Statuten
Stichting Actuarieel Instituut
Hoofdindeling: Beroepsreglementering
Categorie: Gedragsregels
Opgesteld door: Bureau AG
Vastgesteld door: Algemene Ledenvergadering Datum (laatste wijziging): 10 juni 2009
Artikel 1 ─ Begripsbepaling
In deze statuten wordt verstaan onder:
AG de Vereniging Actuarieel Genootschap, gevestigd te
Utrecht;
AI de Stichting Actuarieel Instituut;
Bestuur het bestuur van de Stichting
Bestuur AG het bestuur van de Vereniging Actuarieel Genootschap
Eindtermen omschrijvingen van kennis, inzichten en
vaardigheden die gelden voor het diploma actuaris Ledenvergadering de ledenvergadering van het AG
Raad voor de Toetsing het in Artikel 5 genoemde orgaan Stichting de Stichting Actuarieel Instituut
Artikel 2 ─ Naam, herkomst, zetel
De Stichting draagt de naam: Stichting Actuarieel Instituut. Zij is gevestigd in Utrecht.
Artikel 3 ─ Doel en werkwijzen
1. De Stichting heeft ten doel:
a. het afgeven van een diploma Actuaris aan degenen die hebben voldaan aan de eindtermen die op voorstel van het Bestuur door de
ledenvergadering vastgesteld zijn.
b. het in opdracht van het AG educatief ondersteunen van degenen die werkzaam zijn op actuarieel terrein of in direct aanverwante
beroepsgebieden.
c. het door middel van opleiding of educatieve bijeenkomsten vergroten van inzicht in en kennis over het actuariële beroep(sgebied) en de beroepsuitoefening.
2. De Stichting tracht dit doel te bereiken door:
a. het instellen en in stand houden van een (deeltijd)opleiding tot actuaris.
b. het op grond van de geldende eindtermen afnemen en doen afnemen van examens ter vaststelling of betrokkenen voldoen aan de kennis, vaardigheid- en houdingsvereisten voor toelating tot het lidmaatschap van het AG.
c. de uitvoering van een systeem van permanente educatie voor leden van het AG.
d. het organiseren van andere dan onder a. en c. genoemde cursussen en bijeenkomsten gericht op het overdragen van kennis en/of
vaardigheden die zijn vastgelegd in de geldende eindtermen van de opleiding tot actuaris als bedoeld in artikel 3 lid 2 onder a ten behoeve van een ieder die professioneel geïnteresseerd is.
e. andere activiteiten, die vorenstaande doelen kunnen ondersteunen.
3. Voor het verlenen van diensten als bedoeld in artikel 3 lid 2d dient de Stichting in principe een prijsniveau te hanteren dat voor een, qua niveau en inhoud vergelijkbare dienstverlening, marktconform is.
Artikel 4 ─ Eindtermen
De Ledenvergadering besluit op voorstel van het Bestuur tot wijziging van de eindtermen.
Artikel 5 ─ Raad voor de Toetsing
1. Er fungeert een Raad voor de Toetsing, bestaande uit ten minste drie personen.
2. De Raad voor de Toetsing heeft tot taak, in die gevallen waarin zijn oordeel wordt ingeroepen door of namens degene die een examen als in artikel 3 bedoeld, heeft afgelegd, dan wel degene die een vrijstellingsverzoek voor een module van de opleiding tot actuaris heeft ingediend, te toetsen of de examencommissie die het cijfer voor het afgelegde examen of het
examenresultaat, dan wel de beoordeling van het vrijstellingsverzoek, heeft vastgesteld, in redelijkheid tot haar oordeel is gekomen.
3. De leden van de Raad voor de Toetsing worden door het Bestuur benoemd.
Artikel 6 ─ Bestuur
1. Bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Ledenvergadering.
2. Slechts leden van het bestuur van het AG kunnen worden benoemd als lid van het Bestuur. Indien een bestuurder zijn hoedanigheid van bestuurder van het AG verliest, verliest hij tevens de hoedanigheid van bestuurder van de stichting.
3. Het Bestuur is verantwoordelijk voor het gevoerde beleid, met inbegrip van het financiële beleid.
4. De leden van het Bestuur verdelen intern de functies.
Artikel 7 ─ Bestuursbevoegdheid en vertegenwoordiging
1. Het Bestuur is belast met het besturen van de stichting.
2. Het Bestuur kan een beperkte of algehele volmacht geven.
3. De Stichting kan een uitvoeringsorganisatie instellen die in opdracht van het bestuur taken uitvoert voor de stichting.
4. De bestuursleden van de Stichting zijn bevoegd de uitvoeringsorganisatie geheel of beperkt te machtigen tot het beschikken over bank- en/of girorekeningen.
5. Het Bestuur kan een directeur aanstellen. De bevoegdheden en
werkzaamheden van de directeur worden geregeld in een directiestatuut.
Artikel 8 ─ Middelen
1. De geldmiddelen van de Stichting bestaan uit:
a. het stichtingskapitaal.
b. examen- en lesgelden.
c. gelden voor door de Stichting uitgegeven lesmateriaal.
d. gelden ontvangen voor deelname aan Permanente Educatie.
e. hetgeen de Stichting op andere wijze verkrijgt.
2. Erfstellingen kunnen nimmer anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard.
Artikel 9 ─ Boekjaar
Het boekjaar loopt van één augustus van enig jaar tot en met eenendertig juli van het daaropvolgende jaar.
Artikel 10 ─ Jaarplan, begroting, jaarverslag
1. Door het bestuur wordt jaarlijks uiterlijk één maand voor het einde van het boekjaar een jaarplan en begroting opgesteld en vastgesteld.
2. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de Stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere
gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Stichting kunnen worden gekend.
3. Het Bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de Stichting te maken, op papier te stellen en vast te stellen. De balans en de staat van baten en lasten worden onderzocht door een door het Bestuur aangewezen registeraccountant, accountant-administratieconsulent dan wel een andere deskundige in de zin van artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek, tenzij de Stichting daarvan is vrijgesteld op grond van de wet. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek schriftelijk verslag uit aan het Bestuur.
4. Goedkeuring van de jaarstukken door het bestuur dechargeert de penningmeester voor het gevoerde beleid over het afgelopen boekjaar.
5. Het Bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken,
bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
6. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.
Artikel 11 ─ Wijziging van de statuten
Wijziging van deze statuten geschiedt krachtens besluit van het Bestuur, en niet dan nadat het betrokken voorstel met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen is goedgekeurd door de Ledenvergadering. De
statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt.
Artikel 12 ─ Ontbinding
1. De Stichting wordt ontbonden bij besluit van het Bestuur, doch niet dan nadat het betrokken voorstel met een meerderheid van ten minste twee derde van de geldig uitgebrachte stemmen is goedgekeurd door de Ledenvergadering.
2. Bij ontbinding geschiedt de afwikkeling door het dan zittende Bestuur.
3. De bestemming van hetgeen na afwikkeling van de verplichtingen van de Stichting van haar vermogen overblijft, zal worden bepaald door de Ledenvergadering.
