• No results found

Slecht nieuws ontvangen is nooit gemakkelijk, maar goed nieuws valt kennelijk ook niet mee, zoveel is duidelijk.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Slecht nieuws ontvangen is nooit gemakkelijk, maar goed nieuws valt kennelijk ook niet mee, zoveel is duidelijk."

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Preek bij Jesaja 65 : 17 – 25 en Hebreeën 11 : 1 – 16 Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Vorige week lazen we ook uit de profetie van Jesaja. Toen moest de profeet aan het volk een boodschap van troost brengen. Een boodschap waar hij zelf moeite mee had. Want als de mensen het moeilijk hebben, moet je voorzichtig zijn met al te positieve berichten.

Toen minister Hugo de Jonge enthousiast aankondigde dat het vaccin tegen corona eraan komt en dat we begin januari kunnen beginnen met inenten, kreeg hij van de stuurlui aan wal meteen een bak met boze en kritische vragen over zich heen. En tegenstanders mobiliseerden zich, banger voor een vaccin dan voor een virus.

Slecht nieuws ontvangen is nooit gemakkelijk, maar goed nieuws valt kennelijk ook niet mee, zoveel is duidelijk.

Maar, zo zagen we vorige week, na zijn aanvankelijke aarzelingen komt de profeet Jesaja toch goed op dreef. Het visioen móet de wereld in!

En nu, aan het eind van het boek, wordt ons een schitterende toekomstverwachting voorgespiegeld. Met bedwelmende beelden van een wereld waarin alles goed komt. Geen ellende meer, alleen maar blijdschap.

Wolf en lam zullen samen weiden, leeuw en rund eten beide stro. Dat is toch een prachtig beeld. Niemand wordt meer opgejaagd, iedereen is vegetarisch, vrede op aarde: wat wil je nog meer?

Toch geven deze woorden mij, en jullie misschien ook, na vorige week opnieuw een dubbel gevoel. Het klinkt mooi, maar het contrast is toch wel heel groot met je eigen bestaan, met onze eigen wereld.

“Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde”, profeteert Jesaja. Maar wij moeten het intussen nog wel doen met de oude versie. En daar gaat het toch niet denderend goed mee.

Jesaja zegt over die nieuwe wereld: “geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord.”

Dat móet wel een ándere wereld zijn dan die van ons. Want in die van ons wordt nog heel wat uitgeschreeuwd. Worden heel wat tranen gelaten. Van pijn en angst, van zorgen of verdriet, van boosheid en frustratie. Zeker ook dit jaar.

(2)

En de ziekenhuizen liggen vol, besmettingen lopen op, het zicht op de Kerstdagen wordt steeds troebeler, en het land lijkt steeds verder verdeeld.

Jesaja zegt over die nieuwe wereld, dat niemand er kwaad doet, of onheil sticht.

Dat móet wel een ándere wereld zijn dan die van ons.

Want in die van ons maken we de aarde onleefbaar en staan mensen elkaar naar het leven. De opwarming van de aarde laten we in rap tempo doorgaan. Bijna 80 miljoen mensen wereldwijd zijn op de vlucht voor oorlog en geweld. Een docent maatschappijleer wordt op straat de keel doorgesneden. Het is toch godgeklaagd.

Jesaja zegt ook over die nieuwe wereld dat God ántwoordt nog vóórdat we Hem roepen. Dat Hij ons verhoort terwíjl we nog spreken. Dat móet wel een ándere wereld zijn dan die van ons.

Want hier bestormen wij de hemel met onze vragen. En knieën worden stukgebeden, zonder dat je antwoord krijgt.

Dan rijst de vraag: houden we onszelf niet voor de gek met zo’n visioen?

Óf zijn onze gebeden juìst op hun plaats in een wereld als de onze? Is dromen van het licht juìst wat je moet doen als het nog donker is?

Natuurlijk kan de werkelijkheid van ons leven moeilijk zijn. Maar dat was ook zo in de tijd waarin dit visioen is opgeschreven. De tijd van de profeet Jesaja.

Onrecht, onderdrukking en ellende, ze waren aan de orde van de dag.

En juist mídden in die weerbárstige werkelijkheid klonken deze profetische woorden. Woorden van verlangen, beelden van hoop. En op onze beurt horen ook wij die midden in ónze werkelijkheid.

En in dit visioen worden de bittere kanten van het leven ook niet ontkénd, maar ze worden ómgekeerd. De last van ons bestaan wordt niet wéggepoetst, maar ómgedraaid.

Er staat níet: alles wordt wit. Er staat: het zal niet meer zwárt zijn. Dat is toch een wezenlijk verschil. Het zwart van nu wordt niet onder het tapijt geschoven, maar, zegt Jesaja, het zal straks niet meer bestaan. Het zal zelfs vergéten zijn.

Die donkere kanten van het leven worden héél concreet genoemd.

Zo staat er bijvoorbeeld: “Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft. Geen grijsaard die zijn dagen niet voltooit.”

(3)

Want dat is wat er nu gebeurt. Maar eens zal geen ouder zijn kind nog verliezen.

Raken we geen mens veel te vroeg kwijt. Missen we geen geliefde meer. Dát verdriet dat mensen nu hebben, dat zal niet meer zijn.

Er staat ook: “… in wat zij bouwen zal geen ander wonen, van wat zij planten zal geen ander eten.”

Dat wil zeggen: er zal vrede zijn en recht. Geen vreemden die jou je huis of je bezit afpakken. Geen soldaten die je stad in puin leggen. Geen verwoesting, geen honger, geen vluchtelingenkampen. Voor ieder mens een plek onder de zon. Een thuis, veilig en vertrouwd.

Én er staat: “Zij zullen zich niet tevergeefs afmatten en geen kinderen baren voor een verschrikkelijk lot.”

Dat betekent: wat wij doen, ons leven, ons werken, onze inspanning, onze strijd en onze liefde: het zal niet tevergeefs zijn. Niet zinloos. Het zál vrucht dragen, het zál beantwoord worden. Niet door een onverschillig lot, maar door een liefdevolle God.

Het zwart van nu wordt dus niet ontkénd, maar omgekeerd. Alles wordt anders.

En dan geen aangepaste versie, geen update, geen upgrade. Nee, het wordt zó omgekeerd dat het als nieuw is: “Zie, ik schèp”… zo begint het. Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Een nieuwe schepping.

En zo schetst Jesaja ons dit visioen. Het zijn woorden van verlangen, van hoop, van geloof. Van ‘nog niet’, maar ‘ooit als’. En dat brengt ons bij een andere prangende vraag.

Want het woord visioen betekent letterlijk: vérgezicht. Maar hoe ver ís dat dan?

Toen we een keer met ons gezin in de auto op vakantie naar Oostenrijk vertrokken, toen vroeg mijn dochter ongeveer bij Gouda: “Zijn we er al bijna?”

Waarop wij zeiden: “Nou… nog niet helemáál.”

Hoe ver zou dit visioen zijn? Zijn we er bijna, maar nog niet helemaal? Of zijn we er nog helemaal niet? Is het met Kerst? Of met Sint Juttemis?

In Den Haag had je vroeger een bekende koffietent, daar hadden ze buiten een bord staan met daarop de tekst: “Morgen gratis koffie.”

En als je dan de volgende dag kwam, dan stond hetzelfde bord er weer: morgen gratis koffie. Ja. Altijd morgen en dus nóóit gratis koffie.

(4)

Is het met dit visioen net als het gratis Haagse bakkie? Of kunnen we er vandáág al wat van proeven? Kan de belofte zélf al smaak geven aan ons leven?

Maar hoe dan? Hoe leef je met een belofte zonder dat je weet wanneer die in vervulling gaat? Zonder dat je weet hoeveel nachtjes slapen nog?

De Tsjechische priester Tomáš Halík schreef een boek met de prikkelende titel:

“Geduld met God.”

Die titel is ontleend aan dit citaat:

Geduld met anderen is liefde, geduld met jezelf is hoop, geduld met God is geloof.

In de inleiding van dat boek schrijft Tomáš Halík: “Tegen atheïsten – mensen die niet in God geloven - zeg ik níet dat ze geen gelíjk hebben. Ik zeg dat ze geen gedúld hebben.”

“Want geloof”, zegt hij, “is – net als liefde – onverbrekelijk verbonden met vertrouwen en trouw. En vertrouwen en trouw bewijzen zich door… geduld.”

Toen ik dat las, dacht ik: hij heeft gelijk. Want is dát niet juist geloven? Leven met een belofte, die nog niet is vervuld? En dan geduldig je leven leven in het licht van die belofte.

Is dát niet geloven? Een stem horen en aarzelend op weg gaan? Niet weten waar de weg je leidt, maar vertrouwen hebben in degene díe jou leidt?

Daar vertelt de brief aan de Hebreeën ons ook over. Aartsvader Abraham trok door zijn gelóóf naar het land dat hem beloofd was. Het was hem belóófd, maar het was nog géén werkelijkheid voor hem.

En toch hechtte Abraham geloof aan die belofte. Hij en al z’n nazaten, Isaak en Jakob en al die anderen, ze trokken erop uit. Als erfgenamen van díe belofte.

Ze leefden als vreemdelingen op aarde. Ze gingen als pelgrims. Ze woonden in tenten. Maar ze keken uit naar een stad die God zou bouwen.

Dat hun leven niet zonder slag of stoot ging, dat lezen we ook in al die verhalen.

Dit waren geen heilige boontjes, geen onfeilbare helden, maar ze hádden een belofte. En die droegen ze met zich mee, of ze nou recht liepen of schuin marcheerden.

(5)

En hoe liep het dan met ze af? Waar eindigde hun weg?

De schrijver van de Hebreeënbrief zegt: “Ze zijn allemaal in geloof gestorven;

wat ze beloofd was, zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben er slechts een glimp van opgevangen.”

Maar lévend van de belofte, máákten ze geschiedenis. Hun leven en sterven werd door die belofte gekleurd. En God heeft voor hen een stad gemaakt.

Zo wordt ons een hart onder de riem gestoken. Ter bemoediging.

Kijk naar al diegenen die je zijn voorgegaan. En ga óók op weg, net als zij. Leef in het licht van de belofte. Al vang je er maar een glímp van op. Dát is voldoende.

Zing een lied, al moet het thuis, al is het door je tranen heen. Ga je weg in vertrouwen, hoe onzeker het ook is. Blijf verwachten, hoe lang het ook duurt.

Houd moed, heb lief, wat er ook gebeurt.

En heb geduld: met anderen, met jezelf, én met God.

Want liefde, hoop en geloof, dat is alles wat je nodig hebt.

En ééns, als de corona voorbij is, dan is hier in de kerk voor jullie allemaal … gratis koffie. Dat is bij deze een belofte.

Amen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 4 Argus Clou Natuur en Techniek | groep 7/8 | Je ziet het niet, maar het is er wel?. ARGUS CLOU NATUUR EN TECHNIEK | LESSUGGESTIE |

De PTSS maakt het voor Dylan lastig om zelf zijn financiële administratie te doen.. ‘Het gaat wel beter dan vroeger, maar het gebeurt nog steeds dat ik meteen zweethanden

In hun eigen praktijk kunnen werk- gevers uit de regio Noord-Holland Noord gebruikmaken van onder meer het programma ‘Harrie Helpt’, een laagdrempelige training op de

Het aantal kinderen dat sterft vóór de leeftijd van vijf jaar is tus- sen 1990 en 2009 gedaald van 12,4 miljoen naar 8,1 miljoen.. Dat is een daling met

Het aanvraagvereiste participatie is van toepassing, participatie is echter niet verplicht Stimuleer de initiatiefnemer tijdens/voor het vooroverleg om de omgeving te betrekken

De aanvraagvereisten hebben een nauwe relatie met de aanwijzing van de vergunningplichtige gevallen in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving,

De kunstenaar heeft dus een vierde kleur nodig en kiest ervoor om vlak nummer 5 geel te kleuren.. Het is mogelijk om de rest van het kunstwerk in te kleuren zonder een tweede keer

Daarnaast wordt er ruimte gemaakt voor een nieuw contract – zoals ontwikkeld door de sociale partners – dat meer aansluit bij de bestaande uitkeringsovereen- komsten.. Dit