Motorisch leren en feedback
Waar haalde ik mijn mosterd?
1. Kritisch reflecteren over 'het geven van feedback’.
2. Weten wat self-efficacy is en hoe dit wordt beïnvloed door feedback.
3. De invloed van motivatie en autonomie op
Leerdoelen
Feedback = Terugkoppeling
Proces waarbij een systeem zijn eigen activiteit regelt.
(eventueel aan de hand van informatie uit de omgeving)
1 taak = 3 x feedback
Uitvoerder Timer
Teller
Feedback = Terugkoppeling
Proces waarbij een systeem zijn eigen activiteit regelt.
Evaluerende feedback Je geeft een waardeoordeel over de uitvoering.
“Goed gedaan!”
“Je uitduw is niet goed.”
Corrigerende feedback Je geeft feedback op de inhoud van de taak. Je wijst op fouten en eventuele aandachtspunten.
“Let op je overhaal. Zorg er voor dat je je oksel
openhoudt.”
Motiverende feedback Je moedigt de zwemmer “Goed bezig”
FEEDBACK FEEDBACK
FEEDBACK
Huidig niveau
Gewenste niveau
6
Feedback = Terugkoppeling. Proces waarbij een systeem zijn eigen activiteit regelt.
Feedback = Terugkoppeling. Proces waarbij een systeem zijn eigen activiteit regelt.
?
FEEDBACK Self-efficacy
Self-efficacy = zelfeffectiviteit =
Vertrouwen van een persoon in het eigen kunnen om een taak uit te oefenen.
Heeft effect op
FEEDBACK
Huidig niveau
Gewenste niveau
FEEDBACK
10
FEEDBACK
Hoe geef je dan feedback?
Hoe bouw je aan een goed leerklimaat?
Hoe zorg je ervoor dat zwemmers beter gaan
zwemmen?
Twee belangrijke componenten
MOTIVATIE
AANDACHT
ACTIES GERICHT OP HET HOOG HOUDEN VAN DE MOTIVATIE
ACTIES GERICHT OP HET BRENGEN
VAN DE FOCUS OP DE JUISTE ZAKEN.
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN AUTONOMIE
FOCUS
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN
Positief gevoel
Ervaren taakmoeilijkheid Idee over invloed op
eigen kunnen Positieve feedback
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN
Positief gevoel
Ervaren taakmoeilijkheid Idee over invloed op
eigen kunnen Positieve feedback
Onderzoek: accuraatheidstest
Groep 1: feedback na goede worpen Groep 2: feedback na slechte worpen
➔ Groter leereffect in groep 1 + in de test na 4 weken ook beter resultaat.
VERWACHTINGEN Positieve feedback
“Hey, wat ik doe is goed” → STIJGING van self-efficacy en motivatie
➔ Geef feedback wanneer er goede uitvoeringen zijn en vertel wat goed is (evaluerende feedback)
= feedback na goede pogingen
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN
Positief gevoel
Ervaren taakmoeilijkheid Idee over invloed op
eigen kunnen Positieve feedback
Onderzoek: voetbaltest 10-jarige.
FASE 1:
Groep 1: feedback: “je bent een goede voetballer”
Groep 2: feedback: “die uitvoering was goed”
FASE 2:
Groep 1 + 2: feedback: negatief
➔ Groep 2 scoort beter op de test in fase 2 dan groep 1.
VERWACHTINGEN Idee over invloed op
eigen kunnen
Feedback op wat de zwemmer doet vs wat de zwemmer is of heeft.
➔ Statische mindset vs groeimindset (dynamisch)
18Jouw uitduw is niet goed ➔ De uitduw die je nu laat zien is niet goed.
Je hebt een zeer explosieve start ➔ De startbeweging die je uitvoert, is explosief.
Je bent echt goed in het zwemmen met lange slagen ➔ Ik zag je net met een lange slag zwemmen.
Je hebt een mooie overhaal ➔ De uitvoering van je overhaal was goed.
VERWACHTINGEN Idee over invloed op
eigen kunnen
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN
Positief gevoel
Ervaren taakmoeilijkheid Idee over invloed op
eigen kunnen Positieve feedback
Onderzoek: evenwichtstaak door twee groepen.
instructie/feedback groep 1: makkelijk voor gezonde en fitte mensen instructie/feedback groep 2: niets speciaal
Resultaten:
VERWACHTINGEN Ervaren taakmoeilijkheid:
Perceptie
Onderzoek: evenwichtstaak door twee groepen.
instructie/feedback groep 1: makkelijk voor gezonde en fitte mensen instructie/feedback groep 2: niets speciaal
VERWACHTINGEN Ervaren taakmoeilijkheid:
Perceptie
Geluksballen, hulpmiddelen, optische illusie en personificatie van helden & voorbeelden kan
helpen.
Onderzoek: Piloten kregen een accuraatheidstest ifv het landen van een vliegtuig.
Groep 1: kleine bandbreedte voor fouten Groep 2: grote bandbreedte voor fouten VERWACHTINGEN
Ervaren taakmoeilijkheid:
feedbackrate
Onderzoek: Piloten kregen een accuraatheidstest ifv het landen van een vliegtuig.
