• De wijze waarop een aantal elementen uitgewerkt is in het streekplan is beschreven in de GS notitie: “Implementatie van de Nota Ruimte in het Streekplan Utrecht 2005-2015” (15 september 2004). Deze notitie is door de cie. REG betrokken bij de bespreking van het streekplan. In dit overzicht wordt slechts kort op die betreffende acties ingegaan.
• In het (ontwerp) Meerjarenactieprogramma streekplan, dat 28-02-2005 in de cie. REG besproken is, zijn alle acties opgenomen die voortvloeien uit het streekplan. In onderstaand overzicht is daarna een verwijzing opgenomen. Daarbij is ook aangegeven of de actie uit de Nota Ruimte (NR) voortvloeit, of dat het een eigen (streekplan)actie is.
• De onderwerpen in de Agenda Vitaal Platteland zijn voor het merendeel ook benoemd in de Nota Ruimte en in de Uitvoeringsagenda van de Nota Ruimte.
Daarnaast ligt er een belangrijke relatie met het ILG. In het kader van het ILG wordt een 7-jarig investeringsprogramma gemaakt.
• Die acties waarbij het Rijk primair het voortouw heeft, maar waarbij de provincie wel betrokken zal worden, zijn hieronder niet allemaal benoemd.
• In het overzicht zijn ook de nodige vervolgacties benoemd. Daarin heeft enige selectiviteit plaatsgevonden in die zin dat daar waar zeer reguliere instrumenten als de toetsing van bestemmingsplannen aan de orde zijn, deze niet telkens genoemd zijn.
• Onderstaande opsomming is gebaseerd op de Nota Ruimte zoals die 23 april 2004 door het Kabinet is vastgesteld. 21 februari 2005 is de behandeling van de Nota Ruimte in de commissie van de Tweede Kamer aan de orde geweest. De Nota Ruimte is nog niet helemaal vastgesteld. De Tweede Kamer moest bij het ter perse gaan van het overzicht nog stemmen over de ingediende moties. Het Kabinet zal vervolgens invulling moeten geven aan de door de Tweede Kamer aangenomen moties. De voor de provincie Utrecht relevante moties zijn in het overzicht in de eerste kolom aangegeven. Vervolgens zal de Eerste Kamer de nota behandelen, waarna een definitieve versie verschijnt.
H.1: STURINGS- FILOSOFIE Sturingsfilosofie Provincies krijgen beschikking over nieuw instrumentarium, waar- onder de project- procedure en grond- beleid. (p 26).
Nee rijksinitiatief Nee Relatie met nieuwe wet RO.
Provincie zal Nota Grondbeleid opstellen.
Provinciale inbreng via IPO
Zit in planning. Voortgang wordt ook via MAP gemonitored. 1ekwartaal 2005 Nota Grondbeleid in GS Stedelijke vernieuwing
ISV-2 budget wordt versoberd (p 37).
Nee Nee Kabinet bezint zich of maatregel
door moet gaan. Bezuiniging gaat waarschijnlijk niet door.
Voorjaar 2005 uitsluitsel. Dan consequenties bezien.
Verstedelijkings- afspraken Afspraken over woningbouwproductie 2005-2010 (p 38).
Woningtekort in 2010 terugbrengen tot 1,75%
(p 72)
Nee
Nee
Afspraken tussen Rijk en
provincies/WGR Nee
Nee
Afspraken BRU en Amersfoort zijn door partners ondertekend.
Provincies hanteren andere rekenmethode, maar het beoogde doel wordt in Utrecht bereikt. Dit is ook in streekplan neergelegd.
Afspraken worden gemonitored.
Rapportage op hoofdlijnen
Rijk maakt afspraken met provincies over jaarlijks inzicht in het gevoerde beleid (p 39)
Nee Jaarlijkse
rapportage
Nvt Verslag ruimtelijk beleid 2003 en 2004 wordt gecombineerd
2ekwartaal 2005 in cie REG.
