• No results found

Maandag 21 december 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Maandag 21 december 2020"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Korte meditaties ten tijde van Advent Bundeling week 21 t/m 26 december 2020

Noordwijk, Adventstijd 2020

Beste gemeenteleden en betrokkenen,

Op de website, Facebook en via de rondzendmail geven ds Petra van der Burg, pastor Joost de Bruijn, ds Simon

Dingemanse, emeritus predikant Harry Pals van maandag t/m zaterdag vorm en inhoud aan een stukje inspiratie in de

Adventstijd. Zo pogen wij als PG Noordwijk, naast andere vormen van omzien, op afstand elkaar nabij te zijn in de Corona-Crisis. Bijdrage deze week: Emeritus predikant ds.

Harry Pals.

Maandag 21 december 2020

‘Alles went, behalve Advent’

‘Alles went, behalve Advent’– met die grappig verdraaide uitspraak van Jean- Jacques Suurmond (het origineel luidt ‘alles went, behalve een vent’…) begon en eindigde ik op de 1e adventszondag de preek in de Jeroenskerk. Inmiddels zijn we 3 adventsweken verder. Hopelijk zijn we nog steeds niet gewend…

Want met advent komt er iets op ons toe dat we niet zelf hadden kunnen bedenken, iets dat ons vreemd is, iets wat anders is dan alles van ons leven, dat ons leven ontregelt, wil veranderen.

Advent vraagt ons het tekort in ons leven te onderkennen, hoeveel duister daar in zit - om dan het hemelse Kerstlicht toe te kunnen laten... Advent ontmaskert pijnlijk de dingen waarmee we ons verzetten tegen het leven als waarlijk vrije mensen - en daarom is dat dus verrassend bevrijdend... In de bijbeltaal heet dat zonde: die dingen waarmee wij anderen, elkaar, onszelf tekort doen. Die worden nu (letterlijk) ont-dekt.

Ik denk aan de regels die mensen onzichtbaar maken; aan het vergeten, het ontrechten van de armen waarop onze wereld gebouwd is; aan de roofbouw op onze leefomgeving, op de aarde; aan het eindeloos laten wachten van vluchtelingen. Het goede dat wij oprecht menen en proberen te doen wordt veelvuldig ontkracht door de greep waarin we elkaar en anderen gevangen zetten - door bureaucratisering, door angst.

Advent wil zeggen: er schijnt een licht op ons en onze wereld van achter het donker. Niet ons licht, geen licht dat wij aandoen, voelen, bedenken – maar van

(2)

2

buitenaf: Gods licht. ‘Gods Woord wil deze wereld omgekeerd…’ [lied 1001 : 2]

Maar is dat geloofwaardig?

Het is alleen geloof-waardig, geloof waard, als het gegrond is in Jezus, in zijn leven, in zijn verhaal, in de verbondenheid met hem, in de gezamenlijke geraaktheid door hem. Dat is niet louter iets van het verleden – dat strekt zich uit naar een toekomst voorbij Kerst. Het is leven in verwachting van de voltooiing:

de dag komt, de grote dag, de dag van de Messias, de dag waarop Jezus gelijk krijgt met alles wat hij deed en zei.

Daarvoor zijn er deze weken voorafgaand aan Kerst: om aarzelend, tastend het uitzicht te vieren. Te vieren dat God in het kerstkind naar ons toe gekomen is, om ons duister te delen, om met ons het duister van onze wanhoop en uitzichtloosheid in te gaan. Dat God als Jezus zal komen om alle duister te overspoelen met licht, om alle tranen af te vegen. Dat God zo bij ons is, hier, nu – als de Komende, die zomaar bij ons binnen kan komen, in onze leegte.

Advent nodigt ons vooral uit om te ontvangen, dus open te staan, open te gaan – zoals Maria dat kon: openstaan voor een kind, als een uiterste groet van God.

Voor haar gold bij uitstek: alles ging ondersteboven.

De komende dagen wil ik stilstaan bij deze Maria, als modelfiguur om Kerst te gaan beleven, naar Kerst toe te leven.

