• No results found

Inspectierapport Het Reigernest (KDV) Oorgat CR Edam Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Het Reigernest (KDV) Oorgat CR Edam Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Het Reigernest (KDV) Oorgat 34

1135CR Edam

Registratienummer 145701232

Toezichthouder: GGD Zaanstreek-Waterland

In opdracht van gemeente: Edam-Volendam

Datum inspectie: 31-07-2017

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

Datum vaststelling inspectierapport: 11-08-2017

(2)

2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-07-2017

Het Reigernest te Edam

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

In dit inspectierapport zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat er sprake is van zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties.

In opdracht van de gemeente zijn dit jaar de onderdelen waarin aandacht wordt besteed aan bijzonderheden in de ontwikkeling en de wijze van samenwerking hierin met ouders en in- en externe deskundigen toegevoegd aan de standaard te onderzoeken voorwaarden.

Beschouwing

Algemene kenmerken kinderdagverblijf Reigernest

Het kinderdagverblijf heeft een locatie in een woonhuis in Edam. Op de locatie kunnen maximaal 8 kinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar worden opgevangen. De locatie heeft een

stamgroepruimte.

Inspectie geschiedenis

Uit eerdere onderzoeken zijn geen relevante tekortkomingen gebleken voor het huidige onderzoek.

Informatie over de bevindingen van voorgaande inspecties is te vinden in de inspectierapporten van voorgaande jaren.

Bevindigen

Tijdens deze inspectie is gebleken dat er geheel wordt voldaan aan de getoetste voorwaarden.

Voor een inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de betreffende domeinen.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-07-2017

Het Reigernest te Edam

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen het domein ''Pedagogisch klimaat'' is een deel van het pedagogische beleid beoordeeld en de pedagogische praktijk geobserveerd. Hierbij is naast de uitvoering van het pedagogisch beleid gelet op de volgende pedagogische doelen uit de Wet Kinderopvang:

-Emotionele veiligheid -Persoonlijke competentie -Sociale competentie

-Overdracht van normen en waarden

Pedagogisch beleid

Tijdens de inspectie op 31-7-2017 stond in het pedagogisch beleidsplan versie juli 2017 onvoldoende beschreven:

 hoe beroepskrachten bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen signaleren

 hoe beroepskracht ouders doorverwijzen naar passende instanties

 hoe beroepskrachten worden toegerust voor hun taak van signaleren en doorverwijzen

 hoe beroepskrachten worden ondersteund bij het signaleren en doorverwijzen

De houder heeft het pedagogisch beleid na overleg en overreding aangepast. Bovenstaande onderwerpen staan nu voldoende omschreven. De houder heeft informatie over het

kindvolgsysteem, de pedagigische ondersteuning en de verwijzing van ouders in het beleid beschreven.

Conclusie

Na overleg en overreding voldoet het pedagogisch beleid van kinderedagverblijf Het Reigersnest aan de gestelde eisen uit de wet kinderopvang.

Pedagogische praktijk

Het oordeel van de toezichthouder ten aanzien van de pedagogische praktijk is tot stand gekomen door een veelheid aan waarnemingen tijdens de observatie. Voor deze observatie van de

pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie januari 2015). De schuingedrukte beschrijvingen zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd.

Na de beschrijving volgt eventueel een toelichting op de waargenomen situatie.

Tijdens de inspectie waren er 5 kinderen en een beroepskracht aanwezig. De kinderen waren aan het spelen, een kindje lag in bed en een van de kinderen werd net door de ouder gebracht.

Uitvoering Pedagogisch beleidsplan

De beroepskrachten handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan.

Observatie

Tijdens de inspectie vertelt de beroepskracht dat de locatie in juni 2017 een kindvolgsysteem heeft ingesteld. In een map zijn de observatielijsten voor de het welbevinden, de ontwikkeling en de overgang naar de basisschool voorradig.

De beroepskracht vertelt dat er observaties voor de basisschool hebben plaatsgevonden. Uit de notulen van een overleg blijkt dat ouders enthousiast over deze werkwijze zijn.

Op deze locatie zijn de kinderen aan een mentor toegewezen. De mentor is verantwoordelijk voor de observaties met het kindvolgsysteem en de overleggen met de collega's. De mentor volgt het kind gedurende de jaren op de opvang. De mentoren hebben een overzicht met toegewezen kinderen in de map met documenten. Er is nog geen planning voor de observaties. Er hebben nog geen kindvolgsysteemobservaties plaatsgevonden.

