15 december 2019 – 17.00 uur – WQ Hoorn orgel: Piet Noort
schriftlezing: Roel Hagg Votum en zegengroet Zingen: GK ps122: 1 en 3 Gebed
Lezen: Lukas 10,25-37
Zingen: LvdK 436: 1 en 2 (Jezus neemt de zondaars aan)
Preek (adventsserie vanuit perspectief 1: de neergeslagen man)
Amenlied: DNP ps96: 1,3 en 5 (De nieuwe psalmberijming, is dezelfde wijs) Geloofsbelijdenis
Zingen: LB 442 (LvK 118) (Op U mijn heiland blijf ik hopen) Dankgebed
Slotzang: LB 441: 1, 4, 6 en 10 (Hoe zal ik u ontvangen) Zegen
de uitgewerkte liturgie staat hieronder
15 december 2019 – 17.00 uur – WQ Hoorn orgel: Piet Noort
schriftlezing: Roel Hagg
Votum en zegengroet Zingen: GK ps122: 1 en 3
1 Ik was verheugd, toen men mij zei:
Laat ons naar 't huis des Heren gaan, om voor Gods aangezicht te staan.
Kom, ga met ons en doe als wij.
Jeruzalem, dat ik bemin, nu treden wij uw poorten in.
Daar staan, o Godsstad, onze voeten.
Jeruzalem is hecht gebouwd,
wel saamgevoegd, wie haar aanschouwt zal haar als stad van vrede groeten.
3 Vraag vrede voor Jeruzalem.
Dat wie u liefheeft en bemint, binnen uw muren vrede vindt.
Rust zij er in uw burcht voor hem.
Jeruzalem, dat ik bemin, nu treden wij uw poorten in.
Gods vrede moge u bezoeken:
om vriend en broeder spreek ik nu.
Om 's Heren tempel binnen u wil ik het goede voor u zoeken.
Gebed
Lezen: Lukas 10,25-37
25Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: ‘Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?’ 26Jezus antwoordde: ‘Wat staat er in de wet geschreven?
Wat leest u daar?’ 27De wetgeleerde antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.’ 28‘U hebt juist geantwoord,’ zei Jezus tegen hem. ‘Doe dat en u zult leven.’ 29Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: ‘Wie is mijn naaste?’ 30Toen vertelde Jezus hem het volgende: ‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. 31Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen. 32Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen. 33Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen.
34Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde. 35De volgende morgen gaf hij twee denarie aan de eigenaar en zei: “Zorg voor hem, en als u meer kosten moet maken, zal ik u die op mijn terugreis vergoeden.” 36Wie van deze drie is volgens u de naaste
geworden van het slachtoffer van de rovers?’ 37De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem heeft getoond.’ Toen zei Jezus tegen hem: ‘Doet u dan voortaan net zo.’
Zingen: LvdK 436: 1 en 2 (Jezus neemt de zondaars aan) 1 Jezus neemt de zondaars aan.
Roept dit troostwoord toe aan allen die verdwaald, van Hem vandaan, in het donker struikelen, vallen.
Hij leert hun zijn wegen gaan:
Jezus neemt de zondaars aan.
2 Hoopt op Hem, heft op uw hoofd, want Hij houdt, - dat staat geschreven – wat Hij aan ons heeft beloofd.
Hij zal ons het leven geven,
’t paradijs doen binnengaan:
Jezus neemt de zondaars aan.
Preek (adventsserie vanuit perspectief 1: de neergeslagen man)
Amenlied: DNP ps96: 1,3 en 5 1 Zing voor de HEER als nooit tevoren.
Zing, heel de aarde, laat het horen:
groot is zijn trouw en majesteit.
Zing voor de HEER, want Hij bevrijdt.
Wie bij Hem hoort, gaat niet verloren.
3 Erken de HEER in alle landen, want Hij heeft alle macht in handen.
Erken de HEER, kniel voor Hem neer.
Bewijs zijn naam de hoogste eer:
laat offers op zijn altaar branden.
5 Laat heel de schepping voor Hem juichen.
Laat zee en land van Hem getuigen, want Hij, de rechter, komt eraan.
De volken zullen voor Hem staan en voor zijn laatste oordeel buigen.
Geloofsbelijdenis
Zingen: LB 442 (LvK 118) (Op U mijn heiland blijf ik hopen) 1 Op U, mijn Heiland, blijf ik hopen.
Verlos mij van mijn bange pijn!
Zie, heel mijn hart staat voor U open en wil, o Heer, uw tempel zijn.
O Gij, wien aarde en hemel zingen, verkwik mij met uw heilige gloed.
Kom met uw zachte glans doordringen, o zon van liefde, mijn gemoed!
2 Vervul, o Heiland, het verlangen, waarmee mijn hart uw komst verbeidt!
Ik wil in ootmoed U ontvangen, mijn ziel en zinnen zijn bereid.
Blijf in uw liefde mij bewaren, waar om mij heen de wereld woedt.
O, mocht ik uwe troost ervaren:
doe intocht, Heer, in mijn gemoed!
Dankgebed
Slotzang: LB 441: 1, 4, 6 en 10 (Hoe zal ik u ontvangen) 1 Hoe zal ik u ontvangen,
wat wordt mijn eerste groet?
U, ieders hartsverlangen, vervult ook mij met gloed!
O Jezus, licht der wereld, verlicht mij, dat ik weet waarmee ik U moet eren, U waardig welkom heet.
4 Van boeien die mij bonden ben ik door U bevrijd.
U redt mij ongeschonden uit alle haat en nijd.
U houdt mij hoog in ere.
Daarbij valt in het niet wat alle goud ter wereld aan aardse rijkdom biedt.
6 Schrijf, mensen, in uw harten dit, als verdriet u kwelt, uw tranen u verwarren om moeiten ongeteld.
Houd moed, tot Hij zal komen, Hij is met u begaan.
De trooster uit uw dromen, zie Hem nu voor u staan!
10 Hij zal de wereld richten, berecht wie Hem bevocht.
Genadig zal Hij lichten voor wie Hem heeft gezocht.
Kom haastig, licht der wereld, en leid ons allemaal
uw grote vreugde binnen, uw feest, uw liefdesmaal.
Zegen