Dinsdag 22 december 2020

Maria uit Nicaragua

Afgelopen zondag klonk in veel kerken het verhaal van de engel die op bezoek gaat bij Maria, om de bijzondere onmogelijke geboorte van haar kind aan te kondigen. Gods bode daalt af naar een meisje uit Nazareth, uit het verachte Galilea. De evangelist Lucas vertelt dit verhaal en hij brengt daarin het hoge en lage samen. Hij is zijn evangelie begonnen in het hoog aangeschreven religieuze centrum Jeruzalem, in de tempel, met priester Zacharja, die eerst tot zwijgen moet komen om God te verstaan. En meteen daarop richt Lucas de focus op het geminachte randgebied, naar een niet-geziene jonge vrouw, die niet meetelde - omdat ze in achterafgebied woonde, omdat ze geen status had, omdat ze zonder man was, omdat ze vrouw was…

Deze Maria was geen christen en is alleen daarom al dus niet van de kerk, niet van ons. Ze hoort bij Israel – daar zal het morgen over gaan. Vandaag richt ik de aandacht erop dat zij bij het Israel van de armen hoort.

(3)

3

Ik herinner me een priester - Ernesto Cardenal - die het verhaal van Maria las met de armen van zijn dorp, Solentiname in Nicaragua (Midden-Amerika). Dat was in de tijd dat het volk in opstand kwam tegen dictator Somoza, in de 70-er jaren van de vorige eeuw.

De dorpelingen zeiden vol verbazing: Maria is net als wij, net zo arm en veracht, niemand die rekening houdt met haar - en ook niet met ons; en zij staat op, ze komt in opstand, ze gelooft in verandering – net als wij hier in Nicaragua...

Ze bespreken het verhaal van de aankondiging van de engel aan Maria [‘Het evangelie in Solentiname. Nicaraguaanse boeren praten over verhalen uit de bijbel’] :

De oude Tomás Peňa zegt: ‘De engel feliciteert haar omdat zij moeder gaat worden van de messias en hij feliciteert ook ons daarmee omdat dat wil zeggen dat de verlosser niet onder de rijken, maar onder ons, armen, geboren gaat worden.’

Felix: ‘De bevrijder móest wel onder de onderdrukten geboren worden.’

Don Julio: ‘Hij ging de verdrukten bevrijden, en daarom moest hij een van hún zijn. Als hij gekomen zou zijn om de rijken te bevrijden, zou hij rijk geboren zijn.’

Pablo: ‘De rijken hebben geen bevrijding nodig, de armen wel. De uitbuiters zijn niet degenen die bevrijd gaan worden.’

Oscar: ‘Ze zullen bevrijd worden van hun uitbuiting.’

Olivia: ‘De rijken zowel als de armen zullen bevrijd worden. Wij armen zullen bevrijd worden van de rijken. De rijken zullen van zichzelf bevrijd worden, dat wil zeggen, van hun rijkdom. Want zij zijn méér slaaf dan wij.’

Het is altijd heilzaam om bekende bijbelverhalen te horen met oren uit een andere cultuur, uit een andere levenssituatie dan de onze. Maar ik word er wel verlegen van. Ik hoor vragen afkomen op mij, op ons: Wat betekent die andere manier van luisteren voor ons, voor onze rijkdom? Waarvan moeten wij bevrijd worden? En hoe kan het dat (wij) christenen in ons werelddeel politiek meestal in het makkelijke midden staan?

Woensdag 23 december 2020

Maria is Mirjam

Maria is Jodin, een kind van Israel, een vrouw die vol is van de geschiedenis van haar volk, vol van de verhalen en woorden van dat volk. En die heeft ze later ongetwijfeld doorgegeven aan haar zoon Jezus. Ze heette natuurlijk niet Maria, maar met haar joodse naam Mirjam, naar de zus van Mozes die voorop liep in de bevrijding van Israel uit Egypte.

(4)

4

Aan de basis van die uittocht staan vrouwen. Allereerst de vroedvrouwen die de Joodse jongetjes listig laten leven. En Mozes heeft 2 moeders en een zus, alle 3 essentieel voor zijn levenskansen. Zus Mirjam waakt over haar broertje, brengt de beide moeders heel inventief samen. Ze is een onmisbare schakel.

En aan de andere kant van de bevrijding, als de geweldsmacht is verzopen in de zee, is Mirjam er weer naast Mozes, nu met naam en toenaam: profetes! – iemand die doorziet, ziet waar het om gaat. Zo gaat ze voor in de lofzang, ze voegt vrouwenstemmen toe aan het mannenlied van Mozes dat al geklonken heeft, ze voegt het lichamelijke toe, met de dans, de reidans waarin de vreugde vorm krijgt.

