• No results found

Betreft: Besluit tot vaststellen van de tarieven die TenneT ten hoogste in het jaar 2000 mag berekenen voor een aansluiting op het door hem beheerde net

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Betreft: Besluit tot vaststellen van de tarieven die TenneT ten hoogste in het jaar 2000 mag berekenen voor een aansluiting op het door hem beheerde net"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Dienst uitvoering en toezicht Energie

BESLUIT

Nummer : 00-043

Betreft: Besluit tot vaststellen van de tarieven die TenneT ten hoogste in het jaar 2000 mag berekenen voor een aansluiting op het door hem beheerde net

I Voorstel

1 Op 6 oktober 1999 heeft de directeur DTe het voorstel ontvangen van TenneT met betrekking tot de tarieven voor het transport van elektriciteit en de

aansluiting op het net, als bedoeld in artikel IV van de wet tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 (Stb. 260). Bij besluit van 7 december 1999 heeft de directeur DTe de maximum transporttarieven van TenneT en de aansluittarieven voor aansluitingen van netbeheerders op het net van TenneT voor het jaar 2000 vastgesteld.

2 Op 14 juni 2000 heeft TenneT het voorstel van 6 oktober 1999 gewijzigd en aangevuld.

II Procedure

3 In het besluit tot vaststelling van de maximum transporttarieven voor het jaar 2000 heeft de directeur DTe aangegeven dat hij er vanaf heeft gezien de

aansluittarieven vast te stellen, aangezien een aantal bedrijven nog niet in staat was goed onderbouwde voorstellen te leveren. Vanwege het ontbreken van die voorstellen was het onmogelijk de verschillende tariefelementen en de totale kosten van de verschillende standaardaansluitingen te vergelijken, hetgeen nodig is om te komen tot reële starttarieven.

4 In artikel 2.3.3 A van de TarievenCode is vastgelegd dat voor aansluitingen met een gewenste aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA (aansluitingen boven 3 MVA) tot 30 juni 2000 een aansluittarief geldt dat gebaseerd is op

voorcalculatorische projectkosten met betrekking tot een dergelijke aansluiting.

5 De directeur DTe heeft een nader onderzoek uitgevoerd naar de

standaardelementen waaruit de diverse aansluitingen bestaan. De resultaten van

dit onderzoek zijn vastgelegd in het Toetsingskader Aansluittarieven. Op 17 mei

2000 heeft de directeur DTe dit Toetsingskader Aansluittarieven aan TenneT

(2)

6 Op 14 juni 2000 ontving de directeur DTe het voorstel van TenneT voor aansluittarieven boven 3 MVA.

7 Op 27 juli heeft de directeur DTe TenneT nader geïnformeerd over de beoordeling van de voorstellen en de wijze waarop de aansluittarieven zijn verwerkt in het tarievenreguleringsmodel dat zal worden gebruikt bij de vaststelling van de efficiency kortingen.

8 Op 17 augustus heeft DTe een voorlopige zienswijze gegeven op de voorgestelde tarieven. Op 30 augustus 2000 heeft TenneT hierop gereageerd.

openbare voorbereidingsprocedure

9 De directeur DTe heeft besloten de openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toe te passen op de voorstellen voor aansluittarieven.

10 De voorstellen voor aansluittarieven met een gewenste aansluitcapaciteit van meer dan 3 MVA zijn vanaf 19 juni voor een periode 4 weken ter inzage gelegd.

Hierop hebben een viertal organisaties schriftelijke hun zienswijze gegeven. Het betreft twee zienswijzen op alle voorgestelde tarieven boven 3 MVA en twee specifieke zienswijzen op het voorstel van TenneT. Een van deze vier organisaties heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om mondeling zijn zienswijze op de voorstellen te geven. Voor zover de zienswijzen geheel of gedeeltelijk aanleiding zijn geweest tot het vaststellen van de tarieven in afwijking van het voorstel, is dit in het navolgende vermeld.

11 Op 17 augustus heeft DTe een voorlopige zienswijze gegeven op de voorstellen voor aansluittarieven van TenneT. In zijn reactie geeft TenneT aan dat de

periodieke vergoedingen voor de aansluiting die op 7 december zijn vastgesteld

enkel betrekking hebben op aansluitingen van netbeheerders op het net van

TenneT. TenneT verzoekt de directeur DTe dan ook de voorstellen van 14 juni

2000 voor de periodieke vergoeding te beoordelen en vast te stellen. Daarnaast

geeft TenneT aan dat de reeds vastgestelde periodieke vergoedingen voor de

aansluitingen van netbeheerders op het net van TenneT de kosten van de

vervanging van deze aansluiting niet dekken. TenneT verzoekt de directeur DTe

om daarom ook voor netbeheerders de voorgestelde vergoedingen van 14 juni

2000 vast te stellen.

(3)

III Wettelijk Kader

12 In gevolge artikel IV, tweede lid, van de wijzigingswet 1 baseert iedere

netbeheerder zijn voorstel op vergelijkbare tarieven die bij afnemers in rekening gebracht werden in 1996. In 1996 hanteerde netbeheerders een systematiek waarbij een afnemer een eenmalige bijdrage leverde aan een nieuwe aansluiting en de kosten van onderhoud en instandhouding voor rekening van de

netbeheerder kwamen.

13 De aansluittarieven bestaan uit ten hoogste de volgende tariefdragers 2 : - een eenmalige bijdrage voor de initiële investeringskosten (het eenmalige aansluittarief),

- een periodieke vergoeding ter dekking van de onderhoudskosten (de periodieke vergoeding voor de aansluiting) en

- een periodieke vergoeding voor herbruikbare activa (de periodieke vergoeding voor herbruikbare activa).

14 De directeur DTe heeft het voorstel voor aansluittarieven van TenneT van 14 juni 2000 en aanvullingen daarop beoordeeld.

15 De vast te stellen aansluittarieven zijn maximumtarieven. Bij de toetsing van het voorstel heeft de directeur DTe bezien of het voldoet aan de formele vereisten van de wet en of het voorstel past binnen de door hem vastgestelde

TarievenCode en de nadere interpretatie van DTe neergelegd in het

Toetsingskader Aansluittarieven. In het geval er onduidelijkheid was over het naleven van het gestelde in het Toetsingskader Aansluittarieven zijn daar vragen over gesteld en opmerkingen over gemaakt in de voorlopige zienswijze d.d. 17 augustus.

IV Beoordeling

aansluitingen met een gewenste aansluitcapaciteit boven 10 MVA

16 De directeur DTe zal voor aansluitingen met een gewenste aansluitcapaciteit van 10 MVA of meer geen standaard aansluittarieven vaststellen. De directeur DTe heeft na nader onderzoek geconcludeerd dat het maken van dit soort grote aansluitingen maatwerk is waarbij het vastleggen van een standaardtarief geen recht zou doen aan de daadwerkelijke kostprijs van de aansluiting. Het aantal aansluitingen wat op dit niveau wordt gemaakt is ook zeer beperkt, wat het niet redelijk maakt een gemiddeld standaardtarief te bepalen. Insprekers geven aan het redelijk te vinden boven 10 MVA geen standaardtarieven vast te stellen.

Insprekers geven aan dat zij voor aansluittarieven boven 10 MVA een

(4)

gedetailleerde opbouw van de kostprijs noodzakelijk vinden en van te voren willen weten welk tarief zij voor een aansluiting moeten betalen.

17 Het aansluittarief voor aansluitingen boven 10 MVA dient door de netbeheerder bepaald te worden op basis van een vooraf te bepalen gespecificeerde kostprijs.

Deze kostprijs is gebaseerd op indicatieve tarieven voor de standaardelementen waaruit de aansluiting bestaat. De netbeheerder dient aan te geven welke componenten hij gaat gebruiken en welke werkzaamheden hij gaat verrichten.

Daarbij mag hij alleen de werkzaamheden die betrekking hebben op de aansluiting zoals bedoelde in de wet en uitgewerkt in de TarievenCode en het Toetsingskader Aansluittarieven in rekening brengen. Diepe aansluitkosten worden niet in rekening gebracht voor de aansluiting. 3

De vooraf bepaalde gespecificeerde kostprijs is in principe de prijs waartegen de aansluiting wordt gerealiseerd. De netbeheerder kan echter bepalingen opnemen dat in zeer uitzonderlijke onvoorziene situaties een deel van de eventuele

meerkosten van het aanleggen van de verbinding op de afnemer wordt verhaald.

Hij dient deze onvoorziene situaties van te voren vast te leggen. Mogelijke situaties zijn het doorkruisen van vervuilde grond of het omleggen van een kabel omdat een bepaalde vergunning niet verkregen wordt.

18 De netbeheerder dient indicatieve tarieven te bepalen voor de

standaardelementen waaruit de aansluiting is opgebouwd. 4 De netbeheerder dient deze indicatieve tarieven bekend te maken en actueel te houden.

periodieke vergoeding voor het onderhoud van de aansluiting

19 Voor TenneT zijn bij besluit van 7 december 1999 periodieke vergoedingen voor de aansluiting van netbeheerders op het net van TenneT vastgesteld. Deze periodieke vergoeding bedraagt in 2000 NLG 12.500 op jaarbasis voor een standaardverbinding met het EHS net. TenneT geeft in haar voorstel aan dat deze periodieke vergoeding anders zou moeten worden vastgesteld omdat deze tarieven zijn gebaseerd op andere uitgangspunten dan in het Toetsingskader worden beschreven. In het Toetsingskader worden echter slechts uitgangspunten gegeven die betrekking hebben op aansluitingen van afnemers, die een

aansluiting hebben tussen het net van de netbeheerder en een onroerende zaak of een net waarvoor een ontheffing is verleend. De technische beschrijvingen in het Toetsingskader hebben ook enkel betrekking op dit soort aansluitingen. Het Toetsingskader kan niet worden toegepast op aansluitingen van netbeheerders op het net van andere netbeheerders omdat deze aansluitingen technisch gezien wezenlijk van elkaar verschillen. Uitgangspunten voor aansluitingen van

netbeheerders op het net van andere netbeheerders dienen in overleg tussen de

3

Elektriciteitswet, Memorie van Toelichting, Tweede Kamer 1998/1999, 26 303, nr. 3

4

Knip, verbinding, beveiliging en een nadere onderverdeling daarvan.

(5)

netbeheerders tot stand te komen. Ten aanzien van de periodieke vergoeding voor de aansluiting dient TenneT dus afspraken te maken met de op haar net aangesloten netbeheerders. De directeur DTe gaat daarom niet in op het verzoek van TenneT deze periodieke vergoedingen gewijzigd vast te stellen.

20 Met betrekking tot aansluitingen van afnemers, niet zijnde netbeheerders, op het net van TenneT geldt dat ook de periodieke vergoeding op basis van een vooraf te bepalen gespecificeerde kostprijs moet worden bepaald en dus ter dekking dient van de daadwerkelijke kosten die TenneT moet maken voor het onderhoud en de instandhouding van de aansluiting.

V Inwerkingtreding

21 Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2000. Vanaf die datum dienen de

vastgestelde tarieven gehanteerd te worden. Gezien de complexiteit van de

voorstellen en de grote diversiteit die de voorstellen vertoonden heeft de

directeur DTe voor 1 juli geen vaststellingsbesluit kunnen nemen. De directeur

DTe zal de besluiten niet met terugwerkende kracht vaststellen omdat de

netbeheerders daardoor onevenredig in hun belang zouden worden geschaad.

(6)

VI Besluit

22 TenneT dient voor aansluitingen boven 10 MVA indicatieve tarieven bekend te maken voor de standaardelementen waaruit de aansluiting is opgebouwd.

23 Het aansluittarief voor aansluitingen boven 10 MVA dient door TenneT bepaald te worden op basis van een vooraf te bepalen gespecificeerde kostprijs.

24 Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2000.

Datum: 21 september 2000

drs. J.J. de Jong

directeur Dienst uitvoering en toezicht Energie

Tegen dit besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, kan degene wiens belang daarbij

rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking een gemotiveerd

bezwaarschrift indienen bij sectie Beschikkingen, Bezwaar en Beroep van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

de geschatte kosten die de netbeheerder van het net op zee heeft voor investeringen die in het jaar waarop het voorstel betrekking heeft, in gebruik worden of zijn genomen, waarop de

De Autoriteit Consument en Markt stelt na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, ten aanzien van de taken

Dit houdt in dat de ACM inkomsten vaststelt waarmee de verwachte efficiënte kosten inclusief een redelijk rendement worden vergoed die de netbeheerder van het net op zee maakt voor

jaar

De Autoriteit Consument en Markt stelt na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, ten aanzien van de taken

De aannames in deze twee varianten zijn dat óf het huidige niveau van vreemd vermogen constant zal blijven in de toekomst (Modigliani Miller), óf dat het niveau aangepast zal worden

Artikel 10b, derde lid, onderdeel a en b, van de E-wet eist dat de aanvrager en de met de aanvrager verbonden groepsmaatschappijen geen aandelen houden in een rechtspersoon dan

De Verordening 714/2009 6 (hierna: de Verordening) stelt in artikel 14 de volgende eisen aan de tarieven die gehanteerd worden door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet