RC/2015.01577.02/MJH/YB
ADMINISTRATIEVOORWAARDEN
Op tweeëntwintig mei tweeduizend vijftien verschenen voor mij, mr. Rob Cremers, ___
notaris te Purmerend: ___________________________________________________
A. de heer Hendricus Willibrordus KONING, Nederlands paspoortnummer: ________
NR49KK9R3, geldig tot veertien oktober tweeduizend vierentwintig, wonende ____
Jupiterlaan 29, 1131 VE Volendam, gemeente Edam-Volendam, geboren te _____
Edam op achttien december negentienhonderdzevenenveertig; _______________
B. de heer Cornelis Antonius Maria ZWARTHOED, Nederlands paspoortnummer: __
NYDJ53379, geldig tot eenentwintig maart tweeduizend zeventien, wonende ____
Gouden Slot 40, 1132 RT Volendam, gemeente Edam-Volendam, geboren te ___
Edam op eenentwintig juli negentienhonderddrieënvijftig; ____________________
C. de heer Hendrikus Henri Maria SCHILDER, Nederlands paspoortnummer: ______
NT7RF4045, geldig tot negen december tweeduizend achttien, wonende _______
Rokersgracht 12, 1131 CA Volendam, gemeente Edam-Volendam, geboren te ___
Edam op dertien december negentienhonderdtweeënzestig, _________________
handelend als bestuurders van de stichting: STICHTING CROWDFUNDING ________
GLASAAL VOLENDAM, statutair gevestigd te gemeente Edam-Volendam, met _____
adres: Morseweg 7, 1131 PE Volendam, hierna te noemen: ‘de Stichting’, en als _____
zodanig bevoegd deze stichting rechtsgeldig te vertegenwoordigen. _______________
De verschenen persoon heeft mij, notaris, het volgende verklaard: ________________
INLEIDING ___________________________________________________________
I. Om kapitaal bijeen te brengen voor het project van Glasaal Volendam B.V. om __
de kweek van paling mogelijk te maken teneinde de paling van uitsterven te _____
behoeden én paling op commerciële basis te kweken, is een crowdfundactie ____
gestart. De deelnemers aan deze crowdfundactie verkrijgen tegen betaling van __
hun inleg een certificaat van een (of een half) aandeel.______________________
Met Glasaal Volendam B.V. wordt bedoeld: de besloten vennootschap met ______
beperkte aansprakelijkheid: Glasaal Volendam B.V., statutair gevestigd te ______
Volendam, met adres: Morseweg 7, 1131 PE Volendam, ingeschreven in het ____
handelsregister onder dossiernummer 37143925 (hierna ook te noemen: ‘de ____
Vennootschap’) ____________________________________________________
II. De onder I bedoelde certificaten van aandelen geven in hoofdzaak recht op de ___
waarde van het aandeel én op de winst die daarop wordt uitgekeerd. De ________
certificaten worden uitgegeven door de Stichting, die de aandelen waarvan zij ___
certificaten uitgeeft in eigendom heeft. Het stemrecht dat aan de aandelen is ____
verbonden en het recht om algemene vergaderingen bij te wonen blijft bij de ____
Stichting: houders van certificaten van deze aandelen kunnen hierop geen ______
aanspraak maken. __________________________________________________
III. De rechten en verplichtingen van de houders van certificaten van aandelen en de Stichting worden nader uitgewerkt in deze administratievoorwaarden. De hiervoor vermelde aandelen worden hierna genoemd: ‘de Aandelen’. _________________
ADMINISTRATIEVOORWAARDEN: _______________________________________
Artikel 1 - Inleidende bepalingen _________________________________________
1. De rechten en plichten van iedere certificaathouder ten opzichte van de Stichting worden bepaald door deze administratievoorwaarden en door de statuten van de Stichting, zoals deze nu luiden of in de toekomst zullen luiden. _______________
2. Iedere certificaathouder ontvangt op zijn schriftelijk verzoek van de Stichting ____
tegen ten hoogste de kostprijs een exemplaar van de tekst van de statuten van __
de Stichting en van deze administratievoorwaarden. _______________________
Artikel 2 - Certificaten _________________________________________________
1. De Stichting kent voor elk door hem ten titel van administratie verkregen aandeel één certificaat toe, waaraan in de statuten van de Vennootschap geen _________
vergaderrecht is toegekend. __________________________________________
Het nominale bedrag, de soort en het nummer van het certificaat stemmen _____
overeen met die van het aandeel waarvoor het certificaat is toegekend. ________
De Stichting heeft ook de mogelijkheid van een aandeel twee certificaten uit te __
geven, die corresponderen met de helft van het betreffende aandeel. __________
2. De certificaten luiden op naam. ________________________________________
Certificaatbewijzen worden niet uitgegeven. ______________________________
Artikel 3 - Register van certificaathouders ________________________________
1. De Stichting houdt een register van certificaathouders, waarin de namen en ____
adressen van de certificaathouders zijn opgenomen, met vermelding van het ____
aantal, het bedrag, de soort en de nummers van de door ieder van hen gehouden certificaten. Indien van een aandeel twee certificaten zijn uitgegeven wordt het __
nummer van deze certificaten gevolgd door respectievelijk een 'A' of een 'B'. ____
2. In het register van certificaathouders worden ook de namen en adressen _______
opgenomen van hen die een recht van vruchtgebruik of een pandrecht als ______
bedoeld in deze administratievoorwaarden hebben op certificaten, met _________
vermelding van het aantal, het bedrag, de soort en de nummers van de ________
certificaten waarop hun recht betrekking heeft. ____________________________
Ook wordt vermeld of aan de vruchtgebruiker of pandhouder de rechten bedoeld _ in lid 6 van dit artikel toekomen. _______________________________________
3. Het register van certificaathouders wordt regelmatig bijgehouden. _____________
Iedere certificaathouder, en ook de vruchtgebruiker of pandhouder van ________
certificaten aan wie de in lid 6 van dit artikel bedoelde rechten toekomen, is _____
verplicht ervoor te zorgen, dat zijn adres bij de Stichting bekend is. ____________
Kennisgevingen en oproepingen worden door de Stichting gedaan aan het _____
opgegeven adres. __________________________________________________
4. Aan degene die in het register zijn ingeschreven wordt op hun verzoek om niet __
een uittreksel uit het register verstrekt met betrekking tot hun rechten op _______
certificaten. _______________________________________________________
5. Het register ligt op de Stichting ter inzage van de certificaathouders en van de ___
vruchtgebruikers en pandhouders van certificaten aan wie de in het volgende lid _ vermelde rechten toekomen. __________________________________________
6. Tenzij bij de vestiging van een recht van vruchtgebruik of een pandrecht op een _ certificaat uitdrukkelijk aan de vruchtgebruiker of pandhouder de aan het _______
certificaat verbonden vergader- en zeggenschapsrechten werden toegekend, ___
komen deze rechten toe aan de certificaathouder. _________________________
Artikel 4 - Gemeenschap _______________________________________________
Als certificaten of beperkte rechten daarop tot een gemeenschap behoren, kunnen de deelgenoten zich slechts door één schriftelijk aan te wijzen persoon tegenover de ___
Stichting doen vertegenwoordigen. ________________________________________
Artikel 5 - Levering van certificaten, pandrecht, vruchtgebruik ________________
1. De levering van certificaten vindt plaats bij onderhandse of notariële akte en _____
mededeling van die levering aan de Stichting. _____________________________
2. Het bepaalde in het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing op de ___
vestiging en de levering van een recht van vruchtgebruik op certificaten en op de _ vestiging van een pandrecht op certificaten. ______________________________
3. Het aan een certificaat verbonden vergaderrecht kan pas ten opzichte van de ___
Vennootschap worden uitgeoefend nadat de Vennootschap de levering heeft ____
erkend of de akte aan haar is betekend als bedoeld in artikel 2:196c Burgerlijk ___
Wetboek. _________________________________________________________
Artikel 6 - Blokkeringsregeling __________________________________________
Certificaten van aandelen zijn vrij overdraagbaar, de in de statuten van de __________
Vennootschap opgenomen blokkeringsregeling is niet van toepassing. _____________
Artikel 7 – Verplichtingen en eisen _______________________________________
1. Een bepaling in de statuten van de Vennootschap die een verplichting of eis als __
bedoeld in artikel 2:192 lid 1 Burgerlijk Wetboek inhouden met betrekking tot de __
Aandelen en die aan de Stichting als aandeelhouder is verbonden, is van _______
overeenkomstige toepassing met betrekking tot de certificaten van de Aandelen __
respectievelijk de betreffende houder van deze certificaten. __________________
2. De Stichting is jegens de certificaathouders verplicht om zich te onthouden van __
instemming met het stellen van eisen of verplichtingen met betrekking tot de ____
Aandelen indien die eisen of verplichtingen een financiële verplichting opleggen __
aan de houders van die Aandelen, anders dan het volstorten van de Aandelen, of anderszins een aanzienlijke bezwaring inhouden van het certificaathouderschap _ en naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aan de certificaathouders __
kunnen worden opgelegd. ____________________________________________
3. Waar in de betreffende bepaling in de statuten van de Vennootschap sprake is __
van aandeelhouders wordt daaronder certificaathouders verstaan. ____________
4. De houder van de betreffende certificaten is gehouden op eerste verzoek van de _ Stichting aan de betreffende verplichting of eis te voldoen, op de wijze als bij het _ verzoek is aangegeven. ______________________________________________