Ze zingt voor, het lied van de bijzondere Bevrijder-God, die hoog is omdat hij laag ziet, die zijn hoogheid inzet om de aardse hooggeplaatsten neer te smijten, de zee in: weg met de paarden en wagens, de tanks en straaljagers van toen, naar de schroothoop met hen - dat is wat deze God wil!

Deze Mirjam verbindt: vrouwen en mannen in de bevrijding, moeders met elkaar, God en mensen in haar lied. Zoals haar latere naamgenoot Maria dat doet, die ook haar loflied zingt: rijke jij blijft nergens, arme jij zal leven, hoog ja hoog! Nieuw lied, oud verhaal van toen, van nu.

Je zou in dubbele zin kunnen zeggen: gelovigen staan aan de zij-kant – want daar is God. In het midden is het te druk met van alles en nog wat, met wat steeds moet;

daar moeten de zaken draaiende gehouden worden. Aan de zij-kant is ruimte, ruimte voor het nieuwe, het andere… De kerk is weg uit het midden, uit het centrum van de macht, uit die grote kerken naar een kleine kapel. De kerk is in de marge terecht gekomen – gelukkig maar, want: wat een kansen om daar nieuw te worden.

En misschien staat de zij-kant ook wel tegenover de hij-kant. Misschien brengen vrouwen andere dingen in: meer praktijk, meer zorg. Maar mannen kunnen en moeten dat ook – als ze het nog niet kunnen, kunnen ze het leren…

Donderdag 24 december 2020

Maria’s lied van omkeer

‘Vannacht zal het wonder gebeuren…’ (Hanna Lam over de nacht van de uittocht).

‘Deze nacht doe ons weten dat Gij het zijt, Gij zelf’ (Huub Oosterhuis over de Kerstnacht)

(5)

5

Maria behoort toe aan de geschiedenis die God is begonnen met mensen die zich toevertrouwen aan Zijn roepstem. Als zij de engel gehoord heeft, als zij vol vertrouwen gezegd heeft ‘laat het zo aan mij gebeuren/geschieden’, staat zij op - dat betekent in de bijbel altijd dat zij voluit gaat leven, haar plaats gaat innemen in Gods geschiedenis; dat is opstaan.

Zij reist naar haar lotgenote, haar bondgenote Elisabeth (die op hoge leeftijd zwanger is van haar zoon Johannes, die later ‘de Doper’ genoemd zal worden) - twee onmogelijk zwangere vrouwen, de één te vroeg, de ander te laat. Ik zie een ontroerend beeld voor me: hoe zij daar bij elkaar staan, elkaar groeten, het leven doorgeven, hoe het leven opspringt in hen, hen verbindt met de toekomst, met elkaar. Zij verenigen zich met elkaar, zij verenigen zich met God, hun geest verenigt zich met Gods Heilige Geest: geest/adem (dat is in de bijbel hetzelfde woord) stroomt binnen en vult Maria’s longen en ze zingt. Er klinken woorden ontleend aan haar bondgenote uit Israels geschiedenis, Channah, die ook de omkeer van haar vernedering beleeft in haar zwangerschap (zie I Samuel 2).

Zo vertelt Lucas het Kerstthema van het ‘En het geschiedde’: God is hier heel bijzonder aan het werk - in, door mensen.

In het lied dat Maria zingt klinkt een bijzondere hoge c: Gods ‘christelijkheid’ (of beter: ‘christus-lijkheid’) ligt erin dat Die zijn hoogheid zoekt in de diepte: in het verheffen van de kleine en geringe. Dat is de kern van Maria’s lied. ‘Mijn ziel maakt groot de Eeuwige’, want Die deed aan mij – geringe - grote dingen: Hij haalt de groten neer, en maakt de kleinen groot - daarin ligt de eer, de bijzonderheid van deze God. ‘Al wat hoog staat aangeschreven / zal Gods woord niet overleven’ [lied 1001 : 1].

Halen we die hoge c? Of moeten we wat bescheidener worden met die c in al die organisaties van ons? Moeten we een toontje lager zingen? Misschien moet ons geloof maar blijken uit wat we doen, uit wie we zijn…

Stel je voor dat onze adventsgebeden in de geest van Maria verhoord worden.. Je zou er bang van worden. Maar de engel zegt: ‘Niet vrezen!’

Misschien kan een tekst uit de gemeenschap van het Schotse Iona ons hierbij helpen:

Wij moeten een weg bereiden.

Paden rechtmaken die onbegaanbaar werden door onze zelfzucht en behoeften.

We vergaten de ruimte waar genade woont, en de boodschap van de engel: ‘Vrees niet!’

We zijn bang voor de blijdschap die ze beloofde.

(6)

6

We vrezen de reis, de zware tocht, de bittere kou, de deuren die voor onze neus dichtgeslagen worden.

Dat we zullen gaan bevallen: het jaagt ons angst aan.

En toch: in ons binnenste zuchten en dorsten we naar onschuld.

We moeten de donkere stal van ons hart ingaan, het oude stro van boosheid en trots wegdoen, onze handen vies maken en moeite doen

om het frisse, geurige hooi van welkom te vinden, een kandelaar van hoop aan te steken,

en in eenvoud te wachten op de geboorte van Verwondering. [vert. Roel Bosch]

Vrijdag 25 december – Eerste Kerstdag

Moeder Maria - met herders en wijzen Soms vraag ik me af

of Maria Jezus borstvoeding gaf,

of ze het uitschreeuwde als hij haar beet.

En soms vraag ik me af of het te gewoon is

om dit te vragen in een kerk

vol mannen zonder melkvlekken op hun overhemd…

Maar dan denk ik aan het voeden van Jezus, het baren van Jezus,

het bloedverlies

en de geur van zweet,

het zout van moedertranen…

En dan denk ik:

als de gewoonheid van de geboorte niet eerlijk gepredikt wordt door mannen die macht hebben maar geen lasten dragen, door mannen die autoriteit hebben maar nooit onderdanig zijn, dan moet er helemaal niet over gepreekt worden.

Want het echte schandaal van de geboorte van God zit in de gebarsten tepels van een 14-jarige…

[naar een gedicht van Kaitlin Hardy Shetler; vert. H.P.]

(7)

7

Een heftig, confronterend gedicht; lichamelijk, nabij – zeker voor vrouwen. Wat het gedicht verwoordt blijft dicht bij Maria’s ervaring, de ervaring van elke barende moeder. Deze geboorte wordt een ‘schandaal’ genoemd, letterlijk een

‘struikelblok’, aanstootgevend: dat God zo ‘vleselijk’ verknoopt is met dit allergewoonste vrouwenlichaam. Dat is de kern van Kerst.

Wat zal dit Maria moeite gekost hebben. Vragen zullen al maandenlang door haar hoofd gespookt hebben: Wat betekent dit allemaal voor mij? En voor mijn kind?

Hoe moet dit verder? Met die vragen zie ik haar daar op het smerige stro in de stal liggen, na de geboorte van Jezus - afgemat, overweldigd, vol liefde.

Maar dan is ze opeens in vertrouwd gezelschap, als er herders op kraamvisite komen in de stal. Ongeletterde, volkse jongens, gemeden door nette mensen. Maar Maria verstond ze wel: het waren ‘haar soort mensen’. En ze hebben, net als Maria, engelen gezien en gehoord, met een boodschap: er is een koningskind geboren! Gaat dit echt over mijn kind? moet Maria gedacht hebben.

En later komen er ook nog vreemden in de stal, wijzen uit het oosten. Lui die het erg hoog in hun bol hebben, die veel te dure cadeaus geven. Maar ze knielen wel.

En ook al hebben zij geen engelen gezien, een ster zagen ze wel, en ze begrepen de boodschap: er is een koningskind geboren! Gaat dit echt over mijn kind? moet Maria gedacht hebben.

Ja, dit kind wordt allereerst als koningskind herkend door nederige mensen - en dan ook door hooggeplaatste mensen. In die rij bevinden wij ons ook ergens.

“En Maria bewaarde al deze woorden, ze overwegende in haar hart” (Lucas 2 : 19)

Zaterdag 26 december – Tweede Kerstdag

Kerst blijft Advent – via Pasen

Tweede Kerstdag is een vreemde vierdag. Geen zondag, maar ook geen gewone weekdag. In de Middeleeuwen zijn er steeds feestdagen toegevoegd aan de grote kerkelijke feesten, om nog een extra dag vrij en plezier (en markten) te hebben.

