• No results found

De verwaarlozing van hoger opgeleide werklozen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De verwaarlozing van hoger opgeleide werklozen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H O O F D E N

&

Z I N N E N

INHOUD

Hoger opgeleide werklozen

· - - - -

-De verwaarlozing

van hoger opgeleide

werklozen

Werkloosheid onder hoger opge-leiden is nauwelijks een politiek thema. In Den Haag wordt vrij-wel uitsluitend gesproken over het creëren van werk 'aan de onderkant' van de arbeidsmarkt.

Er zijn twee redenen aan te geven waarom werkloosheid on -der hoger opgeleiden niet speelt in de politiek. De eerste is dat de werkloosheid aan de onderkant beduidend groter is. Dit klopt als gekeken wordt naar het aantal werklozen dat laag is opgeleid, vergeleken met diegenen die een HBO- of universitaire opleiding hebben gevolgd. Volgens cijfers van Arbeidsvoorziening te Rijs-wijk (de zogenaamde 'School -verlatersbrief 1995') is de gemid-delde werkloosheid onder acade-mici evenwel 3 3 procent, en dat is even hoog als bij mensen die alleen basisonderwijs hebben genoten. Dit doet sterk vermoe-den dat de tweede revermoe-den die Den Haag lijkt aan te voeren voor zijn gebrek aan belangstelling, name-lijk dat deze groep het 'zelf wel kan', niet deugt.

Dit wordt nog eens onder-streept door cijfers van het CBS die laten zien dat de werkloosheid onder hoger opgeleiden is opge-lopen van 51.ooo in 1991 tot

n.ooo in 1994· Teken aan de wand

Mijn punt is dan ook dat werk-loosheid onder hoger opgeleiden ten onrechte als non-probleem wordt gezien en dat met de poli

-tieke fixatie louter op de onder-kant van de arbeidsmarkt kansen worden gemist. Er is namelijk veel te zeggen voor de stelling dat aandacht voor de 'top' van de arbeidsmarkt ook ten goede kan komen aan de middelbaar en lager opgeleiden. En bovendien, zou juist met deze relatief hoger opgeleide groep langdurig werk-lozen niet allerlei creatieve ar-beidsmarkt-experimenten kun-nen worden opgezet, uitgaande van eigen initiatief en

samenwer-king?

Van verschillende zijde wordt opgemerkt dat het onverstandig voor de concurrentiepositie van de Nederlandse economie is om al te veel in te zetten op laagge-schoolde arbeid, omdat onze kan-sen vooral zouden liggen in hoog-waardige, kennisintensieve pro-dukten. De Nederlandse econo-mie zou beter kunnen scoren wanneer meer en beter gebruik gemaakt zou worden van het potentieel aan hoogwaardige arbeidskrachten. Dat er 77.ooo hoogwaardige arbeidskrachten aan de kant staan is niet alleen een verspilling van potentieel, het is ook een teken aan de wand.

Er zijn echter oplossingen denkbaar voor het probleem van de werkloosheid onder hoger opgeleiden. Met als glashelder uitgangspunt, dat mogelijkerwijs aan de basis zou kunnen liggen van veel creatieve andere ideëen; betrek de werkloze hoger opge-leiden zelf bij het werkgelegen-heidsbeleid en dan met name langdurig werklozen. Dit laatste niet omdat deze extra zielig zou-den zijn, maar omdat hoger opge-leiden die slechts relatief kort

-werk! moeil ideëel Er is 1 omdf werkl laten' voor slaagt in de: groep actiev oplos: Ze zij zelf n kome b Waar sa tie hoge1 op al zelf hoge1 zijn seerd berei ke 01 iets v Een kata!• bij h; van op ge Dek als bi die rr dek~ ze iel maat man< bij va 'We1 co-p1 van I Zake van on de

(2)

n k lt e n n 1, :r 1 -.e lt

g

n n

1-,_

'

1-,_

n k :t e 0 n n .s n n r r s n

.

,

e e

HOOFDEN

&

Z I N N E N

werkloos zijn vermoedelijk

moeilijk te porren zijn voor de

ideëen die ik hierna ga schetsen.§

Er is echter alles voor te zeggen

om de langdurig hoger opgeleide

werklozen niet meer passief te

laten wachten op wat de overheid

voor ze kan doen (de overheid

slaagt er immers simpelweg niet

in de werkloosheid onder deze

groep terug te dringen), maar ze

actiever te betrekken bij het

oplossen van hun werkloos-zijn.

-Ze zijn hoog genoeg opgeleid om

zelf met creatieve oplossingen te

komen.

Experimenten

Waar ik aan denk is,

zelf-organi-satie of een onderneming van

hoger opgeleide werklozen die

op allerlei mogelijke manieren

zelf 'werk' produceren. De

hoger opgeleide werkzoekenden

zijn momenteel niet

georgani-seerd, maar wanneer de overheid

bereid is te investeren in

dergelij-ke organisatievormen, moet

zo-iets van de grond kunnen komen.

Een concreet initiatief dat als

katalysator gebruikt kan worden

bij het opzetten van organisaties

van langdurig werkloze hoger

opgeleiden, is het starters-idee.

De kern van dit idee is: geef net

als bij de Melkertbanen een groep

die momenteellangs de kant staat

de kans weer mee te doen, door

ze iets te laten doen waarvan het

maatschappelijk nut door nie-mand betwijfeld wordt. Zoals

bijvoorbeeld vermeld in de nota

'Werk door ondernemen' (een

co-productie van de ministeries

van Economische Zaken, Sociale

Zaken en Werkgelegenheid en

van Financiën), is het aantal

ondernemingen per 1 ooo in

-woners in Nederland het laagste

van de Europese Unie. De

over-heid zou dus veel waarde moeten

hechten aan een sterkere groei

van het aantal starters. De door

mij bedoelde onderneminkjes

zouden starters moeten

voort-brengen en ondersteunen. En de

maatschappelijke relevantie van

dergelijke experimentele

onder-nemingen kan nog vergroot

wor-den als er vooral gemikt wordt op

bedrijven die anticiperen op een

moderne structuur vandeN

eder-landse economie, zoals

techno-starters en andere vormen van

kennisintensieve

ondernemin-gen.

De voordelen van een

organi-satie van hoger opgeleiden die bij

-voorbeeld om te beginnen

star-ters 'werft' voor dit soort

onder-nemingen zijn:

- In de eerste plaats natuurlijk

gewoon het eigenlijke

pro-dukt: succesvolle starters.

Deze dragen niet alleen bij aan de werkgelegenheid van de

eigen groep, maar ook aan van

die van middelbaar en lager

opgeleiden.

- Via het ondernemen van dit

soort activiteiten ontwikkelen

de deelnemers, de hoger

opgeleiden die zo'n organisa

-tie opzetten en draaiende hou

-den, vanzelf kwaliteiten en

vaardigheden die geliefd zijn

bij werkgevers. Los van het

eigenlijke produkt draagt de

in de organisatie zelf gestoken

energie dus ook bij aan de

bemiddelbaarheid van de

deelnemers.

- Door de contacten die

ge-legd worden met bedrijven en

organisaties in het

bedrijfsle-ven en bij de (semi)overheid,

breiden de deelnemers ook

hun netwerk uit.

Het moet naar mijn mening mo-gelijk zijn om de nieuw op te

zet-ten ondernemingen net zolang

onder beheer van de organisatie

te houden, tot het de deelnemers

die de onderneming

daadwerke-lijk op gaan zetten duidelijk is dat

de onderneming een haalbare

zaak is. De bedoeling is dat de

fak-toren waarin het vrije

onderne-mersschap in negatieve zin

af-wijkt van het in loondienst treden

(het ondernemersrisico, gebrek

aan inzicht in waar de kansen lig

-gen, de noodzaak van kennis over

de markt in de eigen branche,

mogelijke problemen met

finan-ciering, huisvesting, regelgeving,

administratieve rompslomp,

milieu-eisen, werving en

acquisi-tie) tot een minimum worden

teruggebracht, waardoor de

mo-gelijke voordelen van het

onder-nemerschap (die alle te maken

hebben met het eigen baas zijn)

des te sterker naar voren kunnen

komen.

En een werkloze hoger

opge-leide lijkt me waardevoller voor

de Nederlandse economie

wan-neer hij een florerend bedrijf

weet op te zetten dan wanneer hij

vakken gaat vullen bij Albert

Heyn of als serveerster in eigen

levensonderhoud gaat voorzien.

leder voor zich?

Dat veel werkloze hoger

opgelei-den zichzelf nu nog niet als

suc-cesvol starter kunnen zien, wil

nog niet zeggen dat ze het niet

zouden kunnen worden. We

heb-ben allemaal leren lopen, daar

was veel ondernemerszin voor

nodig, en de pakweg 2 5 jaar

Nederlandse verzorgingsstaat die

(3)

254

H O O F D E N

&

Z I N N E N

er vervolgens overheen zijn geko-men kunnen die niet volledig hebben doen verdwijnen.

Voor de overheid zou de belangrijkste winst van een

der-gelijk px:oject natumlijk kosten-besparing zijn. Werklozen zijn

duur, en als het mogelijk is om via

relatief goedkope investeringen in een dergelijk project niet alleen de werkloosheid onder hoger opgeleiden te laten dalen, maar ook die van andere oplei-dingsniveau's, dan moet die

mo-gelijkheid natuurlijk met beide

handen worden aangegrepen. V er der zou bespaard kunnen worden op de publieke

arbeids-voorziening, omdat het project

de deelnemers beter bemiddel-baar maakt. Daarnaast zouden er

markt-ondernemingen uit kun-nen rollen, die goed zijn voor de dynamiek van de Nederlandse

economie.

Het huidige werkgelegen-heidsbeleid is een

'iedere-werk-loze-voor-zich' Ue zou er bijna

aan toevoegen: en God tegen hen allemaal)-beleid. Het is echter

evident dat de kracht van een

hoger opgeleide vooral bepaald wordt door het systeem waarbin-nen hij fungeert. Hij is immers uitstekend in staat, vooral de aca-demicus, om helder analytisch

een bepaalde thematiek te bestu-deren. Oftewel: binnen de

over-heid (van oudsher de

belangrijk-ste afnemer van het product

'aca-demicus, maar de overheid is inmiddels vrijwel dichtgetim-merd) en binnen grote

onderne-mingen is de academicus goud

waard. Geïsoleerd daalt zijn

marktwaarde echter al snel tot vrijwel nul. Ze zonder resultaat laten solliciteren tot ze erbij neer-vallen (momenteel de meest

gehanteerde beleidsoptie van de

Gemeentelijke Sociale Diensten) draagt vervolgens niet bij tot het levensgeluk van de hoger

opge-leide, maar het is ook een

beleids-optie van niets. Bij een banente-kort dat zo groot is als het huidige heeft het geringe effect van werk-lozen laten solliciteren naar niet bestaande banen niets met een

Jan Salie-mentaliteit te maken (er

zijn immers nog nooit banen

ont-staan doordat mensen gingen sol

-liciteren), maar eerder een illus-tratie van een volstrekt verkeerde benadering van de problematiek. Is de overheid soms even verge-ten dat alle huidige banen in de markt zijn ontstaan doordat er

ooit mensen op het idee kwamen

een onderneming te beginnen? Oftewel: het is op zijn zachtst gezegd nietzo'n goed idee om ten aanzien van deze groep het

'iede-re-werkloze-voor-zich'- beleid voort te blijven zetten. En wan-neer hoger opgeleide werklozen dan toch voor de noodzaak staan

om een andere weg in te slaan,

omdat de (kansarme) opleiding

die men gevolgd heeft tot niets leidt, waarom dan niet deze weg? Niet geïsoleerd en met fake-solli

-citaties op een overbezette ar-beidsmarkt, maar binnen

experi-mentele, kansen-verschaffende

organisatievormen zouden de

kwaliteiten van hoger opgeleide

werklozen pas weer tot hun recht kunnen komen.

CHRIS VAN DER END

Werkloos academicus

-De Wo democ Eu rop' tussen (meer sector tralise Ee1 weini! van h~ we rel• grote, man a! ken.\ In Samer mers, der va de on• 0· een i1 onder en be1 rap po taalm mode bedri taal o D econ< werk in de leert tie-v( V posit in A1 ming nele 1 van v Duit: 0 spre< ologi over over op in mod in or len e scha) zegt '!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het onderzoek hebben we ons laten leiden door de vraag: Zijn er opmerkelijke verschillen in de school- en arbeidsloopbaan van jongeren van diverse etnische afkomst en tussen

Hoewel door onze respondenten weinig instroommaatregelen en nauwelijks initiatie- ven worden genomen om docenten voor het onderwijs te behouden, is wel zichtbaar dat rond de 40%

Omdat werklozen werkervaring opdoen, kan de verdiencapaciteit van mensen uit groep III door de inzet van loonkostensubsidies of het werken met behoud van uitkering

Het gevoelig maken van de medewerkers van gemeentelijke sociale diensten voor de bijzondere sociaal-economische en sociaal-culturele belemmeringen voor de maatschappelijke

Onderzoek de mogelijkheden voor samenwerking met Hogescholen en Universiteiten met als doel het toeleiden naar een opleiding van hoger opgeleid vrouwelijke vluchtelingen met

Hierbij gaan we ervan uit dat de effecten die onderzocht zijn bij de deelnemers, in de twee jaar volgend na de opleiding volledig kunnen worden toegeschreven aan de werkwijze van

Deze brochure biedt een overzicht van de resultaten van het impactonderzoek en de Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse uitgevoerd door Alexander Impact voor Sterk uit

Verder blijkt dat Vlaanderen op het vlak van het structurele evenwicht tussen het aanbod van en de vraag naar hoger opgeleiden relatief minder goed scoort dan andere landen,