Artikel 8 - Dividenden en andere uitkeringen _______________________________
1. De Stichting int de dividenden en andere uitkeringen op de geadministreerde ____
Aandelen. De Stichting stelt de dividenden of andere uitkeringen onmiddellijk ____
betaalbaar, met in achtneming van het bepaalde in lid 8 hierna. De Stichting doet_
schriftelijk mededeling van de betaalbaarstelling aan de rechthebbenden. _______
2. Als de Vennootschap bonusaandelen of een stockdividend toekent, neemt de ___
Stichting deze Aandelen in administratie onder toekenning aan de _____________
rechthebbenden van certificaten tot hetzelfde nominale bedrag als de verkregen _ Aandelen. _________________________________________________________
3. Als de Vennootschap besluit tot kapitaalvermindering door het nominale bedrag __
van de Aandelen te verminderen, zal het nominale bedrag van de certificaten ____
overeenkomstig worden verminderd. Als de Aandelen worden ingetrokken, gaan _ de daartegenover uitgegeven certificaten teniet. ___________________________
4. Als de Vennootschap op de Aandelen een uitkering doet naar keuze van de _____
aandeelhouder in geld, dan wel in andere waarden, doet de Stichting daarvan zo _ spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de rechthebbenden, met het verzoek hun keuze schriftelijk aan de Stichting kenbaar te maken binnen de bij die ______
mededeling te stellen termijn. Als rechthebbenden niet of niet tijdig hun keuze ___
hebben uitgebracht, zal de uitkering door de Stichting in geld plaatsvinden. _____
5. Als de aandeelhouders een voorkeursrecht kunnen uitoefenen ten aanzien van __
de verkrijging van de Aandelen, hetzij bij uitgifte van nieuwe Aandelen, hetzij ____
anderszins, stelt de Stichting de certificaathouders daarvan schriftelijk zo spoedig mogelijk in kennis en stelt het de certificaathouders in de gelegenheid hun ______
voorkeursrecht tot verkrijging van certificaten uit te oefenen. De certificaathouders moeten dan binnen de bij de kennisgeving gestelde termijn aan de Stichting ____
schriftelijk kenbaar maken of, en in hoeverre, zij hun voorkeursrecht willen ______
uitoefenen. Ook moeten zij overeenkomstig dat wat de Stichting hierover bij de __
kennisgeving meedeelt depot of andere zekerheid stellen voor de betaling van de te verkrijgen certificaten. _____________________________________________
Als en voor zover certificaathouders van hun rechten geen gebruik maken en ___
deze rechten een geldswaarde vertegenwoordigen, realiseert de Stichting zo ___
mogelijk die geldswaarde. De opbrengst wordt onmiddellijk naar evenredigheid __
over de betrokken certificaathouders verdeeld. De op grond van het ___________
voorkeursrecht verkregen Aandelen worden door de Stichting in administratie ___
genomen. ________________________________________________________
6. Door de Stichting ontvangen liquidatie-uitkeringen op de Aandelen worden _____
onmiddellijk aan de certificaathouders tegen inlevering van de certificaten ______
afgedragen. _______________________________________________________
7. De rechten uit de certificaten ten opzichte van de Stichting op dividend of op ____
andere uitkeringen verjaren door verloop van vijf jaren na de dag waarop zij ____
betaalbaar zijn gesteld. ______________________________________________
8. Elke uitkering door de Stichting aan een certificaathouder vindt plaats onder de __
ontbindende voorwaarde dat de Stichting op grond van artikel 2:216 lid 3 _______
Burgerlijk Wetboek (dan wel op grond van een andere bepaling die de regeling __
van bedoeld artikel 2:216 lid 3 Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige _______
toepassing verklaart of beoogt een zelfde regeling van toepassing te laten zijn) __
gehouden is het in die bepaling bedoelde tekort te vergoeden. Als de __________
ontbindende voorwaarde in werking treedt, is een certificaathouder op eerste ___
verzoek van de Stichting verplicht dat gedeelte van de uitkering, vermeerderd met wettelijke rente als bedoeld in artikel 2:216 lid 3 Burgerlijk Wetboek, als de _____
Stichting bij het verzoek aangeeft, aan de Stichting te voldoen. _______________
Het bepaalde in artikel 7 lid 4 van deze administratievoorwaarden is van _______
overeenkomstige toepassing. _________________________________________
9. Indien van een aandeel twee certificaten toekomen komen de hiervoor genoemde rechten toe aan de betreffende houders, ieder voor de helft. _________________
Artikel 9 - Uitoefening van rechten _______________________________________
1. De Stichting oefent de aan de Aandelen verbonden rechten - waaronder het ____
stemrecht - uit in overeenstemming met het doel van de Stichting. ____________
2. De Stichting dient de belangen van de certificaathouders mee te wegen in het ___
uitoefenen van de Aandelen verbonden rechten, waaronder het stemrecht. _____
Artikel 10 - Vervreemding Aandelen ______________________________________
1. De Stichting mag de Aandelen niet verpanden en ook geen overeenkomsten ____
aangaan die daartoe strekken. ________________________________________
2. De Stichting heeft de bevoegdheid om de Aandelen te vervreemden. Bij _______
vervreemding anders dan vermeld in het volgende artikel, is de Stichting verplicht de opbrengst onmiddellijk uit te keren aan de certificaathouders, tegen inlevering van de certificaten. _________________________________________________
3. De Stichting is bij een vervreemding van de Aandelen aan de certificaathouders __
rekening en verantwoording verschuldigd over zowel het besluit om tot verkoop __
ver te gaan als over de uitvoering daarvan. _______________________________
Artikel 11 - Einde van de administratie (royement) __________________________
1. Certificaathouders zijn uitsluitend in de volgende gevallen bevoegd de ten titel ___
van administratie overgedragen Aandelen van de Stichting terug te vorderen en __
zijn in die gevallen ook verplicht mee te werken aan de levering van die ________
Aandelen: _________________________________________________________
a. bij een besluit tot opheffing van de administratie als bedoeld in artikel 9 van __
de statuten van de Stichting; en ____________________________________
b. bij ontbinding van de Stichting; _____________________________________
c. als de Stichting onherroepelijk failliet is verklaard. ______________________
2. Als in de gevallen, bedoeld in het vorige lid, certificaathouders nalatig blijven in __
hun verplichting tot medewerking aan de levering van de Aandelen, is de _______
Stichting onherroepelijk gevolmachtigd die verplichting namens de betrokkenen __
na te komen. ______________________________________________________
3. De certificaten kunnen slechts tegen afgifte van de Aandelen worden ingetrokken dan wel geleverd. ___________________________________________________
Artikel 12 – Verplichting vrijwaring _______________________________________
Elke certificaathouder voor zich is ten aanzien van de door hem gehouden _________
certificaten, gehouden de Stichting te vrijwaren voor elke aanspraak die voortvloeit uit of verband houdt met: ___________________________________________________
a. de verplichting het tekort te vergoeden als bedoeld in artikel 2:216 lid 3 Burgerlijk _ Wetboek alsmede elke andere bepaling die bedoelde verplichting van__________
overeenkomstige toepassing verklaart dan wel beoogt een zelfde regeling van ___
toepassing te laten zijn; deze vrijwaring strekt niet verder dan het maximaal door _ de Stichting te vergoeden bedrag als gevolg van een uitkering op de Aandelen ___
van de certificaten die door de betreffende certificaathouder worden gehouden; __
alsmede __________________________________________________________
b. een verplichting of eis als bedoeld in artikel 2:192 lid 1 Burgerlijk Wetboek. ______
De vrijwaring als bedoeld onder (a) eindigt niet als een certificaathouder om welke ___
reden ook niet langer houder is van de certificaten waarop de betreffende uitkering ___
heeft plaatsgehad en de vrijwaring als bedoeld onder (b) eindigt niet als een ________
certificaathouder om welke reden ook niet langer houder is van de certificaten waarop de betreffende uitkering heeft plaatsgehad, indien en voor zover de voormalige ______
certificaathouder dan nog gehouden is een verplichting als bedoeld in artikel 2:192 ___
lid 1 Burgerlijk Wetboek na te komen. _______________________________________
AANGEHECHTE STUKKEN
_________________________________________Aan deze akte zijn geen annexen gehecht. __________________________________
SLOT
_______________________________________________________________De verschenen personen zijn mij, notaris, bekend en hun identiteit is door mij, notaris, aan de hand van de hiervoor vermelde documenten vastgesteld. _________________
DEZE AKTE is opgemaakt te Purmerend op de datum aan het begin van deze akte __
vermeld. _____________________________________________________________
Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en een toelichting daarop aan de __
verschenen personen hebben zij verklaard tijdig voor het passeren daarvan kennis te _ hebben genomen. De verschenen personen hebben vervolgens verklaard op _______
volledige voorlezing van de akte geen prijs te stellen en met de inhoud in te stemmen.
Onmiddellijk daarna is de akte beperkt voorgelezen en door de verschenen personen en daarna door mij, notaris, ondertekend. ___________________________________
Volgt ondertekening.
VOOR AFSCHRIFT w.g. mr. R. Cremers
Het afschrift is geen afschrift als bedoeld in artikel 49 van de Wet op het notarisambt (aan de formele eisen voor digitale ondertekening is niet voldaan).