Maar eigenlijk was 26 december vanouds geen dag om aan het kerstkind te denken, maar om een martelaar te gedenken: Stefanus. Hij was één van de eerste diakenen van de Jezusgemeente in Jeruzalem. Net als de herders van Bethlehem zag hij de hemel opengaan – maar toen werd hij gestenigd om zijn geloof in Messias Jezus (zijn levensverhaal staat in het boek Handelingen, in de hoofdstukken 6 en 7).

Het samenvallen van deze dagen is een aanwijzing dat de geboorte van het kind in de kribbe verzet oproept. Allerlei machtigen voelen zich in hun macht

(8)

8

aangetast. Een kerk die voor deze macht niet wijkt zal de gevolgen merken. Zoals het kerstkind Jezus het zelf in zijn leven aan den lijve gevoeld heeft – en het niet uit de weg is gegaan.

Ik was enige tijd geleden een kerstboom aan het bestellen. "Wilt u er een kruis bij?", vroeg de kerst-man. "Ja, doe er maar een kruis onder", antwoordde ik. Ik zei nog net niet: bij een kerstboom hoort ook een kruis...

Maar ik dacht bij mezelf wel: ja, dat is wonderlijk waar: het fundament van Kerst is Pasen! Daarheen leidt ons dit kind…

Kerst belooft meer dan kortstondige glitter. Kerst-feest is Christus-feest, en zo wordt dat feest door alle tijden heen gedragen, door mensen die de weg van Christus op zich nemen. In geloof, hopend op het waar woorden van de belofte die nog uitstaat: de komst van een Rijk van liefde.

Een stoet van getuigen door de eeuwen heen trekt ons mee op deze weg. De prediker die in het boek Hebreeën aan het woord is somt (in hoofdstuk 11) een lange rij op. En die lijst kan eindeloos geactualiseerd worden, en dat gebeurt ook steeds – tot de tijd dáár is. En dat zal niet zonder ons zijn, voegt de prediker van Hebreeën tenslotte bemoedigend toe.

Dit beluister ik in een lied, dat zowel bij de kerstnacht als bij de paasnacht past:

Nacht van droom en van verlangen draagt het schemerlicht ternauwernood.

Onuitwisbaar groeit verlossing in de barensweeën van de tijd.

Onmiskenbaar moe gedragen wijkt het duister voor het volle licht.

Dan zingen sterren van de hemel één voor één

rivieren dansen de woestijn in meer dan twee

wij lopen recht op kronkelpaden

naar jou toe. [Jannet Delver, cd ‘Tussen de tijd’]

Dat is de adventsbelofte die juist na Kerst des te meer geldt en wenkt – langs Pasen en verder.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangekomen aan de voorzijde van het museum, in de regentenkamer, han- gen twee portretten van Goudse geestelijken uit de 17e eeuw, pastoor Pieter Purmerent en zijn kapelaan Willem

Pas wanneer er geen zaadcellen meer in het sperma worden aangetroffen en wij u daar schriftelijk over hebben geïnformeerd, is de ingreep geslaagd. Wat te doen in geval van ziekte

De urineleider die dóór de prostaat loopt, wordt dan afgekneld en de blaas moet meer krachtsinspanning leveren.. Soms blijft urine in de

U moet dus alleen kiezen voor sterilisatie als u er zeker van bent dat u geen kinderen meer wilt..

Wanneer u alle informatie over de sterilisatie heeft gekregen en begrepen, kunt u beslissen of u de ingreep wilt laten uitvoeren. Omdat het gaat om een behandeling

Soms adviseert de arts een echo te maken, bijvoorbeeld als bij lichamelijk onderzoek afwijkingen zijn, of bij een afwijkende hoeveelheid of kwaliteit van de zaadvloeistof. Biopsie

Tevens zal u voorafgaand aan uw bezoek gevraagd worden urine en bloed in te leveren voor nader

Geloof ons wanneer we zeggen dat las je hem het gevoel geeft dat je die lingerie speciaal voor hem hebt aangetrokken hij je alleen maar meer wilt.. Mannen houden ervan wanneer