Groep 1: kleine bandbreedte voor fouten Groep 2: grote bandbreedte voor fouten VERWACHTINGEN
Ervaren taakmoeilijkheid:
feedbackrate
Self-efficacy daalt indien veel meer fouten optreden
door een te hoge moeilijkheid en te veel feedback
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN
Positief gevoel
Ervaren taakmoeilijkheid Idee over eigen kunnen
Positieve feedback
Onderzoek: Leren van een complexe motorische beweging Groep 1: SC film voor onderzoek + taak
Groep 2: taak
Resultaten: Groep 1 toonde een groter leereffect (acuut en op lange termijn) VERWACHTINGEN
Positief gevoel
Hoe creëer je een positief gevoel op training?
Het positief gevoel beïnvloedt de self-efficacy op een positieve manier, ook al wordt dit gevoel door niet-taakgerichte zaken veroorzaakt.
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN
AUTONOMIE
AUTONOMIE = AUTONOMIE
AUTONOMIE
Onderzoek heeft aangetoond dat mensen die de optie verkiezen die naar een keuze leidt beter presteren dan de mensen die kiezen voor de optie die dat niet doet. Ook al leidt dit naar meer werk of de afwezigheid van een beloning.
➔ controle op de oefenomgeving (oefenstof, volgorde,..)
➔ controle over de manier van instructies AUTONOMIE
Leren wordt verbeterd indien de leerlingen controle hebben over:
• Keuze van de cues (geschreven, getekend, beeld)
• Keuze om beelden te zien (self-as-a-model)
• Keuze over de volgorde van de oefenstof
AUTONOMIE COTROLE OVER DE
OEFENCONDITIES
AUTONOMIE COTROLE OVER DE OEFENCONDITIES: cue
?
AUTONOMIE COTROLE OVER DE OEFENCONDITIES: cue
“Je brengt je hand niet
ver genoeg naar achter
tijdens het duwfase.”
Ik stuw met mijn hand op een rechte lijn naar achter.
AUTONOMIE COTROLE OVER DE OEFENCONDITIES: cue
AUTONOMIE COTROLE OVER DE
OEFENCONDITIES:
inhoud
Stap 1: Kies een werkpunt samen met de zwemmer Doelstellingen
Stap 2: Definieer acties, oefeningen
Stap 3: Maak 2 tot 3 x per week 10 minuten tijd op training waar de zwemmers werken aan hun
AUTONOMIE COTROLE OVER DE OEFENCONDITIEIS: cue
AUTONOMIE COTROLE OVER DE
OEFENCONDITIES:
volgorde
MOTIVATIE
AANDACHT
VERWACHTINGEN AUTONOMIE
FOCUS
FOCUS
EXTERNE FOCUS – TAAKFOCUS
Hou je vingertoppen naar beneden tijdens de duwfase Zorg voor meer ontspanning in je overhaal
Hou het stuwvlak horizontaal
FOCUS
EXTERNE FOCUS – TAAKFOCUS
Hou je vingertoppen naar beneden tijdens de duwfase Zorg voor meer ontspanning in je overhaal
Hou het stuwvlak horizontaal
Duw meer op je linkerbeen tijdens de start
Duw meer tegen de “kick plate” tijdens de start
FOCUS
EXTERNE FOCUS – TAAKFOCUS
Externe focus zorgt voor
• meer automatisatie
• minder “freezing”
• meer functionele “variabiliteit ”
FOCUS
EXTERNE FOCUS – TAAKFOCUS
Uit onderzoek blijkt ook dat:
• het voor een grotere krachtproductie kan zorgen
• de beweging efficiënter wordt (minder spieractiviteit)
• een grotere snelheid geproduceerd kan worden.
Evolutie van feedback doorheen het seizoen en
richting wedstrijdperiode
FOCUS
EXTERNE FOCUS – TAAKFOCUS
8 x 50 crawl met paddles en snorkel
AP: Hand mag niet omhoog gaan in steunfase Je ziet dat de zwemmer niet voldoende diep
steunt.
FOCUS
MOTIVATIONATTENTION
Self-focus Focus on task
FOCUS
OEFENINGEN
We zitten aan het begin van het seizoen. Er zijn 10
zwemmers aanwezig op je training. Je hebt 2 banen. Je wil veel aan techniek werken, meer bepaald de
timing/coördinatie tussen armen en benen. Je geeft je zwemmers elke 25-50 meter feedback dat ze ofwel te vroeg of te laat zijn met hun beenbeweging.
Hoe kunnen we deze situatie optimaliseren?
OEFENINGEN
Je ziet een zwemmer met een te kleine slaglengte. Hij werkt zijn slagen achteraan niet goed af. Je zegt: “je moet je hand verder naar achter duwen!”
Wat kan beter aan deze feedback?
OEFENINGEN
Je hebt 15 jonge zwemmers. Door een fout in het reserveringsysteem hebben jullie maar 1 baan. Je
besluit verder te werken aan techniek, meer bepaald de hoofdpositie en ligging van rugslag.
Je merkte dat de zwemmers het vorige keer niet goed begrepen hadden.
Wat zijn de mogelijke stappen (mbt tot feedback)?
OEFENINGEN