale groengebieden De term Rijksbuffer- zone verdwijnt. Het blijven buffers tussen de verstedelijking, maar zullen vooral ingezet worden voor

ontspanning en recreatie (p 73, 151).

Motie 50: term

bufferzones handhaven

VMB Provincies

kunnen begrenzing herzien, waardoor de recreatieve functie versterkt kan worden.

Van de

provincies wordt Ja

Nee

Is in streekplan verwerkt. Heeft betrekking op Noorderpark.

Heeft betrekking op Noorderpark. Taakstellingen zijn gedefinieerd. Uitwerking

(6)

en op kaart in Nota opnemen.

i.s.m. de gemeenten verwacht de ontwikkeling van deze zones ter hand te nemen.

wordt meegenomen in kader landinrichtingsplan

Noorderpark.

Opvang natuurlijke bevolkingsaanwas/lo- kale bedrijvigheid Provinciaal beleid moet gemeenten de ruimte bieden om hun

natuurlijke bevolkings- aanwas en hun lokaal georiënteerde

bedrijvigheid op te vangen. Daarin zitten wel enkele uitzonde- ringscondities (p 83) Moties 32, 38 en 92:

Eigen behoefte in regionale context plaatsen.

VWB Uitwerken in

ruimtelijk beleid

Ja In streekplan uitgewerkt binnen bepaalde condities.

Beschikbaarheid van ruimte

Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor beschikbaarheid ruimte voor wonen, werken, voorzieningen, groen, water, recreatie en

VWB In streekplan

uitwerken.

Ja Is in streekplan uitgewerkt. Via monitoring (zowel werken als wonen) wordt vinger aan de pols gehouden (Map-actie).

In streekplan/MAP is kennisteam zorgvuldig

(7)

infrastructuur (p 83).

In streekplan/Map zijn afspraken aangekondigd over woon- milieudifferentiatie per streek- plandeelgebied (geen NR-actie).

ruimtege-bruik aangekondigd (geen NR-actie).

Als eerste wordt

streekplandeelgebied Eemland opgepakt. Eind 2005 zijn de resultaten te verwachten.

Locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen Dit beleid wordt gede- centraliseerd naar provincies en WGR - gebieden (p 85).

De doelstellingen zijn wel verwoord (p 86).

Motie 44:

terughoudendheid met weidewinkels.

Nee

VWB

Uitwerken in streekplan

Idem

Ja

Ja

Is in streekplan uitgewerkt.

Idem

In MAP is herstructurering Lage Weide opgenomen (geen NR-actie)

Instelling kennisteam bedrijfslocaties

Bedrijfsterreinen i.r.t.

gevaarlijke stoffen Provincies spelen coördinerende rol bij het bij elkaar vestigen van bedrijven met

gevaarlijke stoffen (p 86).

Nee Provinciale

coördinatie

Nee Streekplan biedt ruimte voor dergelijke concentraties

Wordt verder opgepakt in kader van het

Uitvoeringsprogramma externe veiligheid.

Infrastructuur

Provincies en WGR’s VWB Nee Geregeld in SMPU en streekplan. Ook relatie met Luteijn acties.

(8)

zijn verantwoordelijk voor de aansluiting van de regionale en lokale infrastructuur op het rijkswegennet (p 88).

Bij uitbreiding van infra bij voorkeur bundeling met bestaande infra (p 88).

Tbv toekomstige uitbreidingen van de hoofdinfrastructuur moet langs de infra- structuur uitbreidings- ruimte beschikbaar blijven. Het is echter niet noodzakelijk langs alle hoofdinfrastructuur ruimte vrij te houden (p 88).

VMB

VMB

Nee

Ja

Is in zowel SMPU als streekplan uitgewerkt.

Is in SMPU/streekplan vastgelegd.

Wordt verder uitgewerkt onder de paraplu van het Utrechts Verkeers- en Vervoerberaad.

In streekplan MAP is

onderzoek aangekondigd naar tracé Stichtse lijn (geen NR- actie)

De oorspronkelijke harde maatvoering is niet meer van toepassing. Vooral in het stedelijk gebied is maatwerk nodig.

H.3: WATER EN GROENE RUIMTE

Ruimtelijk waterbeleid Provincies moeten in hun beleid rekening houden met de water- opgave. Daartoe is de

VWB Wettelijke ver- plichting om in streekplan op te nemen

Ja In streekplan opgenomen. Het streekplan is op water getoetst door de waterbeheerders.

Uitwerking in handleiding bestemmingsplannen.

(9)

watertoets

geïntroduceerd (p 87, 109).

In het ruimtelijk beleid geldt water als een structurerend principe (p 108).

De strategie vast- houden, bergen en afvoeren moet voor- komen dat waterhuis- houdkundige proble- men van het ene gebied op het andere gebied worden afgewenteld (p 103).

De ruimtelijke aanspraken uit de deelstroomgebieds- visies uiterlijk 2007 vastleggen in beleids- en streekplannen (p 109) Geen bebouwing in gebieden die nodig zijn voor waterberging (p 108).

Waar nodig wordt het winterbed van de

VMB

Nee

VMB

VMB

VMB

Provincies wordt gevraagd dit over te nemen

De provincies en waterschappen primair zijn verantwoordelijk voor het

resultaat.

Taak provincie

Uitwerking door provincies

Uitwerken in provinciale

Ja

Ja

ja

Ja

Ja

Het structurerend principe is als één van de hoofdbeleidslijnen in het streekplan opgenomen.

Dit is ook in het streekplan vastgelegd.

In streekplan zijn waterbergings- en zoekgebieden aangegeven.

Voor de zoekgebieden moet dit nog nader afgebakend worden.

Is in streekplan verwerkt.

In het

Waterhuishuishoudingsplan 2005-2010 is e.e.a. verder uitgewerkt

Exacte wateropgave van de zoek gebieden worden voor 2007 nader uitgewerkt.

(Bethunepolder 2008).

E.e.a. is opgenomen in MAP en WHP.

Idem

In kader uitwerking WHP worden projecten nader

(10)

rivieren verbreed. Hierin mogen geen

grootschalige of kapitaalintensieve ontwikkelingen plaatsvinden. Zie ook PKB-kaart 4 (p 106).

In principe geen bebouwing in zone 100 meter binnendijks en 175 meter buitendijks (p 159).

Geen peilverlaging die leiden tot bodemdaling in gebieden met dikke laagveenpakketten.

Geen grondwateront- trekking die natuurlijke aanvulling overstijgt.

Geen peilverlaging in de hydrologisch kwetsbare delen van de EHS (p 108).

Motie 100:

peilverlaging niet absoluut uitsluiten.

Er volgt nog een PKB Ruimte voor de rivier.

PKB heeft betrekking op VMB

VMB

Nee

plannen en projecten.

Provincies leggen de definitieve zones in streekplan vast.

Provincies leggen de taakstellende afspraken over de ruimtelijke aanspraken voor de regionale watersystemen vast in beleids- en streekplannen (uiterlijk 2007).

Betrokken provincies stellen een regio advies

Ja

Ja

Nee

Is in streekplan verwerkt.

Is als taakstelling in streekplan opgenomen.

Advies is opgesteld.

uitgewerkt

Ook in MAP opgenomen.

Tevens relatie met Agenda Westelijk Weidegebied

(11)

de Rijntakken en de Maas. (p 107).

als input voor deze PKB op

Bescherming van natuurgebieden De EHS bestaat uit de door de provincie netto begrensde gebieden (p 112).

Motie 49: planologisch regime verruimen Moties 57 en 58: EHS systematiek te rigide.

Het rijk is samen met de provincie

verantwoordelijk voor de realisering van de EHS (p 112)

De robuuste ecolo- gische verbindingen zijn globaal opgenomen. Op de bruto begrenzing is een planologische basisbescherming van toepassing ( p 113).

Motie 51: verbindingen

VMB

VMB

Nee

Provincie begrenst binnen kaders Nota Ruimte

Provincie is verantwoordelijk voor de concrete uitvoering. EHS moet in 2018 klaar zijn.

De provincies zijn

verantwoordelijk voor een precieze begrenzing (uiterlijk 2008).

Ja

Nee

Ja

In streekplan is de netto EHS opgenomen.

Er is een concreet uitwerkingsprogramma.

In streekplan opgenomen (Veluwe- Utrechtse Heuvelrug, Westelijke natte as, Nieuwe Hollandse Waterlinie). Veluwe-Utrechtse Heuvelrug ook in reconstructieplan opgenomen.

Uitvoering is in volle gang.

Concrete begrenzingen worden opgenomen in een uitwerkingsplan. E.e.a. is in MAP aangekondigd en opgenomen in sectorplan.

(12)

pas na nader onderzoek en in overleg met provincies opnemen.

Poort bij Elst toevoegen.

Provincies moeten de natuur- en beheers- gebiedsplannen voor de robuuste

verbindingszones voor 2008 aanpassen (p 113).

De provincies leggen in hun ruimtelijk beleid vast welke natuur- kwaliteit beschermd moet worden, rekening houdende met de lan- delijke natuurdoelen- kaart en de bepalingen van de VHR en NB-wet (p 112).

Motie 80:Landelijke natuurdoelenkaart moet sturend zijn.

Het rijk vraagt de provincies tevens om, uiterlijk in 2005, vast te stellen welke milieu- en waterkwaliteit voor de bescherming van de

VMB

VMB

VMB

Provinciale taak

Provinciale taak

Provinciale taak Nee

Ja

Nee

Robuuste verbindingszones zijn in streekplan en reconstructieplan opgenomen.

In streekplan verwerkt.

In streekplan verwerkt.

Opgenomen in

sectorplanning. Planning Veluwe-Utrechtse Heuvelrug is gereed. Natte as afhankelijk van keuze tracé.

LNV stelt nieuwe landelijke natuurdoeltypekaart op, mede op basis van de input van de provincie.

Uitwerking vindt plaats in kader van Milieubeleidsplan

(13)

natuurgebieden vereist is en welke maatregelen daarvoor moeten worden genomen (p 112).

Provincies moeten rekening houden met de zonering uit de wet ammoniak en veehouderij(p 112).

Nee Provinciale taak Nee Relatie met reconstructieplan. In MAP is vaststelling

“zuurkaart” aangekondigd.

Opgenomen in sectorplan.

Compensatiebeginsel Initiatiefnemer van een plan is verantwoordelijk voor mitigerende maatregelen. Daaraan worden voorwaarden gesteld (p 116).

VMB Ja Compensatiebeginsel is in

streekplan opgenomen.

Wordt verder uitgewerkt in handleiding

bestemmingsplannen.

Cultuurhistorische waarden in natuur- gebieden

Provincies geven in streekplan aan hoe in natuurgebieden ecolo- gische en culturele waarden in stand ge- houden worden (p 117).

VMB Provinciale taak Ja In streekplan verwerkt.

Soortenbeleid

Nieuwe voorzieningen mogen geen aantasting opleveren voor be- schermde soorten en hun

VMB Provincies

moeten dit in streekplan regelen.

Ja In streekplan verwerkt.

(14)

leefgebieden (p 117).

Werelderfgoed Bescherming dient te worden geregeld in streek- en

bestemmingsplannen (p 118).

Linieperspectief Panorama Krayenhoff moet vertaling krijgen in streekplan (p 124).

VMB

Nee

Provinciale taak

Provinciale taak Ja

Ja

In streekplan verwerkt (Nieuwe Hollandse Waterlinie)

Visie is in hoofdlijnen in streekplan opgenomen.

Nationale landschappen In nationale land- schappen “ja mits”

beleid.

Slechts ruimte voor ten hoogste eigen bevol- kingsgroei.

Ruimte voor opvang regionale en lokale bedrijvigheid.

Geen grootschalige verstedelijkingslocaties (p 118).

Motie 20: Nee tenzij ipv ja mits beleid

Motie 22:

Grensverlegging Groene

VMB Provinciale

uitwerking Ja De planologische bescherming is in het streekplan uitgewerkt.

(15)

Hart pas na vaststelling landschappelijk plan.

Uitwerking beleid nationale landschappen:

provincies begrenzen en werken kernkwaliteiten uit.

Op basis daarvan worden integrale uitvoeringsprogram- ma’s gemaakt (p 118- 120).

Motie 21:

rijksbetrokkenheid vergroten.

VMB Provincies

verantwoordelijk.

Grens Groene Hart is in de PKB vastgelegd.

Ja Begrenzing Groene Hart is in streekplan overgenomen.

Begrenzing overige land- schappen via uitwerkingsplan (Arkenheem- Eemland, Nieuwe Hollandse Water- linie, Rivierengebied incl.

Kromme Rijn en

Langbroekerwetering en de Stelling van Amsterdam).

Uitwerking kernkwaliteiten door het opstellen van gebiedsprogramma’s.

Vervolgens opstelling van uitvoeringsprogramma’s.

E.e.a. is in MAP opgenomen.

Voor provinciaal landschap Utrechtse Heuvelrug wordt gebiedsprogramma opgesteld.

Daarin ook onderzoek naar versterking verblijfsrecreatie.

E.e.a. in MAP opgenomen (geen NR-actie).

Landschap Het rijk toetst of de provincies in de streek- plannen aandacht heb- ben besteed aan de landschappelijke kwaliteit (p 124).

VMB Uitwerking door

provincie.

Ja In streekplan uitgewerkt.

(16)

Kernkwaliteiten landschap zijn nader uitgewerkt in Nota Belvedere, Nota Landijs en Flora en Faunawet (p 124).

Nee Provincies

dienen hier rekening mee te houden en hieraan nadere invulling te geven.

Ja Betrokken bij streekplan. In MAP is opstellen actieplan landschap opgenomen.

Wonen, werken in buitengebied.

Rijk vraagt provincies planologisch kader op te stellen voor het bouwen in het buitengebied (p 125)

VMB Provinciale

uitwerking

Ja In streekplan verwerkt. Nadere uitwerking in handleiding be-

stemmmingsplannen. Hierbij voorwaarden uit Nota Ruimte betrekken.

Toerisme/recreatie Er moet ruimte

gecreëerd worden voor de veranderende toeristisch- recreatieve behoeften, waaronder recreatie als

nevenactiviteit bij boeren (p 125).

VMB Provincies

dienen hiertoe in streekplannen ruimte te scheppen

Ja In streekplan verwerkt. Stimuleren plattelandstoeris- me Verbeteren toeristiche bedrijfsvoering

Recreatiewoningen Permanente bewoning van recreatiewoningen wordt aan regels gebonden (p 126).

VMB Provincies

werken dit uit.

Ja Hoofdlijnen zijn in streekplan Neergelegd.

Beleidskader permanente bewoning recreatiewoningen in november 2004 door GS vastgesteld. In voorjaar definitieve versie t.k.n. naar cie. REG.

(17)

Ook uitwerking in Handleiding be- stemmingsplannen.

Bereikbaarheid groene ruimte

Bescherming landelijke routes voor wandelen, fietsen en recreatievaart (p 128)

VMB Provincies

werken dit uit

Ja Routestructuren zijn in streekplan opgenomen.

De belangrijkste onderdelen van het recreatietoervaartnet zijn in het streekplan opgenomen.

Knelpunten routes oplossen en duurzaam beheer

Landbouw

Niet grondgebonden en kapitaalintensieve land- bouw bundelen in landbouwontwikke- lingsgebieden (p 128- 129).

Op basis van

reconstructiewet dienen de betreffende

provincies

reconstructieplannen op te stellen (130).

VMB

Nee

Provincies werken dit uit en stellen het ruimtelijk beleid binnen deze gebieden vast.

Provinciale taak Ja

Parallel aan streekplan.

Hoewel geen van de in de Nota Ruimte genoemde land-

bouwontwikkelingsgebieden in de provincie ligt, is in het streekplan dit begrip ook uitgewerkt.

Reconstructieplan is inmiddels door de Staten vastgesteld en 1 maart 2005 goedgekeurd door het Rijk.

Ook relatie met

Reconstructiewet. Daarin zijn ontwikkelingsgebieden voor intensieve veehouderij vastgelegd.

H.4. GEBIEDEN EN THEMA’S

Randstad Holland De kwaliteit van de Heuvelrug versterken (p

Nee Groene kwaliteit versterken, mede

Ja. Hoofdlijn is in streekplan ver- werkt.

Er volgt een uitwerkingsplan o.b.v. discussie Hart van de

(18)

146).

Tegen eind decennium bezien of overloop vanuit Utrecht naar andere gebieden en vooral Flevoland (Al- mere) nodig is (p 150).

Rijnenburg mogelijk door grensverlegging Groene Hart (p 150) Motie 53: Rijnenburg neen.

Bij ontwikkeling Rijnenburg extra aandacht voor wateropgave en ontsluiting (p 150).

M.n. provincie geeft uitwerking aan mogelijke grote

stedelijke uitbreidingen in de regio(p 150).

Nee

VWB

VWB

Nee

door toevoeging kleinschalige woon- en werk- gebieden.

Goede monitoring en overleg tussen rijk en provincie

Betrekken bij planuitwerking.

Uitwerking maken

Ja

Ja

Ja

Ja

Is in streekplan opgenomen.

Gewijzigde grens opgenomen in streekplan.

Aandachtspunten zijn in streekplan opgenomen.

Tot 2015 in streekplan vastgelegd.

Heuvelrug.

Op basis van monitoring en lange termijn visie overleg met VROM over lange termijn

ontwikkelingsrichtingen.

In streekplan/MAP is goede monitoring t.a.v. voortgang woningbouw in de hele provincie aangegeven.

Aandachtspunten betrekken bij verdere planontwikkeling.

Ook relatie met Dotterlandschap

Periode na 2015 wordt opgepakt in NV-verband in kader van

Noordvleugelprogramma.

(19)

Ontgrondingen Provincies

verantwoordelijk voor ontgrondingen op het land (p 165)

Nee Provinciale taak. Nee In streekplan randvoorwaarden voor ontgronding aangegeven.

Afstoten militaire terreinen.

Project Feniks onderzoekt vervolg- bestemming (p 166).

Nee Provincies

betrokken.

Nee Relevant voor toekomst Soester- berg. In het streekplan zijn de randvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van Soesterberg opgenomen.

Over enkele kleinere terreinen vindt overleg met het Rijk plaats.

Maakt onderdeel uit van planvorming Hart van de Heuvelrug

Windenergie Provincies

verantwoordelijk voor 1500 MW (p 166-167).

Als de provincies niet aan de BLOW-

taakstelling voldoen zal het rijk de rijks-

projectenprocedure hanteren. (p 167)

VMB

Nee

Bestuursakkoord BLOW.

Ja Streekplan biedt ruimte. Uitvoering in kader van BLOW-convenant.

Stok achter de deur.

Transportleidingen Provincies nemen de ligging van transport- leidingen op in streek- plan. Zie ook kaart E (p 168).

Nee Provinciale taak Ja Leidingen zijn opgenomen in streekplan.

(20)

Drinkwater

De grondwaterbescher- mingsgebieden zijn op PKB kaart 8 aange- geven (p169)

PKB Provincies

dienen deze gebieden te beschermen.

Ja In streekplan verwerkt. Verdere uitwerking in kader WHP.

Concept 15-03-05 RenG/RSO/KM

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Intensieve veehouderij voermaatregel voor varkens: de emissiereductie in 2020 voor de categorie zeugen en biggen (1.1 miljoen dieren) is 0.07 kton NH3 (per zeug is dat 0,06 kg NH3).

De uitstoot van broeikasgassen door de sector mobiliteit neemt tussen 2018 en 2020 naar verwachting af met 0,8 megaton CO₂-equivalenten, en bedraagt daarmee circa 34,8 megaton

Er is getracht via het optimale aantal transportmiddelen per transportafstand te komen tot de bepaling van het aantal transport- middelen dat moet worden ingezet om voor een

Nee Niet Drenthe Streekplan Nee Wordt niets over gezegd.Gemeenten kunnen in een detailhandelsvisie hun voorstellen voor vestigingsmogelijkheden voor detailhandel op

These include the different Masters groups, the clergy groups (all as trainee-participants), colleagues within and from outside the training of pastoral therapists, clients,

Ook in het geval van de glascollectie van het Gemeentemuseum blijken particuliere verzamelaars van grote invloed te zijn geweest voor de opbouw van de collectie.. Het zijn

De Nota neemt weliswaar terecht afscheid van blauwdrukplanning en richt zich vooral op het geleiden van ruimtelijke ontwikkelingen, maar de aandacht voor vormgeving, voor

De Adviesraad adviseert om de benodigde specialistische kennis, die aanwezig is in vele kennisinstituten, toegankelijk te maken en aan te reiken via één expertisecentrum –