(5)

Er is wel een planning voor de gesprekken tussen mentor en ouder.

Met beschreven inspanningen heeft de houder voldoende aangetoond dat op kinderdagverblijf Het Reigersnest volgens het pedagogisch beleid wordt gewerkt.

Emotionele veiligheid

Kinderen reageren op elkaars emoties. Zij delen elkaars blijheid als er iets leuk is, boosheid bij onrecht, verdriet bij pijn.

Observatie

De baby ligt in bed, maar hij kan nog niet slapen. De baby huilt. De kinderen horen dit en

luisteren. De beroepskracht legt uit wat er aan de hand is en stelt voor om een klein muziekje voor de baby aan te zetten. Dat stelt de kinderen gerust en de baby valt toch in slaap.

Persoonlijke competenties

De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor nieuwe/leuke/spannende situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten.

Observatie

Het programma is bekend bij de kinderen. Dat blijkt uit de vanzelfsprekendheid waarmee de kinderen gaan opruimen en aan tafel gaan zitten. Zij weten dat ze iets gaan eten en drinken. De beroepskracht vraagt wat ze nog meer gaan doen die dag. De kinderen weten dat er een

knutselmoment komt.

Sociale competenties

De beroepskrachten moedigen interactie tussen leeftijds- en/of groepsgenootjes aan. Zij helpen de kinderen om contact met elkaar te maken.

Observatie

Tijdens het fruiteten begint de beroepskracht verschillende gesprekjes over het weekend en de vakantie. De kinderen vertellen elkaar over hun belevenissen.

Normen en waarden

Beroepskrachten hanteren de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente wijze. Daarbij blijven zij rekening houden met de situatie; hun optreden sluit aan bij gedrag en behoefte van individuele kinderen.

Observatie

De beroepskracht vindt het belangrijk dat kinderen naar elkaar luisteren en elkaar laten uitpraten.

Zij vraag dit ook aan de kinderen: "Even wachten met vragen, want x is nog aan het praten, hoor je dat?".

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskracht)

 Observaties

 Pedagogisch beleidsplan (juli 2017 op de locatie)

(6)

6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-07-2017

Het Reigernest te Edam

Personeel en groepen

Binnen dit domein wordt bij beroepskrachten gecontroleerd op de aanwezigheid van een passende beroepskwalificatie en verklaring omtrent het gedrag (VOG).

Er is onder andere bekeken of de opvang plaatsvindt in vaste groepen en of er voldoende beroepskrachten worden ingezet in verhouding tot het aantal kinderen per groep (beroepskracht- kindratio).

Verklaring omtrent het gedrag

Op kinderdagverblijf Het Reigernest hebben geen wijzigingen in de medewerkers

plaatsgevonden. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende VOG.

Passende beroepskwalificatie

Op kinderdagverblijf Het Reigernest hebben geen wijzigingen in de medewerkers plaatsgevonden. Alle medewerkers uit de steekproef beschikken over een passende beroepsverklaring.

Opvang in groepen

Kinderdagverblijf Het Reigernest heeft een leefruimte met een stamgroep. In de stamgroep worden per dag maximaal acht kinderen opgevangen. Dagelijks is er een beroepskracht aanwezig. Indien er kinderen jonger dan 12 maanden worden opgevangen, dan zijn er twee beroepskrachten aanwezig.

Beroepskracht-kindratio

Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters van de maand juli blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht- kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (locatieverantwoordelijke)

 Observaties

 Presentielijsten (juli 2017)

 Personeelsrooster (juli 2017)

(7)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan bevat in duidelijke en observeerbare termen een beschrijving van de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

(8)

8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-07-2017

Het Reigernest te Edam

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Het Reigernest

Website : http://www.reigernest.nl

Aantal kindplaatsen : 8

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Annemieke van Dijk

KvK nummer : 36040774

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Zaanstreek-Waterland

Adres : Vurehout 2

Postcode en plaats : 1507EC ZAANDAM

Telefoonnummer : 0900-2545454

Onderzoek uitgevoerd door : Marianne Dekker Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Edam-Volendam

Adres : Postbus 180

Postcode en plaats : 1130AD VOLENDAM

Planning

Datum inspectie : 31-07-2017

Opstellen concept inspectierapport : 03-08-2017

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 11-08-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-08-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente : 11-08-2017

Openbaar maken inspectierapport : 01-09-2017

(10)

10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 31-07-2017

Het Reigernest te Edam

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling