• No results found

Is Kohlbergs theorie van de morele ontwikkeling 'seksistisch'?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Is Kohlbergs theorie van de morele ontwikkeling 'seksistisch'?"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Summary

Visually impaired children speak up — This article descnbes thc expencnces of children with im paired Vision In the discussion about the Integration of handi capped children in regulär edu-cation the voicc of the people concerned is of utmost import-ance The research is bascd on students' Interviews with children of special' schools for thc visually handicapped and with children who first attendcd special' schools and later made thc transi tion to regulär schools Some re-levant features of this research are presentcd

Kind en adolescent

den onderwijs kan daarbij ook als een voorbereidmg op ge-woon onderwijs een duidebjke functie hebben

Literatuur

Buitengewoon onderwijs? I Nederlandse Veremging voor Revalidatie, Utrecht, 1979

Buitengewoon onderwijs? Nationaal Orgaan Gehandicaptenbeleid, Utrecht, 1981

Buyk, C A , Als ik het voor het zeggen had Ervarmgen, wensen en ideeen van gehandicapte jongeren, hun ouders, hulpverleners Amsterdam Laboratorium voor toegepaste psych 1984 Emmerik, T van, en L van Hienen, Slechtziende kmderen aan het

woord Utrecht Doctoraalscnptie pedagogiek, 1983

Het gehandicapte kmd op de gewone school ervanngen, memngen, be-leid Verslag van een studiedag Utrecht Nederlandse Verem ging voor Revalidatie, 1980

Integratie van blinde en slechtziende hinderen m het gewone onderwijs, verslag van de themadag gehouden op 12 december 1981 te Utrecht, georgamseerd onder auspicien van de Veremging van Ouders van Visueel Gehandicapten

Weelden, J van, De attitude van de hulpverlener als voorwaarde voor integratie, Tijdschnfl voor Orthopedagogiek, 1978, 17, 18-27 Weelden J van, Integratie als opgave, Tijdschrifl voor

Orthopedago-giek, 1981, 20, 563-566

Mevr drs M G D von der Dunk psycholoog, is werkzaam als medewerker van de vakgroep Klinische Pedagogiek van de Rijksumver-siteit Utrecht Adres Heidelberglaan i, Postbua 80 140, 3508 TC Utrecht

(2)

onderzoek kort

Is Kohlbergs

theorie van de

morele

ontwik-keling

'seksis-tisch'?

M H van Uzendoorn1 De vraag of Kohlbergs theorie van de morele ontwikkehng 'seksistisch' is, zoals bijvoor-beeld Carol Gilhgan (1982) heeft betoogd, wordt hier beantwoord door de samen-hang te onderzoeken tussen m-veau van morele argumentatte en houdmg tegenover vrouwen-emanapatie Het onderzoek is uitgevoerd ander 97 schotteren van een VWO-tnstelling (ge-middelde leefttjd 16 4 jaar) De resultaten wtjzen wt dat morele argumentatte ongeveer 25% van de variantie van de schaal voor houdmg tegenover vrouwenemancipatte predi-ceert Hoe hager het mveau van morele argumentatie, hoe meer emancipattegericht de respondent bhjkt te ztjn Deze samenhang biedt geen steun aan de door Gilhgan en ande-ren geuite kritiek op Kohl-bergs theorie

i De auteur is Donen van Feen erkentehjk voor haar bijdrage aan het verzamelen en coderen van de gegevens

Inleiding

In theoneen over de ontwikkehng van het 'geweten' hjkt van oudsher een 'seksistisch' vooroordeel te zijn mgebouwd Meisjes zouden zieh moreel gezien minder snel en ver ontwik-kelen dan jongens Dat is bijvoorbeeld de strekking van het be-toog van de latere Freud (1925) over het ontstaan van het su-per-ego Terwijl jongens via het Oedipus-complex tot een ver-sneide mdividuatie en autonome gewetensontwikkelmg komen, moeten meisjes längs geleidehjke weg waarden en normen van hun ouders incorporeren Jongens leren abstraheren van hun band met de ouders bij het nadenken over morele dilemmata, terwijl meisjes zieh emotioneel wel langer lets gelegen laten hg-gen aan de ouderhjke opime

In de cogmtieve ontwikkehngstheone van Piaget (1934) en Kohlberg (1981) komt deze tendens tot uitdrukkmg m de idee dat jongens veel eerder tot formele omgang met morele dilem-mata m Staat zijn dan meisjes die zieh sterker door mlevmg in de gevoelens van de direct betrokkenen zouden laten leiden (Piaget, 1934) De vrouwehjke morahteit zou in haar ontwikke-hng geblokkeerd worden door het gebrek aan gelegenheid tot rolnemmg en ervanng met formele oplossing van interpersoon-hjke conflicten buiten de gezinssfeer

Zoals bekend heeft Kohlberg een theorie uitgewerkt waarm een zestal mveaus of stadia van moreel argumenteren wordt onder-scheiden Het eerste Stadium wordt gekenmerkt door onentatie op straf, het tweede Stadium kan als naief hedonistisch worden getypeerd, het derde Stadium imphceert onentatie op goedkeu-nng vanuit de directe sociale omgeving, Stadium 4 duidt op onentatie op autonteit, conventies en wetgeving, Stadium 5 is een utihtanstisch contract perspectief, en Stadium 6 duidt op een onentatie op umversele morele prmcipes De stadia zijn ethisch en ontwikkelmgspsychologisch gezien hierarchisch geor-dend (voor details zie Kohlberg, Levine en Hewer, 1983) Sta-dium 3 nu zou kenmerkend zijn voor de vrouwehjke morahteit, en ook functioneel zijn voor de situatie waarm de meeste vrou-wen gaan verkeren het gezinsleven De meer formele, ratione-le argumentatie-modus van de stadia 4 en 5 zijn voor deze ratione- le-venssfeer met direct een noodzakehjke voorwaarde (Kohlberg en Kramer, 1969)

Kohlbergs variant van de theorie van morele ontwikkehng hjkt sterk onderhevig aan het 'seksistisch' vooroordeel, juist doordat zijn eerste en funderende empirische Studie over morele argu-mentatie uitsluitend mannelijke proefpersonen omvatte Dit neemt echter met weg dat nadien veel onderzoek is verncht onder mannelijke en vrouwehjke proefpersonen, waarbij over het algemeen nauwehjks sekse-effecten zijn gevonden Empi-risch onderzoek laat geen duidehjke achterstand in morele ont-wikkehng zien van vrouwen met een zelfde educatieve en so-ciaal-economische achtergrond zo heeft Walker (1984) onlangs via een meta-analyse van 79 studies vastgesteld

(3)

Kind en adolescent

morahteit met vahde wordt gerepresenteerd m Kohlbergs In-strumentarium en ontwikkelmgssequentie Carol Gilligan (1982) is de belangnjkste woordvoerster van de feministische stroming, die meent dat vrouwelijke morahteit wordt gekenmerkt door een zorgzame, inlevende, en verantwoordehjke houdmg met meer aandacht voor het individu dan voor abstracte en formele ethische pnncipes Gevoel voor de ander in plaats van koele ra-tionahteit in de afweging van verschillende aspecten m een mo-reel dilemma zou tekenend zijn voor de wijze waarop meisjes en vrouwen morahteit beleven De zorgzame, gevoelsmatige benadenng zou m geen enkel opzicht onder doen voor de af-standehjke rationele modus, die zo kenmerkend voor mannen zijn

Ook binnen het femmisme zijn legen deze zienswijze nogal wat bezwaren ingebracht (Luna, 1985) Gilhgans idee van een ge-hjkwaardige maar verschillende morele ontwikkehng van jon-gens en meisjes zou bestaande sekse-ongehjkheden kunnen rei-ficeren Meisjes worden opgezadeld met een ethisch ideaalbeeld van zorgzaamheid en gevoelvolle mleving dat met erg functio-neel is voor hun emancipatie in de huldige maatschappehjke context Daann wordt immers naast mlevingsgevoel een grote dosis rationahteit en afstandehjkheid op pnjs gesteld in de om-gang met mterpersoonhjke en groepsconflicten, zeker buiten het gezin

De vraag of er sprake is van een 'seksistisch' vooroordeel m Kohlbergs theone van de morele ontwikkehng kan op verschil-lende mameren aangepakt worden Naast Ideologie-kritische analyses van theoretische aard, zouden ook empirische studies emg licht op deze zaak kunnen werpen Ten eerste kan m b v het traditionele Instrumentarium voor meting van niveau van morele argumentatie worden nagegaan of er inderdaad verschil-len zijn tussen mannehjke en vrouwelijke respondenten m mo-reel argumenteren Ten tweede kan met behulp van een alter-natief, meer 'vrouw-vnendehjk' Instrument worden nagegaan of hierarchisch gemterpreteerde sekseverschillen in moreel argu-menteren verdwijnen, en dus als instrumentele artefacten moe-ten worden aangemerkt (verg Gilligan, 1982) Ten derde zou de samenhang tussen mveau van morele aigumentatie en hou-dmg tegenover vrouwenemancipatie kunnen worden onder-zocht Het is namehjk met ondenkbaar dat hogere mveaus van morele argumentatie (bijv Stadium 5) tot mzicht in de (morele) noodzaak van een gehjkwaardige maatschappehjke positie van de vrouw voeren Een van de pnncipes van de hogere stadia van morele ontwikkehng is immers dat ledereen ongeacht ras, sekse, religieuze en pohtieke overtuiging gelijk recht heeft op toegang tot pnmaire goederen van onze samenlevmg — binnen en buiten de gezinssfeer (Rawls, 1971)

De derde Strategie wordt in deze Studie toegepast Om te zien of verschülen in morele argumentatie-mveaus van invloed zijn op de houdmg tegenover vrouwenemancipatie, is aan een groep van 97 respondenten zowel een test voor morele argumentatie voorgelegd als ook een schaal voor meting van houdmg tegen-over vrouwenemancipatie Ovengens zal in dit onderzoek tegen- over-eenkomstig de eerste Strategie natuurhjk ook en passant

(4)

2 Voor nadere informatie over de Nederlandse bewerkmg van het Instrument kan men een on verkorte versie van dit onder-zoeksverslag bij de auteur opvra-gen Daarm worden ook meer cij-fermatige details gegeven dan m dit körte bestek mogehjk was

den vastgesteld of er aantoonbare sekse-verschillen m morele argumentatie zijn

2. Methode

Aan dit onderzock namcn 97 scholieren van een vwo-mstelling m Goes decl De afnamc van de vragenhjst gebeurde tijdcns de lesuren in het schooljaar 1984/1985 In de vragenhjst waren mstructics voor de beantwoordmg van de vragen opgenomen Alle Icerhngcn aan wie de hjst werd voorgelegd, dcden mec De gemiddelde Ieefti|d was 16 4 jaar (SD= 9), maximum 19 |r , mmimum 15 jr ) 55% van de respondcntcn was van het manneli|k geslacht, 45% vrouwehjk De sociaal economi sehe Status van de oudcrs van de rcspondenten was 4 3 (SD = I 5) op een 6-puntsschaal van ongeschoolde beroepen (i) naar acadcmische be-rocpcn (6) (Van Westerlaak, Kropman en Collans, 1975)

In de vragcnli|st is een lest voor morele argumentatie opgenomen, te weten ccn Nederlandse bewerkmg van de Sociomoral Rcflection Ob-jective Measure' (voortaan de s R O M ) De lest is geconstrueerd door een naaste medewcrker van Kohlberg, John Gibbs (Gibbs et al , 1984) Het is een klassikaal af tc ncmen schnftehjke multiple choicc-test ovei twce centrale Kohlberg-dilemmata het Heinz dilcmma en het beloftc dilemma In eerstgenoemd dilcmma staan een wcttchjke vcrphchting cn het recht op levcn tcgcnover elkaar, in het tweede dilemma is de waar de van een bclofte van een ouder aan een kmd in het geding Bij de s R O M moeten de icspondcntcn utt ccn rccks voorgegcvcn argumentcn op verschillende morele nivcaus (sensu Kohlbergs theone) het argu mcnt selcctcrcn dat zo dicht mogehjk in de buurt van hun eigen ideeen komt De s ROM is dus een hcrkcnnmgs cn geen produktiemetmg2

Gibbs en zijn collcga s hcbben positieve gegevens over vahditeit en bc trouwbaarhcid van de s ROM gerapporteerd Test-hertest betrouwbaar hcid was 82, alpha-betrouwbaarhcid 84 De concui reute vahditeit mct de uitkomsten van het 'Moral Judgmcnt Interview was redehjk (r(2i)= 66) De scorcs op de S R O M hggen wat hogcr dan die op het M J I , zoals mcn mag veiwachten van een herkcnningsmelmg In dit onderzock was de gestandaardisecrdc item alpha voor de 32 itcms 76 Het aantal scoorbare protocollcn was 8s; De scorc op de S R O M hing niet samen met sekse van de respondcnt Ook was er gecn samenhang met sociaal-cconomischc Status Tenslotte correlcerde de S R O M mct met leeftijd waarschijnhjk vanwcge de beperkte ränge van dczc vanabele Evenals in eerder onderzoek (Van Uzendoorn, in druk) bhjkt ook hier morele argumentatie onafhankehjk van pohtieke parti| voorkeur cn van pohtieke positic op de linksrechts dimensie

De schadl voor houdmg tcgcnover vrouwencmancipatie ( I - L M ) is een gcreviseerde Nederlandse versie van de Sladc cn Jcnncr schaal (1978) Eldcrs is over de bctrouwbaarhcid cn vahditeit van de Nederlandse schaal gerapporteerd (Hubbard, Van Uzendoorn, en Tavecchio, 1982) De eigenschappen ervan blöken goed tc zijn (alpha beliouwbaarheid van 92, lest hcrtcst bctrouwbaarheid 84) In dcze Studie is een veikor te vorm van 20 itcms gcbruikt De schaal meet de mate waann de res pondent de vrouw gchjkwaardig aan de man acht, ook in het bcrocps-en maatschappch|k levcn, daarnaast is de vraag aan de orde in hocver rc de respondcnt voorstandcr is van een gehjke verdehng van taken in opvocdmg en vcrzorgmg van kmdcrcn De alpha-betrouwbaarheid van de schaal was 88 (11=97) DC concurrente vahditeit van de schaal werd

(5)

3 De volledige vragenhjst met de verdehng van antwoorden op de items van de FEM is bij de auteur vet knjgbaar

Kind en adolescent

bercidheid zieh m de toekomst voor acties t b v vrouwenemancipatre m te zctten, en de score op de schaal 'houdmg tcgenover vrouwcncmanci-patie' Daarnaast wordt de concurrentc validiteit onderstreept door de samenhang tussen houdmg tcgenover vrouwenemancipatie' en het al dan met lezcn van boeken en/of tijdschnftcn over vrouwenemancipatie Verder zijn vrouwclijke respondenten aanzienlijk meer emancipatiege rieht dan mannelijke lespondenten

Naast de lest voor morele argumentatie cn de schaal voor de houdmg tegenovei viouwenemancipatie, ζηη nog vragcn opgenomcn over activi teilen m het kader van de vrouwenemancipatie over kerkeh|ke gezmd tc, cn over poiiticke vooikeuren1 Tenemde na te gaan of de volgorde

van S R O M cn i EM m de vragenhjst nog mvloed uitoefent op de scores is aan 45 respondenten ecrst de SROM vooigelcgd en aan 40 respon-denten cerst de FLM Uit eenweg-vanantie analyses bleck dat er geen volgoidc-cffcct kan worden getraceeid

3. Resultaten

De respondenten bbjken m doorsnee tamehjk egahtaire standpunten te hebben over de positie van man en vrouw m ge-zm en samenleving Men reageert nogal afwijzend op items waarm de vrouw exphciet een ondergeschtkte positie t o v de man wordt toegewezen Men stemt daarentegen gemiddeld ge-nomen in met uitspraken waarm man en vrouw even capabel worden geacht m b t maatschappehjke of gezmstaken3

De houdmg tegenover vrouwenemancipatie is m deze steek-proef met gerelateerd aan leeftijd Wel is er een samenhang met sekse, zoals in de vorige paragraaf is aangeduid Ook is so-ciaal-econormsche Status gerelateerd aan de houdmg tegenover vrouwenemancipatie Met name het hoogste milieu (6) bhjkt aanzienhjk hoger op de FEM te scoren dan de rest Daarnaast is ei een samenhang met gezmdte Respondenten met een kerke-hjke bmding scoren lager op de FEM-schaal dan respondenten zonder kerkehjke affiliatie Tenslotte is er een tamehjk starke samenhang tussen houdmg tegenover vrouwenemancipatie en pohtieke partij-keuze Respondenten met een voorkeur voor PVDA en de ovenge 'hnkse' partijen (PPR, D'66, PSP, CPN etc ) scoren hoger op de ΓΕΜ dan respondenten zonder uitgesproken partijpohtieke preferentie of met een voorkeur voor CDA of V V D

Tussen morele argumentatie (SROM) en houdmg tegenover vrouwenemancipatie bhjkt zoals verwacht een duidehjke sa-menhang te bestaan hoe hoger de score op de S R O M , hoe meer emancipatiegencht de respondent is Dit komt tot uit-drukking m de bivanate correlatie tussen SROM en FEM r(8s)= 48, p< ooo Bijna 25% vanantie van 'houdmg tegenover vrouwenemancipatie' wordt door de score op de SROM ver-klaard

Ook multivanaat bhjkt de samenhang tussen morele argumen-tatie en houdmg tegenover vrouwenemancipatie teruggevonden te kunnen worden Een multiple regressie van de belangnjkste vanabelen uit dit onderzoek met 'houdmg tegenover vrouwen-emancipatie' als afhankehjke vanabele laat zien dat 'morele ar-gumentatie' een van de sterkste predictoren is Zie tabel i

(6)

Tabel l Multiple regressie op 'houding tegcnover vrouwen-emancrpatie' (FEM) met de pre dictoren 'leeftijd', 'sckse', 'SES', 'politicke positie', 'morele argu-mentatie', en 'gezmdte' (0=74)

Houding tegenover vrouwenemancipatie (FEM)

Predictor B Sekse SES Politieke Pos Morele arg 34 15 - 37 38 403 i 71 -430 437 ooo 092 ooo 004 44 20 - 4 6 46 R= 75, R2= 56, ) = 22 15, p= ooo

Noot Regressie met terugwaartse selectie van predictoren (drempel P= I0)

Uit deze tabel blijkt ook weer dat van de achtergrondvanabe-len 'sociaaleconormsche Status' en 'pohtieke positie' goede voorspellers zijn (zie ook bovenstaand) Verder geldt dat een hogere score op de s R O M samengaat met een hogere mate van emancipatiegenchtheid De partiele correlatie, die wordt bere-kend onder controle van de ovenge vanabelen, is 46 en nau-welijks kiemer dan de bivanate correlatie

4. Conclusie

Is Kohlbergs theone van de morele ontwikkeling 'seksis-tisch"? Een van de vragen hierbij is of het 'seksistisch' vooroor-deel zover gaat dat mannehjke en vrouwehjke respondenten in verschillende ontwikkelmgsstadia blijven steken, waarbij de mannen wat hoger en de vrouwen wat lager m de Hierarchie be-landen Ook uit deze Studie bhjkt dit volstrekt met het geval te zijn De mannehjke respondenten scoren gemiddeld 362, terwijl de vrouwehjke respondenten gemiddeld een score van 366 be-halen (het verschil is met sigmficant, verg Gibbs, Arnold en Burkhart, 1984) Een dergehjke score betekent dat vrouwen zieh zeker met meer uitsluitend aan de vermeende Verlangens van de directe sociale omgevmg onenteren (Stadium 3) bij de oplossmg van morele dilemmata Een score van 366 impliceert een combmatie van stadmm 3 en Stadium 4 en 5 argumentaties, waarbij Stadium 4 duidt op onentatie aan institutionele regelge-ving van formele aard

(7)

Summary

Moral development and sexism —

This study hypothcsizes that sex-ism is mcompatible with the higher levels of moral develop-ment The influencc of dillcr eni.es in moral |udgment 011 the attitudc towards sexism was stud-led by asking 97 high school studcnts to fill out the Sociomoial Reflection Objective Measure äs well äs c qucstionnairc about their attitudc towards sexism Re-sults showed a strong relationship in the dircction predicted the higher the level of moral judg-mcnt the Icss sexist the subjett turned out to be

Kind en ddolescent

van sekse leiden (zie voor een beschnjvmg ervan Van Uzen-doorn, 1981) Het 'seksisme-verwijt' ts in dit opzicht dan ook niet terecht

Lüeratuur

Freud, S , Einige psychische Folgen des anatomischen

Geschlechtsunter-schieds Studieausgabe BdV Frankfurt a M , Fischer, 1925

Gibbs, J F , K D Arnold, R L Morgan, E S Schwanz, M P Ga-vaghan, en M B Tappan, Construction and vahdation of a mul-tiple-choice measurc of moral reasoning, Chdd Development, 1984, 55. 527-536

Gibbs, J C , K D Arnold en J E Burkhart, Sex drfferences in the ex-pression of moral judgment, Chdd Development, 1984, 55, 1040-1043

Gilhgan, C , In a different voice Psychological theory of women's

deve-lopment Cambridge (Mass ) Harvard Umv Press, 1982

Hubbard, F O A , M H Van Uzendoorn, en L W C Tavecchio Vah-dation of a questionnaire measunng attitudes toward females' social roles for a Dutch population, Psychological Reports, 1982,

51, 491-498

Kohlberg, L , Essays on moral development Volume l The philosophy

of moral development New York Harper en Row, 1981

Kohlberg, L , en R Kramer, Contmuities and discontmuities in child and adult moral development, Human Development, 1969, 12, 93-120

Kohlberg, L , C Levme, en A Hewer, Moralstages A current

formu-lation and a response to cntics Bazel Karger, 1983

Luna, Z , Discusston of Gilltngan's 'In a different voice' Paper presen-ted at the Bienmal Meeting of the Society for Research in Child Development, apnl, Toronto, 1985

Piaget, J , Das moralische Urteil beim Kinde Frankfurt a M Suhr-kamp, 1934/1973

Rawls, J , A theory of justice Cambridge (Mass ) Harvard Umv Press, 1971

Slade, P , en F A J Jenner, Questionnaire measunng attitudes to fe-male social roles, Psychological Reports, 1978, 43, 351 354 Walker, L J , Sex differences in the development of moral reasoning

A cntical review, Chdd Development, 1984, 55, 677 691 Van Uzendoorn, M H , Morcle argumentatic en maatschappehjk pro

lest Kohlbcrgs theone van de morele ontwikkelmg, Filosofie en

Praktijk, 1981, 2, 66-79

Van Uzendoorn, M H , Morele argumentatie en bezorgdheid over kernbewapemng Enkele empirische studies onder jongeren,

Pe-dagogische Studien, (in druk)

Westerlaak, J M van, J A Kropman, en J W M Collans,

Beroepen-klapper Nijmegen Instituut voor Toegepaste Sociologie, 1975

M H van Uzendoorn is als hoogleraar theoretische en histori-sche pedagogiek verbunden aan de vakgroep Wijsgenge en Empirihistori-sche Pedagogiek van de Rijksumversiteit te Leiden Adres Vakgroep W E P , RU Leiden, Postbus 9507, 2300 RA Leiden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

wel kunnen is aangeven door welk moreel kompas iemand zich laat leiden, wat is bepalend voor iemands handelen wan- neer deze met morele dilemma’s geconfronteerd wordt.. Een

Om er een paar te noemen: de gunstige vergelijking (“wat wij doen is niet helemaal netjes, maar anderen zijn erger”), het verleggen van verantwoordelijkheid (“ik doe ook maar wat

Sembrar Sartawi focuses on disbursing loans in the form of microcredits to help farmers in rural areas perform and expand their productive activities. In addition, it offers

Therefor, this paper emphasizes the relevance of economic exclusion resulting from undocumented residency for the varying participation of immigrants from CA in the

Each path through the zone graph corresponds to a path form in the state space (the concept of path forms will play a particularly important role in Section 7.5).. Section 7.3.1,

Since information received by road stakeholders will be used to make decisions about, for example, the routes taken during maintenance or the time of traveling

In deze studie is onderzocht of recent MDMA gebruik onder jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot 30 jaar leidt tot een achteruitgang van expliciet geheugen en wat het effect is

taak heeft dit njpmgsproces de ruimte te geven (romanticisme) dan vloeien waarden en nor- men vanzelf voort uit de eisen die de natuur- lijke ontwikkeling stell (naturahsme) Zo is