WGR+
Provincie stelt WGR- gebied vast (p 39).
Afstemming taken provincie en WGR
Nee
Nee
Gebied vaststellen.
Actie provincie- WGR
Nee
Nee
Parlementaire behandeling WGR+
is nog gaande (1eKamer).
Kaders in WGR+
Uitwerking door provincie en BRU in loop 2005
Programmaministers Niet in Nota Ruimte opgenomen, maar NV- Utrecht maakt onder- deel uit van Noord- vleugelprogramma.
Daarbij ook relatie met projecten uit de Noord- vleugel Amsterdam, zoals onsluiting Almere en A6/A9 discussie.
Programma Groene Hart Nee
VWB
Preverkenning infrastructuur ring Utrecht en driehoek Utrecht, Amersfoort, Hilversum.
Uitwerking integrale lange termijnvisie 2010-20030 NH, ZH en Utrecht zijn trekker.
Nee
Beide elementen worden in NV- verband opgepakt.
Ook relatie met concernstrategie en statenmotie lange termijn.
In samenwerking met LNV wordt programma opgesteld.
Preverkenning wordt door Ministerie V en W uitgevoerd en moet uitmonden in
definitieve Nota Mobiliteit.
Lange termijnvisie zit in planning en moet begin 2006 afgerond zijn.
Zit in planning.
Instrumentarium Provincies krijgen in nieuwe WRO bevoegd- heid tot maken
bestemmingsplan (p 40) Provincies krijgen
Nee
Nee
Nee
Nee
Afhankelijk van uitwerking nieuwe WRO
Idem
Provinciale inbreng via IPO.
Idem.
voorkeursrecht en ont- eigeningsbevoegdheid (p 40)
Bij gelijktijdige ontwikkeling van rood en groen kunnen pro- vincies gebruik maken van bovenplanse verevening (p 87)
Nee Nee Idem Idem. Relatie met provinciale
Nota Grondbeleid.
H.2: NETWERKEN EN STEDEN
Algemeen
WGR+ verantwoorde- lijk voor afstemming binnen gemeenten.
Provincie verantwoor- delijk voor bovenre- gionale samenhang (p 60).
Nee Nee Provinciale visie en
verantwoordelijkheden in streekplan uitgewerkt.
Recreatie in en rond de steden
Provincies en gemeenten moeten voldoende ruimte voor parken, groen en recreatie in en rond de stad reserveren ( p 62 en 86)
Nee In ruimtelijke
plannen vastleggen.
Ja Ruimtelijke reserveringen zijn in streekplan geregeld.
Financiering nog niet rond.
Stadsgewest Utrecht:
uitwerking via
landinrichtingsprojecten Stadsgewest Amersfoort:
Deels in verkennende fase, deels via Agenda 2010 (Schammerplas).
Bundelingsbeleid Rijk wil verstedelijking zoveel mogelijk
bundelen en stelt aan dit bundelingsbeleid specifieke eisen (p72, 82)
Rijk heeft bundelings- gebieden indicatief aangegeven (p 72).
% verstedelijking binnen bundelingsge- bied en daarbuiten tenminste gelijk houden (p 72).
VWB
VWB
VWB
Uitwerking door provincies
Exacte begrenzing in streekplan vastleggen
Ja
Ja
Ja
Is in streekplan uitgewerkt
In streekplan staan vwb de verstedelijking de beide
stadsgeweten centraal. Deze vallen binnen het bundelingsgebied.
% blijft in provincie Utrecht zeker gelijk. Basis daarvoor is in streekplan neergelegd.
Bundelingsgebied speelt ook een belangrijke rol bij lange termijnvisie NV-Utrecht.
Exacte begrenzing komt in een uitwerkingsplan. Actie is ook in MAP opgenomen.
Grenzen mede afhankelijk van uitkomsten lange termijnvisie.
Via monitoring wordt vinger aan de pols gehouden
Regionale groengebieden De term Rijksbuffer- zone verdwijnt. Het blijven buffers tussen de verstedelijking, maar zullen vooral ingezet worden voor
ontspanning en recreatie (p 73, 151).
Motie 50: term
bufferzones handhaven
VMB Provincies
kunnen begrenzing herzien, waardoor de recreatieve functie versterkt kan worden.
Van de
provincies wordt Ja
Nee
Is in streekplan verwerkt. Heeft betrekking op Noorderpark.
Heeft betrekking op Noorderpark. Taakstellingen zijn gedefinieerd. Uitwerking
en op kaart in Nota opnemen.
i.s.m. de gemeenten verwacht de ontwikkeling van deze zones ter hand te nemen.
wordt meegenomen in kader landinrichtingsplan
Noorderpark.
Opvang natuurlijke bevolkingsaanwas/lo- kale bedrijvigheid Provinciaal beleid moet gemeenten de ruimte bieden om hun
natuurlijke bevolkings- aanwas en hun lokaal georiënteerde
bedrijvigheid op te vangen. Daarin zitten wel enkele uitzonde- ringscondities (p 83) Moties 32, 38 en 92:
Eigen behoefte in regionale context plaatsen.
VWB Uitwerken in
ruimtelijk beleid
Ja In streekplan uitgewerkt binnen bepaalde condities.
Beschikbaarheid van ruimte
Provincies en gemeenten zijn verantwoordelijk voor beschikbaarheid ruimte voor wonen, werken, voorzieningen, groen, water, recreatie en
VWB In streekplan
uitwerken.
Ja Is in streekplan uitgewerkt. Via monitoring (zowel werken als wonen) wordt vinger aan de pols gehouden (Map-actie).
In streekplan/MAP is kennisteam zorgvuldig
infrastructuur (p 83).
In streekplan/Map zijn afspraken aangekondigd over woon- milieudifferentiatie per streek- plandeelgebied (geen NR-actie).
ruimtege-bruik aangekondigd (geen NR-actie).
Als eerste wordt
streekplandeelgebied Eemland opgepakt. Eind 2005 zijn de resultaten te verwachten.
Locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen Dit beleid wordt gede- centraliseerd naar provincies en WGR - gebieden (p 85).
De doelstellingen zijn wel verwoord (p 86).
Motie 44:
terughoudendheid met weidewinkels.
Nee
VWB
Uitwerken in streekplan
Idem
Ja
Ja
Is in streekplan uitgewerkt.
Idem
In MAP is herstructurering Lage Weide opgenomen (geen NR-actie)
Instelling kennisteam bedrijfslocaties
Bedrijfsterreinen i.r.t.
gevaarlijke stoffen Provincies spelen coördinerende rol bij het bij elkaar vestigen van bedrijven met
gevaarlijke stoffen (p 86).
Nee Provinciale
coördinatie
Nee Streekplan biedt ruimte voor dergelijke concentraties
Wordt verder opgepakt in kader van het
Uitvoeringsprogramma externe veiligheid.
Infrastructuur
Provincies en WGR’s VWB Nee Geregeld in SMPU en streekplan. Ook relatie met Luteijn acties.
zijn verantwoordelijk voor de aansluiting van de regionale en lokale infrastructuur op het rijkswegennet (p 88).
Bij uitbreiding van infra bij voorkeur bundeling met bestaande infra (p 88).
Tbv toekomstige uitbreidingen van de hoofdinfrastructuur moet langs de infra- structuur uitbreidings- ruimte beschikbaar blijven. Het is echter niet noodzakelijk langs alle hoofdinfrastructuur ruimte vrij te houden (p 88).
VMB
VMB
Nee
Ja
Is in zowel SMPU als streekplan uitgewerkt.
Is in SMPU/streekplan vastgelegd.
Wordt verder uitgewerkt onder de paraplu van het Utrechts Verkeers- en Vervoerberaad.
In streekplan MAP is
onderzoek aangekondigd naar tracé Stichtse lijn (geen NR- actie)
De oorspronkelijke harde maatvoering is niet meer van toepassing. Vooral in het stedelijk gebied is maatwerk nodig.
H.3: WATER EN GROENE RUIMTE
Ruimtelijk waterbeleid Provincies moeten in hun beleid rekening houden met de water- opgave. Daartoe is de
VWB Wettelijke ver- plichting om in streekplan op te nemen
Ja In streekplan opgenomen. Het streekplan is op water getoetst door de waterbeheerders.
Uitwerking in handleiding bestemmingsplannen.
watertoets
geïntroduceerd (p 87, 109).
In het ruimtelijk beleid geldt water als een structurerend principe (p 108).
De strategie vast- houden, bergen en afvoeren moet voor- komen dat waterhuis- houdkundige proble- men van het ene gebied op het andere gebied worden afgewenteld (p 103).
De ruimtelijke aanspraken uit de deelstroomgebieds- visies uiterlijk 2007 vastleggen in beleids- en streekplannen (p 109) Geen bebouwing in gebieden die nodig zijn voor waterberging (p 108).
Waar nodig wordt het winterbed van de
VMB
Nee
VMB
VMB
VMB
Provincies wordt gevraagd dit over te nemen
De provincies en waterschappen primair zijn verantwoordelijk voor het
resultaat.
Taak provincie
Uitwerking door provincies
Uitwerken in provinciale
Ja
Ja
ja
Ja
Ja
Het structurerend principe is als één van de hoofdbeleidslijnen in het streekplan opgenomen.
Dit is ook in het streekplan vastgelegd.
In streekplan zijn waterbergings- en zoekgebieden aangegeven.
Voor de zoekgebieden moet dit nog nader afgebakend worden.
Is in streekplan verwerkt.
In het
Waterhuishuishoudingsplan 2005-2010 is e.e.a. verder uitgewerkt
Exacte wateropgave van de zoek gebieden worden voor 2007 nader uitgewerkt.
(Bethunepolder 2008).
E.e.a. is opgenomen in MAP en WHP.
Idem
In kader uitwerking WHP worden projecten nader
rivieren verbreed. Hierin mogen geen
grootschalige of kapitaalintensieve ontwikkelingen plaatsvinden. Zie ook PKB-kaart 4 (p 106).
In principe geen bebouwing in zone 100 meter binnendijks en 175 meter buitendijks (p 159).
Geen peilverlaging die leiden tot bodemdaling in gebieden met dikke laagveenpakketten.
Geen grondwateront- trekking die natuurlijke aanvulling overstijgt.
Geen peilverlaging in de hydrologisch kwetsbare delen van de EHS (p 108).
Motie 100:
peilverlaging niet absoluut uitsluiten.
Er volgt nog een PKB Ruimte voor de rivier.
PKB heeft betrekking op VMB
VMB
Nee
plannen en projecten.
Provincies leggen de definitieve zones in streekplan vast.
Provincies leggen de taakstellende afspraken over de ruimtelijke aanspraken voor de regionale watersystemen vast in beleids- en streekplannen (uiterlijk 2007).
Betrokken provincies stellen een regio advies
Ja
Ja
Nee
Is in streekplan verwerkt.
Is als taakstelling in streekplan opgenomen.
Advies is opgesteld.
uitgewerkt
Ook in MAP opgenomen.
Tevens relatie met Agenda Westelijk Weidegebied
de Rijntakken en de Maas. (p 107).
als input voor deze PKB op
Bescherming van natuurgebieden De EHS bestaat uit de door de provincie netto begrensde gebieden (p 112).
Motie 49: planologisch regime verruimen Moties 57 en 58: EHS systematiek te rigide.
Het rijk is samen met de provincie
verantwoordelijk voor de realisering van de EHS (p 112)
De robuuste ecolo- gische verbindingen zijn globaal opgenomen. Op de bruto begrenzing is een planologische basisbescherming van toepassing ( p 113).
Motie 51: verbindingen
VMB
VMB
Nee
Provincie begrenst binnen kaders Nota Ruimte
Provincie is verantwoordelijk voor de concrete uitvoering. EHS moet in 2018 klaar zijn.
De provincies zijn
verantwoordelijk voor een precieze begrenzing (uiterlijk 2008).
Ja
Nee
Ja
In streekplan is de netto EHS opgenomen.
Er is een concreet uitwerkingsprogramma.
In streekplan opgenomen (Veluwe- Utrechtse Heuvelrug, Westelijke natte as, Nieuwe Hollandse Waterlinie). Veluwe-Utrechtse Heuvelrug ook in reconstructieplan opgenomen.
Uitvoering is in volle gang.
Concrete begrenzingen worden opgenomen in een uitwerkingsplan. E.e.a. is in MAP aangekondigd en opgenomen in sectorplan.
pas na nader onderzoek en in overleg met provincies opnemen.
Poort bij Elst toevoegen.
Provincies moeten de natuur- en beheers- gebiedsplannen voor de robuuste
verbindingszones voor 2008 aanpassen (p 113).
De provincies leggen in hun ruimtelijk beleid vast welke natuur- kwaliteit beschermd moet worden, rekening houdende met de lan- delijke natuurdoelen- kaart en de bepalingen van de VHR en NB-wet (p 112).
Motie 80:Landelijke natuurdoelenkaart moet sturend zijn.
Het rijk vraagt de provincies tevens om, uiterlijk in 2005, vast te stellen welke milieu- en waterkwaliteit voor de bescherming van de
VMB
VMB
VMB
Provinciale taak
Provinciale taak
Provinciale taak Nee
Ja
Nee
Robuuste verbindingszones zijn in streekplan en reconstructieplan opgenomen.
In streekplan verwerkt.
In streekplan verwerkt.
Opgenomen in
sectorplanning. Planning Veluwe-Utrechtse Heuvelrug is gereed. Natte as afhankelijk van keuze tracé.
LNV stelt nieuwe landelijke natuurdoeltypekaart op, mede op basis van de input van de provincie.
Uitwerking vindt plaats in kader van Milieubeleidsplan
natuurgebieden vereist is en welke maatregelen daarvoor moeten worden genomen (p 112).
Provincies moeten rekening houden met de zonering uit de wet ammoniak en veehouderij(p 112).
Nee Provinciale taak Nee Relatie met reconstructieplan. In MAP is vaststelling
“zuurkaart” aangekondigd.
Opgenomen in sectorplan.
Compensatiebeginsel Initiatiefnemer van een plan is verantwoordelijk voor mitigerende maatregelen. Daaraan worden voorwaarden gesteld (p 116).
VMB Ja Compensatiebeginsel is in
streekplan opgenomen.
Wordt verder uitgewerkt in handleiding
bestemmingsplannen.
Cultuurhistorische waarden in natuur- gebieden
Provincies geven in streekplan aan hoe in natuurgebieden ecolo- gische en culturele waarden in stand ge- houden worden (p 117).
VMB Provinciale taak Ja In streekplan verwerkt.
Soortenbeleid
Nieuwe voorzieningen mogen geen aantasting opleveren voor be- schermde soorten en hun
VMB Provincies
moeten dit in streekplan regelen.
Ja In streekplan verwerkt.
leefgebieden (p 117).
Werelderfgoed Bescherming dient te worden geregeld in streek- en
bestemmingsplannen (p 118).
Linieperspectief Panorama Krayenhoff moet vertaling krijgen in streekplan (p 124).
VMB
Nee
Provinciale taak
Provinciale taak Ja
Ja
In streekplan verwerkt (Nieuwe Hollandse Waterlinie)
Visie is in hoofdlijnen in streekplan opgenomen.
Nationale landschappen In nationale land- schappen “ja mits”
beleid.
Slechts ruimte voor ten hoogste eigen bevol- kingsgroei.
Ruimte voor opvang regionale en lokale bedrijvigheid.
Geen grootschalige verstedelijkingslocaties (p 118).
Motie 20: Nee tenzij ipv ja mits beleid
Motie 22:
Grensverlegging Groene
VMB Provinciale
uitwerking Ja De planologische bescherming is in het streekplan uitgewerkt.
Hart pas na vaststelling landschappelijk plan.
Uitwerking beleid nationale landschappen:
provincies begrenzen en werken kernkwaliteiten uit.
Op basis daarvan worden integrale uitvoeringsprogram- ma’s gemaakt (p 118- 120).
Motie 21:
rijksbetrokkenheid vergroten.
VMB Provincies
verantwoordelijk.
Grens Groene Hart is in de PKB vastgelegd.
Ja Begrenzing Groene Hart is in streekplan overgenomen.
Begrenzing overige land- schappen via uitwerkingsplan (Arkenheem- Eemland, Nieuwe Hollandse Water- linie, Rivierengebied incl.
Kromme Rijn en
Langbroekerwetering en de Stelling van Amsterdam).
Uitwerking kernkwaliteiten door het opstellen van gebiedsprogramma’s.
Vervolgens opstelling van uitvoeringsprogramma’s.
E.e.a. is in MAP opgenomen.
Voor provinciaal landschap Utrechtse Heuvelrug wordt gebiedsprogramma opgesteld.
Daarin ook onderzoek naar versterking verblijfsrecreatie.
E.e.a. in MAP opgenomen (geen NR-actie).
Landschap Het rijk toetst of de provincies in de streek- plannen aandacht heb- ben besteed aan de landschappelijke kwaliteit (p 124).
VMB Uitwerking door
provincie.
Ja In streekplan uitgewerkt.
Kernkwaliteiten landschap zijn nader uitgewerkt in Nota Belvedere, Nota Landijs en Flora en Faunawet (p 124).
Nee Provincies
dienen hier rekening mee te houden en hieraan nadere invulling te geven.
Ja Betrokken bij streekplan. In MAP is opstellen actieplan landschap opgenomen.
Wonen, werken in buitengebied.
Rijk vraagt provincies planologisch kader op te stellen voor het bouwen in het buitengebied (p 125)
VMB Provinciale
uitwerking
Ja In streekplan verwerkt. Nadere uitwerking in handleiding be-
stemmmingsplannen. Hierbij voorwaarden uit Nota Ruimte betrekken.
Toerisme/recreatie Er moet ruimte
gecreëerd worden voor de veranderende toeristisch- recreatieve behoeften, waaronder recreatie als
nevenactiviteit bij boeren (p 125).
VMB Provincies
dienen hiertoe in streekplannen ruimte te scheppen
Ja In streekplan verwerkt. Stimuleren plattelandstoeris- me Verbeteren toeristiche bedrijfsvoering
Recreatiewoningen Permanente bewoning van recreatiewoningen wordt aan regels gebonden (p 126).
VMB Provincies
werken dit uit.
Ja Hoofdlijnen zijn in streekplan Neergelegd.
Beleidskader permanente bewoning recreatiewoningen in november 2004 door GS vastgesteld. In voorjaar definitieve versie t.k.n. naar cie. REG.
Ook uitwerking in Handleiding be- stemmingsplannen.
Bereikbaarheid groene ruimte
Bescherming landelijke routes voor wandelen, fietsen en recreatievaart (p 128)
VMB Provincies
werken dit uit
Ja Routestructuren zijn in streekplan opgenomen.
De belangrijkste onderdelen van het recreatietoervaartnet zijn in het streekplan opgenomen.
Knelpunten routes oplossen en duurzaam beheer
Landbouw
Niet grondgebonden en kapitaalintensieve land- bouw bundelen in landbouwontwikke- lingsgebieden (p 128- 129).
Op basis van
reconstructiewet dienen de betreffende
provincies
reconstructieplannen op te stellen (130).
VMB
Nee
Provincies werken dit uit en stellen het ruimtelijk beleid binnen deze gebieden vast.
Provinciale taak Ja
Parallel aan streekplan.
Hoewel geen van de in de Nota Ruimte genoemde land-
bouwontwikkelingsgebieden in de provincie ligt, is in het streekplan dit begrip ook uitgewerkt.
Reconstructieplan is inmiddels door de Staten vastgesteld en 1 maart 2005 goedgekeurd door het Rijk.
Ook relatie met
Reconstructiewet. Daarin zijn ontwikkelingsgebieden voor intensieve veehouderij vastgelegd.
H.4. GEBIEDEN EN THEMA’S
Randstad Holland De kwaliteit van de Heuvelrug versterken (p
Nee Groene kwaliteit versterken, mede
Ja. Hoofdlijn is in streekplan ver- werkt.
Er volgt een uitwerkingsplan o.b.v. discussie Hart van de
146).
Tegen eind decennium bezien of overloop vanuit Utrecht naar andere gebieden en vooral Flevoland (Al- mere) nodig is (p 150).
Rijnenburg mogelijk door grensverlegging Groene Hart (p 150) Motie 53: Rijnenburg neen.
Bij ontwikkeling Rijnenburg extra aandacht voor wateropgave en ontsluiting (p 150).
M.n. provincie geeft uitwerking aan mogelijke grote
stedelijke uitbreidingen in de regio(p 150).
Nee
VWB
VWB
Nee
door toevoeging kleinschalige woon- en werk- gebieden.
Goede monitoring en overleg tussen rijk en provincie
Betrekken bij planuitwerking.
Uitwerking maken
Ja
Ja
Ja
Ja
Is in streekplan opgenomen.
Gewijzigde grens opgenomen in streekplan.
Aandachtspunten zijn in streekplan opgenomen.
Tot 2015 in streekplan vastgelegd.
Heuvelrug.
Op basis van monitoring en lange termijn visie overleg met VROM over lange termijn
ontwikkelingsrichtingen.
In streekplan/MAP is goede monitoring t.a.v. voortgang woningbouw in de hele provincie aangegeven.
Aandachtspunten betrekken bij verdere planontwikkeling.
Ook relatie met Dotterlandschap
Periode na 2015 wordt opgepakt in NV-verband in kader van
Noordvleugelprogramma.
Ontgrondingen Provincies
verantwoordelijk voor ontgrondingen op het land (p 165)
Nee Provinciale taak. Nee In streekplan randvoorwaarden voor ontgronding aangegeven.
Afstoten militaire terreinen.
Project Feniks onderzoekt vervolg- bestemming (p 166).
Nee Provincies
betrokken.
Nee Relevant voor toekomst Soester- berg. In het streekplan zijn de randvoorwaarden voor de verdere ontwikkeling van Soesterberg opgenomen.
Over enkele kleinere terreinen vindt overleg met het Rijk plaats.
Maakt onderdeel uit van planvorming Hart van de Heuvelrug
Windenergie Provincies
verantwoordelijk voor 1500 MW (p 166-167).
Als de provincies niet aan de BLOW-
taakstelling voldoen zal het rijk de rijks-
projectenprocedure hanteren. (p 167)
VMB
Nee
Bestuursakkoord BLOW.
Ja Streekplan biedt ruimte. Uitvoering in kader van BLOW-convenant.
Stok achter de deur.
Transportleidingen Provincies nemen de ligging van transport- leidingen op in streek- plan. Zie ook kaart E (p 168).
Nee Provinciale taak Ja Leidingen zijn opgenomen in streekplan.
Drinkwater
De grondwaterbescher- mingsgebieden zijn op PKB kaart 8 aange- geven (p169)
PKB Provincies
dienen deze gebieden te beschermen.
Ja In streekplan verwerkt. Verdere uitwerking in kader WHP.
Concept 15-03-05 RenG/RSO/KM